5-109COM | 5-109COM |
De heer Ludo Sannen (sp.a). - In Budget & Recht van juli/augustus 2011 wordt een analyse gemaakt van contracten die klanten aangaan met leveranciers van zonnepanelen. Eigenlijk zijn dat aannemingsovereenkomsten waarop de wet op de marktpraktijken van toepassing is.
Daarbij blijken er heel wat ontoelaatbare praktijken te zijn, zoals voorschotten tot negentig procent, het ontbreken van bindende leveringstermijnen, onduidelijkheid over de prijs en stilzwijgen over de precieze inhoud van de garantie die wordt geboden.
Budget & Recht pleit daarom voor een modelcontract voor de sector, zodat de consument beter wordt beschermd. Dat lijkt logisch aangezien de overheid de plaatsing van zonnepanelen, in elk geval tot op heden, fiscaal stimuleert.
De sectorfederatie van de installateurs, BelPV, heeft zelf een label ontwikkeld, het zogenaamde QUEST-label. De vzw QUEST kent het label toe aan installateurs die voldoen aan veiligheids- en kwaliteitsnormen. Ze moeten de consumenten ook goede informatie geven.
De oprichting van vzw QUEST wordt financieel gesteund door de Vlaamse overheid, maar de organisatie richt zich op de Belgische markt.
Tot op heden hebben evenwel slechts zes installateurs het label behaald, hoewel er in België zo'n 1500 zouden zijn.
Het lijkt mij van belang dat, op een moment dat we in België en in de wereld volop werken aan de omschakeling van onze energie en daarbij particulieren betrekken die ook kleinschalig energie produceren, die particulieren er zeker van kunnen zijn dat zij voldoende kwaliteitsgaranties krijgen zodat ook op lange termijn de productie van alternatieve energie is gegarandeerd.
Erkent de minister dat bij de installatie van zonnepanelen de consumentenrechten beter kunnen worden nageleefd? Zijn er controles uitgevoerd door de inspectie?
Is het nodig een kwaliteitslabel voor installateurs voor zonnepanelen in te voeren? Kan een modelcontract worden opgesteld?
Wat is de houding van de minister tegenover het QUEST-label?
Is het nodig om de toekenning van fiscale voordelen of subsidies te laten afhangen van een label, modelcontract of andere voorwaarde?
Hoe bekijkt de minister de problematiek in het kader van de Europese richtlijn van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit duurzame bronnen, waarin is bepaald dat de lidstaten duidelijk moeten definiëren aan welke technische specificaties apparatuur en systemen op duurzame energie moeten voldoen om in aanmerking te komen voor steunmaatregelingen?
De heer Paul Magnette, minister van Klimaat en Energie. - Ik kan niet ontkennen dat er in de sector van de plaatsing van zonnepanelen inderdaad moeilijkheden zijn en dat de regels van onder meer de wet op de marktpraktijken en de consumentenbescherming en de wet consumentenkrediet, niet altijd even nauwgezet worden nageleefd.
De algemene directie Controle en Bemiddeling heeft tijdens de maand maart van het jaar een algemeen onderzoek in de sector gevoerd. Volgende regelgevingen werden getoetst: de wet marktpraktijken, de wet consumentenkrediet, de wet op de kruispuntbank op ondernemingen en de regels inzake beroepsbekwaamheid. Hierbij werd vastgesteld dat ongeveer één op de vier ondernemingen niet in orde was.
Tijdens het onderzoek werden de algemene voorwaarden niet uitgediept omdat er nauwelijks of geen klachten zijn ingediend over onrechtmatige bedingen. Naar mijn oordeel is het prematuur het opmaken van een modelcontract te overwegen en moet de aandacht eerst en vooral gaan naar de vastgestelde problemen: prijsaanduiding, bestelbon, reclame die als oneerlijk moet worden aangemerkt.
Het ontwerpen van een kwaliteitslabel lijkt me niet onmiddellijk een instrument dat de consument de waarborg zal geven dat de installateur op wie hij een beroep doet, met deskundigheid handelt en alle regelgeving naleeft.
Installaties van zonnepanelen zijn in elk geval onderworpen aan het Algemeen Reglement op Elektrische Installaties. Ze moeten goedgekeurd zijn door een erkend organisme.
Een van de problemen met de talrijke labels die vandaag al bestaan, is dat de consument vaak niet weet wat het label inhoudt, zodat hij een vals beeld kan hebben.
Uit het gevoerde onderzoek valt niet af te leiden of ondernemingen die beschikken over het QUEST-label, het beter of minder slecht zouden doen dan andere. Daarom lijkt het mij niet gepast uitspraken te doen over de effectiviteit van het label.
Voor zover ik weet is artikel 13.2 van richtlijn 2009/8/EG op nationaal niveau omgezet. De installaties voor productie van duurzame energie moeten inderdaad voldoen aan de Europese en nationale normen om te kunnen genieten van de steunmaatregelen die op federaal en gewestelijk niveau worden verleend. Omdat er zoveel verschillende vereisten zijn en de meeste onder de gewestelijke bevoegdheid vallen, moet de vraag aan een gewestminister worden gesteld.
Meldenswaard is wel dat een werkgroep van federale overheid en gewesten streeft naar de harmonisering van de vereisten op nationaal niveau.
De heer Ludo Sannen (sp.a). - Als ik het goed begrepen heb, leeft één installateur op de vier de regelgeving niet na. De overheid kijkt vooral toe op elementaire elementen, zoals prijsaanduiding. De minister vindt het ook niet nodig om zelf het initiatief te nemen om modelcontracten aan te bieden om ervoor te zorgen dat de consument een stuk steviger staat.
Ik denk dat we niet alleen moeten toezien op de kwaliteit van de producten zelf, maar ook op de kwaliteit van plaatsing en meer bepaald op de locatie ervan. Het is belangrijk dat we de consument beschermen tegen een markt die groeit, maar ook tegen een markt die eventueel inkrimpt. Ik kan me namelijk voorstellen dat precies in dat laatste geval de installateurs andere verkooptrucs zullen gaan gebruiken. Een consument kan beter weten dat een zonnepaneel dat geplaatst wordt op een plaats die onvoldoende zonneschijn garandeert, niet zo gunstig is voor zijn energiefactuur. Alvorens te investeren moet hij dus met kennis van zaken kunnen oordelen. De consument mag zeker niet totaal afhankelijk worden van de installateur.
Als de overheid graag duurzame energie stimuleert, moet ze meer doen dan alleen maar attent zijn op de naleving van de consumentenwetgeving. Het zou toch erg zijn dat we over tien à vijftien jaar moeten vaststellen dat bepaalde installaties niet goed of ronduit slecht werden geplaatst. Of het QUEST-label een goed instrument is, kan moeilijk gezegd worden aangezien slechts zes installateurs het gekregen hebben.
Als de overheid duurzame energie voor de lange termijn verdedigt, mag ze de toekomst niet laten hypothekeren door cowboys die nu op korte termijn winst maken, maar uiteindelijk de sector op lange termijn onderuit halen. Maar als ik het goed heb begrepen, moet ik mijn vragen vooral stellen aan minister Van den Bossche van de Vlaamse regering.