5-114COM | 5-114COM |
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Over de jaren heen heeft het paranoïde regime van Kadhafi een grote voorraad munitie en wapens aangelegd, die nu verspreid liggen over het hele land, haast in elk dorp.
Sinds het begin van de vijandelijke operaties in Libië liggen de wapendepots er onbewaakt bij. Journalisten berichtten de afgelopen weken dat ze in en rond Tripoli menig gebouw hebben bezocht waar ze raketten, granaten en andere wapens konden vinden. Human Rights Watch berichtte dat één van hun medewerkers zonder moeilijkheden in een wapendepot kon binnenwandelen waarin naar schatting 100 000 antitank- en antipersoonsmijnen lagen. Maar tegelijk werden er lege dozen gevonden die voorheen verschillende soorten SAM-luchtdoelraketten van Russische makelij bevatten.
Op woensdag 7 september 2011 verklaarde de antiterrorisme-coördinator van de Europese Unie, onze landgenoot Gilles de Kerckhove, dat het zeer waarschijnlijk is dat in de islamitische Maghreb AQIM, de Noord-Afrikaanse tak van Al-Qaeda, wapens uit Libië heeft kunnen bemachtigen en naar zijn basissen in Niger, Mali en Algerije heeft vervoerd. Vooral het feit dat AQIM nu over de gevreesde luchtdoelraketten zou beschikken, baart de Kerckhove zorgen omdat daarmee tot op een hoogte van 3,5 km een vliegtuig kan worden getroffen. Het gaat om een variant van de Amerikaanse Stinger, die Washington te allen prijze uit de handen van Iran wil houden.
Ondertussen heeft ook een hoge militaire functionaris, admiraal Giampaolo Di Paola, bevestigd dat elk spoor ontbreekt van minstens 10 000 luchtdoelraketten. Indien de vermiste raketten verspreid raken, vormen ze volgens hem een ernstige bedreiging voor de burgerluchtvaart in Noord-Afrika en in tal van crisisgebieden.
Specialisten maken zich eveneens zorgen om tot nog toe onbekende voorraden chemische wapens, zoals mosterdgas, die nog zouden in het land aanwezig zijn. Hoewel Libië in 2005 begon aan de ontmanteling van zijn massavernietigingswapens, blijven er nog vele vragen over de hoeveelheid die Kadhafi werkelijk vernietigd heeft.
De Verenigde Staten beslisten al in juni een Zweeds en Engels bedrijf te contracteren om munitievoorraden te laten vernietigen in Libië.
Van de minister had ik graag vernomen hoe hij de beveiliging van wapendepots in Libië inschat? Heeft de NAVO de depots volledig vernietigd?
Hoeveel wapendepots zijn er tot nu toe in Libië ontdekt en komt dit overeen met de verwachtingen van voor de militaire campagne? Hoe groot zijn ze?
Werken de Zweedse en Britse bedrijven die op Amerikaans verzoek instaan voor de opruiming van munitievoorraden in Libië, onder NAVO- of onder Amerikaans bevel?
Welke internationale initiatieven steunt hij om de wapenvoorraden in Libië op te ruimen? Welke bijdrage is hij bereid te leveren?
Zijn er mogelijk nog niet aangegeven voorraden van chemische wapens in Libië aanwezig?
Op een vraag van collega Lijnen in de plenaire vergadering eind december heeft minister Reynders geantwoord dat nu een inventaris en een evaluatie van die voorraden wordt gemaakt en dat hij begin 2012 met dat doel een diplomatieke missie naar Libië zou organiseren. Wat is het standpunt van de minister daarover?
De heer Pieter De Crem, minister van Landsverdediging. - De luchtaanvallen uitgevoerd in het kader van de Operatie Unified Protector hebben zich gericht op de bescherming van de burgerbevolking. De militaire planning heeft zich dus geconcentreerd op de vernietiging van voertuigen en materieel gebruikt door de repressiestrijdkrachten van kolonel Kadhafi, hun commandocentra en hun wapendepots. Gebruik makend van het machtsvacuüm op het ogenblik van de val van het Kadhafi-regime, hebben strijders en burgers een deel van de wapendepots geplunderd.
Er zijn 36 militaire hoofdopslagplaatsen in Libië geïdentificeerd. Die hoofdopslagplaatsen konden soms een zeer groot aantal bunkers bevatten. Naast de hoofdopslagplaatsen waren er wapenvoorraden met een beperktere omvang bij de militaire eenheden onder leiding van Kadhafi.
De Verenigde Staten hebben beslist burgerspecialisten inzake bewapening naar Libië te zenden om de nieuwe Libische autoriteiten bij te staan bij voornoemde veiligheidstaken. Dankzij die ondersteunende zending kunnen de doelstellingen inzake de beveiliging van de wapendepots worden gerealiseerd en kunnen de nieuwe autoriteiten tevens leren hun eigen capaciteiten op dat gebied te ontwikkelen.
Elk internationaal initiatief dat de vorming van nieuwe democratische instellingen in Libië versnelt, waaronder ook de oprichting van nieuwe veiligheidstroepen, zal onze steun genieten. Gelet op de rol van ons land bij de afwikkeling en de beëindiging van het conflict, is het niet raadzaam zelf actie te ondernemen op het terrein.
De resterende voorraden van het Libische programma voor chemische bewapening bestaan uit iets meer dan 11 ton yperiet, waarvan 9 ton onder de bruikbare vloeibare vorm. We hebben verder geen weet van voorraden van agentia voor chemische oorlogsvoering op andere plaatsen in het land.
De proliferatie van de wapensystemen van het gewezen Kadhafiregime baart ons grote zorgen. Het komt erop aan het nieuwe regime te helpen bij de opbouw van zijn interne en externe veiligheid en het de knowhow te bezorgen om de wapens van het oude regime zo niet te ontmantelen, dan toch te neutraliseren.
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Kan de minister nog iets zeggen over wat minister Reynders in het vooruitzicht heeft gesteld?
De heer Pieter De Crem, minister van Landsverdediging. - Nog deze ochtend kon ik van gedachten wisselen met collega Reynders over de vraag in welke mate ons land kan bijdragen aan de heropbouw van het land en hoe we daarbij een aantal niet-militaire, maar wel strategische belangen kunnen laten prevaleren.
Collega Reynders heeft senator Lijnen geantwoord dat hij een permanente vertegenwoordiging in Tripoli wenst uit te bouwen.
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Minister Reynders liet uitschijnen dat België zou bijdragen aan de inventarisatie van de wapenvoorraden en daartoe een diplomatieke missie op de been zou brengen. Het ging heel concreet over een toch wel militair aspect, namelijk wapenvoorraden ter plaatse inventariseren en evalueren welk deel ervan kan worden gerecupereerd.
De heer Pieter De Crem, minister van Landsverdediging. - Toen ik vanochtend collega Reynders ontmoette, had ik zijn antwoord natuurlijk niet voor ogen, maar ik meen dat hij voornemens is zich tijdens de diplomatieke missie te vergewissen van de toestand ter plaatse en te onderzoeken op welke manier ons land kan bijdragen aan de inventarisatie en de neutralisatie van de wapenvoorraden. Voor zo ver ik nu weet, wordt er in die voorbereide fase voor het jaar 2012 van Defensie niets verwacht. Misschien zijn er wel mogelijkheden voor Belgische bedrijven.
(La séance est levée à 16 h 30.)