5-113COM

5-113COM

Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden

Handelingen

DINSDAG 17 JANUARI 2012 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Bert Anciaux aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over «de bewapening van Belgische schepen» (nr. 5-1700)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Deze vraag was oorspronkelijk gericht tot de staatssecretaris voor Mobiliteit van de vorige regering. Daarna veronderstelde ik dat deze materie tot de bevoegdheid van de minister van Landsverdediging behoorde, maar uiteindelijk komt de vraag terecht bij de minister van de Noordzee.

De Belgische wetgeving verbiedt momenteel dat schepen onder Belgische vlag zich beveiligen door gewapende privébewakers aan boord te nemen. De Belgische reders vragen echter om een aanpassing van deze wet, omdat de internationale praktijk bewijst dat gewapende schepen zelden of nooit het doelwit van kapers worden. Gewapende privébewakers zouden de meest handige oplossing bieden. De staatssecretaris voor Mobiliteit van de vorige regering verwees naar de complexiteit van dit dossier, waarbij zowel Justitie, Landsverdediging als Buitenlandse Zaken betrokken zijn.

Bevestigt de minister de vraag van de Belgische reders om aan schepen onder Belgische vlag de wettelijke mogelijkheid te bieden gewapende privébewakers in te zetten om zich tegen kapers te beveiligen?

Hoe interpreteert en apprecieert de minister dat verzoek? Vindt hij die vraag voldoende relevant om de wetgeving aan te passen? Welke positieve en welke negatieve aspecten ziet hij in dit verzoek? Welke limieten ziet de minister aan het inzetten van gewapende privébewakers? Vermoedt hij een precedent voor andere sectoren, bijvoorbeeld vliegtuig- en wegtransporten? Wellicht is de gewapende beveiliging van vliegtuigen wel wat vergezocht.

Denkt de minister nog aan andere oplossingen om Belgische schepen te beveiligen? Zo ja, welke?

Hoe ziet de minister de follow-up van dit dossier? Kiest hij zelf voor een krachtdadige regie en zal hij zijn collegae van Justitie, Defensie en Buitenlandse Zaken overhalen om hieraan constructief mee te werken? Zo ja, hoe en binnen welke termijn zal hij een concrete oplossing voor dit veiligheidsprobleem kunnen bieden?

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee. - In de eerste plaats moeten we ons afvragen in hoeverre de vraag van de reders nog actueel is. Op een bepaald ogenblik, na een kaping in België, werd daarop sterk aangedrongen door de rederijen.

Voorts moet er rekening worden gehouden met het dreigement van Iran om de Straat van Hormuz af te sluiten en de daarmee gepaard gaande spanningen in de regio.

Als de rederijen blijven aandringen op privébewaking, moeten zij daartoe de mogelijkheid krijgen. Een internationale politie is in elk geval een onrealistische gedachte. De beperkingen die private veiligheidsbedrijven worden opgelegd voor het actief zijn in de openbare ruimte zijn niet bedoeld om de politiedienst te beletten zijn werk correct uit te oefenen. Dat is essentieel in een democratische staat. De zaken liggen evenwel anders wanneer het gaat om internationale transporten die worden geconfronteerd met piraterij.

Frankrijk en andere landen laten internationale transporten op zee door het leger bewaken. Daar ben ik geen voorstander van. Ik vind echter wel dat beveiligingsmaatregelen mogelijk moeten zijn, ook al zal de wetgeving daartoe wellicht moeten worden aangepast. Overleg met de ministers van Binnenlandse en van Buitenlandse Zaken zal noodzakelijk zijn.

Ik wil er nog aan toevoegen dat ik geen voorafgaande juridische analyse heb gemaakt en dat ik niet weet wat de opinie is van alle betrokken partijen ter zake. Ik zal alleszins in de eerste plaats aan de reders vragen of zij nog steeds vragende partij zijn. Als dat het geval is, zal ik de zaak grondiger onderzoeken. Het is mogelijk dat ik op basis van dat onderzoek uiteindelijk zal oordelen dat we toch niet op hun verzoek kunnen ingaan.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik heb er alle begrip voor dat onderzoek nodig is om uit te maken op welke manier het veiligheidsprobleem van de schepen kan worden opgelost.

Schepen die langs de Belgische kust of langs de kust van andere Europese landen varen, zijn uiteraard onderworpen aan de Europese regelgeving inzake bewaking. In de internationale wateren moet het echter mogelijk zijn privébeveiliging toe te laten.

Het lijkt me opportuun het probleem op Europees niveau te onderzoeken en eventueel in het kader van de NATO hieromtrent afspraken te maken.

(Voorzitter: de heer Frank Boogaerts.)