5-39 | 5-39 |
De heer Bart De Wever (N-VA). - Voor ik mijn uiteenzetting begin, wil ik even stilstaan bij wat ik vandaag in De Morgen heb gelezen. Dat doe ik niet elke dag, maar vandaag stond er iets bijzonders in, namelijk de reconstructie van een gesprek tussen Elio Di Rupo, Charles Michel en Olivier Maingain. Blijkbaar vroeg Maingain op een gegeven moment aan Di Rupo of het institutioneel akkoord nu werkelijk stabiliteit zou brengen in het land. Daarop zou Di Rupo geantwoord hebben: `Neen. Maar we moeten een keuze maken. En na het institutionele akkoord, de dag erna, zullen de Franstaligen samenwerken om over Plan B te praten.' Waarop Maingain zei: `Maar als we Plan B moeten voorbereiden, moeten we dat nu doen!'
Ik twijfel er niet aan dat deze reconstructie waarheidsgetrouw is, niet alleen omdat alleen degenen die erbij waren daarover hebben kunnen getuigen, maar ook omdat ze spoort - ik zal niet uit de biecht klappen - met gesprekken die ik zelf heb gehad met kopstukken van Franstalige partijen en van de PS in het bijzonder.
Ik stel dus de vraag: Hoe naïef zijn de Vlaamse politici die de lof zingen van dit institutionele akkoord? Hoe naïef zijn ze om de N-VA aan te vallen omdat het een radicale partij is? In het zuiden van het land bewijst men misschien nog lippendienst aan België, maar zit plan B al lang in het hoofd. De koe melken tot ze er dood bij neervalt. Daar komt het op neer.
Sta me toe dat ik nog even terugkom op het debat over de regeringsverklaring vorige week in de Kamer. Ik vond het opmerkelijk dat dat aan Vlaamse kant niet zozeer over de regeringsverklaring ging, maar veeleer over mijn partij. In een normaal land zouden de fractieleiders van de regeringspartijen het regeerakkoord verdedigen en uitleggen waarom hun fractie die regering het vertrouwen zal geven, maar blijkbaar is dat aan Vlaamse kant geen eenvoudige opdracht. Ook al hield onze fractieleider in de Kamer een zakelijk betoog, met focus op de inhoud van het regeerakkoord, een echt debat over de inhoud is er niet gekomen. Een bashing van de N-VA als oppositiepartij des te meer.
Dat is tekenend voor het zwaktebod van de Vlaamse partijen in deze nieuwe regering. De felheid van de aanvallen tegen de N-VA spoort evenredig met de mate waarin sommige meerderheidspartijen hun kiezers hebben bedrogen. Er is wel degelijk een verschil tussen een eerbaar compromis en kiezersbedrog. Ik zie al iemand lachen. Ik zal een klein citaat geven uit een advertentie die vlak voor de verkiezingen van vorig jaar verschenen is: `Vanaf 14 juni gaan wij 1) de begroting in evenwicht brengen zonder belastingverhoging, 2) onze economie versterken en de overheid afslanken, 3) werken beter belonen'. Dat gaat zo door tot acht beloftes. Getekend: Alexander De Croo van Open Vld. Wie dat beloofd heeft en vandaag dit regeerakkoord ondersteunt, pleegt zonder meer kiezersbedrog.
De grote hevigheid van de aanvallen tegen de N-VA, met name van Open Vld lijken mij niet zozeer ingegeven door de liefde voor dit regeerakkoord. Men kan het gewoon niet hebben dat er een Vlaamse partij is die niet wil meedoen aan het kiezersbedrog dat Vlaamse partijen in dit land altijd moeten plegen om een federale regering te kunnen vormen. De hoogste vorm van staatsmanschap voor de Vlamingen is opnieuw te vergeten wat noodzakelijk is, om zich tevreden te stellen met wat de PS toestaat.
Vlaanderen is daar niet beter van geworden. Ondanks zijn Noord-Europese economie bengelt het met België achteraan in het Europese peloton. Ook de traditionele partijen in Vlaanderen zijn daar niet beter van geworden. Ze vertegenwoordigen vandaag niet eens meer de helft van de Vlaamse kiezers, maar ze doen dapper voort. Meer dan ooit geldt het adagium dat een Vlaamse staatsman een man is waarop Vlaanderen geen staat kan maken.
Handig meegenomen is wel dat het meer postjes oplevert dan men gezien het stemresultaat had mogen verwachten. Dat lijkt stilaan het devies van onze traditionele partijen te worden: `Meer postjes dan kiezers'.
Dat lijkt mij, gezien de recente gebeurtenissen, voor 2012 alvast de gouden formule te worden.
Dus begrijp ik dat men boos is omdat de N-VA blijft vasthouden aan wat noodzakelijk is, aan wat de Vlaamse kiezers beloofd werd. Ik vind het wel jammer dat men zich genoodzaakt voelt een loopje te nemen met de werkelijkheid.
Sommigen hebben de voorbije dagen zoveel onwaarheden verkondigd dat ik me vandaag verplicht voel even de puntjes op de i te zetten, want de waarheid heeft ook haar spreekwoordelijke rechten. Zo beweert men dat de N-VA in de Vlaamse regering het communautair akkoord zou hebben goedgekeurd. Ik nodig degenen die dat zeggen en blijven beweren, uit de toespraak nog eens te lezen die ik op 12 oktober in het Vlaams Parlement heb gehouden. Ik citeer mezelf: `De N-VA was als partij niet betrokken bij dit akkoord en onze opinie hierover is dus niet dezelfde als die van onze coalitiepartners.' Dat heeft ook Kris Peeters in zijn eigen verklaring bevestigd. Verder zei ik: `Wij zijn niet betrokken en wij keuren het af.' Ten slotte zei ik: `De N-VA kan natuurlijk van de minister-president niet verwachten dat hij namens de Vlaamse regering of zelfs namens zichzelf al onze kritiek op het federale regeerakkoord zou uitspreken. Dat kan niet en dat verwachten wij niet. Maar niemand mag van mij verwachten dat ik als partijvoorzitter deze kritiek niet meer zou mogen uitspreken.' Ik heb vervolgens in het Vlaams Parlement exact dezelfde kritiek op het vlinderakkoord gegeven als mijn partijgenoten vorige week in de Kamer. Dat kan men nalezen in het verslag van de bewuste plenaire vergadering.
Natuurlijk was onze partij niet bereid een goed functionerende Vlaamse regering te laten vallen. Waarom zouden we dat doen, als andere partijen op een ander beleidsniveau een slecht akkoord sluiten. Volgens ons is de Vlaamse zaak beter gediend met de N-VA in de Vlaamse regering dan zonder. Ik geef wel toe dat het een compromis is. Ik vind het alleen vreemd dat degenen die ons verwijten dat we geen compromissen kunnen maken, ons verwijten dat we geen compromisloze houding hebben aangenomen in de Vlaamse regering. Van twee zaken één! Ik begrijp echter dat het voor Open Vld frustrerend was, want onze twee ministerpostjes in die Vlaamse regering zouden ze ook maar al te graag overnemen. Zo gretig zijn ze dat hun fractieleider in de Kamer onlangs voorstelde de Vlaamse regering dan maar uit te breiden van negen tot elf ministers. De N-VA mocht blijven zitten, als hun partij er ook maar mocht bijkomen. Die Vlaamse regering moet wel fantastisch zijn, als de oppositie er zo graag gewoon wil inzitten. Of misschien wil men van de Vlaamse regering ook een obesitasregering maken.
Deze regering heeft langer onderhandeld over de verdeling van de postjes dan over justitie en asiel en migratie samen. Dat was een triest schouwspel. Dat is dus het niveau van de regering: er werd langer over de ministerposten onderhandeld dan over de cruciale beleidsdomeinen waarvoor de Vlamingen veranderingen verwachten. Het resultaat is negentien excellenties: dertien ministers en zes staatssecretarissen. In de jaren negentig, toen de federale regering nog meer bevoegdheden had, telde de regering Dehaene zestien excellenties. Nu, met minder bevoegdheden, telt ze er negentien, terwijl we ons in de grootste sociaaleconomische crisis bevinden sinds de Tweede Wereldoorlog. Zelfs Verhofstadt I, met een paars-groene ploeg bestaande uit zes partijen, telde een excellentie minder dan deze ploeg. Ik had niet gedacht dat ik nog iets positiefs zou zeggen over paars-groen. Ik heb het bij dezen gedaan, wat betekent dat het ver gekomen is. Het contrast met de Vlaamse regering is groot, want daar hebben we negen ministerposten ingevuld in de plaats van elf en hebben we de kabinetten afgeslankt met 40%. Ik roep de regering-Di Rupo op alvast dat laatste voorbeeld dan toch te volgen: een regering met negentien excellenties is een verkeerd signaal, maar maak het goed door de kabinetten met 40% af te slanken. Ik ben erg benieuwd of dat zal gebeuren.
Waarom zijn er zoveel excellenties en waarom zoveel staatssecretarissen? Ik denk dat de echte reden was dat men aan Vlaamse kant verveeld was met het feit dat deze regering geen meerderheid heeft aan Vlaamse kant. En nu probeert men zich te verbergen achter het schaamlapje van de tien Vlaamse versus negen Franstalige excellenties.
Wat echt telt, is uiteraard dat in de Ministerraad zeven Franstalige en slechts zes Nederlandstalige ministers zullen zitten. Daar worden immers de echte beslissingen genomen. Wat echt telt, is dat deze regering in het Parlement door 80% van de Franstalige en 49% van de Vlaamse volksvertegenwoordigers wordt gesteund. Deze regering heeft geen democratische legitimiteit in Vlaanderen.
Ik moet Elio Di Rupo dan ook feliciteren. Blijkbaar interesseren mijn gelukwensen hem niet; wie het respect wil van de Vlamingen en het respect dat nodig is om premier van alle Belgen te zijn, zou in de eerste plaats kunnen komen luisteren naar wat de vertegenwoordigers van de Vlamingen te vertellen hebben. Elio Di Rupo is er immers in geslaagd een grote krachttoer uit te halen. Hij heeft Vlaamse partijen gevonden die bereid zijn om met een Vlaamse minderheid in een regering te stappen, die bovendien het merendeel van de totale begrotingsinspanning via belastingverhogingen zal doen. Volgens Herman De Croo zal 70% van die belastingen door de Vlamingen worden betaald. Beslissen is een zaak voor een Vlaamse minderheid, betalen doen wij Vlamingen met een overgrote meerderheid.
Alles moet in dit land paritair worden samengesteld: het Grondwettelijk Hof, de Ministerraad, het Hof van Cassatie, de Raad van State, het Overlegcomité enzovoort. Zonder Vlaamse meerderheid besturen is echter geen probleem. Moeten we in de Grondwet vergrendelen dat de regering over een meerderheid in elke taalgroep moet beschikken? Hoe absurd is het dat de Vlamingen iets dergelijks zouden moeten vragen? In een normaal land wordt een dergelijke eis door de minderheid gesteld, om zich te beschermen tegen de meerderheid. Even goed dient een taalwetgeving overal ter wereld om de taal van de minderheid te beschermen; alleen bij ons is dat andersom.
Nochtans zou het ditmaal anders zijn. Getuige daarvan enkele uitspraken die ik even in herinnering wil brengen. Zo stelde Vincent Van Quickenborne op 21 april van dit jaar in De Morgen: `Een regering met de drie traditionele partijen heeft aan Vlaamse kant geen meerderheid. Het zou dus al om een quadripartite moeten gaan. Het is immers uitgesloten een regering te vormen zonder een Vlaamse meerderheid. En daar zit echt niemand op te wachten'. Inderdaad, daar zit niemand op te wachten. Inmiddels is die regering er wel en Vincent Van Quickenborne is er vice-eersteminister van geworden.
Ik citeer ook oud-CD&V-voorzitter Marianne Thyssen in De Morgen van 7 juni 2010, vlak voor de verkiezingen: `Natuurlijk stappen we niet in een federale regering zonder een Vlaamse meerderheid'. Ik moet mevrouw Thyssen feliciteren, want in tegenstelling tot haar partijgenoten is zij consequent gebleven en is ze niet tot de regering toegetreden. Marianne is een verstandige vrouw; ze weet waarom.
Ook Open Vld-voorzitter Alexander De Croo was op dezelfde datum in De Standaard zeer duidelijk: `Daar bestaat geen discussie over'. Hij voegde daar nog een vraag aan toe, die vandaag bijzonder relevant lijkt: `Belooft De Wever ook om geen linkse regering op de been te helpen die de belastingen verhoogt in plaats van te bezuinigen?' Vandaag stellen wij van de N-VA dezelfde vraag aan de Open Vld-voorzitter. Helaas is ze al beantwoord.
Sommigen zullen misschien tegenwerpen dat het de schuld van de N-VA zelf is, omdat we zijn gaan lopen zodat verder moest worden onderhandeld zonder Vlaamse meerderheid. Dat fabeltje wordt vaak opgerakeld, vooral door CD&V en Open Vld. Het probleem is dat sommigen uit die partijen soms per ongeluk ook eens de waarheid vertellen. Ik heb dat telkens nauwkeurig genoteerd. Zo stelde Alexander De Croo in Het Laatste Nieuws op 23 november, amper drie weken geleden, toen hij tijdens de begrotingsbesprekingen door de PS werd aangevallen: `En dat terwijl Di Rupo toch weet welk een enorm risico wij hebben genomen door de N-VA te laten vallen'. Diezelfde Alexander De Croo antwoordde in Gazet van Antwerpen van 3 december op de vraag naar wat volgens hem het scharniermoment was: `Toen de Open Vld als eerste Vlaamse partij zei bereid te zijn de regeringsonderhandelingen te beginnen op basis van de nota-Di Rupo. Dat lag niet voor de hand. Vijf minuten voor we dat formeel zouden beslissen kreeg ik een sms van Bart De Wever waarin hij aankondigde dat de N-VA neen zou zeggen tegen de nota-Di Rupo. We hebben doorgezet en toch ja gezegd'.
Hier wordt dus toegegeven dat men wist dat de N-VA neen zou zeggen, wat ervoor werd ontkend. Er wordt trots aan toegevoegd dat `Open Vld heeft doorgezet'. Later moest ook Groen! uit de onderhandelingen. Een regering zonder de N-VA en zonder Vlaamse meerderheid is dus een bewuste keuze geweest van Open Vld.
De sterkste uitspraak komt van Herman De Croo in Het Laatste Nieuws van 26 november: `De Koning weet dat Alexander als eerste de N-VA heeft laten vallen, waarna ook Wouter Beke dat gedaan heeft.' De vader is blijkbaar trots op zijn zoon. CD&V-voorzitter Wouter Beke liet in Humo op 29 november optekenen: `Eén uur vóór het partijbureau van CD&V belt hij plots om te zeggen dat hij zijn partij niet kon overtuigen.' Dit is een zoveelste flauwe sneer. Maar hieruit blijkt duidelijk dat ook CD&V wist dat de N-VA neen zou zeggen. Ook CD&V heeft dus bewust zonder de N-VA doorgezet, zoals dat heet.
Ik nodig de heren Beke en De Croo en al hun partijgenoten uit om voortaan te stoppen met de leugen dat de N-VA zelf zou aan de kant zijn gaan staan. De heer Di Rupo heeft dezelfde leugen nog eens expliciet herhaald in zijn repliek in de Kamer. De andere partijen hebben ons bewust laten vallen en dat was een bewuste keuze. Het zou hen sieren daar openlijk voor uit te komen en de eigen beslissingen te verdedigen bij de publieke opinie. Maar dat doen ze niet. In plaats daarvan keren ze zich in ieder interview en in ieder debat collectief tegen de N-VA. Daarmee reduceren ze zich tot de nuttige idioten van de PS die het vuile werk tegenover de N-VA mogen opknappen. De heer Di Rupo kon intussen in de Kamer rustig voort op zijn laptop tokkelen.
De N-VA heeft neen gezegd aan de nota-Di Rupo, zoals CD&V eerder de nota-Vande Lanotte had afgewezen, ook al was die inhoudelijk veel sterker dan de nota die men uiteindelijk heeft aanvaard. Begrijpe wie kan. Het verschil is dat de N-VA bij die afwijzing door CD&V collegiaal is geweest en het Vlaamse front niet heeft verbroken. Toen Di Rupo neen zei tegen de nota die ik als koninklijk verduidelijker opstelde, was er geen enkele Franstalige partij die ook maar een seconde overwoog om zonder de grootste Franstalige partij te onderhandelen. Dat is het verschil met de Vlaamse politici. Zij vinden dat het wel mogelijk is om een regering te vormen zonder de grootste Vlaamse partij en zonder Vlaamse meerderheid. Het resultaat is er nu: een regering zonder meerderheid in Vlaanderen, een regering met een Franstalig overwicht. Dat is niet waar de Vlamingen in 2010 hebben voor gestemd.
Di Rupo I wordt aan Vlaamse kant een regering van de verliezende partijen. CD&V, Open Vld en sp.a kregen bij de verkiezingen van 2010 alle drie flink wat klappen van de kiezers. Blijkbaar is men dat signaal vergeten. Het feit dat de drie traditionele partijen in Vlaanderen samen geen meerderheid meer halen, zou normaal alle alarmbellen moeten doen rinkelen. In dit land negeert men evenwel dit signaal en speelt het orkest rustig voort. We zullen zien hoelang het nog duurt.
Op de inhoud van het regeerakkoord, ga ik niet dieper in. (Uitroepen)
Alles is al gezegd. Iedereen weet dat de Senaat een overbodige instelling is die men van mij ogenblikkelijk mag afschaffen. Dat wordt met dit debat nog eens bewezen. De regering heeft het vertrouwen van de Kamer gekregen. De Senaat moet de regeringsverklaring niet eens meer goedkeuren. Sta me dus toe mijn mening te uiten en niet te herkauwen wat al in de Kamer is gezegd. Ik vat de situatie kort samen en start met enkele punctuele vragen.
Op de eerste vraag heb ik nog geen enkel antwoord gekregen. Wanneer zal de staatshervorming worden goedgekeurd in het parlement? Wanneer worden de bevoegdheden overgedragen aan de deelstaten? Wanneer wordt de nieuwe financieringswet van kracht? Wanneer wordt er gestemd over de wetsvoorstellen voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde? Aan Vlaamse kant hoor ik zeggen: `Zo snel mogelijk, tijdens de eerste zes maanden van 2012.' Maar aan Franstalige kant horen we iets anders.
Ik citeer Charles Michel op RTL: `Il est certain que l'ensemble des décisions à prendre dans les parlements vont prendre du temps. Dans les faits, on sera au-delà de 2014'. Wat is het nu? Kan iemand me antwoorden? Het kan toch niet dat er geen akkoord is over de planning. Wat is de planning, mijnheer Di Rupo? Wat is de planning, mijnheer De Croo? Zal er dag en nacht gewerkt worden? Dan kan het nog heel lang duren. Niemand kan me vertellen hoe de planning er uitziet? Welnu ik moet zeggen dat dit me ongelofelijk veel vertrouwen inboezemt! Er zijn blijkbaar geen afspraken gemaakt. Fantastisch!
Over het regeerakkoord zelf zal ik ons oordeel zeer kort samenvatten. Budgettair is deze regering bijzonder pijnlijk voor mensen die werken, met name voor de Vlamingen. Bijna drie vierde van de inspanningen wordt gedaan door hogere lasten op te leggen en slechts een vierde door reële besparingen op de uitgaven. Vooral de werkende Vlamingen betalen in dit land belastingen. Ik verwijs nogmaals naar het gezagsargument Herman De Croo.
Sociaaleconomisch zet deze regering een aantal kleine positieve stappen in de goede richting, maar het is too little, too late. Het valt me op dat de meeste maatregelen pas na deze legislatuur zullen worden ingevoerd. Ik hoop dat daarover in 2014 niet opnieuw zal moeten worden onderhandeld. De belastingen kunnen daarentegen niet snel genoeg binnenkomen. Dat zullen degenen die momenteel hun woning met dubbele beglazing uitrusten, kunnen getuigen. Terwijl andere Europese landen reuzensprongen maken, zet België muizenstapjes.
De Europese aanbevelingen worden op vele terreinen niet of nauwelijks uitgevoerd. Dat zal niet volstaan om ons uit de crisis te halen, hoogstens om wat verder aan te modderen. Ik kijk nu al uit naar de eerste begrotingscontrole.
Het communautaire hoofdstuk bevat positieve elementen, maar is in het geheel een mager beestje. Ik citeer Jean-Luc Dehaene: `Zeker geen Copernicaanse omwenteling. Zeker niet wat de Vlaamse partijen de kiezers hadden beloofd'. Bovendien betalen de Vlamingen voor deze kleine staatshervorming een grote prijs met de financieringswet, die Vlaanderen veel geld zal kosten. De Franse Gemeenschap, Brussel en Wallonië profiteren ervan. Geen enkele regio mocht verarmen, maar dat gold duidelijk niet voor Vlaanderen.
Op maatschappelijk vlak stellen we vast dat de regeringsonderhandelaars nauwelijks onderhandeld hebben over justitie, asiel en migratie of bijvoorbeeld over het beleid in de overheidsbedrijven zoals de NMBS. Over de ministerposten is veel langer onderhandeld dan over deze thema's. Nochtans zijn in deze domeinen serieuze hervormingen nodig. Die zullen er dus niet komen. Ik wil nog even van de gelegenheid gebruik maken om begrip te tonen voor mevrouw De Block. Zij kan er inderdaad niet aan doen dat haar expertise op andere domeinen ligt dan op asiel en migratie. Maar ik begrijp niet waarom ze uitgerekend deze superbelangrijke bevoegdheid heeft gekregen. Waarom is asiel en migratie geen ministerpost waard? Alle Vlamingen weten hoe rampzalig het beleid is dat de voorbije decennia is gevoerd. Ze weten welke dramatische en drastische ommezwaai nodig is. Ze weten hoezeer de bevolking in Vlaanderen hiervan wakker ligt.
Mevrouw Maggie De Block, staatssecretaris voor Asiel, Immigratie en Maatschappelijke Integratie. - Mijnheer De Wever, u vergeet de helft van het departement, namelijk maatschappelijke integratie en armoedebestrijding. U vindt het blijkbaar niet belangrijk dat er zoveel mensen in armoede leven. Mijn departement is een sociaal departement. Het is gepast dat asiel en migratie in dit departement zijn ondergebracht.
De heer Bart De Wever (N-VA). - U legt me een intentie in de mond die ik niet heb uitgesproken, mevrouw De Block. Ik heb gezegd dat het niet uw schuld is dat uw expertise elders ligt, meer bepaald bij dat sociale deel van uw portefeuille. In uw eerste interview op de radio beklemtoonde u overigens dat u erg actief bent geweest op het vlak van armoede, maar dat het andere domein voor u volledig nieuw is. Ik verwijt u dit niet, maar voor zo een belangrijk domein, waar de Vlaamse burger van wakker ligt en waar een drastische ommekeer nodig is, hadden we een minister nodig, een minister die voldoende tegengewicht kan bieden aan cdH en de PS, voor wie het migratiebeleid niet laks genoeg kan zijn. Ik maak me dus grote zorgen over wat we de komende jaren gaan zien.
Ik kom tot mijn besluit.
Mijnheer Di Rupo, het viel me op dat uw regeringsverklaring in dit Huis geen enkele keer werd onderbroken door applaus. Er was alleen applaus op het einde. Het leek wel uit opluchting omdat ze voorbij was. Dat typeert uw formatie: er was geen vreugde vanwege de inhoud, maar wel opluchting omdat het eindelijk achter de rug was. U zult dus begrijpen dat onze fractie, als grootste van de Vlaamse meerderheid de oppositie zijnde, uw nieuwe regering niet zal steunen.
De heer Ludo Sannen (sp.a). - De heer de Wever is ontgoocheld dat niemand op zijn toespraak heeft gereageerd. Zijn toespraak gaat echter enkel en alleen over de positie van de N-VA. Ze is een soort therapeutische verwerking van zijn verlatingspijn aangericht door CD&V en Open Vld.
De heer Bart Tommelein (Open Vld). - Mijnheer De Wever, als de N-VA de grootste partij van Vlaanderen en van België is, waarom hebt u dan de dag na de verkiezingen het premierschap en de leidende rol van uw partij uit handen gegeven met de boodschap dat de heer Di Rupo eerste minister moest worden?
De heer Bart De Wever (N-VA). - Uiteraard mocht de heer Di Rupo eerste minister worden, maar wel van een regering die hervormingen zou doorvoeren en die een meerderheid zou hebben in Vlaanderen. Quod non.
Ik heb geleerd uit wat er met de eerste minister van uw partij is gebeurd: als de voorwaarde om als Vlaming eerste minister te worden, erin bestaat de rugzak met al zijn principes aan de deur achter te laten, dan pas ik daarvoor. Ik heb geleerd uit wat er met Open Vld is gebeurd en hoe die partij er vandaag voor staat.
De heer Bart Tommelein (Open Vld). - Mijnheer De Wever, daaruit blijkt onmiddellijk uw politieke moed: u vertegenwoordigt de grootste partij, u had de leiding moeten nemen en moeten aantonen waarom de kiezer voor u had gestemd.
De heer Alexander De Croo (Open Vld). - De heer De Wever zegt steeds dat we het over de inhoud moeten hebben, maar hij heeft het echter slechts heel even over de inhoud gehad. Ik ga in op één inhoudelijk punt.
De heer De Wever verwijt de regering dat de hervormingen allemaal na de regeringstermijn zijn gepland, terwijl de nieuwe belastingen nu reeds worden ingevoerd. Ik vraag me af hoeveel sneller hij de zaken wil doorvoeren. De verhoging van de leeftijd voor het vervroegd pensioen gaat in vanaf 2013. Het is onmogelijk om dat vlugger te realiseren. Immers, een vervroegd pensioen moet één jaar op voorhand worden aangevraagd. We verhogen de leeftijd voor vervroegd pensioen van 60 jaar naar 62 jaar tussen nu en 2016. Het is praktisch onmogelijk om dat sneller te doen, tenzij de heer De Wever misschien een zeer creatieve oplossing heeft.
De heer Bart De Wever (N-VA). - Ik heb het weinig over de inhoud gehad omdat de fractieleider van Open Vld in de Kamer nauwelijks over de inhoud heeft gesproken, maar vooral over de N-VA.
De heer Alexander De Croo (Open Vld). - We zijn hier in de Senaat!
De heer Bart De Wever (N-VA). - Daarenboven smaken de debatten in de Senaat als mosterd na de maaltijd. Ze baden in een sfeer van overbodigheid. Ik maak er gebruik van om hier mijn opinie te geven.
Wat de hervormingen van de sociale zekerheid betreft, is de verhoging van de leeftijd voor het vervroegd pensioen het enige punt dat tijdens deze regeerperiode zal worden uitgevoerd. Van hervormingen in de brugpensioenen zullen we echter niets zien tijdens deze regeerperiode. De regering kiest er doelbewust voor die hervorming niet onmiddellijk door te voeren zodat de werknemers van ArcelorMittal eerst nog eens langs de kassa van de sociale zekerheid kunnen gaan, zoals de PS dat wil.
Kunt u nog een maatregel van enig belang opnoemen waarvan we tijdens deze regeerperiode het effect zullen zien, buiten de verhoging van de leeftijd voor het vervroegd pensioen? De heer Magnette zei in De Zevende Dag dat het effect van de besparingen en de hervormingen 400 miljoen euro zal bedragen, tegenover meer dan vijf miljard aan nieuwe lasten. Zijn uitspraak is het beste bewijs van mijn gelijk.
De heer Wouter Beke (CD&V). - Tot 7 juli hanteerde de N-VA de doctrine van Siegfried Bracke, namelijk: `Nooit verlaten wij een onderhandelingstafel. Nooit stappen wij zelf op.' Dat heeft ze op 7 juli toch gedaan; ze is opgestapt van de onderhandelingstafel. De fractieleidster van de N-VA in de Senaat schreef op 16 juli: `Met geen enkele Franstalige partij is nog een compromis mogelijk'. N-VA is veranderd van positie en heeft ervoor gekozen om niet meer te onderhandelen en aan de kant te gaan staan.
In november van dit jaar verklaart de N-VA-fractieleider in de Kamer: `In België is het niet meer mogelijk om het sociaal systeem te hervormen'. In België is het wél nog mogelijk om het sociaal systeem te hervormen, maar het is uitgesloten - de meerderheid van de Vlamingen staat daar niet achter - om ons sociaal systeem af te breken. Want dat is het wat de N-VA wil! Zij wil het sociaal systeem afbreken. Het beste bewijs daarvan heeft ze geleverd in Trends van 30 juni! Daar zegt ze: `Het is geen enkel probleem in ons land om te hervormen. Het is geen enkel probleem in ons land om te saneren. Vijftien miljard besparen kan zonder sociaal bloedbad.'
Hoe wil ze dat doen? Door alle uitkeringen van de sociale zekerheid terug te brengen tot het niveau van vóór 2008. Dat betekent: voor een kleine zelfstandige na veertig jaar hard werken 2 000 euro minder pensioen per jaar; voor een gezin met twee kinderen vierhonderd euro minder kinderbijslag per jaar; voor een bejaardenhelpster tien procent minder inkomen per jaar!
Als dat de manier is waarop we ons land sociaal moeten hervormen, bedank ik daarvoor!
Mevrouw Liesbeth Homans (N-VA). - Ik ben het een beetje beu dat de heer Beke mij nooit volledig citeert. Ik heb gezegd: `Op dit moment is met geen enkele Franstalige partij een redelijk compromis mogelijk.' Dat is iets anders dan wat u en uw partij steeds weer `citeren'.
De heer Wouter Beke (CD&V). - Dat is de frustratie die er afdruipt als ik de N-VA hier bezig hoor. Wij, die wel zijn blijven onderhandelen, hebben een redelijk compromis gevonden.
Over de nota Vande Lanotte hebben wij toen hetzelfde gezegd als wat we op 20 en 21 juli hebben gezegd, namelijk dat er eerst een aantal dingen uit moesten voor we wilden onderhandelen. In januari heeft men dat niet gewild, in juli heeft men er inderdaad een aantal dingen die voor ons van bijzonder groot belang waren, uitgehaald en toen zijn we beginnen onderhandelen. Zo hebben we BHV gesplitst en hebben we nu een staatshervorming en een financieringswet die Vlaanderen niets kost, maar Vlaanderen meer zal bijbrengen als we tenminste de moed hebben om de volgende twintig jaar onze economische activiteit te organiseren. Maar ik begrijp uw frustratie. Dat u de verkiezingen hebt gewonnen en er niets mee hebt kunnen doen, moet u ons niet in de schoenen schuiven. Daar bent u zelf verantwoordelijk voor.
De heer Bart De Wever (N-VA). - Ik kan de heer Beke geruststellen: ik vind veel dingen frustrerend, dat hij een `goed' compromis heeft gevonden vind ik niet frustrerend.
Ik vind het evenmin frustrerend dat wij de verkiezingen hebben gewonnen en onze principes trouw zijn gebleven. Er zijn andere zaken die mij frustreren in dit land, met name dat er een regering komt die de Vlaamse eisen niet inwilligt en die zonder meerderheid gaat regeren, die de belastingen gaat verhogen, die niet de Copernicaanse omwenteling verwezenlijkt die de Vlamingen hebben gevraagd.
Dat vind ik inderdaad frustrerend, maar ik denk dat dit mag. Wij hebben de onderhandelingstafel niet verlaten. Wij hebben neen gezegd tegen een nota, net zoals ongeveer elke onderhandelende partij in dat proces op een gegeven moment neen heeft gezegd tegen een bepaalde nota.
Graag zag ik het lijstje met de vele verbeteringen aan de nota Vande Lanotte waarover de heer Beke het heeft. Ik kan hem het lijstje geven van goede zaken die in die nota stonden en die uiteindelijk niet zijn blijven staan in het akkoord dat hij heeft gesloten. Dat is inderdaad frustrerend.
Als de heer Beke denkt dat hij zich met dergelijke halve waarheden en hele leugens tweeëneenhalf jaar zal kunnen overeind houden, dan vergist hij zich.
Als men de uitkeringsmassa in termen van het bnp zou kunnen terugdringen tot het niveau van vóór de crisis, zou een groot deel van de sanering gerealiseerd zijn. Er zijn echter partijen waarvoor werkloosheid en uitkeringen ontvangen een soort natuurwet zijn die ongewijzigd blijft. Zoals de heer Woeste destijds in het Parlement zei tegen de heer Daens: `Vous voyez bien où sont vos amis'.
De heer Alexander De Croo (Open Vld). - Mijnheer De Wever, ik stel vast dat de geesten toch rijpen. In uw toespraak hebt u gezegd dat er geen hervormingen zijn die in deze legislatuur effect zouden hebben. U geeft nu toe dat dit wel het geval is voor het vervroegd pensioen. En er zijn nog andere voorbeelden: de hervorming van de wachtuitkering gaat onmiddellijk in vanaf 2012; het degressief maken van de werkloosheidsuitkering gaat in vanaf 2012 en er komt een degressiviteit van bijna 30%. Dat is veel meer dan wat nu het geval is en het zal een budgettair effect hebben, want het is ingeschreven in de begroting. Ik denk dat uw probleem is dat u de waarheid niet aankunt. De waarheid is dat dit een hervormingsregering is, een regering die de hervormingen biedt die u Vlaanderen beloofd hebt en die u nu niet kan bieden, terwijl deze regering ze wel zal bieden.
De heer Filip Dewinter (VB). - Ik heb gemengde gevoelens bij dit debat. In de eerste plaats is er leedvermaak. Leedvermaak omdat ook de N-VA, die ons dikwijls heeft verweten dat we aan de kant stonden en weigerden het spel mee te spelen vandaag, na meer dan 560 dagen onderhandelen, zelf aan de kant staat en niet in staat is het verschil te maken. Ik ben echter ook blij dat de N-VA tot dezelfde conclusie komt als wij, namelijk dat er binnen het Belgische kader geen degelijke en fundamentele hervormingen mogelijk zijn. Hopelijk komt ze ook tot de conclusie dat alleen Vlaamse onafhankelijkheid het verschil kan maken. Overigens vind ik het een droevige vertoning, zeker wat de Vlaamse partijen in deze Senaat betreft. Het is me opgevallen dat de Franstaligen niets zeggen, ze kijken toe en amuseren zich, ze vinden dat hier een kostelijk schouwspel wordt opgevoerd. De Vlaamse partijen, geleid door de heren Beke en De Croo, zitten onze vriend De Wever in de haren en De Wever zit zijn ex-vrienden De Croo en Beke in de haren. Dat komt de Franstaligen fantastisch goed uit. Hoe langer de Vlamingen en de Vlaamse partijen en partijleiders onder elkaar ruzie maken, hoe meer zij kunnen binnenhalen, want het Franstalige front is wel eensgezind. Dat blijkt hier vandaag. De Franstaligen weten wel wat ze willen en ze hebben alles binnengehaald wat wij in Vlaanderen naar aanleiding van de verkiezingen niet wilden. Er komt een Franstalige premier, de capo di capi van de PS, die uiteindelijk alles belichaamt wat wij in Vlaanderen niet willen: de corruptie, de lange-armenpolitiek, het sociale hangmatbeleid, ze hebben het allemaal binnengehaald omdat de Bekes, de De Croos en de De Wevers van deze wereld in Vlaanderen niet in staat zijn samen te werken, een Vlaams front te vormen en een vuist te maken tegen de Franstaligen. Dat is de pijnlijke en spijtige conclusie van het eerste deel van dit debat.
Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Het is voor de heren De Wever en Dewinter uiteraard frustrerend dat een deel van hun bestaansreden zal wegvallen. BHV zal inderdaad op een propere manier worden gesplitst. Groen! en Ecolo hebben daaraan meegewerkt en we zullen dat akkoord loyaal uitvoeren. Groen! en Ecolo geloven dat wel degelijk iets kan worden bereikt door te blijven praten. Ons land heeft die belangrijke staatshervorming inderdaad nodig omdat de uitdagingen ontzettend groot zijn. Dat staat los van alle kritiek die we op de nieuwe regering hebben. Met de staatshervorming zal een deel van de bestaansreden van de heren Dewinter en De Wever wegvallen.
M. Philippe Moureaux (PS). - Aucun francophone n'a pris la parole, ce qui est peut-être regrettable.
Je voudrais, quant à moi, rassurer M. De Wever sur un point : quand les partis francophones, et en particulier le parti socialiste, concluent des accords, ils les respectent. Et ils les respectent en espérant qu'ils se concrétiseront le plus rapidement possible.
Vous pouvez d'ailleurs contribuer à accélérer le mouvement. Bien sûr, vous critiquerez ces accords, mais je suppose que vous ne ferez rien pour les retarder. Ils pourront alors être mis en oeuvre dans un délai raisonnable, bien entendu en fonction - démocratie oblige - des difficultés inhérentes au travail parlementaire.
De heer Bart Laeremans (VB). - Er is aangekondigd dat het allemaal snel zal gaan en dat er een strakke planning is. Het tegendeel is waar. Het afgelopen weekend erkende de heer Beke in een interview met Het Belang van Limburg en Gazet van Antwerpen dat de staatshervorming er helemaal niet snel zal komen. Pas in 2014, na de volgende verkiezingen, zullen de bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen worden overgedragen. Tien jaar geleden was dat niet zo: de bevoegdheid voor landbouw is toen onmiddellijk, tijdens de legislatuur, overgeheveld. Zelfs de toenmalige federale minister van Landbouw, Jaak Gabriëls, is toen onmiddellijk naar de Vlaamse regering overgestapt. Toen ging het snel; nu zal er op bevel van de MR en de andere Franstalige partijen geen staatshervorming komen vóór midden 2014.
De heer Bart De Wever (N-VA). - Ik wil de heer Dewinter zeggen dat leedvermaak gericht moet zijn tegen personen die lijden. Ik voel me helemaal niet aangesproken; misschien is het andersom wel het geval.
Over mijn bestaansreden, waarnaar mevrouw Piryns verwijst, maak ik me echt geen zorgen. Ik ben niet zoals Groen! na lang onderhandelen via de achterdeur bij het huisvuil gezet.
De heer De Croo moet zich vooral verwarmen aan het applaus dat hij krijgt van mensen die zo hard achter zijn programma staan. Ik weet niet of hij van de kiezer ook zoveel applaus zal krijgen.
Ten slotte dank ik de heer Moureaux oprecht omdat hij als Franstalige in dit debat het woord heeft genomen. Eens te meer is het bewijs geleverd dat er twee democratieën bestaan: Vlamingen discussiëren met Vlamingen en Franstaligen met Franstaligen. Tussen de taalgroepen wordt niet gediscussieerd: dat vat de toestand van dit land samen. De heer Moureaux stelde ook dat de staatshervorming er `zo snel mogelijk' zal komen. Mag ik de MR-fractie vragen wat dat volgens haar betekent? Volgens de MR-voorzitter komt de staatshervorming er niet vóór 2014. Zijn partij en die van de heer Moureaux zitten samen in de regering. De logische vraag is dan ook: heeft de regering een tijdschema opgesteld? Wanneer zullen de communautaire akkoorden ten uitvoer worden gelegd?
Mme Christine Defraigne (MR). - Je tiens également à rassurer M. De Wever : les textes seront rapidement adoptés et soumis au vote en séance plénière. Et j'espère que votre participation sera aussi active en commission des Affaires institutionnelles.
M. Philippe Mahoux (PS). - Je voudrais commencer par m'adresser à l'orateur qui m'a précédé à cette tribune en lui disant, tout d'abord, « sursum corda » et, ensuite, qu'il faudrait peut-être aussi débattre du contenu.
541 jours sans gouvernement, 541 jours de négociations, mais aussi 541 jours d'inquiétudes pour l'ensemble de nos concitoyens, confrontés à une crise sans précédent et qui ont d'ailleurs fait preuve d'un sang-froid démocratique qu'il convient de souligner.
Et ce 7 décembre, une solution. Mes premiers propos s'adressent à nos concitoyens, dont certains vivent des heures particulièrement difficiles. Les manifestations en témoignent à suffisance. Elles nous interpellent, et nous partageons les inquiétudes de ceux qui manifestent.
Ce 7 décembre, à force de détermination, de responsabilité, les négociateurs sont parvenus à un accord qui, comme vous le soulignez, monsieur le premier ministre, veut rétablir la confiance entre les citoyens et le monde politique.
Ne nous voilons pas la face : la situation que nous vivons est grave. Elle l'est au niveau de notre pays, à celui de l'Europe et à l'échelon international. Le message que le gouvernement nous adresse est clair : des efforts doivent être consentis par tous, mais en fonction des facultés contributives de chacun. Ces efforts doivent être consentis pour tous, dans le respect de nos différences communautaires et politiques. Dans ce cadre, c'est bien de rigueur dont il est question, rigueur qui doit assurer la solidité de notre modèle social, qui est et doit rester une référence sur le plan international. C'est cette solidarité qui nous permettra de relever ce défi et d'apporter une réponse responsable à la crise.
Je n'entends pas ici entrer dans le détail des mesures contenues dans l'accord de gouvernement. Elles devront faire, n'en doutons pas, l'objet d'un travail acharné de la part du gouvernement et, monsieur le premier ministre, messieurs les ministres, d'un contrôle précis des assemblées parlementaires.
Si le principe du contrôle budgétaire est entré dans les pratiques, il me semble que des contrôles réguliers doivent aussi être réalisés concernant l'impact des politiques menées sur la vie quotidienne de nos concitoyens.
Je voudrais rappeler avec force et grande satisfaction que l'indexation automatique des salaires est garantie. Cette juste mesure est une condition indispensable au maintien du pouvoir d'achat de nos concitoyens.
Malgré l'abaissement de la norme de croissance en soins de santé, la maîtrise des dépenses n'entraînera pas de coûts supplémentaires pour le patient. C'est normal car chacun, dans notre pays, a droit aux meilleurs soins de santé, quelle que soit sa situation sociale, quel que soit son niveau de revenus. C'est une gestion rigoureuse et responsable du secteur des soins de santé, au cours de ces dernières années, qui permet de réduire cette norme de croissance. Je veux aussi saluer le fait que, dès 2013, cette norme de croissance sera revue de manière positive.
Il faut relever dans la déclaration gouvernementale le souci d'une meilleure accessibilité à la justice et la prise en compte du problème de la sécurité de chacun de nos concitoyens, deux secteurs qui conditionnent leur confiance dans notre État de droit.
Sur le plan international, nous voulons souligner la volonté affichée du gouvernement de mettre en avant les droits de l'homme, le droit humanitaire et le respect des normes sociales et environnementales, y compris dans les matières commerciales relevant de la compétence du fédéral.
On comprendra aisément que dans le domaine de la coopération au développement, l'équilibre des termes de l'échange, le poids de la dette des pays du tiers monde et de manière particulière des pays les moins avancés, le problème de la sécurité alimentaire et la dignité des peuples constituent la base indispensable d'une politique solidaire.
Je ne m'étendrai pas sur l'accord institutionnel mais je veux souligner qu'il a nécessité, de la part de chacun, le respect de nos différences et la volonté de bâtir une Belgique nouvelle donnant plus de pouvoirs mais aussi plus de responsabilités aux régions et aux communautés, tout en garantissant au niveau fédéral le socle de solidarité.
Permettez-moi, à cet égard, de souligner le juste refinancement de la Région de Bruxelles-Capitale qui doit contribuer à l'harmonie entre nos régions et nos communautés.
Par ailleurs, en tant que membre du Sénat depuis plus de vingt ans, j'ai connu le système bicaméral strict - justifié à son époque -, le bicaméralisme adapté qui a permis à notre assemblée de remplir pleinement son rôle dans l'évolution des problèmes dits de société. L'architecture nouvelle de notre pays attribue à notre assemblée un rôle nouveau mais essentiel, celui d'être le lieu de dialogue entre régions et communautés mais aussi d'être le garant des relations entre celles-ci. J'ai de plus la conviction que, face à la complexité de la ratification des traités internationaux, le Sénat doit avoir à cet égard un rôle de stimulation et de simplification.
Sur le plan social, tout en reconnaissant les concessions que nous avons dû faire, nous sommes convaincus qu'elles ne remettent pas en cause les mécanismes solidaires qui, depuis le début de la crise, ont permis, certes imparfaitement, d'en amortir les effets pour les plus fragilisés de notre société. Plus que jamais, la sécurité sociale est le socle de la solidarité, le ciment de notre société, pour nous et les générations suivantes.
Plus que jamais, cette sécurité sociale, cette solidarité ne peut laisser personne au bord du chemin. La crise n'a pas été créée par les gens. La crise trouve son origine dans la course effrénée au profit, dans cette désinvolture éhontée d'un certain monde de la finance. À cet égard, on trouve dans l'accord de gouvernement la volonté de réglementer ce monde financier pour le mettre au service de l'économie réelle, d'imposer des contreparties aux banques qui ont été aidées par l'État, de combattre la spéculation par la taxation des transactions financières, de pouvoir envisager la séparation des métiers bancaires, mais aussi de protéger le pouvoir d'achat des belges en contrôlant le prix de l'énergie, de lutter contre les fraudes fiscales mais aussi contre les fraudes sociales qui sont intolérables dès lors qu'elles portent systématiquement atteinte au modèle de solidarité qui est le nôtre.
Cette solidarité, on la retrouve également dans la perspective souhaitée d'une nouvelle Europe, une Europe au service de chaque citoyen, qui assure le maintien et le développement de services publics de qualité, une Europe qui doit inscrire le binôme responsabilité - solidarité comme base des relations entre les Européens eux-mêmes et entre les États membres ainsi que dans les relations avec les pays du Sud.
À qui profite la déstabilisation des États membres en Europe ? Au monde bancaire et aux spéculateurs. Qui en subit les conséquences ? Les plus faibles. Pour contrer cela, l'accord entend défendre la création d'une agence de stabilisation de la dette de la zone euro permettant de gérer collectivement les dettes souveraines et d'émettre des euro-obligations, afin de dégager de nouveaux moyens nécessaires à la croissance européenne. Il exprime aussi la volonté de contrôler les agences de notation en encourageant la création d'une ou plusieurs agences indépendantes de notation européennes. Nous nous en réjouissons.
Je voudrais aussi insister sur l'importance donnée à la création d'emplois de qualité et au développement d'une économie durable. C'est évidemment un point essentiel.
Au cours de cette crise, de nombreuses initiatives citoyennes ont démontré, de part et d'autre du pays, une véritable volonté commune de contribuer au développement économique, social et environnemental de la Belgique, par-delà nos différences, en valorisant celles-ci.
En intégrant ce délicat équilibre dans les termes de l'accord, le gouvernement pose le socle d'une Belgique nouvelle qui devra être respectueuse de chacun tout en bâtissant un avenir meilleur pour tous, d'une Belgique articulée sur un modèle fédéral donnant aux régions et aux communautés les compétences nécessaires.
C'est dans cette perspective que mon groupe assure le gouvernement de tout son soutien.
De heer Dirk Claes (CD&V). - Na 540 dagen hebben we eindelijk een nieuwe federale regering. Het was een lange zwangerschap en een moeilijke bevalling. Eigenlijk hadden de voorzitters van CD&V en Open Vld tijdens die achttien maanden twee baby's kunnen maken in plaats van één.
Het is goed dat er een regering met volheid van bevoegdheid is. Nog belangrijker is het dat we een evenwichtig en volwaardig regeerakkoord hebben bereikt, met 180 pagina's concrete doelstellingen en verbintenissen. De CD&V-senaatsfractie geeft haar volle steun aan dit regeerakkoord en aan de ministers en staatssecretarissen van de nieuwe regering. Zij zullen het akkoord moeten omzetten in concrete beleidsinitiatieven. Onze fractie kijkt ernaar uit om de nieuwe maatregelen samen met de regering zo snel mogelijk te implementeren. Er rest ons in deze legislatuur nog maar tweeënhalf jaar. Deze korte tijdspanne moet zowel de regering als het parlement aanmoedigen om samen te werken om het volledige regeerakkoord zo snel mogelijk uit te voeren.
Vanaf het begin wilde CD&V dat de nieuwe regering, bestaande uit welke partijen dan ook, van start zou gaan met een volwaardig akkoord dat een antwoord biedt op alle uitdagingen: de staatshervorming, de begroting en de sociaaleconomische thema's. Verschillende concrete verbintenissen geven uitvoering aan de vooropgestelde kernprincipes om onze staatsstructuren te hervormen en transparanter te maken.
Het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde wordt gesplitst. Eindelijk krijgen we een volwaardige kieskring Vlaams-Brabant. De inwoners van de Vlaamse rand zullen niet meer op Brusselse kandidaten kunnen stemmen. Het akkoord lost een jarenlang aanslepend probleem voorgoed op en versterkt het Vlaamse karakter van Vlaams-Brabant, uitgezonderd de zes faciliteitengemeenten.
De heer Bart Laeremans (VB). - Dat is niet juist. Voor de Kamer kan een Brusselse kandidaat perfect op een lijst staan in een andere provincie.
De heer Dirk Claes (CD&V). - Het klopt dat men zich overal kandidaat kan stellen, maar inwoners van Vlaams-Brabant zullen niet meer voor Brusselse lijsten kunnen stemmen.
Het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde wordt eveneens gesplitst. De criminaliteit in Halle en Vilvoorde is anders dan in onze hoofdstad. Een beleid op maat wordt voortaan mogelijk.
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - In het vlinderakkoord is alleen sprake van een ontdubbeling, niet van een splitsing. Alleen het parket wordt gesplitst, waarbij er verschillende Franstalige magistraten van Brussel werkzaam zullen zijn in dat zogenaamd eentalige parket Halle-Vilvoorde. De conclusie is dat er minder tweetaligheid zal zijn in Brussel en meer verfransing in Halle-Vilvoorde.
De heer Dirk Claes (CD&V). - Er komen alleszins twee parketten.
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Maar er komt geen splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde?
De heer Dirk Claes (CD&V). - Er komt wel een splitsing.
De zesde staatshervorming zet de huishouding van ons land op orde. De deelstaten ontvangen voor bijna 17 miljard euro bevoegdheden, waardoor het beleid kan worden afgestemd op de specifieke noden van elke deelstaat. Dankzij de hervorming van de financieringswet die CD&V op de onderhandelingstafel legde, krijgen de deelstaten een aanzienlijk grotere fiscale onafhankelijkheid. Ze kunnen voortaan een derde van de personenbelasting innen, goed voor 10,7 miljard euro.
Daarenboven worden de gewesten verantwoordelijk gemaakt voor hun beleid. Wie goed beleid voert, zal er de vruchten van plukken. Een gewest dat meer werk creëert en zo ook meer inkomsten verwerft voor de personenbelasting, wordt beloond.
Dit beleidsakkoord geeft weer hoop. Structurele hervormingen zullen worden gerealiseerd om de toekomst van ons sociaal model te vrijwaren. Belangrijke uitdagingen zullen kordaat en gedurfd worden aangepakt, waarbij de lasten niet naar later worden doorgeschoven.
De heer Bart De Wever (N-VA). - Wat vindt CD&V dan van de sokkel die in de financieringswet is opgenomen en waardoor het Waals Gewest wordt beschermd tegen de effecten van deze responsabilisering? Is het inderdaad zo dat het nieuwe solidariteitsmechanisme van de financieringswet welvaartsvast is, waardoor tegen het moment dat de sokkel verdwijnt het nieuwe solidariteitsmechanisme dit voorbijsteekt en de financieringswet nog guller wordt? Waar is de responsabilisering?
De heer Dirk Claes (CD&V). - Men zal altijd meer fiscale inkomsten hebben per gewest.
Dit regeerakkoord is een collectief project waarbij alle generaties en inwoners inspanningen leveren. Het tekort wordt met meer dan 11 miljard euro verminderd. We moeten eerlijk durven zijn: een zo omvangrijke operatie kan niet worden gedaan zonder dat de mensen dit voelen.
De nieuwe lasten zijn beperkt tot 33% van het totaal van de inspanningen. In 2014 zal het aandeel van lasten zelfs maar 28% bedragen. Deze lasten worden op een rechtvaardige manier verdeeld: de sterkste schouders zullen de zwaarste lasten dragen. Dit komt voornamelijk door heel wat fiscale voordelen te beperken, bijvoorbeeld tot 30% voor iedereen. Er is een eerlijke verdeling tussen besparingen en nieuwe ontvangsten. De besparingen zijn geen blinde bezuinigingen, maar behouden ons sociaal model.
De heer Bart De Wever (N-VA). - Is het rechtvaardig dat tweeverdieners die hun kind naar de opvang sturen, in de toekomst meer belastingen zullen betalen en dat mensen die niet werken en hun kind naar de opvang brengen, meer belastingen zullen terugkrijgen? Is het rechtvaardig dat tweeverdieners die een hypotheek afbetalen, in de toekomst belastingen zullen moeten bijbetalen, terwijl mensen met een hypotheeklening die niet werken, minder zullen moeten betalen?
De heer Dirk Claes (CD&V). - Degenen die het kunnen betalen, zullen moeten betalen. Ook wij hier horen daarbij. De belastinginkomsten zullen voor een deel moeten worden gezocht bij de groep met een groter inkomen, maar op een fiscaal rechtvaardige wijze. Dat is vervat in de belastinghervormingen. Ik vind dat rechtvaardig.
De heer Bart De Wever (N-VA). - Het gaat niet over mensen met hoge inkomens, maar over modale tweeverdieners, die nu al aan koopkracht moeten inleveren. Zij zullen meer belastingen betalen als ze digitale tv hebben, als ze een bedrijfswagen hebben, als ze naar de notaris gaan, als ze een hypothecair krediet nemen, als ze met dienstencheques betalen enzovoort. Het zijn altijd dezelfde mensen die de rekeningen betalen, namelijk de gewone werkende Vlaming, terwijl de kiezer van de PS, die niet werkt of voor de overheid werkt, gespaard wordt door deze belastingen.
De heer Dirk Claes (CD&V). - Dat is volkomen onjuist! Die opmerking gaat te ver.
De koppeling van sommige verminderingen aan de inkomensschijven voor de belastingen is net een zeer eerlijk systeem, dat ervoor zorgt dat wie een hoger inkomen heeft, meer moet betalen. Dat is in het verleden niet altijd zo geweest, maar vanaf nu zal het zo zijn. Dat is een eerlijke en sociale maatregel. Op dit punt heb ik een tegengestelde mening aan die van de heer De Wever. Ik ben er fier op dat CD&V op dat punt er een andere mening op nahoudt dan de N-VA.
Ook de posten voor nieuwe inkomsten zijn met zorg uitgekozen. Waar de grootste marge is, wordt een kleine toegift gevraagd: bedrijfswagens, dienstencheques, grote kapitalen, sterke drank en tabak. Flankerende beleidsmaatregelen garanderen de koopkracht van onze gezinnen en zorgen ervoor dat onze ondernemingen zullen blijven investeren.
De mensen die ik dagelijks ontmoet, weten goed dat iedereen zijn steentje zal moeten bijdragen. Ze zijn bereid om mee in dit verhaal te stappen, omdat ze beseffen dat het de enige manier is om onze welvaart te beschermen en ze aan onze jeugd te garanderen.
Vandaag hebben we meer dan ooit nood aan positieve mensen en partijen die hun verantwoordelijkheid opnemen en meebouwen aan een mooie toekomst voor de volgende generaties. Wie werkt, zal worden beloond; wie zijn job verliest zal kunnen rekenen op een sterk sociaal vangnet, maar ook worden begeleid en aangemoedigd om een nieuwe job te zoeken.
Door de staatshervorming zullen de deelstaten ook een actief werkgelegenheids- en doelgroepenbeleid kunnen voeren. Bovendien wil deze regering zich maximaal inspannen om de combinatie tussen arbeid en gezin gemakkelijker te maken, onder andere door aanpassingen aan de traditionele arbeidsorganisatie, die het stimuleren van nieuwe flexibele werkmethoden, zoals thuiswerk, zullen bevorderen.
De energiefactuur van gezinnen moet naar beneden. De CREG krijgt meer bevoegdheden om de prijzen onder controle te houden.
Mevrouw Liesbeth Homans (N-VA). - De heer Claes stelt dat het de bedoeling is de energiefactuur van de mensen te doen dalen en daarmee ben ik het eens. Maar hoe komt het dat de nieuwe regering de fiscale aftrek van energiebesparende maatregelen gewoon afschaft?
De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, en voor Staatshervorming. - Als dat zo belangrijk is, kan Vlaanderen nog voor een betere fiscale aftrek zorgen. Ik verwacht dat de Vlaamse regering dat vlug zal doen. Doe het! Doe het beter!
Mevrouw Liesbeth Homans (N-VA). - Wij hebben in Vlaanderen een goed premiestelsel, een goed subsidiesysteem voor energiebesparende maatregelen. De federale regering schrapt de fiscale aftrek. Dat is volgens mij een belastingverhoging. De heer Claes zegt dat de regering ervoor wil zorgen dat de energiefactuur van alle burgers naar beneden gaat. Dat zal niet gaan op die manier.
Men kan de Vlaamse regering heel veel bevoegdheden geven, maar geef er dan het geld bij.
De heer Wouter Beke (CD&V). - In de vorige legislatuur zijn er in het parlement resoluties ingediend, ook door de N-VA, waarin stond dat de usurperende bevoegdheden moesten worden geschrapt. (Protest van mevrouw Homans)
Wij voegen nu de daad bij het woord.
Men moet intellectueel eerlijk blijven. De Vlaamse regering is hier bewierookt en terecht. Op federaal niveau doen wij vandaag precies hetzelfde als op het Vlaamse niveau. Wij hebben in de zoektocht naar twee miljard euro op het Vlaamse niveau ongeveer een derde van de besparingen in nieuwe inkomsten gezocht. We hebben de tering naar de nering gezet. We hebben de mensen ook moeten zeggen dat zaken die in het verleden konden, zoals de jobkorting, in deze legislatuur niet mogelijk waren. Dat was niet populair. Wij hebben dat in de Vlaamse regering samen gedaan. Datzelfde, namelijk een derde van de besparingen zoeken bij de mensen, doen wij nu ook op het federale niveau op een sociaal rechtvaardige manier.
De heer Dirk Claes (CD&V). - De regering wil ook de belastingen op de energieprijzen herzien om de impact op de eindprijzen te beperken.
Wie geneeskundige verzorging nodig heeft, zal kunnen blijven rekenen op onze beroemde gezondheidszorg. Ook hier zorgen we ervoor dat de bestaande dienstverlening aan onze inwoners gegarandeerd wordt. Wie ziek is, zal kunnen blijven rekenen op de warme solidariteit van ons sociaal model.
Dit regeerakkoord streeft door een grondige hervorming van de brugpensioenen en de regels om in vervroegd pensioen te gaan naar een verlenging van de actieve loopbaan. Daartegenover staat een gegarandeerd pensioen dat onze senioren een inkomen garandeert op hun oude dag. Voor CD&V blijft armoedebestrijding een prioriteit. Ook in budgettair krappe tijden moeten we durven in te zetten op solidariteit tussen mensen en generaties. Daarom zullen we waar mogelijk inspanningen leveren voor de verhoging van de laagste inkomens en pensioenen.
Ook de overheid zelf draagt een grote verantwoordelijkheid om de nodige inspanningen te leveren en om het budget op orde te brengen, zeker als ook aan de burger inspanningen worden gevraagd.
Het regeerakkoord vermeldt uitdrukkelijk een voortzetting van het actieplan voor fiscale en sociale fraudebestrijding, een strijd die door Carl Devlies op het voorplan werd gezet. Ik denk dat de heer Crombez daarop goed zal kunnen voortwerken.
De wetsvoorstellen voor meer politieke geloofwaardigheid die collega Jan Durnez en ikzelf in de Senaat hebben ingediend, zullen nu eindelijk worden uitgevoerd. Zo zal het in de toekomst verboden worden bij samenvallende verkiezingen op meer dan één lijst op te komen; verkozen politici zullen het laatste mandaat waarvoor ze verkozen zijn, effectief moeten opnemen, waardoor schijnkandidaten tot het verleden behoren. Bovendien zullen de federale ministers 5% van hun loon inleveren, zullen de kabinetten worden afgeslankt en zullen de dotaties voor de Kamer, de Senaat en het Hof worden bevroren.
Met deze maatregelen geeft het regeerakkoord gehoor aan de luide roep voor meer politiek fatsoen en doen we stappen om het vertrouwen in de politiek te herstellen.
De overheid neemt haar verantwoordelijkheid. De regering zal zich de komende maanden op haar kerntaken concentreren.
Zelf heb ik de afgelopen weken, samen met de heer Demeyer, mee mogen onderhandelen over het luik Veiligheid. Daarbij heeft CD&V de bekommernissen van onze lokale gemeentebesturen centraal geplaatst. Het regeerakkoord bevat dan ook een versterking van de lokale politiediensten en de wijkwerking door hen te ontlasten van bijkomende administratieve en operationele taken; samenwerking tussen politiezones zal worden gestimuleerd; een nieuw tuchtstatuut voor de politie is absoluut noodzakelijk, zeker na wat we de jongste dagen daarover in de kranten hebben gelezen; overlast en vandalisme zullen kordaat worden aangepakt door onder andere de gemeentelijke administratieve sancties vanaf 14 jaar mogelijk te maken waar men wil; de brandweerhervorming wordt verder uitgevoerd en de nieuwe brandweerzones zullen rechtspersoonlijkheid krijgen.
Ook veiligheid bij het openbaar vervoer is een prioriteit. De veiligheid op de metro in Brussel zullen we dus ook bekijken. Daarnaast realiseert het onderdeel inzake justitie, mee uitgewerkt door Jo Vandeurzen en Stefaan De Clerck, een toegankelijke en efficiënte justitie, waarbij straffen effectief worden uitgevoerd. De veiligheid van onze inwoners is een prioriteit van deze regering. Daarom maakt ze, ook in budgettair moeilijke tijden, toch 30 miljoen extra vrij om te investeren in die veiligheidssector.
Onze Senaatsfractie zal ook uitdrukkelijk instemmen met de geplande hervorming van de Senaat. Het tweekamerstelsel blijft behouden en de controlerende taak van het Parlement wordt versterkt. Instellingen moeten echter flexibel zijn: de Senaat wordt omgevormd tot een Senaat van de deelstaten. Er zullen geen verkiezingen voor de Senaat worden georganiseerd. Niemand van ons zal dus nog als verkozen senator zitting kunnen hebben. De focus van de hervormde Senaat komt te liggen op goed omlijnde kerntaken.
Bovendien betekent de vermindering van veertig parlementaire zetels ook een enorme besparing. Al sinds 2010, en zeker sinds het officiële akkoord hierover, heeft onze fractie er trouwens op toegezien dat enkel nog de hoogstnoodzakelijke uitgaven worden gedaan en wordt het personeel dat met pensioen gaat, niet meer vervangen. Van al onze politieke instellingen zal het de Senaat zijn die de grootste bijdrage zal leveren in de toekomst. Wij zullen ons mee inzetten om deze transitieperiode zo goed mogelijk te laten verlopen en wij zeggen het personeel ook alle steun toe in deze voor hen zeer speciale periode. We mogen toch niet vergeten dat wij, politici, hier het BTK, het Bijzonder Tijdelijk Kader zijn, maar dat het personeel zijn job, zijn beroep in de Senaat uitoefent, al vele jaren lang. Ook de komende maanden zullen we de geplande hervorming verder voorbereiden om de Senaat een nieuwe en aangepaste functie in onze staatsstructuur te geven.
De zesde staatshervorming is een historische hervorming. Het is een goed akkoord voor partijen die staan voor sterke deelstaten in ons land. Het zal een slecht akkoord zijn voor die partijen die ons land willen splitsen.
We zijn de beide groene partijen, Ecolo en Groen!, erkentelijk voor hun constructieve houding tijdens de communautaire onderhandelingen. Dit akkoord toont aan dat onze wil om te blijven onderhandelen loont en dat wie aan de tafel blijft zitten, resultaten kan halen.
Om een regering te vormen zijn partijen nodig die verantwoordelijkheid durven en kunnen opnemen. Op sociaaleconomisch vlak is maar één keuze mogelijk: met zijn allen inspanningen doen om van de welvaart te kunnen blijven genieten en zo een toekomstperspectief te bieden aan iedereen. Dit regeerakkoord staat garant voor een doortastend beleid dat zo snel mogelijk moet worden uitgevoerd.
Het motto van de Benedictijnen is: `Ora et Labora'; het motto van de regering zal zijn: `Labora et Labora'.
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - De heer Claes heeft een kwartier gesproken, maar hij heeft amper iets gezegd over Brussel. Nochtans was Brussel een belangrijk punt in de staatshervorming. Het belangrijkste element ervan is de herfinanciering van het Gewest. De Franstalige partijen, met de PS op kop, vroegen uiteraard extra middelen voor Brussel. Tegenover al dat geld moest een hervorming van de Brusselse instellingen staan. Minister Vanackere heeft in dat verband ooit gezegd dat het onderdeel Brussel van de staatshervorming wel een ietsje meer had mogen zijn. Dat ietsje meer staat tegenover een paar honderd miljoen euro. De sp.a eiste in dat verband een `stadshervorming' ... Er zijn negenhonderd mandatarissen in Brussel ...
De heer Dirk Claes (CD&V). - Uiteraard is een hervorming van de Brusselse instellingen nodig. Zoals minister Vanackere heeft aangegeven mocht het ietsje meer zijn. Een compromis is echter een compromis en we zijn daarmee tevreden.
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Het is dus voldoende dat de huisvuilophaling een gewestmaterie wordt.
M. Jacky Morael (Ecolo). - Je comptais commencer mon intervention en m'adressant au premier ministre. Or je constate qu'il est absent et j'en déduis qu'il a sans doute mieux à faire.
J'en profite pour lancer une mise en garde.
M. Steven Vanackere, vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique. - Le premier ministre n'est pas présent parce qu'il a été appelé à expliquer un certain nombre de choix budgétaires au commissaire européen Olli Rehn. Il s'agit d'un rendez-vous très important pour notre pays et la crédibilité de nos efforts budgétaires. C'est pourquoi il m'a demandé, ainsi qu'à mes collègues, de rester en séance jusqu'à la fin du débat et d'apporter les réponses à vos questions.
M. Jacky Morael (Ecolo). - Je tiens quand même à faire une mise en garde. Certains sont peut-être tentés d'anticiper sur la future réforme du Sénat, souhaitée par les écologistes et à laquelle ils participeront. Pourtant, le Sénat existe encore sous sa forme actuelle et les membres du gouvernement et de la majorité seraient bien inspirés de se rappeler que cette institution aura un rôle important à jouer dans un proche avenir tant sur le plan socio-économique qu'institutionnel.
Cette mise en garde étant faite, je tiens à rendre hommage à notre nouveau premier ministre. Lui qui avait parlé, au plus fort de la crise, d'une tâche titanesque a quand même réussi une prouesse. Reconnaissons-le ; rendons-lui cet hommage mérité.
Après une crise longue, inquiétante et désespérante pour beaucoup, aboutir à un accord institutionnel, d'abord, socio-économique et gouvernemental, ensuite, n'était pas à la portée de n'importe qui. Il convient donc de souligner cette réussite politique.
Néanmoins, je ne suis pas certain que la situation qui prévalait avant la constitution de cette majorité et la formation de ce gouvernement se soit nettement améliorée.
J'ai parlé d'inquiétude. On peut aussi parler d'exaspération, de colère, voire de dégoût chez bon nombre de citoyens qui s'expriment de différentes manières : internet, manifestations et autres formes d'expression.
Je ne suis pas sûr que la politique que ce gouvernement compte mettre en place sur le plan socio-économique soit de nature à apaiser cette colère et cette exaspération.
Ecolo et Groen! ont participé loyalement et de manière constructive à la négociation et la conclusion d'un accord institutionnel. C'est tout à fait normal. Nous sommes des fédéralistes depuis notre création, voici plus de trente ans, et nous avons eu l'occasion de participer à diverses réformes de l'État, chaque fois avec loyauté et dans un esprit constructif.
Nous avons mis dans cet accord institutionnel toute l'expérience acquise en trente ans de collaboration étroite et de vie commune entre Groen! et Ecolo, par-delà les clivages linguistiques. Notre association nous permet souvent de mieux comprendre le point de vue de l'autre, un avantage que je souhaite à toutes les familles politiques de ce pays, et qui nous permettrait à tous de gagner du temps et de multiplier les efforts positifs.
Une fois cet accord engrangé, il restait à mener la négociation socio-économique en vue de la formation du gouvernement et le 13 octobre, à la suite d'un dictat de l'Open Vld, soutenu mezzo voce par le MR, Ecolo et Groen! ont été éjectés de toute discussion programmatique gouvernementale, sans même nous demander notre avis.
Bien conscients de la lourde responsabilité qu'entraînait, pour tous les partis, la grave situation financière, économique et budgétaire du pays, nous nous étions préparés à entrer dans une négociation gouvernementale. Nous avons formulé une épure budgétaire, des propositions concrètes porteuses d'avenir, que nous n'avons pas eu l'occasion de confronter lors d'une discussion. Nous n'avons pu les exprimer que par la voie médiatique. Une décision incompréhensible dont chacun peut, aujourd'hui, mesurer les conséquences.
Notre écartement des négociations n'est pas anodin au vu du résultat sur le plan socio-économique.
Cela ne nous empêchera pas de mener, comme nous le faisons habituellement, une opposition constructive, qui ne se manifestera pas par des propos démagogiques, de la surenchère, des éclats de voix ou des admonestations. Les séparatistes et l'extrême droite sont mieux armés et plus motivés que les verts pour mener ce genre d'opposition.
Une fois n'est pas coutume, je voudrais à présent féliciter tout particulièrement la famille libérale. Après avoir rendu hommage au talent et à l'obstination du premier ministre, je continue la distribution des prix.
Chers collègues de l'Open Vld et du MR, vous avez réussi une prouesse politique remarquable, digne de figurer dans les cours de master en sciences politiques des plus prestigieuses universités. Alors que vous étiez tous deux grands perdants du scrutin de 2010, vous avez après la foucade d'un président de parti en manque d'affirmation, « débranché la prise » et ouvert le boulevard au succès des nationalistes qui ont ainsi réussi à bloquer le pays pendant plus de 500 jours dans des discussions institutionnelles certes importantes mais pas vitales, pendant que les marchés nous faisaient payer, à coup de hausses de taux d'intérêt sur nos emprunts, le prix de cette folie.
Vous les libéraux qui avez été les zélateurs et les soutiens les plus affirmés des idéologies et des pratiques économiques et financières qui nous ont menés dans le gouffre où la plupart des nations occidentales se trouvent aujourd'hui, vous avez réussi à faire oublier cela et à vous présenter comme des gens responsables.
Qui plus est, vous êtes parvenus à orchestrer une campagne de communication redoutable.
Sous le prétexte, madame Defraigne, de défendre la classe moyenne, vous vous préoccupez surtout de protéger les avantages de ceux qui se lèvent tard, de ceux qui engrangent leurs profits à coups de rentes de situations et de placements insuffisamment taxés.
Mme Christine Defraigne (MR). - Je vous ai déjà trouvé plus fin et moins caricatural.
M. Jacky Morael (Ecolo). - Vous avez défendu les plus nantis. Vous n'avez rien fait pour mettre fin à un processus en cours depuis plus de trente ans dans ce pays, un processus qui redistribue à l'envers les richesses. Celles-ci sont, comme le montrent toutes les statistiques, progressivement passées du monde du travail - salariés et indépendants confondus - à celui de la finance. Celui-ci est composé de personnes qui ne se lèvent pas tôt parce qu'elles n'en ont pas besoin. Ce sont vos vrais donneurs d'ordres. Vous avez ainsi entrepris une manoeuvre qui ne vous honore pas.
Mme Christine Defraigne (MR). - Nous n'avons visiblement pas lu le même accord de gouvernement.
M. Jacky Morael (Ecolo). - J'ai très bien lu l'accord de gouvernement.
M. Gérard Deprez (MR). - Dites tout de suite que les socialistes sont des idiots et qu'ils n'ont rien vu dans cette déclaration.
M. Jacky Morael (Ecolo). - Ne me faites pas dire ce que je n'ai pas dit. La réalité est celle des rapports de force. Tout le monde le sait.
Votre feuille de route est extraordinairement bien remplie : pas de cotisations sur les grands patrimoines, rien sur les revenus locatifs réels - une réforme pourtant attendue depuis des décennies -, une taxation minimale des grosses voitures de société - on peut se référer aux statistiques à ce sujet également : 200 millions d'économies sur un volet estimé par la Commission européenne à 4 milliards -, pas de taxation des plus-values spéculatives, un régime très favorable maintenu pour les stock-options, le système des intérêts notionnels grosso modo maintenu sans exigences de création d'emplois et d'activités, une très timide taxation de la rente nucléaire - un véritable pactole, le bonus win-win quotidien des producteurs d'électricité nucléaire dans ce pays -, aucune mesure de régulation du secteur bancaire malgré les recommandations de la commission d'enquête sur la crise financière, aucun objectif de séparation des métiers bancaires entre les banques de dépôt et les banques d'investissement. (Protestations)
M. Philippe Mahoux (PS). - C'est tout à fait faux ! C'est très habile de votre part de faire des reproches au MR pour vous attaquer en fait aux socialistes. Ce que vous dites ne correspond pas au contenu de la déclaration gouvernementale.
Mme Christine Defraigne (MR). - C'est en effet pour la pomme du PS, ça ! Je souscris aux propos de M. Mahoux.
M. Jacky Morael (Ecolo). - Bien entendu ! Vous faites partie de la même majorité !
Mme Christine Defraigne (MR). - J'ai l'impression que vous tenez un réquisitoire contre le PS. En vous entendant, je trouve que le MR a été vachement costaud...
M. Jacky Morael (Ecolo). - Ne me dites pas, madame Defraigne, que vous découvrez la notion de loyauté majoritaire !
Monsieur Mahoux, on ne peut pas vouloir une chose et son contraire. Vous avez accepté d'exclure les écologistes de la négociation gouvernementale. Souffrez que nous assumions notre rôle d'opposition !
M. Philippe Mahoux (PS). - Vous êtes dans une position telle qu'il est normal que vous critiquiez la majorité, mais pas en travestissant la vérité. Ce n'est pas l'opposition qui nous gêne mais le fait que ce que vous dites ne correspond pas à la réalité.
M. Jacky Morael (Ecolo). - Prenons date. Fixons-nous rendez-vous dans un an. C'est un long délai. Nous verrons alors si cette majorité est capable de faire ce qu'a fait la Grande-Bretagne, pays de la finance par excellence : séparer les métiers bancaires. (Applaudissements et protestations)
M. Gérard Deprez (MR). - Vous faites l'éloge de M. Cameron. Vous voulez des privilèges pour la City, c'est quand même incroyable.
M. Jacky Morael (Ecolo). - C'est amusant. On me dit que ce que j'affirme est faux. Soit. Je vous redis : prenons date. En un an, cette majorité aura-t-elle été capable de concrétiser sa promesse de séparer enfin les métiers bancaires de sorte que ce qui nous est tombé sur la tête avec la grave crise bancaire et financière ne puisse plus se reproduire ? Je ne vous fais pas de procès d'intention, je vous donne rendez-vous.
Dans le futur, un point deviendra gênant. Vous avez apparemment, je dis bien apparemment, réussi à reporter sur les entités fédérées une part de l'assainissement budgétaire. Les montants ne sont pas clairs. Le ministre Nollet a déjà fait connaître son analyse. Il affirme, et je n'ai entendu aucune dénégation de membres de la majorité, qu'une bonne part de l'assainissement sera supportée par les régions et les communautés. C'est grave. Nous serons attentifs à ce que ce ne soit pas le cas lorsque nous examinerons en commission les mesures d'application des accords institutionnels. Ces accords comprennent un volet important de transfert de compétences. Il faudra que chacun se montre attentif à ce que ce transfert de compétences ne s'accompagne pas d'un appauvrissement des ressources des régions à cause de l'exercice de ces nouvelles compétences. En effet, si l'on transfère des compétences sans les moyens de les exercer, dans l'état des budgets des entités fédérées, une série de politiques devront être soit restreintes soit carrément supprimées. Pas de procès d'intention mais, à nouveau, une volonté d'être attentifs.
Dans la politique d'environnement et de mobilité, nous déplorons que peu d'orateurs fassent allusion à sa teneur. La majorité prévoit d'importantes économies dans le budget de la SNCB sans pouvoir garantir que ces économies n'auront aucun impact sur les usagers qui sont déjà mis à rude épreuve par les retards, les suppressions de trains, le manque de place... Je ne sais si vous êtes nombreux à prendre, comme moi, le train tous les jours mais il y a de quoi être exaspéré.
Certains disent « on fera ces économies dans les frais d'études sous-traitées ». S'il y a pour 293 millions d'euros de frais d'études sous-traitées par la SNCB chaque année, cela mérite qu'on s'interroge et qu'on effectue un audit. Mais je ne vois pas là une piste d'économies réelles et je crains fort les impacts sur la vie quotidienne des usagers du train.
Pas de rehaussement des petites pensions, alors que certaines sont encore en dessous du seuil de pauvreté.
Nous avons le sentiment que ce sont toujours les mêmes qui vont faire les frais de l'assainissement, c'est-à-dire principalement les jeunes en recherche d'emploi, les femmes isolées avec charge de famille, qui sont de plus en plus nombreuses, et les travailleurs âgés proches de l'âge de la pension.
Tout à l'heure j'ai entendu M. Beke s'opposer à la N-VA en l'accusant de vouloir détruire notre système social. Je ne suis pas loin de penser comme M. Beke. Mais si la N-VA peut être considérée comme une arme de destruction massive de notre système de sécurité sociale, il n'est pas mieux de détricoter ce système progressivement et continuellement comme on le fait depuis trente ans.
Chaque année, les droits des usagers de la sécurité sociale, des citoyens les plus en difficulté, sont grignotés par le budget.
Ce n'est jamais - ou rarement - un cataclysme, mais c'est un détricotage permanent. Entre la destruction et le détricotage, il n'y a qu'une nuance.
M. Richard Miller (MR). - Votre analyse du texte de l'accord n'est pas correcte. Vous affirmez que, depuis trente ans, on détricote la sécurité sociale. Notre système de sécurité sociale a sans cesse été perfectionné pour répondre à des besoins nouveaux et à un appauvrissement de la population. Vos propos constituent une insulte à tout ce qui a été fait dans notre pays pour essayer de renforcer cette sécurité sociale en faveur des personnes qui en ont vraiment besoin.
Nous continuerons à vous écouter, mais votre intervention ne rencontre pas le fond du problème et ne correspond pas à une analyse objective.
Mme Zakia Khattabi (Ecolo). - Monsieur Miller, c'est votre accord qui est une insulte à la solidarité !
M. Jacky Morael (Ecolo). - Monsieur Miller, je n'ai jamais dit ni pensé que notre système de sécurité sociale n'était pas précieux, au contraire. Il présente cependant des failles de plus en plus grandes.
J'ai cité l'exemple des pensions inférieures au seuil de pauvreté ; ce n'est pas de la démagogie mais une réalité. La réforme des pensions est sur la table depuis des années et n'avance pas. Le Livre blanc a certes posé des constats intéressants, mais on attend toujours le projet de réforme des pensions et surtout de financement du premier pilier. J'espère que l'on ne réformera pas les pensions en favorisant les deuxième et troisième piliers ; ce n'est pas la voie que préconisent les écologistes.
M. Richard Miller (MR). - Si vous trouvez que, depuis trente ans, l'évolution de tout le système de sécurité sociale est si mauvaise, on se demande ce que vous faites encore dans certaines majorités régionales avec le parti socialiste !
M. Jacky Morael (Ecolo). - Monsieur Miller, nous ne nous comprenons pas !
En ce qui concerne la politique de l'environnement, la déception est grande. Vous avez vu le communiqué du consortium d'ONG de protection de l'environnement, pour le moins mécontentes. Vous avez envoyé de très mauvais signaux. Monsieur Magnette, ne pas aller à Durban était un mauvais signal, même si je conçois que votre agenda vous retenait.
M. Paul Magnette, ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes. - J'étais parfaitement rassuré par le fait que la délégation serait présidée par Mme Évelyne Huytebroeck, accompagnée par Philippe Henry et même par Jean-Michel Javaux, en invité surprise !
Je ne vois vraiment pas ce que j'aurais encore pu ajouter.
M. Jacky Morael (Ecolo). - Bien entendu, on ne peut que s'en féliciter, monsieur le ministre. Je vous remercie pour cet hommage rendu à nos deux négociateurs.
Ce fait est symptomatique d'autre chose. J'en veux pour preuve les dernières déclarations du secrétaire d'État Wathelet selon lequel le fédéral n'a plus à s'occuper de l'environnement qui relève dorénavant de la compétence des régions.
Cependant, d'importantes compétences qui ont trait à l'environnement, comme l'énergie, de même que la représentation diplomatique lors des grandes séances de négociation sont encore largement aux mains du fédéral.
Les signaux que vous avez envoyés sont négatifs pour toutes les personnes attentives à la préservation de l'environnement.
Rien dans cet accord de gouvernement ne nous porte à espérer. En fait, vous deviez rassurer la population et réguler les marchés. Vous avez rassuré les marchés et mis la population en coupes réglées. Curieux paradoxe !
M. Philippe Mahoux (PS). - Vous avez parlé d'opposition constructive. Essayez dès lors que vos propos correspondent quelque peu à la réalité. Il est normal que vous vous opposiez, mais faites-le en fonction de ce qui se trouve dans les textes.
Par contre, ce que vous dites en ce qui concerne l'évaluation est tout à fait exact : on se donne rendez-vous dans les mois qui viennent. Vous avez raison de le demander.
M. Jacky Morael (Ecolo). - Monsieur Mahoux, je tiens à vous rassurer sur un point. Vous attendez une opposition constructive de notre part ; je vous assure qu'il en sera ainsi. Politiquement, nous avons d'ailleurs toujours travaillé de cette manière.
Je ne suis pas là pour détailler le programme qu'Écolo n'a pas eu l'occasion de soumettre à la négociation. Cette opposition constructive s'illustrera tous les jours, à partir de maintenant, dans tous les travaux en commission à la Chambre et au Sénat. Nous viendrons avec nos analyses, avec des propositions alternatives et notre programme, que nous soumettrons à la confrontation des idées.
Rien ne change donc dans la pratique habituelle des écologistes. Toutefois, dans l'état actuel des accords, nous ne pouvons qu'annoncer une vigilance critique et constructive et nous ne pouvons pas attribuer notre confiance à ce gouvernement.
Mevrouw Marleen Temmerman (sp.a). - Het heeft iets surrealistisch om vandaag een debat te houden over een regeerakkoord dat eergisteren reeds uitvoerig in de Kamer is besproken. De eerste minister en zijn ploeg kregen zaterdag in de Kamer terecht het vertrouwen van de meerderheid, iets wat wij in de Senaat niet uitdrukkelijk moeten overdoen. Het siert de leden van de regering dan ook dat ze toch de mening van deze eerbiedwaardige instelling willen kennen.
Hoewel in het regeerakkoord de afschaffing van de Senaat in zijn huidige vorm is afgesproken, zetelen in deze vergadering nogal wat tenoren die 546 dagen geleden het vertrouwen van tienduizenden kiezers kregen. Ik denk niet dat zij in afwachting van de hervorming van de Senaat tot een ontmoetingsplaats van vertegenwoordigers van de deelstaatparlementen, met hun vingers zullen draaien. Ik hoop althans van niet. Er is immers werk genoeg aan de winkel, ook voor deze assemblee.
De sp.a-fractie is tevreden met het langverwachte en moeizaam tot stand gekomen regeerakkoord. Niet al onze wensen zijn in vervulling gegaan, maar dat is nu eenmaal eigen aan een compromis waarbij iedereen water in de wijn moet doen. We hebben vorige woensdag aandachtig naar de premier geluisterd. We zijn gecharmeerd door zijn aanpak, door zijn boodschap van solidariteit en door zijn oproep voor gedeelde inspanningen in moeilijke tijden. Onze landgenoten zijn inderdaad groot in hart en geest en hun ongeduld en hun vraag naar verandering worden beloond met een evenwichtig en verregaand regeerakkoord.
Mijn naamgenote en collega-fractieleider in de Kamer, Karin Temmerman, heeft vorige donderdag een aantal redenen opgesomd waarom de sp.a enthousiast en loyaal zal meewerken aan de tenuitvoerlegging van de afspraken die in het regeerakkoord zijn gemaakt.
Er is vooreerst het institutioneel akkoord met een correcte staatshervorming, verregaande bevoegdheidsoverdrachten, samenvallende verkiezingen en eindelijk, een uitgemeten splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Daarnaast komt er een nieuwe financieringswet met responsabilisering van de Gewesten en het belangrijke behoud van de solidariteit in de sociale zekerheid. Vele mensen hebben reikhalzend uitgekeken naar dit deelakkoord, dat de voorbije jaren regelmatig als een monster van Loch Ness opdook. Onze vorige partijvoorzitter, Caroline Gennez, heeft volgens verschillende onderhandelaars een belangrijke rol gespeeld in het bereiken van dit deelakkoord. Ik breng haar daarvoor expliciet hulde.
Verder hebben de onderhandelaars nog een veel belangrijker slag thuisgehaald. Ze hebben de grootste sanering in onze begroting sinds dertig jaar op papier gezet. Er werd meer dan 11 miljard euro gevonden, ongeveer een tiende van de federale begroting. Ik wens onze collega's in de Kamer veel moed om dit de komende maanden door het parlement te loodsen. Wie zich door de tabellen worstelt, zal merken dat de middelen werden gevonden zonder te raken aan de indexering van de lonen, zonder de wettelijke pensioenleeftijd te verhogen of de leeflonen te verlagen. Er komt geen algemene btw-verhoging en er verdwijnen geen honderdduizenden banen in de openbare sector, zoals in Groot-Brittannië. Evenmin volgt men de voorbeelden van Nederland, waar de ziekteverzekering en de kinderopvang duurder worden, de kinderbijslag wordt verlaagd en de zwakste schouders de zwaarste lasten moeten dragen, of van Portugal, met zijn fors hogere belastingen en btw, en verlaagde pensioenen en uitkeringen. Dat soort maatregelen konden bij ons worden vermeden. Er komen wel strenge, maar rechtvaardige hervormingen in de sociale zekerheid, die rekening houden met de realiteit van de vergrijzing en de betaalbaarheid van het systeem. De wachtuitkering voor jongeren wordt pas na twaalf maanden verstrekt en wordt omgevormd tot een inschakelingsuitkering. Tegelijk zullen de jonge werkzoekenden zodra ze afstuderen worden begeleid naar een baan, zoals de VDAB nu al in Vlaanderen doet. Een baan is de zekerste weg naar welvaart en vooruitgang. De werkloosheidsuitkeringen zullen in een eerste fase worden verhoogd en daarna stelselmatig worden afgebouwd tot een minimumuitkering. In tegenstelling tot de intentie van sommige partijen om de uitkeringen op termijn helemaal af te schaffen, vinden wij dat mensen die wel inspanningen doen, maar geen werk vinden, niet in de armoede mogen worden geduwd. We verwelkomen de extra mogelijkheden die de Gewesten bij de bevoegdheidsoverdracht hebben gekregen op het vlak van de sociale economie. Daarmee komen er dichter bij de mensen meer mogelijkheden om de moeilijkste groepen werkzoekenden te activeren. Werkzoekenden aan werk helpen is goed voor de Brusselaars, de Walen, de Duitstaligen en ook voor de Vlamingen, tot spijt van wie het tegendeel beweert.
Over het terugschroeven van de energiebesparende maatregelen van de federale overheid is al veel inkt gevloeid. Enige creativiteit van de feitelijk bevoegde deelregeringen kan daar een antwoord op zijn. Zo kan de Vlaamse regering nadenken over hoe dit binnen het eigen budget kan worden gecompenseerd. De sp.a nodigt de andere partijen van de Vlaamse regering uit hier hun schouders onder te zetten.
Onze fractie zal met volle overtuiging aan de bereikte akkoorden meewerken. Er zit eten en drinken in voor links en rechts, zoals de premier zelf liet weten in zijn repliek van zaterdag in de Kamer. We moeten de mensen dat niet alleen in woorden laten weten, maar ook in daden laten zien.
In het weekend hebben we de wake-up call van het ABVV goed gehoord. Het meldt dat door de nieuwe maatregelen de komende jaren meer dan twintigduizend mensen hun werkloosheidsvergoeding zullen verliezen. De vakbonden moeten daarover dringend overleggen met de nieuwe minister van Werk en de andere sociale partners. Niet alleen onze bevolking, maar ook onze regering heeft een groot hart en telt meerdere grote geesten. Het mag niet zo zijn dat mensen in de misère terechtkomen. Ik roep de vakbonden op om de regeringsgeesten toch even te laten rijpen en mee na te denken over hoe de plannen uit het sociaaleconomische akkoord in wetten kunnen worden vertaald.
Heeft de eerste minister immers niet uitdrukkelijk gemeld dat onze burgers oplossingen vragen en geen confrontaties? Dat zal moed en verantwoordelijkheid vergen, maar ook geduld.
Ik zal de interventies uit de Kamer hier niet overdoen. Ik heb het debat bijgewoond en van weinig volksvertegenwoordigers concreet weerwerk gehoord, maar des te meer theater mogen aanschouwen. Zo hoop ik dat we hier in het parlement eindelijk van een aantal collega's uit de oppositie zullen horen hoe ze bijvoorbeeld concreet de grondige besparingen zien en of die plannen dan inderdaad zo goed zijn voor alle Vlamingen, Walen, Brusselaars en inwoners van de Oostkantons.
Bespaar ons de kromme metafoor van het konijntje zonder poten en oren. Grossieren in clichés zal ons land niet door het moeilijke weer loodsen. Het daadkrachtig en op termijn uitvoeren van de bereikte akkoorden doet dat wel. Als dat niet volstaat, moeten we bijsturen.
De zes regeringspartijen zetten zeer hoog in op de aanpak van de sociale fraude. Er zijn inderdaad uitwassen waarvoor we onze ogen niet langer kunnen sluiten. Wie haalt echt winst uit Oost-Europese werknemers die als schijnzelfstandigen feitelijk een slavenbestaan lijden en zwaar onderbetaald tegen Oost-Europese lonen moeten werken? Vaak moeten deze mensen in het weekend, ver weg van hun familie in een vrachtwagen op een parkeerplaats slapen. Het zijn slachtoffers van een keiharde en doorgedraaide liberalisering.
Wat te denken van jongere en oudere werknemers van bij ons die via dit malafide systeem niet aan de bak komen als vrachtwagenchauffeur of van bedrijven die te goeder trouw zijn en over de kop zijn gegaan omdat ze niet meedoen in een zwendel van nepbedrijven? Dit zal en moet een prioriteit zijn voor de regering.
Wat te denken over fiscale fraude en creatief boekhouden om de kantjes op het vlak van intrestaftrek eraf te lopen? Ik wens de nieuwe ministers van Financiën en van Justitie even creatief personeel om hier extra miljarden te vinden voor onze volgende begroting.
Zoals de eerste minister het al stelde, is ons land een modelstaat op het vlak van sociale zekerheid en gezondheidszorg en van wetenschappelijk onderzoek.
Ons land haalt goede punten op ontwikkelingssamenwerking. Niet alleen wij parlementsleden, maar ook de mensen in het Zuiden kijken uit naar een goede, verdere samenwerking om hen uit het slop van de mondiale crisis te halen.
De wereldwijde financiële en klimatologische problemen treffen de mensen in ontwikkelingslanden extra hard. Dat bleek gisteren nogmaals aan het einde van de half mislukte klimaattop in Durban. De Afrikaanse landen mogen door het halfbakken akkoord uitkijken naar nog meer jaren van droogte en hongersnood. Ik heb begrepen, en ik heb het daar moeilijk mee, dat onze regering de middelen voor ontwikkelingssamenwerking wil bevriezen. Budgettaire krapte zal daaraan niet vreemd zijn, hoewel we ons op een zucht van 0,7% van het bnp bevinden.
Ik hoop dat we dat streefdoel de komende jaren alsnog zullen halen. Laat ons er intussen wel voor zorgen dat we de bestaande goedwerkende initiatieven, zoals ontwikkelingssamenwerking met de universiteiten, niet overboord gooien. Ik kan de regering urenlang onderhouden over het concrete nut en het belang van dat soort ontwikkelingsinitiatieven. Ik bespaar ze dat, maar ik hoop dat ze die initiatieven niet kopje onder laat gaan in de maalstroom die gepaard gaat met de overdracht van de zogenaamde usurperende bevoegdheden.
Op het vlak van gezondheid ben ik tevreden met enkele aanzetten die in het regeerakkoord worden gegeven om bijvoorbeeld de kostprijs van de geneesmiddelen te temperen. We lezen met veel plezier dat er een verbeterde versie van het principe van het kiwimodel is opgenomen in het regeerakkoord. Via de vergelijking van de Belgische geneesmiddelenprijzen met die uit de ons omringende landen, mogen enkel nog groepen medicijnen op de markt komen die een prijsplafond niet overschrijden. De sp.a heeft twee jaar geleden het plafondprijsmodel voorgesteld. Onze fractie zal de voorstellen daarover met meer dan gewone belangstelling opvolgen. Ook de wil van de overheid om het abnormaal hoge geneesmiddelenverbruik in de rusthuizen terug te dringen, is een terechte betrachting, waarvoor echter meer dwingende maatregelen nodig zijn.
Ik ben er zeker van dat de vele collega-artsen, over de partijgrenzen heen, achter een moderne, efficiënte en evidence based-gezondheidszorg staan, waarbij de patiënt en de eerstelijnsgezondheidszorg centraal staan. Het zal tijd vergen om dat te bereiken. De enorme tanker van de gezondheidszorg en van het recht op gezondheid is een gevaarte dat de steven moeizaam kan wenden. Hervormingen vergen tijd en een vaste, ervaren hand aan het stuur. Ik ben dan ook meer dan tevreden dat de minister van Volksgezondheid aan het roer blijft, zodat ze sommige reeds gestarte hervormingen de komende twee-en-een half jaar vlot kan trekken.
De eerste minister heeft in de regeringsverklaring het heuglijke feit vermeld dat we langer leven. Hij maakte daarbij de bemerking dat het niet langer houdbaar is om één derde van ons leven te werken en twee derde door te brengen hetzij als student, hetzij als gepensioneerde. Ik kan die stelling bijtreden, maar wat we winnen aan levensjaren moeten kwaliteitsvolle en gezonde jaren zijn. Het is schrijnend dat mensen met een lager inkomen minder lang en minder lang gezond leven dan mensen met een hoger inkomen. Ik ben er zeker van dat de regering deze mening deelt.
Laat ons de tijd die ons in de Senaat nog rest nuttig besteden. Samen kunnen we in de Senaat werken aan complexe maatschappelijke problemen waar een regering niet altijd direct mee bezig is. De reflectiekamer, zoals de Senaat ook wordt genoemd, is nuttig om wars van politieke ideologieën na te denken over zaken die de mensen diep treffen en bezighouden. Denken we maar aan bio-ethiek en familierecht, thema's die in de Senaat tot belangrijke historische wetten hebben geleid, bijvoorbeeld inzake zwangerschapsafbreking, euthanasie, orgaandonatie en het homohuwelijk. Ook nu nog kunnen we, parallel met de belangrijke missie van de regering, nadenken over bepaalde zaken: euthanasie voor minderjarigen en wilsonbekwamen, het stopzetten van therapeutische hardnekkigheid, het streven naar een waardig levenseinde, zowel op het einde van het leven als jammer genoeg soms ook bij het begin van een mensenleven, het debat over draagmoeders, over cosmetische chirurgie, enzovoort. Er zijn thema's genoeg waaraan we in deze assemblee verder kunnen werken en waarover we kunnen nadenken.
Ik ben er zeker van dat we hier wel nog het verschil kunnen maken. Ik richt mij in het bijzonder tot onze voorzitster, die tot een partij behoort waar de vrouwen melden dat ze er bij de regeringsvorming een beetje bekaaid afkomen. Vrees niet, wij zullen er samen met u en de rest van de vrouwelijke en - waarom niet - ook mannelijke collegae voor zorgen dat de Senaat niet uitdooft. We hebben echt wel meer in onze mars dan gendergerelateerde items. We gaan de komende jaren nog voor vuurwerk zorgen in deze vergadering en in de commissies. We zullen dit doen door hard te werken.
De eerste minister en de leden van de regering mogen nogmaals op onze fractie rekenen om hun voorstellen die de welvaartsstaat in ons land overeind houden, met vuur te verdedigen. Ze moeten ze dan wel af en toe laten overzenden naar Kamer en Senaat voor bespreking. Wij zijn namelijk trots op hen en wij geloven met hen in het menselijk kapitaal en wij delen, ondanks de huidige internationale problemen, hun optimistische toekomstvisie. Wij denken dat de eerste minister en zijn ploeg de beste garantie bieden om er te geraken.
Tot slot: ook ik heb Latijn en Grieks geleerd, maar ik heb geen behoefte om dat in mijn interventies te etaleren. Daarom eindig ik met een uitspraak van de Nederlandse dichter C. Buddingh': `Je moet niet beginnen met elkaar te begrijpen. Je moet eindigen met elkaar te begrijpen'.
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Ik heb zeer goed naar mevrouw Temmerman geluisterd en ze is overwegend ingegaan op het sociaaleconomische thema, wat uiteraard zeer belangrijk is. Ik heb haar echter amper gehoord over het institutionele thema. Heeft de sp.a eigenlijk een visie op het institutionele? Ze had het erover dat wij in de Senaat als reflectiekamer moeten nadenken over moeilijke thema's. Welnu, het institutionele is een moeilijk thema. Daarover heb ik haar absoluut niet horen spreken.
De voorbije maanden ging de sp.a akkoord met bijna alle voorstellen die geformuleerd werden. Er werd gezegd dat de sp.a zelfs akkoord ging met een wit blad of met een blanco cheque voor Brussel. Heeft de sp.a eigenlijk wel een visie over dat thema?
De heer Huub Broers (N-VA). - Ik wil me hierbij aansluiten. Mevrouw Temmerman had het over holle woorden en nietszeggendheid bij de oppositie.
Van haar hoorde ik echter totaal niets over Halle-Vilvoorde. Het is niet haar corebusiness, misschien zelfs totaal haar interesse niet. Dat is een keuze die ze zelf mag maken, maar ze had het ook over een compromis waarbij iedereen water in de wijn moet doen. Kan ze mij dan even uitleggen waar zij het Franstalige water in de Brussel-Halle-Vilvoorde-wijn ziet? Of is dat langs de buitenkant van de fles weggevloeid?
Mevrouw Mieke Vogels (Groen!). - Zoals men kan verwachten, zal ik het niet over het institutionele hebben. Mevrouw Temmerman heeft voor de eerste keer als fractieleider een goed onderbouwde tekst gebracht, maar op een bepaald moment viel ik bijna van mijn stoel, toen ze het had over de overwinningen die de socialisten uit dit regeerakkoord halen. Het is verschrikkelijk dat zij het als socialistisch fractieleider als een overwinning voorstelt dat de leeflonen niet verlaagd zijn op een moment dat er bijna dagelijks berichten komen van mensen die echt niet meer rondkomen en dat het aantal mensen in schuldbemiddeling, dat moet lenen om de huur te betalen en om het eten van de kinderen te betalen, toeneemt.
Het is een schande dat de uitkeringen niet opgetrokken worden! Het is een schande dat in gezinnen met kinderen de leeflonen dertig procent onder de Europese armoedegrens liggen!
De heer Wouter Beke (CD&V). - Op de vraag van collega Broers waar het water van de Franstaligen zit, kan ik met betrekking tot Brussel-Halle-Vilvoorde zeggen: geen rechtstreekse verkiezing van de burgemeesters, geen corridor, geen uitbreiding van Brussel en geen paritaire Senaat ...
De heer Bart Laeremans (VB). - Geen splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde ...
De heer Wouter Beke (CD&V). - Dat zijn maar een paar elementen die erop wijzen dat dit een eerbaar akkoord is en dat de kern van wat de Vlamingen wilden, namelijk de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, op een behoorlijke manier gerealiseerd is.
Mevrouw Marleen Temmerman (sp.a). - Ik heb niet alles in 20 minuten uitgebreid kunnen bespreken. Ik heb van de N-VA overigens weinig gehoord over de inhoud van het regeerakkoord en over het sociaaleconomische aspect. Het antwoord over het institutionele aspect laat ik over aan mijn collega Anciaux.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Er is maar één politieke familie die alle staatshervormingen in dit land al heeft goedgekeurd, namelijk de socialistische. Er werd geen enkele staatshervorming gerealiseerd zonder de steun van de socialisten. Stellen dat de sp.a geen visie heeft op de staatshervorming is niet correct. Stellen dat de sp.a een andere visie heeft, is wel correct. De realiteit is dat deze staatshervorming, de zesde staatshervorming genoemd, zonder enige twijfel de grootste staatshervorming is wat de omvang en de financiële overdracht van bevoegdheden betreft. Ik heb er geen enkel probleem mee om duidelijk te maken dat dit een compromis is. De visie om vanuit een confederaal uitgangspunt meer bevoegdheden over te hevelen naar Vlaanderen en Wallonië, is helemaal vervat in deze staatshervorming. Het is waar dat mettertijd het besef is gegroeid dat sommige bevoegdheden die overgeheveld worden, niet meer door de gemeenschappen, maar door de gewesten kunnen worden uitgeoefend. Dat besef groeide ook bij het Vlaams Belang en de N-VA. Het gevolg is dat het akkoord ook een versterking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inhoudt. Ik denk echter dat op heel veel terreinen de pariteit en de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap binnen Brussel erop vooruitgegaan is.
Alle Vlamingen weten dat een verticale splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde niet in het voordeel is van de Brusselse Vlamingen. Iedereen zal dat ootmoedig moeten toegeven. Vijftien jaar geleden werd in het Parlement een voorstel ingediend voor een horizontale splitsing. De Vlaamse partijen hebben unaniem gemeend dat een verticale splitsing, die in het nadeel is van de Vlamingen in Brussel, te verkiezen is omdat voor een horizontale splitsing een prijs moet worden betaald. Nu doen alsof het BHV-akkoord een kaakslag voor Vlaanderen is, is een beetje overdreven. BHV wordt op de meest propere manier gesplitst. Ik heb van niemand ooit een voorstel gezien dat BHV op een even propere manier splitste. Het is een zaak van geven en nemen, maar alle Vlaamse partijen waren het erover eens dat deze weg moest worden gevolgd.
De heer Bart Tommelein (Open Vld). - Ik begrijp de frustratie bij de N-VA. De partij heeft een fantastische verkiezingsoverwinning behaald en ze heeft daarna tijdens de onderhandelingen maandenlang geprobeerd om BHV te splitsen. Ze is daarin echter niet geslaagd. Het was wachten tot de liberalen aan de onderhandelingstafel plaatsnamen om de splitsing van BHV zonder toegevingen en compensaties voor de Franstaligen erdoor te krijgen. Net als de heer De Wever kan ik op mijn beurt verkiezingspamfletten van de N-VA citeren.
De heer Huub Broers (N-VA). - De heer Tommelein zou beter in een cabaretgezelschap optreden.
Mevrouw Liesbeth Homans (N-VA). - Mevrouw Temmerman heeft aangegeven dat de regering hard heeft moeten snoeien in de financiële middelen. Ze riep haar collega's in de Vlaamse regering op om die bezuinigingen binnen de Vlaamse begroting te compenseren. Kan ze toelichten hoe sp.a dat concreet wil invullen? In 2012 zal de Vlaamse regering nog honderden miljoenen moeten zoeken om de begroting in evenwicht te krijgen.
De heer Peter Van Rompuy (CD&V). - Ik wil de heer Vanlouwe vragen wat de visie van de N-VA is over structurele hervormingen op economisch vlak. De partij verwijst altijd naar de Europese aanbevelingen. Ik heb lang gezocht naar wetsvoorstellen van de N-VA tot uitvoering van de Europese aanbevelingen, maar noch in de Kamer, noch in de Senaat heb ik er een gevonden.
De heer Bart Laeremans (VB). - De uitspraken van de heer Anciaux over BHV verbazen me in hoge mate. Hij stelt dat het akkoord niet in het voordeel van de Brusselse Vlamingen is. Wat een eufemisme! Het is een liquidatie van de Brusselse Vlamingen. Stemmen voor de Brusselse Vlamingen heeft geen zin meer. Alle vijftien Kamerleden uit Brussel zullen Franstalig zijn. Dat is het ergste wat de Brusselse Vlamingen kon overkomen.
De heer Anciaux zegt dat alle partijen het erover eens waren. Dat klopt niet. Hij moet er de wetsvoorstellen maar eens op nalezen die tijdens de vorige legislatuur door alle Vlaamse partijen gezamenlijk zijn ingediend. Er was een lijstverbinding in het vooruitzicht gesteld tussen de Vlaamse partijen uit Brussel en uit Vlaams-Brabant. De Vlaamse stemmen zouden niet verloren gaan. Dat zal nu wel het geval zijn. Vijftigduizend Vlaamse stemmen zullen verloren gaan, terwijl de stemmen van de Franstaligen in de Rand wel een of meer Kamerzetels zullen opleveren. Die discriminatie wordt nu ingevoerd.
Dat brengt me bij het Brussels Gewest. Twee jaar geleden erkende een prominente Brusselse Vlaming, een zekere Vic Anciaux, dat de oprichting van het Brussels Gewest als derde gewest een echte vergissing was. Hij had echt spijt want het Brussels Gewest was volgens hem op alle vlakken een fiasco. Nu wil de meerderheid, met Bert Anciaux, van Brussel een supergewest maken. Hij mag trots zijn.
Mevrouw Marleen Temmerman (sp.a). - Ik betreur, samen met mevrouw Vogels, dat we niets voor de leeflonen konden doen. De sp.a heeft nu eenmaal niet al haar strijdpunten kunnen binnenhalen. Het is positief dat de index niet is gesneuveld, maar de lage leeflonen blijven een bekommernis. We vinden het spijtig dat de groenen niet meer aan de onderhandelingstafel zaten toen over het sociaaleconomische werd onderhandeld.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik verduidelijk voor mevrouw Homans dat mijn fractievoorzitster in haar toespraak de twee andere partijen van de Vlaamse regering inderdaad heeft opgeroepen om na te denken over Vlaamse alternatieven om energiebesparende maatregelen te stimuleren. Het is aan de Vlaamse regering om te beslissen over haar budget, ook al is dat niet eenvoudig in tijden van besparingen. In de politiek moet men echter keuzes maken.
Ik kan de heer Laeremans geruststellen dat mijn visie voor 99% overeenstemt met die van mijn vader. Als ik mij niet vergis, was het de heer François Perin die destijds de ideale combinatie gewest-gemeenschap met plaats- en persoonsgebonden aangelegenheden heeft geïntroduceerd. Mogelijk zijn er toen foute keuzes gemaakt. Maar we kunnen vandaag niet doen alsof Brussel niet bestaat. Ik heb het over bevoegdheden die in het verleden tussen plaats- en persoonsgebonden materies werden opgedeeld. In verband met de overheveling van sommige delen van de sociale zekerheid, is het niet vanzelfsprekend dat men in Brussel zo maar kan kiezen tussen Nederlands- of Franstalig. De realiteit is complexer dan we dachten. Het vraagt moed om toe te geven dat we vandaag andere keuzes maken dan we in het verleden voor ogen hadden.
De heer Ludo Sannen (sp.a). - Mevrouw Homans vraagt concrete voorstellen. Hoewel we het debat van de Vlaamse begroting niet in de Senaat hoeven te houden, bestaat er in Vlaanderen wel een systeem van premies. Voor mij zijn premies het meest geschikt en het meest sociaal verdedigbaar om energiebesparende maatregelen te promoten bij mensen die het echt nodig hebben. Er bestaat nu al een renovatiepremie. Mijn voorstel is om de 30 miljoen euro van de kindpremie in de renovatiepremie te stoppen om zo de armste gezinnen te steunen om hun woning te isoleren met dubbele beglazing, zodat hun energieverbruik daalt.
Mevrouw Mieke Vogels (Groen!). - Men moet ophouden met in het kader van de armoedebestrijding te wijzen naar het feit dat de loonindexering werd behouden. Als het brood 2 euro duurder wordt, dan krijgt een leefloontrekker 1,5 euro extra, maar u, mevrouw Temmerman, krijgt 20 euro erbij. Dat is de werking van de indexering. Het is geen instrument om de armoede te bestrijden.
Mevrouw Liesbeth Homans (N-VA). - Mijnheer Sannen, u zit ook in het Vlaams Parlement, dus u kent het Vlaams regeerakkoord. De kindpremie staat in het regeerakkoord en wordt nu uitgevoerd. Ik heb begrepen dat gezinnen met kinderen voor de sp.a, in tegenstelling tot ons, absoluut niet belangrijk zijn. Ik stel voor dat u deze boodschap overmaakt aan de twee sp.a-ministers in de Vlaamse regering.
Mme Christine Defraigne (MR). - Nous allons nous répartir la tâche. J'en laisserai pour les collègues qui souhaitent s'exprimer mais il est vrai que je ne reconnais pas les habitudes du Sénat. Je présume qu'il s'agit d'une innovation.
Je suis d'accord avec vous, madame Temmerman. Quel est l'intérêt débattre d'une déclaration gouvernementale qui a été votée il y a deux jours dans l'autre assemblée ? Je crois qu'il ne faut pas bouder notre plaisir. Nous avons au moins l'opportunité de faire un débat sur une déclaration gouvernementale, ce que nous n'imaginions même plus depuis dix-huit mois. Qui aurait dit qu'après cet interminable enlisement, ce marasme, ce marécage « dépressogène » d'un an et demi, nous aurions enfin un gouvernement de plein exercice ? À ceux qui ont utilisé la stratégie du délitement, de l'implosion, du coup d'État par érosion, se sont opposés des hommes et des femmes de bonne volonté. Face à ceux qui n'ont eu pour étendard que le pourrissement, se sont levés des hommes et des femmes qui ont au moins le sens de l'État, des hommes et des femmes qui ont oublié les calculs électoraux, qui ont oublié les stratagèmes, pour redessiner un nouveau modèle fédéral belge. Certains ont fait des compromis mais aussi des sacrifices. Certains ont été contraints de s'amputer d'une partie de leur formation politique. C'était le prix à payer pour sortir de ces sables mouvants et de l'engloutissement qui nous gagnait peu à peu.
Aujourd'hui, j'ai l'impression d'entendre un débat flamando-flamand. J'ai entendu les invectives, les réponses. Mais j'ai surtout entendu un discours dépourvu de contenu, un discours fait de jérémiades, un discours fait de « Calimero », un discours fait de frustrations, M. Beke l'a dit.
Mais l'avancée institutionnelle est bien réelle. Elle est à nos portes. Si certains n'avaient comme slogan que la soupe et la bouillie, nous leur avons opposé la construction, nous leur avons opposé la refondation, nous leur avons opposé la réforme. Certains ont préféré parler de la couleur des tentures et des motifs du tapis alors que le feu était aux portes de la maison. Certains ont préféré jouer au poker, certains ont préféré spéculer, mais ils ont sabordé la cause qu'ils prétendaient défendre. Eh bien, je vous dis non, tous les Flamands ne sont pas séparatistes. Oui, il y a encore moyen de faire des accords dans ce pays. Oui, ce pays a un sens monsieur De Wever.
Chers collègues, nous sommes des élus, nous sommes des femmes et des hommes, des citoyens qui vivent au coeur des préoccupations de notre population. Depuis que je suis née, cela fait quand même déjà quelques années, je n'ai jamais perçu autant d'angoisse, autant d'appréhension.
Il est vrai que la crise cogne dur. Il est vrai qu'elle n'a pas fini de frapper. Mais nous ne pouvons pas rester sourds, nous ne pouvons pas rester les bras ballants, nous ne pouvons pas rester inertes. C'est un effort colossal qui est demandé et personne n'a l'audace, l'effronterie, de dire que ce sera indolore. Chacun sait que l'effort de guerre qui est demandé à nos concitoyens sera dur. Mais il fallait travailler, avec une ligne de conduite. Ce fil conducteur, c'est vrai que ma formation a essayé de l'imprimer. C'est vrai que nous avons essayé de donner une empreinte bleue. Cette empreinte bleue, c'est de dire qu'il valait mieux toucher au train de vie de l'État, à son aspect dispendieux et ne pas augmenter les impôts ; qu'il valait mieux éviter les gaspillages et préserver tant que faire se peut la vie des ménages.
Alors, oui, il a fallu tracer de nouvelles épures budgétaires. Oui, on était parti d'une épure de 1,6% de croissance qu'il a fallu revoir à la baisse. Oui, au départ, la proportion entre l'économie sur les dépenses publiques et les recettes était peu équilibrée. Oui, nous avons dit que tous les niveaux de pouvoir devaient contribuer. Parce que la maison Belgique est une entité seule et unique. Parce que nous devons répondre à l'Europe pour l'ensemble des entités fédérées et que les entités fédérales et fédérées doivent, ensemble, fournir l'effort budgétaire.
M. Morael a quitté l'hémicycle, mais m'entendra peut-être. Il n'était pas concevable, d'une part, d'adopter des budgets soumis à une norme de croissance de 1,2% tout en sachant, d'autre part, que le Conseil supérieur des finances avait limité celle-ci à maximum 0,8%. Oui, il fallait être cohérent.
Alors, chers collègues, il a fallu préserver le travail, premier lien d'insertion sociale. Le travail, premier maillon de la vie en société, doit être protégé. Pour nous, ce n'est pas un signe extérieur de richesse. Comme nous l'avons dit et redit, les personnes qui travaillent, qui veulent travailler et qui ont travaillé doivent être préservées. Elles sont le moteur de notre économie.
Nous avons dès lors plaidé pour que les impôts sur les bas salaires soient revus à la baisse. Nous avons dit « bas les pattes du compte épargne ». Nous avons essayé de préserver les titres-services et leur déductibilité. Pourquoi ? Parce que les gens, pas ceux qui se lèvent tard mais ceux qui se lèvent tôt, ceux qui vont bosser, ceux qui doivent être aidés dans leur vie quotidienne, eh bien, ils ont le droit de bénéficier d'un tel système, qui est tout sauf du luxe. Ce système permet de solvabiliser la demande. Il a permis de créer 130 000 emplois, notamment au profit d'un public précarisé.
Certains ont donné l'impression que toutes les formations n'avaient pas été prises en compte dans la négociation. Or, chaque formation a apporté sa pierre à l'édifice. Chaque formation a accepté des compromis.
On a brandi les intérêts notionnels. Finalement, le système a été maintenu. Le supprimer aurait été une erreur tragique car il en aurait découlé une immense insécurité. Et ceux qui voulaient supprimer ce système sont ceux-là même qui le vantent lorsqu'ils se trouvent à l'étranger. En le supprimant, nous aurions pratiqué la politique de la terre brûlée et envoyé le signal du chaos. Par contre, nous avons accepté de revoir le système, de l'amender, d'en faire profiter davantage les PME.
J'ai aussi entendu dire qu'aucun signal d'espoir n'avait été envoyé, que ce budget - même si l'expression n'a pas été employée comme telle - correspondait à un encéphalogramme plat. Je ne suis pas d'accord : ce budget apporte de l'oxygène, de l'espoir. Je pense, par exemple, à l'exonération des cotisations sociales pour les trois premiers emplois créés dans les PME.
Il importe de faire des économies et de traquer les gaspillages, mais il faut aussi des recettes nouvelles. À cet égard, nous considérons - M. Magnette a refilé la patate chaude à son collègue du cdH - que la rente nucléaire doit rapporter davantage.
De même, nous avons plaidé avec acharnement, probablement plus que d'autres formations, pour que le secteur bancaire, qui a reçu beaucoup d'aide, contribue davantage encore. Nous allons en outre continuer à réclamer une intensification de la lutte contre les fraudes fiscale et sociale.
Parallèlement, des réformes structurelles s'imposent. On peut évidemment diaboliser ceux qui ont réclamé des mesures en matière de chômage mais cette réforme devait absolument être abordée, courageusement. Il faut en effet une certaine audace pour oser dire que le stage d'attente ne peut être une sorte d'inertie mais bien une véritable insertion. Nous devions aussi répondre à l'Europe qui demandait une dégressivité accrue. Il ne s'agit nullement de chasse aux sorcières ; c'est une façon d'aller de l'avant, de mener des réformes et de renoncer à certaines vieilles recettes.
J'aborde à présent un domaine qui m'est cher : la justice. Elle doit se moderniser, s'informatiser, être accessible et performante. Elle doit également assurer l'exécution des sanctions prononcées.
Le débat a abordé certains points sensibles dont les peines incompressibles que je préfère appeler peines de sûreté. Nous avons entendu la voix de la population, sans démagogie. Nous avons entendu les millions de personnes qui ont clamé « plus jamais ça » et qui ont demandé que les auteurs des crimes les plus odieux, des crimes de sang, des crimes contre les enfants, que ces individus qui ont agi sans états d'âme et sans aucune morale sachent de quelle peine ils allaient véritablement écoper.
Nous avons renforcé les conditions de la libération conditionnelle et nous avons prévu la notion de récidive de crime sur délit. Nous avons entendu la voix de la population et nous allons instaurer des peines de sûreté pour les crimes les plus graves - et cela n'a rien de scandaleux.
Le défi est immense : remettre la Belgique sur pied, en ordre de marche. Les hommes et les femmes de ce pays en valent véritablement la peine. Nous devons aussi leur expliquer que les hommes et les femmes politiques sont dignes d'eux, qu'ils ont des valeurs, qu'ils sont dignes de foi et de confiance. Contrairement à ceux qui agitent des leurres, des mirages, des fumigènes, des illusions, nous apportons la construction et l'espoir.
C'est la raison pour laquelle notre formation soutiendra loyalement cet accord de gouvernement.
Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). - De eerste minister startte zijn regeringsverklaring met de mededeling dat Jacques Brel en pater Damiaan symbool staan voor onbaatzuchtigheid en tolerantie. Wat de Vlaming Jozef De Veuster betreft, heeft hij overschot van gelijk. Wat Jacques Brel betreft, vergist hij zich schromelijk. Brels visie op de Vlamingen en zeker op diegenen die voor Vlaamse autonomie opkomen, is bekend. Mag ik zijn lied Les Flamingants in herinnering brengen? Les Flamingants staat trouwens symbool voor de manier waarop de Franstalige partijen met Vlaams-nationalisten omgaan en hen bejegenen.
« Messieurs les flamingants, je vous emmerde », chantait Brel, « (...) et je vous interdis d'obliger nos enfants qui ne vous ont rien fait, à aboyer flamand. (...) Et si mes frères se taisent, et bien tant pis pour elles. Je chante, persiste et signe : je m'appelle Elio Di Rupo », je m'excuse, Jacques Brel.
De belofte van de premier om `hard te werken aan zijn Nederlands' maakt op mij geen indruk. Iemand die de ambitie heeft premier van dit land te worden, moet perfect tweetalig zijn. Het volgen van een snelcursus Nederlands behoort trouwens niet tot het takenpakket van een eerste minister. Het feit dat hij nauwelijks Nederlands spreekt, betekent dat hij tot op heden nooit enige belangstelling heeft gehad voor Vlaanderen of de Vlamingen. Zijn charmeoffensief bekoort misschien enkele naïevelingen, maar zijn zeemzoete sirenenzang klinkt mij heel vals in de oren.
Laten we niet vergeten wie deze premier echt is. Hij is al jarenlang de voorzitter van de Parti Socialiste, de partij die alles vertegenwoordigt wat Vlamingen en Vlaanderen niet willen: financieel gesjoemel, vriendjespolitiek en een sociaal pamperbeleid op kosten van een ander. Sois belge et tais-toi, is echt niet aan mij besteed.
Deze Belgische regering door de Vlamingen wordt niet gesteund, maar uitgespuwd. Ze beschikt in Vlaanderen niet over een democratisch draagvlak.
De regering heeft geen democratische legitimiteit in het licht van de verkiezingsuitslag. Niet alleen omdat het alleen de verliezende pseudo-Vlaamse partijen zijn die deze regering gestalte geven, maar ook en vooral omdat het regeerprogramma het tegenovergestelde is van wat de verkiezingsuitslag naar voren bracht.
Vlaanderen koos uitdrukkelijk voor diepgaande communautaire hervormingen door massaal voor de V-partijen te stemmen. De B-partijen werden fors afgestraft.
Wat we nu krijgen is zelfs geen schijn van Copernicaanse omwenteling. Integendeel, het is Belgische recuperatie. Overal in Europa verdwijnen socialisten van de macht. En wat gebeurt hier? Vlaanderen stemde in overweldigende mate rechts, maar wordt andermaal een linkse regering opgesolferd die onder de knoet van de PS ligt. Het linkse Wallonië van de PS-staat triomfeert andermaal en meer dan ooit tevoren. Het rechtse Vlaanderen staat er voor de zoveelste keer verweesd bij.
Maar er is meer. Voor het eerst sinds mensenheugenis heeft deze regering in Vlaanderen zelfs formeel geen democratische legitimiteit omdat ze langs Nederlandstalige kant niet eens over een meerderheid beschikt.
Waar is de tijd dat de toenmalige kopman van CD&V, de heer Leterme, luid en duidelijk verkondigde dat hij een regering die niet over een Vlaamse meerderheid beschikt, van Opgrimbie tot De Panne zou bestrijden. `Dat zal niet passeren. Dan bevechten we u te land, ter zee en in de lucht, van Opgrimbie tot De Panne.' Hoe zit het nu met de heer Leterme? Mais bon: Paris vaut bien une messe. Waar is onze goede vriend Leterme nu naartoe? Toch wel naar Parijs zeker! Wat Verhofstadt in 2007 alleen maar durfde te suggereren, maar door de CD&V-kopman, terecht, als totaal ondenkbaar met de grond gelijk werd gemaakt, wordt nu door CD&V zelf zonder verpinken gerealiseerd.
Deze regering heeft evenmin een democratische legitimiteit omdat ze ook op het uitvoerende vlak meer Franstalige dan Nederlandstalige ministers telt. Er is een heel schimmenspel over opgevoerd. Men probeerde deze schande te verdoezelen door het toevoegen van staatssecretarissen, maar erg subtiel is het niet. Een staatssecretaris is immers steeds toegevoegd en dus ondergeschikt aan een minister. Hij maakt geen deel uit van de Ministerraad, waar de beslissingen genomen worden, en kan absoluut geen koninklijke besluiten of wetsontwerpen indienen zonder de handtekening van zijn voogdijminister. Hij is dus geen beleidsuitvoerder van de voogdijminister, alleen een marionet.
De feiten zijn wat ze zijn, ze kunnen niet worden verdoezeld. Er is een Franstalige eerste minister, er zijn drie Franstalige en drie Nederlandstalige vice-eersteministers en drie Franstalige en drie Nederlandstalige ministers. Dus zeven Franstaligen tegenover zes Nederlandstaligen. Bovendien staat deze regering onder leiding van een Franstalige eerste minister die niet eens in staat is de taal van de meerderheid in dit land behoorlijk te spreken of zelfs maar een normaal gesprek te voeren in onze taal.
Wat spreekt de eerste minister nu eigenlijk: `Vlans' of `Fraams'?
De Vlaamse meerderheid heeft in dit apenland al heel veel gezien aan Vlaamse machtsabdicatie, heeft al heel veel vernederingen en beledigingen moeten slikken en een zware prijs moeten betalen op het vlak van macht, grond, mensen en materiële middelen. Zo diep als nu echter zijn we in lange tijd niet meer gevallen. Hoe komt dat? Omdat er nog altijd Vlaamse collaboratiepartijen zijn die bereid worden gevonden voor het smeer door het stof te kruipen.
Aan CD&V komt de oneer toe om voor dit alles de hoofdverantwoordelijkheid te dragen. Dat sp.a en Groen! voor een links beleid kiezen ligt in de natuur der dingen. We zijn van hen ook helaas gewoon dat ze niet de Vlaamse, maar wel de Belgische kaart trekken. Van CD&V had ik iets anders verwacht. CD&V zat tenslotte op de wip en had de sleutel in handen om het politieke gebeuren in dit land in de ene of de ander richting te doen kantelen. CD&V had de politieke hefbomen in handen om Vlaanderen verregaand te verzelfstandigen, maar heeft die kans grandioos verspeeld. Dit zal voor CD&V absoluut geen zegetocht worden naar een roemrijke overwinning. Het wordt een lijdensweg naar een verpletterende nederlaag. In sommige steden, bijvoorbeeld Antwerpen, de stad waar ik vandaan kom, is CD&V al zo bang dat het al compromissen en kartels sluit met de socialisten nog voor de gemeenteraadsverkiezingen in aantocht zijn. De verantwoordelijkheid van CD&V is loodzwaar. CD&V trekt met deze voor Vlaanderen verkeerde strategische keuze het Vlaamse volk mee het diepe in, mee de Waalse beerputten in. De partij zet daarmee de Vlaamse welvaart en het Vlaamse welzijn op het spel. Daarvoor zal ze vroeg of laat door de kiezers ter verantwoording worden geroepen.
Spijtig genoeg heeft de crisis van de voorbije regeringsonderhandelingen meer dan ooit duidelijk gemaakt dat dit land geen toekomst meer heeft, dat het aan het einde van zijn Latijn is en dat deze regering niet meer is dan een van de laatste stuiptrekkingen van het Belgische systeem. De crisis heeft meer dan ooit aangetoond dat het niet meer lukt om deze twee volkeren in één land te besturen en dat er maar één oplossing is om het Vlaamse volk en het Waalse volk te geven waar ze recht op hebben: de boedelscheiding. De regering kan nog even de doodsstrijd rekken, maar verliest daarmee zeer veel kostbare tijd en energie. Uiteindelijk zal toch moeten worden uitgevoerd wat de Belgische en Waalse krachten nog een laatste maal hebben kunnen verhinderen: de verdere ordelijke opdeling van dit land.
De N-VA, waarvan ik had verwacht dat ze voor zo een ordelijke opdeling zou kiezen, heeft gekregen wat ze de eerste dag heeft gevraagd, namelijk Di Rupo als premier. Ondertussen staat de N-VA, zoals ze aan het Vlaams Belang verweet, zelf ook aan de zijlijn. Ik vind er overigens niets verkeerds of oneerbaars aan om aan de zijlijn te staan, maar de N-VA staat er vandaag een beetje beteuterd bij. Ze mag nu samen met ons - wij, die al jaren zeggen dat we niet moeten onderhandelen, maar handelen naar Vlaamse onafhankelijkheid - op de oppositiebanken plaatsnemen. Durft ze nu nog altijd geen duidelijke keuze te maken voor een ordentelijke opdeling? De N-VA heeft tot mijn grote teleurstelling ook gebrek aan moed en durf. Ze blijft volhouden dat het land zal verdampen, maar het enige dat zal verdampen door dit tijdverlies en gebrek aan moed, is de Vlaamse bevolking en haar welvaart en niet de Belgische staat. Moed en durf zijn nodig om keuzes te maken.
De dag dat de centen van Vlaanderen op zijn, zal het land niet verder verdampen, maar zal het onmiddellijk ophouden te bestaan. Stop er dus mee het geld van de Vlamingen te laten verdampen! De centen van de Vlamingen zijn nog het enige wat dit land bij elkaar houdt. Het gebrek aan moed en durf van de N-VA zal er mede voor zorgen dat Vlaanderen en de Vlaamse bevolking de prijs zullen betalen in de vorm van ernstig welvaartsverlies. Dat betreur ik ten zeerste.
Ik ben trouwens blij dat de N-VA - wellicht tot eigen scha en schande - ondervonden heeft dat het onmogelijk is met Franstaligen nog compromissen te sluiten. Enkel de Vlaamse onafhankelijkheid is een solvabel alternatief.
Deze regering is een regering van moeten en niet van kunnen. De druk van de financiële markten was dwingend. Pas na zware internationale druk, na de stijging van de rente op Belgisch papier tot zes procent en de ratingverlaging van Standard & Poor's op 26 november, is er een regeringsverklaring en een regering gekomen.
Standard & Poor's verlaagde onlangs ook de kredietwaardigheid van Vlaanderen. Net zoals voor België daalde de rating met een stapje. Dit ratingbureau is - volgens mij terecht - van mening dat Vlaanderen onvoldoende autonome financiële armslag heeft en dus met België mee het diepe in gaat. Vlaanderen moet door België meer rente betalen als het geld gaat lenen. Er wordt blufpoker gespeeld met geld van de Vlamingen en met de toekomst van Vlaanderen. Iedereen weet dat structurele hervormingen nodig zijn. Die krijgen we echter absoluut niet met dit regeerakkoord.
Het is juist dat er een begin wordt gemaakt van de herstructurering van de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld met de werkloosheidsuitkeringen, de pensioenen en de brugpensioenen. Het blijft echter bij een zeer schuchter begin en de kloof met onze buurlanden en andere EU-landen blijft nog altijd zeer groot. Het verschil met Frankrijk, Duitsland en Nederland neemt weliswaar een beetje af, maar is geenszins weggewerkt.
Bovendien worden de diverse maatregelen, vooral in verband met de pensioenen en de arbeidsmarkt, geleidelijk of na een paar jaar ingevoerd. Dat is gebleken uit de concrete vragen die de heer De Wever stelde. Andere maatregelen worden naar de sociale partners doorgeschoven, zoals de discussie over het eenheidsstatuut, of zullen in de toekomst verder worden uitgewerkt. Dat is geen grondig werk.
De regering gaat uit van een veel te optimistische groeiprognose van 0,8%. Eind vorige maand verklaarde de OESO dat de eurozone in een recessie zit, die weliswaar nog mild is, en dat de groei er volgend jaar beperkt zal blijven tot 0,2%. Voor België bedraagt de gemiddelde groeiprognose die de grootbanken en ook de OESO vooropstellen, slechts 0,3%. De recente rente-opstoot tot maar liefst 5,66% voor tienjarig papier bij de veiling op 28 november laatstleden zal in de toekomst gevolgen hebben voor de rentelast. Daardoor zal de regering bij de begrotingscontrole waarschijnlijk 1,3 miljard extra moeten besparen om haar doelstellingen te halen.
Conclusie: op sociaal en economisch vlak is de enige prognose die klopt, die van de schuldenberg, die exponentieel groeit.
Dan is er nog het veelbesproken sixpack. Dat is niet het sixpack dat ons als Vlamingen en Walen wel nog bindt - de zes biertjes in een verpakking. Het gaat om de EU-aanbevelingen. Daaraan voldoet dit regeerakkoord absoluut niet.
De heer Tommelein verkoopt het regeerakkoord met het argument dat het Europese sixpack gehaald moest worden. Dat vind ik in dit regeerakkoord niet terug. Wanneer ik de zes punten overloop, dan geef ik het regeerakkoord een rapport van 1,5 op 6, niet echt een deliberatiecijfer, maar wel een dikke onvoldoende. Het enige wat Open Vld binnenhaalt, zijn de maatregelen voor de financiële sector die door Europa gevraagd werden. Het blijkt dan om de bankentaks te gaan en om wat paniekvoetbal met waarborgen voor Dexia. Daar geef ik ze toch een punt voor. Het halve punt krijgen ze voor de vage toezegging dat de productiecapaciteit van Electrabel enigszins beperkt zal worden ten voordele van andere spelers.
De structurele afbouw van de tekorten in 2011 en 2012 is veel te laag. Er is ook geen koppeling van de wettelijke pensioenleeftijd aan de levensverwachting. De ontwikkeling van de lonen en van de arbeidscompetitiviteit worden evenmin op elkaar afgestemd. Van een verlaging van de parafiscaliteit op arbeid is al helemaal geen sprake.
De heer Bart Tommelein (Open Vld). - Ik lig helemaal niet wakker van de punten die onze fractie van het Vlaams Belang krijgt. De reactie van de Europese instanties op het regeerakkoord is veel belangrijker. Voor zover ik weet was die reactie niet negatief en alleszins veel positiever dan die van het Vlaams Belang.
De heer Ludo Sannen (sp.a). - Als ik het goed begrepen heb, vindt het Vlaams Belang dat wij de pensioenleeftijd van 65 jaar moeten optrekken.
Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). - Ik heb gezegd dat het Europese sixpack duidelijk bepaalde maatregelen vraagt van ons land. Ik heb die zes maatregelen overlopen. Ten eerste vraagt de EU een structurele afbouw van de tekorten. Dat staat niet in het regeerakkoord en ons land zal dus niet voldoen aan de eis van de versnelde afbouw van het begrotingstekort. Ten tweede is er geen koppeling van de wettelijke pensioenleeftijd aan de levensverwachting, zoals de EU vraagt. Open Vld heeft hier niet gescoord. De maatregelen voor de financiële sector zijn beperkt tot bankentaks en paniekvoetbal.
Dit regeerakkoord is een zware dobber voor de gezinnen. Er wordt bespaard, maar er komen ook nieuwe belastingen en iedereen zal dat voelen. De bevolking zal dat niet alleen voelen in het dagelijkse leven, maar ook door de stijging van de roerende voorheffing, door de stijging van de accijnzen, door de stijging van de btw op digitale televisie, waarmee het kijk- en luistergeld weer wordt ingevoerd. Het aantal dienstencheques dat fiscaal kan worden ingebracht, wordt beperkt en de kostprijs per cheque wordt opgetrokken. Dan zijn er nog de diverse maatregelen die op papier niet erg lijken, maar die de gezinnen in hun budget zullen voelen. Het betreft onder meer de bankentaks van 578 miljoen, de nucleaire rente van 550 miljoen, maar ook het superdividend van Belgacom ten belope van 500 miljoen euro. Dat zal allemaal aan de gezinnen worden doorgerekend. En dan hoop ik dat de meeste kostwinners hun job kunnen behouden, want ook de bedrijven zullen het moeilijk krijgen, met ontslagen tot gevolg.
Ook op andere vlakken voldoet het regeerakkoord helemaal niet.
Het onderdeel over veiligheid en justitie zal voor de gezinnen niet leiden tot de verhoopte drastische ommekeer in het veiligheidsbeleid waarvoor ze hebben gekozen. Er worden stappen in de goede richting gedaan, maar het gaat vooral om opgewarmde kost. Ondanks een zeer beperkt aantal fragmentarische verschuivingen naar de deelstaten, blijft justitie nog steeds een federaal bastion en dat betreur ik.
Met het vlinderakkoord - eigenlijk een strikakkoord, want het zal voor de Vlamingen een serieuze valstrik blijken -, werd een unieke kans gemist om justitie aan de deelstaten toe te wijzen en een oplossing aan te reiken om de diepgaande meningsverschillen inzake justitie tussen Vlamingen en Franstaligen te stoppen. Het Vlaams Belang is bijgevolg allesbehalve onder de indruk van de wijziging van de wet-Lejeune. De aanpassingen zijn zo beperkt en op zo weinig gevallen van toepassing, dat ze in de praktijk nauwelijks voor verandering zullen zorgen. Voor 99,9% van de veroordeelden blijft een laks strafbeleid gehandhaafd. Hoewel in het regeerakkoord wordt beweerd dat `eenmaal de straf wordt opgelegd, ze effectief en coherent moet worden uitgevoerd', leidt een passage in de volgende bladzijde ertoe dat de opgelegde straf helemaal niet effectief zal worden uitgevoerd.
Het elektronisch toezicht voor personen die een korte straf is opgelegd, zal worden uitgebreid. Ook dat willen wij niet. Het blijft hallucinant dat gevangenisstraffen tot drie jaar in dit land niet moeten worden uitgezeten en worden vervangen door gediversifieerde maatregelen, zoals ze in het regeerakkoord worden genoemd.
Dat deze regering nog meer verdachten op de samenleving loslaat, is een regelrechte sabotage en ondermijning van het werk van de politiediensten, parketmagistraten en onderzoeksrechters. De regering belooft, net als een paar van haar voorgangers, dat criminele vreemdelingen hun straf in hun thuisland zullen moeten uitzitten. Ik hoop dat dit waarheid zal worden. Hoop doet leven, maar helaas ook de zotten in vreugde leven! Tot op heden zijn dergelijke overeenkomsten in de praktijk zeer zelden ten uitvoer gelegd. Ik ben dan ook helemaal niet onder de indruk van het akkoord inzake veiligheid en justitie. Ik blijf erbij dat een moderne en efficiënte justitie binnen een Belgisch kader onmogelijk is. Kortom, la justice des rois nègres était plus efficace.
Aan Vlaamse kant is het regeerakkoord bijna uitsluitend door heren onderhandeld. Er is hier ook geen vrouwelijke minister meer aanwezig. Het mogen dan wel heren zijn, mannen zijn het niet. Ze hebben zich laten rollen als kleine kinderen. Ze bleken de schildknapen van de formateur. Ze zullen als schandknapen de geschiedenis van Vlaanderen ingaan.
De Vlaming is op financieel vlak en op het vlak van veiligheid en justitie verraden. Over het verraad inzake het akkoord over Brussel en BHV zal mijn collega Laeremans het straks hebben. Ten slotte is hij ook verraden in het immigratiedossier. Er was plechtig beloofd dat er geen collectieve regularisaties zouden komen. De meerderheid vergeet er wel bij te zeggen dat het huidige systeem van individuele regularisaties behouden zal blijven. Daardoor hebben jaar na jaar tientallen illegalen een verblijfsvergunning gekregen.
Deze minderheidsregering verraadt Vlaanderen en levert ons stukje voor stukje over aan buitenlanders. De Vlaamse leden van de minderheidsregering verkwanselen de toekomst van ons land en ons grondgebied. Die buitenlanders moeten zelfs niet eens Nederlands leren om in Vlaanderen te kunnen komen wonen en sociale voordelen te genieten. Waarom zouden ze ook Nederlands leren, als een nagenoeg eentalige Waal met allochtone roots het tot premier kan schoppen? Volgens het regeerakkoord moet een van de drie landstalen gekend zijn. Een Marokkaan zal zich dus in Vlaanderen kunnen vestigen als hij in Brussel of Wallonië een inburgeringscursus in het Frans heeft gevolgd.
Als de Franstaligen zo graag asielzoekers en illegalen opvangen, dan moeten ze dat maar doen in hun gemeenten en op kosten van hun OCMW's. Voor het Vlaams Belang zijn er al meer dan genoeg. Ik stel de volgende ruil voor. Wij houden het geld van de transfers en we sturen ter compensatie als multiculturele verrijking alle asielzoekers en illegalen naar Wallonië, waar ze er zo dol op zijn.
Mijn arrogante voorstellen sluiten aan bij de arrogante houding van de regering die in dit land een Belgisch-Frans apartheidsregime heeft geïnstalleerd. België is verworden tot een pseudodemocratie waar de minderheid over de meerderheid regeert, net zoals in Afrikaanse landen waar een Tutsi-minderheid regeert over een Hutu-meerderheid. De media en de internationale gemeenschap maakten destijds veel misbaar over het blanke minderheidsregime in Rhodesië. De Waalse ministers zwaaien als buitenlandse overheersers de plak over het Vlaamse wingewest, met als belangrijkste opdracht de inboorlingen uit te persen. Een kolonie moet immers geld opbrengen.
Natuurlijk krijgen ze daarbij de enthousiaste steun van Vlaamse collaborateurs die graag een graantje meepikken. De nieuwe regering is geen federaal bestuur, maar is in Afrikaanse termen een koloniale regering die in Vlaanderen niet eens een democratische meerderheid heeft. Met dit regeerakkoord en deze Belgisch-Franse regering zijn we nu officieel de eerste Europese bananenrepubliek. Ik feliciteer de meerderheid daarmee.
Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Mevrouw Van dermeersch weet wat mijn grootvader voor de Vlaamse beweging heeft betekend. Ik ben zelf bijzonder trots op de emancipatiestrijd die hij destijds heeft gevoerd. Op het einde van zijn leven had hij evenwel een nieuwe versie van het Gebed voor het vaderland; die begon met: `Heer, laat het klootjesvolk der oude Nederlanden ... niet ondergaan.' Die nieuwe versie kwam er omdat hij zeer teleurgesteld was in wat een deel van de Vlaamse beweging met zijn erfenis heeft gedaan. Na de rede van mevrouw Van dermeersch vandaag weet ik heel zeker dat hij het onder andere over het ideeëngoed als dat van haar had. Hij zou zich terecht afkeren van dat deel van de Vlaamse beweging dat alleen kritiek geeft op anderen en een premier veroordeelt omdat hij een migrant is.
M. Francis Delpérée (cdH). - En cette fin d'après-midi, je me limiterai à trois sujets : la Constitution, le parlement et le gouvernement.
En ce qui concerne la Constitution, huit formations politiques ont rédigé, le 11 octobre dernier, un accord institutionnel qui s'intitule « Un État fédéral plus efficace et des entités plus autonomes ». Cet accord fait partie intégrante de l'accord gouvernemental.
Il s'agit d'un accord politique qu'il faudra donc transcrire dans les textes juridiques appropriés : la Constitution, des lois spéciales, des lois ordinaires et, dans d'autres assemblées, des décrets spéciaux ou ordinaires, sans oublier les accords de coopération entre l'État fédéral et les collectivités fédérées ou entre des collectivités fédérées. Permettez-moi cette formule : un travail de Dieu le père...
Je n'ai pas de conseil à vous donner, monsieur le ministre, mais je me dis que si vous voulez faire oeuvre utile, si vous voulez travailler dans des délais raisonnables, vous allez devoir respecter quelques préceptes méthodologiques. Je me permets d'en évoquer trois : rapidité, solidarité, loyauté.
Rapidité parce que, comme le dit le proverbe, « il faut battre le fer quand il est chaud ». Il faut, pendant l'hiver, poursuivre sur la voie qui a été tracée au début de l'automne.
La deuxième règle est celle de la solidarité. Le Sénat est une chambre de réflexion. Il peut aussi être une chambre de rédaction. Il n'a pas peur de vous faire une offre de services. Sachez, en tout cas, que vous pourrez compter sur nous pour transposer, comme on dit en droit européen, des intentions politiques en textes juridiques.
La troisième règle est celle de la loyauté. Des accords ont été pris. Ils doivent être respectés, ils doivent être exécutés. Il n'y a pas lieu de sortir des chemins balisés. Nous attendons de vous qu'avec l'aide de vos secrétaires d'État, vous veilliez au respect des balises d'ores et déjà inscrites dans l'accord institutionnel.
En ce qui concerne les chambres législatives, l'accord institutionnel ne nous a évidemment pas laissés indifférents ni quant au sort réservé à la Chambre des représentants ni quant au sort promis au Sénat.
En ce qui concerne la Chambre, les partenaires gouvernementaux et les formations écologistes envisagent de porter la législature à cinq ans. Fort bien. C'est la mesure préalable qui doit être adoptée si l'on veut arriver, un jour, à une rationalisation de notre calendrier politique et électoral.
Les mêmes partis ont entrepris de réorganiser le paysage électoral, notamment autour de Bruxelles. Voici de longues années que je préconise le vote alternatif dans la périphérie bruxelloise. J'y vois une solution simple, souple, respectueuse des droits du citoyen et des principes de liberté et de confidentialité du vote. Je me réjouis par conséquent du choix de cette formule pour les électeurs des six communes périphériques. Ceux-ci auront le choix de joindre leurs voix à celles des électeurs bruxellois, francophones ou flamands, ou à celles des électeurs brabançons flamands.
En ce qui concerne le Sénat, je dois bien dire que vous avez cédé un peu à la facilité en proclamant urbi et orbi que le Sénat ne serait plus une assemblée permanente. C'est une formule de style, soit dit en passant. Si je suis bien informé, la Chambre des représentants ne siège pas non plus tous les jours de la semaine et certains parlements régionaux siègent une semaine sur deux ou sur trois. Mais là n'est pas l'essentiel !
L'essentiel, c'est la composition du Sénat. De manière assez logique, l'accord prévoit la création d'un Sénat des Communautés et des Régions, d'un Sénat composé pour sa plus grande part de parlementaires élus à l'occasion de scrutins organisés dans les communautés et dans les régions.
L'essentiel, ce sont aussi les attributions de notre Sénat rénové. Reconnaissons que, sur ce terrain-là, les choses sont esquissées de manière on ne peut plus schématique. Il faudra ouvrir ce chantier.
Ma conviction est simple : le Sénat doit renoncer, en fait comme en droit, à exercer une sorte de contrôle politique sur le gouvernement. En revanche, il peut remplir un rôle utile pour la préparation des lois, l'initiative des lois, la rédaction des lois, l'évaluation des lois, l'évocation des lois, le dialogue à instaurer avec les autorités communautaires ou régionales, le dialogue à organiser avec les autorités européennes, la discussion des traités internationaux.
Je suppose que le Comité parlementaire du « suivi des réformes institutionnelles » que l'accord institutionnel envisage de créer vous fera des propositions concrètes dans le prolongement des termes de la déclaration gouvernementale.
J'en viens à mon troisième sujet, le gouvernement.
Samedi dernier, la Chambre des représentants a accordé la confiance au gouvernement par 89 voix contre 54. Je me réjouis de ce vote. Le Roi vous a investis de vos fonctions ; la Chambre vous a confortés dans cette position.
Lors des débats parlementaires, il a été reproché au gouvernement de ne pas représenter à suffisance les deux grandes communautés composant notre pays. Certains ne manquent pas de parler de faute politique, voire de violation de la Constitution. Pour tout dire, certains vont jusqu'à contester la légitimité de votre équipe.
Le raisonnement ne me convainc pas, et ce, pour deux raisons.
Tout d'abord, le raisonnement part d'un postulat politique : les partis francophones auraient tout fait pour composer à l'automne un gouvernement sans majorité dans le groupe linguistique néerlandais. C'est un contresens flagrant. L'adhésion des forces écologistes à l'équipe Di Rupo aurait permis d'éviter ce genre de querelle. Treize voix supplémentaires, dont six flamandes, auraient suffi à la Chambre des représentants.
Ensuite, le raisonnement ne tient pas non plus la route d'un point de vue juridique. Certes, la règle de parité qu'exprime l'article 99, alinéa 2, de la Constitution - autant de ministres d'expression française que néerlandaise - est l'une des plus importantes de la Constitution fédérale d'après 1970. La répartition des postes ministériels doit se faire sur une base linguistique, mais aussi communautaire.
Il faut cependant tenir compte du principe de continuité du fonctionnement de l'État. Au cours d'une législature de quatre ans, les Belges ont droit à un gouvernement de plein exercice durant une période raisonnable. Nul parti politique n'est habilité à bloquer indéfiniment la formation d'un tel gouvernement.
S'il faut choisir entre un gouvernement déséquilibré et pas de gouvernement du tout, ne faut-il pas choisir la constitution d'un gouvernement en léger déséquilibre, qui permet d'assurer sans désemparer la continuité de l'État et la gestion des affaires publiques ? Après plus d'un an et demi de crise, poser la question, c'est déjà y répondre.
Monsieur le vice-premier ministre, nous sortons d'une longue crise et la continuité a été préservée - il faut s'en féliciter - par le gouvernement sortant, qui a assuré la gestion du pays dans les conditions que réclamaient l'urgence et la nécessité.
Toutefois, aujourd'hui, la continuité et la gestion des affaires courantes ne suffisent plus. Dans un monde, et spécialement une Europe, en changement profond, pour ne pas dire en crise profonde, la Belgique a besoin d'un nouveau dynamisme et, oserais-je dire, d'un nouvel humanisme.
Le premier ministre nous a dit qu'il nous fallait créer une nouvelle Belgique.
Je me permets d'ajouter : il nous faut de nouveaux Belges.
Il nous faut de nouveaux Belges qui laissent de côté leurs nostalgies, qui oublient leurs lassitudes, qui dissipent leurs peurs, qui acceptent de marcher ensemble dans un État fédéral qui sera profondément restructuré demain, mais dont les traits essentiels auront été préservés.
Il nous faut de nouveaux Belges qui n'écouteront pas les sirènes du séparatisme, qui ne choisiront pas la voie de la provocation, qui emprunteront la voie de la coopération, qui voudront construire, jour après jour, la maison commune, la maison fédérale.
Ces Belges-là, je souhaite qu'ils retrouvent aujourd'hui l'espoir. Je souhaite qu'ils sortent de ce mauvais cauchemar qui habitait leurs esprits depuis un an et demi.
Monsieur le vice-premier ministre, ne les décevez pas ! Ne nous décevez pas ! Cultivez avec nous ce que Péguy appelait la petite fleur de l'espérance !
Il n'est pas besoin de dire que le cdH apportera au gouvernement son soutien dans cette entreprise utile, dans cette entreprise nécessaire. L'avenir de notre pays en dépend.
De heer Bart Tommelein (Open Vld). - Eindelijk! Dat is het gevoel dat bij veel burgers overheerst. Na 541 dagen staat de teller eindelijk stil. De institutionele crisis en de eurocrisis brachten ons twee weken geleden aan de rand van de afgrond. Onze samenleving, economie en staatsstructuren stonden onder grote druk. Meer zelfs, we stonden op het punt te breken.
Een bedrijfsleider maakte onlangs op het Voka-congres de vergelijking tussen het nakende breekpunt in onze samenleving in haar geheel en het breekpunt van metaal: `Het voordeel van net voor het breekpunt te zitten, is dat de veerkracht net dan op zijn grootst is.' Ook bij metaal wordt het maximum aan energie net voor het breekpunt bereikt.
De vergelijking met het huidige regeerakkoord kon niet duidelijker zijn. We beschikken net nu over veel energie om weer recht te veren.
Ik stel tevreden vast dat niet alleen de coalitiepartners inzetten op het herstel. Ook de burger zelf heeft twee weken geleden massaal ingezet op de veerkracht van ons land. Het definitieve bedrag dat de voorbije week werd opgehaald met de uitgifte van de staatsbon bedraagt 5,7 miljard euro. De afgelopen week tekenden meer dan 270 000 landgenoten in op de staatsbon.
Wat mij betreft, was dit een bijzonder krachtig signaal van onze landgenoten. Net op het moment dat sommigen dachten dat het vertrouwen in het bestuur van ons land gebroken was, net op het moment dat sommigen dachten dat het `Fukushimamoment' was aangebroken, gaf de burger een duidelijke motie van vertrouwen in het land.
Voor u staat, tot spijt van sommigen wellicht, geen regering van technocraten. Voor ons liberalen is de democratie het hoogste goed. Een regering van technocraten is de totale afwijzing van de politiek en is wat mij betreft bijzonder beangstigend. Onze vrijheid behoeft geen technocraten.
De wanhoopskreet naar een regering van technocraten was nochtans begrijpelijk. De koppigheid en het gebrek aan compromisbereidheid van sommigen leidde het land, de ondernemingen en de welvaart regelrecht naar de afgrond. De irritante wijze waarop ultieme vergaderingen implodeerden tot een schertstoneel, werkte velen op de zenuwen. Het eindeloos rondjesdraaien en het verkondigen van het eigen grote gelijk klonk misschien goed voor een bepaalde achterban, maar bracht geen zoden aan de dijk.
In tegenstelling tot zij die gingen voor het grote gelijk en bij mislukkingen telkens de schuld in de schoenen schoven van de gesprekspartners, deden de partijen die een regering hebben gevormd datgene wat de kiezer van ons verwacht, namelijk werken aan een antwoord op de uitdagingen. Terwijl sommigen meer heil zagen in het belijden van wat ik het Calimerosyndroom noem, deden anderen datgene wat nodig was, namelijk moedig zijn: ideologie verzoenen met pragmatisme.
Voor u ligt het resultaat van die partijen die tot de finish hebben onderhandeld. Zowel het communautaire akkoord als het regeerakkoord zijn historische mijlpalen, niet omdat ze liberaal zijn en volledig op onze wensen ingaan, maar omdat onze problemen zelden zo diep zijn geanalyseerd. Niet alleen wordt onze staatsstructuur radicaal hernieuwd, deze regering maakt in één beweging komaf met problemen die decennia aansleepten. Sommigen vragen zich af wat we hebben gedaan voor de splitsing van BHV. Welnu, dat punt staat al veertig jaar op de agenda. Het werd in de Kamer in 2007 goedgekeurd, maar nooit gerealiseerd.
De heer Bart Laeremans (VB). - Het is helemaal niet hetzelfde als in 2007!
De heer Bart Tommelein (Open Vld). - U bent er alleszins nooit in geslaagd, mijnheer Laeremans, om de splitsing in het parlement te realiseren. U maakt uw kiezers wat wijs.
Zelden is de ambitie zo groot geweest en zelden werden de akkoorden ook zo gedetailleerd neergeschreven.
Ce qui se conçoit bien s'énonce clairement et les mots pour le dire arrivent aisément.
Voor mijn fractie moet een goed akkoord voldoen aan enkele duidelijke criteria. Vooreerst moet het de werkelijkheid correct inschatten. Goede politiek is eerlijke politiek. Zonder taboes moet een lijst worden gemaakt van de maatschappelijke problemen die een dringende oplossing behoeven.
Ik overloop er enkele: de vergrijzing behoeft een bijsturing van de pensioenen, de tweedeling tussen arbeiders en bedienden is achterhaald en remt de tewerkstelling, het werkgelegenheidsbeleid moet korter op de bal kunnen spelen, een daadwerkelijke activering is nodig en de overheid moet komaf maken met hangmatregelingen zoals de wachttijden. Alleen zo worden de knelpuntberoepen daadwerkelijk weggewerkt.
Tegelijkertijd dwingt de crisis ons tot forse besparingen en daar gaat iedereen iets van voelen. Dat is het eerlijke verhaal. Zij die ook vandaag beweren dat de grootste begrotingsinspanning die we ooit hebben gekend, mogelijk is zonder dat iedereen dit voelt, doen aan volksverlakkerij.
Vanuit die vaststelling hebben we werk gemaakt van een daadwerkelijke sanering van de overheid. Zo wordt bij de overheid 1,3 miljard euro recurrent bespaard. Sommige collega's laten het voorkomen alsof er niets wordt bespaard. Van het overheidspersoneel zal slechts één op vijf vertrekkers worden vervangen en ook de overheidsbedrijven leveren in.
Bij de sociale zekerheid wordt 2,4 miljard bespaard. Naast het beperken van de groeinorm tot 2% wordt 738 miljoen euro extra bespaard in de ziekteverzekering. Daarnaast wordt een rem gezet op de bovenmatige groei van de sociale zekerheid, zonder dat dit ten koste gaat van de patiënt. Dat zijn allemaal punten waarmee sommige partijen naar de kiezer zijn getrokken.
Ik kom tot mijn tweede criterium om te spreken van een goed akkoord. De besparingen moeten hoofdzakelijk structureel zijn. Ik noem de meest in het oog springende besparingen. Het tijdskrediet en de loopbaanonderbrekingen worden ingeperkt en gerationaliseerd. Ze worden niet afgeschaft. Er wordt komaf gemaakt met de wachtuitkeringen en de werkloosheidsuitkeringen worden duidelijk degressief gemaakt. Ook het systeem van de brugpensioenen wordt afgeschaft.
Vele heilige huisjes waarvan elkeen dacht dat ze onaantastbaar waren, worden structureel hervormd. Deze regering zal ingrijpen in die regelingen die onbetaalbaar dreigden te worden. Niemand mag veroordeeld worden tot een leven van uitkeringen!
Bij de uitvoering van die maatregelen zijn vrijheid en verantwoordelijkheid leidende begrippen voor deze regering. We schrijven niemand af en spreken iedereen aan. Ik illustreer dit met een concreet voorbeeld. Het probleem van de vergrijzing wordt eindelijk structureel aangepakt. Hierbij worden geen symboolmaatregelen, maar concrete maatregelen getroffen.
We hebben de pensioenleeftijd inderdaad niet van 65 jaar tot 67 jaar opgetrokken, zoals in veel andere landen. Sommige partijen hadden dat blijkbaar liever gezien. Het vervroegd pensioen zal vanaf 2016 pas mogelijk zijn vanaf 62 jaar en enkel als de loopbaan minimaal 40 jaar bedraagt. Jammer dat de heer De Wever al vertrokken is, want ik kan hem van antwoord dienen op al zijn verklaringen die hij daarnet voor de camera's heeft afgelegd. Wij waren geen vragende partij voor een debat, maar blijkbaar vond een grote oppositiepartij het nodig om de show te komen stelen in een instelling die ze liefst afgeschaft ziet.
Mevrouw Liesbeth Homans (N-VA). - Ik dacht dat het de bedoeling was dat de regering een verklaring kwam afleggen en dat het Bureau had beslist een debat te houden.
De N-VA vindt de Senaat inderdaad een overbodige instelling, maar als het Bureau de regering naar de Senaat laat komen, hebben wij toch het recht een debat aan te gaan. Of mogen we alleen luisteren naar wat de regering te zeggen heeft?
De heer Bart Tommelein (Open Vld). - U mag dat inderdaad doen. Ik zeg alleen dat Open Vld geen vragende partij was voor een debat. Ik geef echter inhoudelijke argumenten en kom hier niet de show stelen.
Ook de overheidspensioenen worden hervormd. De leeftijdsgrens bij het overheidspensioen zal verschuiven van 60 jaar naar 62 jaar. Voor het voltijdse overheidspensioen wordt het minimale aantal gewerkte jaren opgetrokken van de huidige 17 jaar naar minimaal 35 jaar. Van een aardverschuiving gesproken.
De berekening van de pensioenen zal geschieden op de lonen van de laatste tien jaar. Dat is een structurele hervorming die een blijvend en steeds sterker effect zal hebben op de overheidsfinanciën. Ook in de gelijkgestelde periodes voor het pensioen wordt krachtig gesaneerd. Zo zal de derde periode van de werkloosheid niet meer meetellen voor het pensioen.
Met dit regeerakkoord wordt een fundamentele omslag gemaakt. Dit land past zich aan de nieuwe werkelijkheid aan. Geen gekakel, maar eieren leggen, is wat telt.
Zo wordt ook het probleem van de achterhaalde tweedeling van de arbeidsmarkt structureel aangepakt. Onze arbeidsmarkt is te archaïsch. Door ze te moderniseren zullen we het aantal mensen die aan de slag zijn optrekken. Een dubbele tang, die bestaat uit het verhogen van de mobiliteit op de arbeidsmarkt - wij gaan nu mensen vragen een betrekking te aanvaarden die op zestig kilometer van hun woonplaats ligt - en het meer activeren van de werkzoekenden, waarbij de werkloosheidsvallen worden weggewerkt, is de sleutel van het beleid.
De Gewesten zullen het activeringsbeleid nog concreter kunnen sturen. Ook hier maken we de omslag van het wafelijzerfederalisme naar een volwassen federalisme. Jammer dat N-VA er niet bij was. We kunnen het hier echt hebben over een ommekeer. Een in mijn ogen onverdachte bron, The Economist, sprak naar aanleiding van het regeerakkoord niet voor niets over `the end of the Belgian waffle'.
Het flexibiliseren van werk wordt ook gerealiseerd door het versoepelen van de weekregeling van achtendertig uur. Er zal worden overgeschakeld naar een werkperiode op jaarbasis. Dat stelt ondernemingen in de gelegenheid om arbeid te organiseren naargelang van de economische cyclus. Het is een moderne benadering van arbeid, die zowel de werkgelegenheid als de ondernemingen ten goede komt.
Wat onze fractie bijzonder verheugt, is de strijd tegen fiscale en sociale fraude, die in een hogere versnelling gaat. Mijn Oostendse vriend van een andere partij, de heer John Crombez, zal zeker op onze steun kunnen rekenen. De regering zal eindelijk werk maken van de kruising van databanken, waardoor de cumulatie van uitkeringen en werk automatisch wordt gedetecteerd. Besparingen zullen veel realistischer worden dan in het verleden, toen er met de natte vinger geraamd werd.
Aldus komt het regeerakkoord tegemoet aan één van de verzuchtingen van mijn partij. Reeds jaren heerst er schroom om de sociale fraude aan te pakken. Dat taboe wordt doorbroken. Fraude met misbruik van uitkeringsgelden door een enkeling schaadt de integriteit van het overgrote deel van de uitkeringsgerechtigden die terecht een beroep doen op een uitkering. Uitkeringsfraude ondermijnt de betaalbaarheid van onze sociale zekerheid en moet daarom hard worden aangepakt. De maatschappij moet misbruik voorkomen van de voorzieningen die zijn bedoeld om mensen een menswaardig inkomen te geven. Ook hier werd tijdens de onderhandelingen een kloof overbrugd die weinigen overbrugbaar achtten.
Dit bijzonder gedetailleerde deel van het regeerakkoord illustreert de uitgesproken wil van de partijen om ideologische verschillen te overstijgen. Dat doen we. We stellen vast dat fraude onvoldoende wordt aangepakt en dat dit nefast is voor het rechtvaardigheidsgevoel van de burger. We komen tot een totaalbenadering die de kern van het probleem aanpakt. Het verheugt onze fractie dat een specifiek wetsvoorstel hierover wordt overgenomen in het regeerakkoord. Eindelijk zal werk worden gemaakt van gegevensuitwisseling en -kruising van databanken van derde instanties.
Samengevat komt het erop neer dat de gegevens die reeds voorhanden zijn, over water- en elektriciteitsverbruik, dienen te worden gekoppeld aan het dossier van de uitkeringsbegunstigde. Een zeer laag water- en elektriciteitsverbruik is immers een sterke aanwijzing dat mensen niet wonen op het adres waar zij hun uitkering ontvangen.
Mevrouw Mieke Vogels (Groen!). - De heer Tommelein begon met te zeggen dat hij zeer blij was met de strijd tegen de fiscale en sociale fraude. Dan volgt een litanie van maatregelen tegen sociale fraude, waarbij hij bij sommige mensen - we hadden het zo-even over de veel te lage sociale uitkeringen - miljoenen euro's wil gaan besparen. Er bestaat een uitdrukking die zegt dat je een kei niet kan stropen. Laat hij vooral niet denken dat hij daar miljoenen euro's vindt.
Nu wens ik van hem te vernemen wat hij zal doen om de fiscale fraude aan te pakken, want daar is volgens mij veel meer te halen.
De heer Bart Tommelein (Open Vld). - Mevrouw Vogels, u zal het mij niet kwalijk nemen dat het mijn rol als fractieleider van de liberale meerderheidspartij is ervoor te zorgen dat beide fraudes worden aangepakt. Terwijl de collega's van andere fracties misschien de nadruk willen leggen op de aanpak van de fiscale fraude, zullen wij er in deze coalitie vooral voor moeten zorgen dat ook de sociale fraude wordt aangepakt. Ik heb geen enkel probleem met de aanpak van de fiscale fraude. Het verhaaltje dat de liberalen voor fiscale fraude zijn, zou ik uit de wereld willen helpen. Ik heb er ook geen enkel probleem mee om de laagste uitkeringen te verhogen, maar dan moet u, mevrouw Vogels, aanvaarden dat fraude met uitkeringen ook hard wordt aangepakt. Ik wil dat de uitkeringen gaan naar de mensen die het echt nodig hebben en niet naar degenen die via een vals domicilie proberen uitkeringen op te strijken die ze niet nodig hebben en die ze in feite niet verdienen.
Mevrouw Mieke Vogels (Groen!). - Er is de voorbije jaren al heel wat gedaan tegen de sociale fraude, mijnheer Tommelein. Nu doet u alsof er nog niets gedaan werd. Ik ben zelf jaren lid geweest van de OCMW-raad in Antwerpen. Daar konden we dankzij de sociale kruispuntbank heel wat fraudeurs elimineren. U zult mij niet horen pleiten voor sociale fraude, maar ik zou graag hebben dat uw fractie even creatief wetsvoorstellen indient om de fiscale fraudeurs te pakken. Ik geef u op een blaadje dat dit veel moeilijker is. Laat dus uw creativiteit werken op dat gebied. Bovendien zal het veel meer opbrengen.
De heer Bart Tommelein (Open Vld). - Ik weet dat mevrouw Vogels er nauwgezet zal op toezien dat de regering ook de fiscale fraude aanpakt. Ik heb daar geen probleem mee en zal die aanpak steunen. Het fabeltje dat de liberalen de fiscale fraude niet willen aanpakken moet de wereld uit.
Ik heb enkel aangegeven dat er nieuwe systemen bestaan. Dankzij de koppeling van de gegevensbanken van nutsmaatschappijen met dossiers van uitkeringsgerechtigden werden in Nederland in 2008 meer dan 110 000 frauderende Nederlanders betrapt. Dat kan nu ook bij ons en het staat zwart op wit in het regeerakkoord. Dat getuigt van een nuchtere en pragmatische benadering.
Een andere maatregel die de werkgelegenheid en de kmo's een stevige duw in de rug geeft, is de vermindering van de sociale bijdragen bij de indienstneming van de eerste drie werknemers.
Waar nodig hebben wij afstand gedaan van onze stokpaardjes. Zo wordt in de notionele intrest het tarief voor grote bedrijven aangepast naar 3%. Die prijs moest worden betaald. Voor de kmo's wordt het voorkeurtarief behouden. Zo wordt niet geraakt aan de groeimotor bij uitstek inzake werkgelegenheid.
De nieuwe regering staat ook voor een stevig veiligheidsbeleid. De heer De Wever heeft vanmiddag gezegd dat de onderhandelaars daaraan minder tijd hebben besteed dan aan de verdeling van de postjes, maar dat klopt niet. Ik zie trouwens dat hij de zaal heeft verlaten zodra over de inhoud werd gedebatteerd.
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Waar is uw fractie?
De heer Bart Tommelein (Open Vld). - Als fractieleider heb ik mijn fractieleden die vanavond andere verplichtingen hadden, de toestemming gegeven om weg te gaan. Ik heb niet om dit debat gevraagd. De heer De Wever wou wel een show opvoeren.
Zoals gezegd staat de regering ook voor een stevig veiligheidsbeleid. Justitie bevindt zich nog steeds te veel in de twintigste eeuw. Ook hier worden drastische stappen gedaan. Het aantal gerechtelijke arrondissementen wordt gehalveerd. Ook zal worden ingezet op management, met concrete beheersovereenkomsten per arrondissement waaraan concrete werkmiddelen worden verbonden. Ook voor Justitie is responsabilisering het devies. Naast de voorzitters van de rechtbanken zullen er voltijdse beheerders komen, er wordt voorrang gegeven aan de informatisering, en het familie- en het erfrecht zullen worden gemoderniseerd. Ook komen er nieuwe sancties: de vermogenssancties. Op die manier wordt eindelijk werk gemaakt van een kaalplukbeleid tegenover criminelen.
Veel collega's kennen mijn gedrevenheid in de strijd tegen de hormonenmaffia en delen met mij deze inzet. Zij zullen graag horen dat men aldus eindelijk de kopstukken van de hormonenmaffia kan kaalplukken.
Verder wordt de wet-Lejeune aangescherpt en zullen de door de vorige regering aangekondigde gevangenissen ook daadwerkelijk worden gebouwd. De snelrechtprocedures zullen ruimer worden toegepast.
Inzake asiel en migratie wordt eveneens een psychologische kaap gerond. De afspraken zijn klaar en duidelijk en de maatregelen overstijgen duidelijk de zogenaamde links-rechtstegenstelling. Er komt een daadkrachtig beleid dat de procedures drastisch zal versnellen en beperken tot maximaal zes maanden. Alleen materiële hulp zal worden aangeboden om te vermijden dat nieuwe mensen worden aangezogen. Er komt ook een lijst van veilige landen die bijdraagt tot het stoppen van de instroom. Daarnaast is er één staatssecretaris bevoegd, mevrouw De Block, die onder Justitie ressorteert. Ik ben bijzonder verheugd dat er een centrum komt voor delinquente asielzoekers. Als lokaal mandataris in Oostende kan ik persoonlijk getuigen over de problematiek van de transitillegalen en garandeer mevrouw Piryns dat heel veel politiezones zitten te wachten op deze maatregelen. Met dit asielbeleid geven we invulling aan het principe dat elkeen zijn steentje moet bijdragen in onze maatschappij, ook de nieuwkomers. Deze regering zet krachtig in op het herstellen van het evenwicht tussen rechten en plichten. Daarbij past een stevig asiel- en migratiebeleid, dat hard is waar nodig, maar ook ons hart toont aan de eerlijke asielzoekers en politieke vluchtelingen. Het wordt moeilijker om naar ons land te komen en er worden inderdaad meer inspanningen gevraagd van de asielzoekers. Alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat ook asielzoekers volwaardig lid kunnen worden van onze maatschappij. Ik twijfel er niet aan dat we over de partijgrenzen heen verder kunnen werken aan een beleid gestoeld op de voorgaande principes.
Een laatste criterium voor een goed akkoord is dat het gedragen wordt door alle partijen die eraan deelnemen. De discussies hebben ervoor gezorgd dat het akkoord bijzonder gedetailleerd is en het cement zeer stevig.
Gezien mijn spreektijd beperkt is, zal ik over het communautair akkoord niet punt per punt de enorme verwezenlijkingen overlopen. De acht partijen hebben een titanenwerk verricht en zichzelf overstegen. Er komt een overdracht van liefst 17 miljard euro, een nooit gezien transfer. In onze opinie zijn vooral de sterke sociaaleconomische hefbomen voor Vlaanderen bijzonder belangrijk. Ik heb het over de activering en het doelgroepenbeleid. Zelfs in de sociale zekerheid zijn taboes doorbroken die tot voor kort onhaalbaar bleken. Ik verwijs naar de RSZ-kortingen, de kinderbijslag en de rusthuizen. Homogene bevoegdheidspakketten zoals woonbeleid en mobiliteit worden getransfereerd. Ondanks de enorme toename inzake fiscale autonomie stellen sommigen, tegen beter weten in, dat er geen vette vis te vinden is. Zo zou de fiscale autonomie volgens sommigen niet ver genoeg gaan. Vreemd genoeg stellen dezelfde partijen in de Vlaamse regering dat er wel een vette vis is binnengehaald. De vis is zelfs zo vet dat de Vlaamse regering bij monde van haar minister-president aangeeft dat Vlaanderen een aparte rating moet krijgen van de kredietbeoordelaars wegens de grotere fiscale autonomie ten gevolge van de zesde staatshervorming. Als mevrouw Homans het licht van de zon wil ontkennen, kan ze dit aankaarten in het Vlaams Parlement.
De fiscale autonomie van Vlaanderen gaat van 20% naar 35%.
Vlaanderen en Wallonië krijgen de mogelijkheid om de belastingen en de loonkost te verlagen. Ook op de responsabilisering wordt sterk ingezet door de fiscale autonomie en het `juste retour'-principe. En ja, er is nog sprake van solidariteit, maar ze wordt geschoeid op een andere leest. Ze is immers beperkt en transparant.
De angel bij uitstek die de verhoudingen in ons land al decennia lang verziekt is eruit. BHV wordt na 40 jaar eindelijk gesplitst, zuiver en zonder beloningen voor balorige burgemeesters. Met dit akkoord nemen de acht partijen een wissel op de toekomst. Ik kan begrijpen, mijnheer Broers, dat u dat niet leuk vindt, maar wij hebben het gesplitst, jullie niet.
De heer Huub Broers (N-VA). - Had het gelaten zoals het was, het was beter dan nu!
De heer Bart Tommelein (Open Vld). - Ik begrijp dat u een probleem hebt, aangezien de splitsing van BHV de belangrijkste levenslijn is van uw partij. Het oplossen van dit probleem zal ertoe leiden dat we tussen de Gemeenschappen en de Gewesten eindelijk op een volwassen manier kunnen samenwerken, zonder communautaire stoorzender en dit om de burgers beter te dienen. Laat ons immers niet vergeten wat het doel is van deze staatshervorming, alvast wat de acht partijen betreft, namelijk te komen tot een betere staatsstructuur die de burgers, de economie, het bedrijfsleven en de samenleving beter dient.
E is tevens veel ruimte gemaakt voor politieke vernieuwing. Ik ga hier dieper op in omdat onze fractie hieromtrent menig wetsvoorstel heeft ingediend en omdat één van de grote delen van de politieke vernieuwing de afschaffing van de Senaat betreft.
U zult het met mij eens zijn dat het debat dat we hier vandaag voeren typerend is voor het hoge surrealistische gehalte dat tegenwoordig in de Senaat heerst. Terwijl deze regering sinds zaterdag officieel uit de startblokken is gegaan, doen we hier vandaag dit debat nog eens over, maar dan zonder te kunnen besluiten met een vertrouwensstemming.
Ik wil geen afbreuk doen aan dit debat, maar u zult het met me eens zijn dat we de tijd die deze Senaat nog rest nuttiger hadden kunnen doorbrengen.
Uiteraard vereist dit een akkoord van alle partijen, meerderheid en oppositie. Deze laatste heeft haar rechten en mogelijk wil zij die integraal uitputten in de Senaat. Indien dit zo zou zijn, zullen wij zeker volgen. Maar misschien kunnen we ook proberen een andere weg in te slaan, tot een akkoord te komen en te eindigen in schoonheid. In plaats van de debatten uit de Kamer nog eens kort over te doen, zou de Senaat kunnen beslissen de werkzaamheden te concentreren rond enkele thema's die passen bij de traditie van deze Hoge Vergadering.
Ik verwijs onder meer naar de oproep van enkele partijen om in de Senaat ruimte te maken voor de ethische kwesties. Ik geef eerlijk toe dat ethische kwesties in het regeerakkoord voor ons onvoldoende aan bod komen. Er wordt weliswaar geen klem gezet op de ethische kwesties, maar een aanmoediging om verdere stappen te zetten is er ook niet. Hier zie ik in de volgende jaren een kerntaak voor de Senaat weggelegd. De Senaat zal in zijn laatste jaren een aantal zaken moeten aanpakken. Het zou een gemiste kans zijn mocht hij in zijn laatste levensfase niet dezelfde rechten willen toekennen aan iedereen.
Politici hebben de plicht de bezorgdheden van de mensen te vertalen in beleid. Inzake ethische kwesties is het voor onze partij een conditio sine qua non hierover te kunnen praten en eventueel maatregelen te nemen.
Het maatschappelijke draagvlak voor verfijning en uitbreiding van de regelgeving rond euthanasie en het levenseinde is groot. Mensen willen het recht zelf te beslissen om met hulp van hun arts een zachte, pijnloze dood te sterven. Diegenen die kiezen voor euthanasie, moeten ervoor kunnen kiezen. Zij die kiezen voor palliatieve zorg moeten er ook voor kunnen kiezen.
Ik wil dan ook vanop dit spreekgestoelte uitdrukkelijk de hand reiken aan alle andere partijen van meerderheid en oppositie om samen werk te maken van een gezamenlijk voorstel dat de partijgrenzen overstijgt.
Het lijkt me ook wenselijk dat de Senaat zich concentreert op de uitvoering van de communautaire akkoorden en de politieke vernieuwing. Ook op dat vlak heeft de Senaat een bijzondere expertise opgebouwd. De Senaat wordt meer dan ooit een ontmoetingsplaats voor de Gemeenschappen in ons land. Hij zal zowel de uitgelezen plaats zijn om zich uit te spreken over samenwerkingsakkoorden tussen de Gewesten en Gemeenschappen en de federale staat, als tussen de Gewesten en Gemeenschappen onderling. Doordat er opnieuw een pak bevoegdheden zal worden overgedragen naar de deelstaten, zal er in de toekomst meer dan ooit nood zijn aan een kamer die zich uitspreekt over conflicterende regelgeving. Waarom de Senaat geen adviesfunctie toekennen bij wetsontwerpen?
Er is tevens dringend nood aan een assemblee die zich, los van het beleidsgericht wetgevende werk, in alle rust kan buigen over de evaluatie van wetten. Er kan niet worden ontkend dat er nog te veel wetten en andere regels worden goedgekeurd die, eens ze in werking getreden zijn, blijven bestaan zonder dat ze op later tijdstip geëvalueerd worden. Vele wetten hebben nood aan een grondige actualisatie van hun inhoud, sommige wetten bestaan nog, ondanks het feit dat ze totaal geen nut meer hebben, of meer zelfs, contraproductief zijn. Een hervormde Senaat zou ook deze taak tot de hare kunnen maken, naar het Duitse voorbeeld van de Bundesrat.
Ik lanceer dan ook een oproep om ernstig na te denken over de verdere rol van dit orgaan. Gezien sommigen dit orgaan nog willen laten bestaan in een beperkte rol zal het concreet taken moeten toegewezen krijgen.
De heer Bart Laeremans (VB). - De heer Tommelein spreekt van een beperkte rol voor de Senaat. Toevallig is afgelopen donderdag op het Bureau gebleken dat men dat aan Franstalige kant helemaal anders bekijkt. De heer De Decker heeft daar vlakaf gezegd dat de Senaat in de toekomst veel belangrijker wordt dan hij vandaag is.
Kan hij daarmee akkoord gaan?
De heer Bart Tommelein (Open Vld). - De heer Laeremans weet zeer goed dat de afschaffing van de Senaat in ons programma stond. In het compromisakkoord wordt de Senaat niet afgeschaft, maar hervormd. Als de Senaat toch blijft bestaan, pleit ik ervoor hem zinvol werk te laten leveren. Misschien kan dat belangrijker zijn dan een kopie te spelen van de Kamer. De Senaat zelf zal daar tot op zekere hoogte over moeten debatteren en beslissen.
Ik herhaal mijn oproep om ernstig na te denken over de toekomstige rol van de Senaat.
Dit regeerakkoord is zeer verregaand en omvat vele delen. Aangezien meer dan een derde van de regeerperiode voorbij is, zullen we hier wellicht vele dagen slijten. We hebben nog steeds een bicameraal systeem, wat betekent dat we hier nog heel veel werk zullen moeten verrichten. Ik twijfel er niet aan dat zowel meerderheid als oppositie die inspanning graag willen leveren, omdat burgers en ondernemingen van ons land van ons niets anders verwachten.
Mijn fractie zal constructief en loyaal meewerken aan het welslagen van deze staatshervorming en dit regeerakkoord in al zijn deelaspecten. Ook zullen we indien nodig, naar de geest van dit akkoord proactief optreden indien de economische barometer van ons land op storm zou gaan staan. De burgers en de ondernemingen hebben het lange proces van politieke besluitvorming in dit land moeten ondergaan en dat heeft volgens onze partij alvast een groot voordeel: zelden is de wil om te slagen zo groot geweest. We hebben zeer diep gezeten, maar nu hebben we allen de veerkracht om de noodzakelijke en diepgaande hervormingen tot een goed einde te brengen. Samen met de acht partijen zullen we de staatshervorming doen slagen door dag en nacht samen te werken als dat nodig is.
Ons land, de burgers en de ondernemers hebben alles in huis om in de eenentwintigste eeuw te blijven groeien. Ik eindig niet met een Latijnse spreuk, maar met een uitspraak van Winston Churchill: `Een pessimist ziet een probleem in elke moeilijkheid. Een optimist ziet een mogelijkheid in elk probleem.' De partijen die zich achter de bereikte akkoorden scharen zijn duidelijk van de laatste school. Optimism is a moral duty.
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Mijnheer Tommelein, ik heb u en uw voorzitter, maar ook de heer Beke, een paar keer horen vermelden dat dit akkoord zowel op institutioneel als op sociaaleconomisch vlak een historisch akkoord is. Dat doet me denken aan toenmalig premier Verhofstadt, die in 2001 het Lambermontakkoord historisch vond. Voor hem was dat akkoord fundamenteel om orde op zaken te stellen in ons land. Er zou een einde komen aan de sociaaleconomische problemen. Het was wel een periode van economische groei, maar er werden geen reserves aangelegd. Dat zou veranderen, ons land zou een modelstaat worden. U zult zich ook wel herinneren dat we sindsdien op sociaaleconomisch vlak niet zijn vooruitgegaan, er werden geen reserves aangelegd. Op institutioneel vlak echter zijn we naar een totale chaos gegaan. Er zijn uitspraken gekomen van het Grondwettelijk Hof, waardoor we in de BHV-crisis terechtgekomen zijn. Met het huidige akkoord gaan we volgens mij niet naar een België dat op orde wordt gezet. We gaan opnieuw een chaos tegemoet. Er is inderdaad een overdracht van enkele beperkte bevoegdheden, maar niet van homogene bevoegdheidspakketten. Er zullen dus opnieuw meer bevoegdheidsconflicten ontstaan tussen de federale overheid en de Gemeenschappen en de Gewesten. Dit akkoord draagt opnieuw de kiem van een volgende institutionele crisis in zich.
De heer Bart Tommelein (Open Vld). - Mijnheer Vanlouwe, ik vind het bijzonder jammer dat u nogal smalend spreekt over het Lambermontakkoord. Dat akkoord gaf Vlaanderen onder meer de bevoegdheid over de burgemeesters. U hebt gezien waartoe dat geleid heeft: het binnenlands bestuur is in handen gekomen van Vlaanderen. Het akkoord was echter nog niet af. Ik herinner mij trouwens zeer goed dat toenmalig minister-president, Patrick Dewael, toen heeft toegegeven dat de fiscale autonomie nog niet ver genoeg ging. Met deze nieuwe hervorming gaan we een enorme stap vooruit inzake fiscale autonomie. U moet daar niet smalend over doen. Ik ben ervan overtuigd dat de staatshervorming nooit af zal zijn, net zomin als het sociaaleconomisch beleid in een land ooit af zal zijn. Wat de toekomstige discussies betreft, er zijn altijd pessimisten en optimisten.
Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Ik zal mij vandaag niet in hoofdzaak tot de regering richten, maar tot de collega's senatoren. Ik hoop dat men mij niet verdenkt van desinteresse of een gebrek aan respect voor de regering, dat is absoluut niet waar. Het is ook geen desinteresse voor de inhoud van het regeerakkoord. Ik denk wel dat onze kritiek al uitvoerig naar voren werd gebracht door de heer Van Hecke in de Kamer en door de heer Morael in dit halfrond. Ecolo en Groen! zijn eigenlijk de enige zusterpartijen die over de taalgrenzen heen nog durven en kunnen samenwerken. Ik sluit me dan ook aan bij alle uitspraken van de heer Morael, zeker wanneer hij stelt dat deze regering volgens ons inderdaad absoluut de foute budgettaire keuzes heeft gemaakt.
De mensen die het nu al het moeilijkst hebben, zullen inderdaad het zwaarst door de besparingen worden getroffen. De financiële sector wordt ongemoeid gelaten, de multinationals blijven grotendeels buiten schot. Zo blijft de notionele intrest op 3% behouden. Bovendien wordt hij helemaal niet gekoppeld aan de creatie van jobs. De leden van de meerderheid moeten de werknemers van ArcelorMittal maar eens vragen wat dat voor hen betekent. De werklozen en de werknemers krijgen de volle lading.
Tegen de collega's van sp.a en Open Vld zeg ik dat Europa ons inderdaad een aantal vragen heeft gesteld. Naast de punten waarnaar zij verwezen, heeft Europa echter ook nog heel wat andere vragen gesteld, die de collega's nu lijken te vergeten. Zo vraagt Europa dat uitkeringen tot boven de armoedegrens worden opgetrokken. Daarover staat niets in het regeerakkoord. Op de opmerking van mevrouw Vogels antwoordde mevrouw Temmerman dat de leeflonen dankzij de sp.a niet zullen dalen. Eigenlijk moet de partij zich schamen want de leeflonen moesten omhoog. De heer Tommelein zei dat hij wel een verhoging wilde. Welnu, dan had hij het moeten doen. De Europese eis is meer dan terecht. Alle minimumuitkeringen moeten tot boven de armoedegrens worden opgetrokken.
De heer Morael heeft al gewezen op het gebrek aan groene maatregelen in het regeerakkoord. De sp.a heeft op een gegeven moment gezegd dat dit de groenste regering ooit ging worden, quod non. In de regeringsverklaring repte de heer Di Rupo met geen woord over klimaat of milieu. Die uitdagingen zijn blijkbaar het vernoemen niet waard. Alles is blijkbaar al opgelost. De heer Magnette weet echter al te goed dat dit niet zo is. Hij heeft dan wel zijn vertrouwen uitgesproken in onze vertegenwoordigers in Durban. Hij mag terecht vertrouwen hebben in de heren Javaux en Calvo. De uitdagingen die op de Klimaattop zijn besproken, en waarover jammer genoeg geen akkoord is bereikt, zijn immens. De nieuwe regering negeert ze en dat vind ik onbegrijpelijk. Zodra de echte rekening voor de gevolgen van de klimaatopwarming zal worden gepresenteerd, zullen we weten wat een echte crisis is.
Mevrouw Temmerman heeft als enig lid van de meerderheid gesproken over ontwikkelingssamenwerking. Dat siert haar en ik weet dat zij dat thema zeer belangrijk vindt. De gevolgen van de klimaatopwarming laten zich nu reeds in het Zuiden voelen. Nu al zijn er miljoenen klimaatvluchtelingen en hun aantal zal alleen maar toenemen. Even praten over ontwikkelingssamenwerking en klimaatuitdagingen volstaat niet; er moet ook actie worden ondernomen.
Ik zou nog lang kunnen doorgaan met mijn kritiek op het regeerakkoord. Ik popel om het debat over asiel en migratie met mevrouw De Block aan te gaan. Hoe wil zij het humanitaire probleem dat nog altijd dagelijks mensen op straat worden gezet, op korte termijn oplossen? In het regeerakkoord wordt met de oprichting van lokale opvanginitiatieven een begin van een oplossing aangereikt. Als de regering echter tot de winter wacht, is het te laat. Tegen dat de opvanginitiatieven zijn uitgewerkt, hebben de betrokkenen een hele winter op straat doorgebracht.
Mevrouw De Block liet weten dat ze een maand zou zwijgen. Dat zal uiteraard ook niet voor een oplossing zorgen, maar ik hoop dat ze tijdens die maand iets doet.
Ik richt mij nu tot de voorzitster van de Senaat en wil ook de uitgestoken hand van mijnheer Tommelein en mevrouw Temmerman zeker aannemen. We moeten ons allemaal afvragen hoe we ons in de komende twee en een half jaar nuttig kunnen bezighouden in de Senaat. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we dan met trots de deur van de Senaat in zijn huidige vorm kunnen dichttrekken?
Ik heb het afgelopen weekend deelgenomen aan het Groot Dictee der Nederlandse Taal, waarvan de opnames plaats vonden in de Nederlandse Eerste Kamer, het equivalent van onze Senaat. Waarom zouden we een volgende editie niet hier kunnen organiseren? Dit is maar een klein voorstel om de Senaat nuttig te maken. Dat wil niet zeggen dat de Senaat nergens anders voor kan dienen. Bij mijn eerste verkiezing voor deze assemblee schatte ik de rol van reflectiekamer zeer hoog in. Hoewel ik het diep nadenken over grote uitdagingen en moeilijke thema's belangrijk vind, stelde ik vast dat in de Senaat dezelfde politieke spelletjes als elders in België worden gespeeld. Er zijn de voorbije jaren wel een aantal debatten opgestart, maar we zijn nooit tot op het bot gegaan. Velen van ons spelen graag `Kamertje', maar wij in de Senaat zijn niet bevoegd voor de regeringsverklaring. Ik vraag me dan ook af waarom we het debat van de Kamer hier nog eens overdoen.
Mevrouw de voorzitster, ik geloof u wanneer u zegt dat u een voorzitster wil zijn voor alle fracties. Ik wil uw hulp inroepen om iedereen ervan te overtuigen om de Senaat nuttig in te zetten zolang de instelling nog bestaat. Ik sluit mij aan bij collega's Tommelein en Temmerman. Ik vind ook dat het communautaire akkoord dat werd bereikt, best in de Senaat wordt begeleid. Ook ethische kwesties, zoals euthanasie of draagmoederschap moeten we bij uitstek hier durven aansnijden. Ooit was er in de Senaat een werkgroep Armoede. Mevrouw Vogels wees net nog op de dramatische cijfers in verband met armoede.
We zullen pas iets aan de armoede kunnen doen als verkozenen hier er blijven op hameren dat het een schande is dat zoveel gezinnen en kinderen in ons land in armoede leven.
Ik denk ook aan de vragen over de bescherming van de privacy in de nieuwe media. Er is al een werkgroep opgericht, maar er moet nog verder worden gewerkt. Er zijn ook de uitdagingen inzake het klimaat.
De heer Tommelein had het over de evaluatie van wetten. Heel wat wetten moeten inderdaad herwerkt worden. Maar waarom heeft Open Vld niet meegewerkt om de nieuwe wet op de gezinshereniging die in de Kamer werd goedgekeurd en waarover de diensten van de Senaat zestien pagina's met opmerkingen formuleerden, in de Senaat te herschrijven? Laten we stoppen met dat soort spelletjes. Laten we de durf hebben het over de partijgrenzen heen wel te doen.
Ik neem dus de hand van de heer Tommelein aan, maar steek ook de hand uit naar andere collega's. Als we over euthanasie discussiëren, moeten we ook debatteren over therapeutische hardnekkigheid. Maar laten we vooral die therapeutische hardnekkigheid niet toepassen op onze eigen Senaat, want dat zou bijzonder jammer zijn. Laten we er samen voor zorgen dat we trots kunnen zijn de laatste verkozen senatoren van ons land te zijn.
M. Louis Siquet (PS). - Ich möchte dem Premierminister zu seiner Ernennung gratulieren. Eine lange Zeit der politischen Verhandlungen liegt nun endlich hinter uns, und wir können voller Zuversicht in eine neue politische Ära unseres Landes starten.
Auch im Namen des Parlamentes der Deutschsprachigen Gemeinschaft, das die Regierungsbildung intensiv beobachtet hat, übermittle ich Ihnen die besten Wünsche für eine stabile und starke Regierung unter Ihrer Federführung - dies in der Hoffnung auf eine fruchtbare Zusammenarbeit.
Monsieur le premier ministre, je voudrais vous féliciter cordialement pour votre nomination. Une longue période de négociations politiques est enfin terminée. Nous pouvons désormais entamer en toute confiance une nouvelle ère politique dans notre pays. Aussi, au nom du parlement de la Communauté germanophone qui a observé attentivement la formation du gouvernement, je vous transmets nos meilleurs voeux pour un gouvernement stable et fort sous votre direction, dans l'espoir d'une coopération fructueuse entre la Communauté germanophone et l'État fédéral. Je voudrais en particulier exprimer mon enthousiasme quant à l'attention que vous avez portée à la Communauté germanophone durant la formation gouvernementale. Vous avez donné aux Belges l'impression de ne pas avoir oublié notre minorité. Je vous en remercie.
Permettez-moi de rappeler la déclaration de principe du 27 juin 2011 du parlement de la Communauté germanophone. Cette dernière y souligne ses exigences : La Communauté germanophone tient à son autonomie et désire occuper la place d'un partenaire équivalent dans le modèle fédéral belge. Elle souhaite, dans une Belgique à quatre, la possibilité d'un élargissement de compétences pour la Communauté germanophone que celle-ci est disposée, prête et en mesure d'assumer, en étant dotée des moyens financiers et des possibilités de financement appropriés.
Pour toutes les compétences qui ont été transférées aux entités fédérées belges dans le passé ou qui le seront à l'avenir dans le cadre de la réforme de l'État, je vous assure que la Communauté germanophone restera un partenaire fiable et fidèle à la fois pour le gouvernement fédéral et pour ses partenaires régionaux et communautaires et qu'elle fera tout son possible.
Ik garandeer dat de Duitstalige Gemeenschap een betrouwbare partner voor de federale regering en voor de regionale en communautaire partners zal blijven. We zullen al het mogelijke doen voor een goede werking.
M. Armand De Decker (MR). - Comme je prends la parole pour la première fois depuis que vous assumez, madame, la présidence de cette assemblée, je voudrais vous présenter tous mes voeux pour l'exercice de vos nouvelles hautes fonctions.
Chers collègues, nous avons connu la plus longue crise de l'histoire de Belgique. Elle a commencé en 2007 et je crois qu'il est important de le rappeler surtout pour les nouveaux élus de cette année-là qui n'ont jamais vu ni la Chambre ni le Sénat fonctionner à 100 pour cent de leurs capacités.
Nous savons que cette crise avait comme cause principale l'affaire de Bruxelles-Hal-Vilvorde, BHV. Cette affaire minait la politique belge depuis très longtemps. La source de la difficulté se trouvait notamment dans le refus des francophones d'entendre les aspirations du parlement flamand émises en 1999 mais que les Flamands ont commis l'erreur d'élaborer et de rédiger entre eux, sans concertation avec les francophones.
Je crois que ces éléments ont mené à cette très longue crise qui, heureusement, s'est terminée par un accord sur BHV. Cet accord sur BHV est un accord équilibré. Que vous l'aimiez ou non du côté flamand, c'est un accord équilibré. BHV est scindé, vous devriez en être contents. Il n'y a pas eu d'élargissement de Bruxelles, pas même de couloir avec la Wallonie, ce qui a eu pour conséquence que le FDF a quitté le MR, sans doute trop tôt. Mais cet accord est équilibré par le renforcement des droits des francophones aux plans judiciaire et administratif, et électoral dans les six communes. Cela n'est toutefois que l'expression d'un respect minimum. Nous avons dans cet accord associé une fois de plus le respect du droit du sol et le respect du droit des gens. Si vous n'avez pas de respect pour les personnes qui habitent dans les six communes à facilités, ce dont beaucoup sont convaincus de notre côté, dites-le clairement !
Bruxelles a été refinancée. Ce n'est que normal. Comment est-il possible que nous ayons dû, dans ce pays dont la capitale est également la capitale de l'Europe, attendre des années un refinancement élémentaire puisque la capitale est par définition au service de l'ensemble du pays ? Ce refinancement était au demeurant revendiqué par les Bruxellois et par le gouvernement bruxellois, ministres flamands et francophones réunis.
Par ailleurs les Régions obtiennent une extension de leurs compétences et sont davantage responsabilisées, ce dont je me réjouis. On ne peut à la fois revendiquer plus d'autonomie et refuser davantage de responsabilités. La responsabilisation garantit une bonne gestion et assure que les décisions seront durables.
Avec ces nouvelles compétences, nous pourrons renforcer la sécurité au travers d'une plus grande fermeté de la justice et en continuant à renforcer le fonctionnement de notre police fédérale à deux niveaux. À ce propos, j'espère que la police se dotera enfin d'une réserve fédérale, parce que maintenir l'ordre sur l'ensemble du territoire n'est pas chose aisée actuellement et devoir faire appel aux agents des zones de police en guise de corps de réserve n'est pas satisfaisant et ne permet pas d'assurer la sécurité des grandes infrastructures comme le métro bruxellois.
Ce gouvernement encouragera aussi le travail en luttant contre la fraude sociale ; il combattra les excès de l'immigration tout en accueillant ceux qui méritent notre soutien au nom des droits de l'homme et ceux qui souhaitent apporter leur force de travail.
Le pays sera doté d'un nouveau Sénat qui symbolisera, je l'espère, cette nouvelle Belgique fédérale. Il n'est pas d'État fédéral ou confédéral sans bicaméralisme, lequel est encore plus nécessaire qu'ailleurs dans notre pays si complexe. Nous allons donc devoir travailler ici même à formuler la description de ce nouveau Sénat qui doit renforcer et approfondir le fédéralisme belge ; je préconise que l'on s'inspire des modèles du Bundesrat allemand et du Conseil fédéral suisse et que l'on voie comment ces États, fondamentalement fédéraux, voire confédéraux - c'est le cas de la Suisse - organisent cette deuxième chambre, ou cette première chambre, selon l'attachement qu'on lui porte !
Avec la nouvelle composition, il faudra réfléchir aux compétences. Il existe de très belles pistes, notamment en matière internationale : ce Sénat ratifierait les traités pour compte des entités fédérées, en réservant à celles-ci le droit d'évoquer certains traités ; il garderait surtout ce rôle de chambre de réflexion sur de grands enjeux de société en sacrifiant sans doute, comme on l'a dit, un petit jeu de contrôle de l'exécutif qui se fait déjà à la Chambre.
Je terminerai en disant que la Belgique, à nouveau dotée d'un gouvernement de plein exercice, doit reprendre sa place au coeur de la construction européenne, doit en redevenir le moteur qu'elle a toujours été et refaire de l'Europe un projet mobilisateur. Le monde a besoin d'une Europe plus forte. Un pays de la taille du nôtre, qui a été l'un des membres fondateurs de l'Europe, peut faire avancer ce projet en construisant notamment une défense commune et en coordonnant davantage l'aide au développement ; si les moyens de celle-ci diminuent, veillons à les concentrer vers les pays où notre présence est la plus légitime. Je suis persuadé que le nouveau ministre de la Coopération aura ce souci.
La Belgique va profondément changer ; je vois cet enjeu fantastique avec beaucoup d'enthousiasme. Il faut que cette réforme de l'État se fasse le plus rapidement possible et le MR, comme l'a dit notre chef de groupe, sera derrière le gouvernement pour lui apporter son plein soutien.
De heer Bart Laeremans (VB). - Wanneer men het communautaire gedeelte van dit regeerakkoord, het zogenaamde vlinderakkoord, in globo bekijkt, dan moet men inderdaad toegeven dat het om een belangrijke omwenteling gaat, maar zeker niet in de mate zoals het hier door de nieuwe regering is voorgesteld.
Het gaat immers niet om de zoveelste staatshervorming op rij, waarbij Vlaanderen en Wallonië een deel van het Belgisch takenpakket overnemen en de federale staat verder uitkleden. Deze hervorming is fundamenteel verschillend van de vorige, maar niet op het vlak van de Vlaamse autonomie.
Inderdaad, we geven het toe, Vlaanderen krijgt extra bevoegdheden. Het zou erg zijn als dat niet het geval was. De nieuwe bevoegdheden maken echter nauwelijks indruk want het gaat bijna nergens om een zuivere overdracht met echte beleidsmacht. In het gros van de gevallen blijft het gaan om gedeelde bevoegdheden, overlappende bevoegdheden, waarvan de overdracht en de uitoefening gekoppeld wordt aan ingewikkelde samenwerkingsakkoorden. Dat is volgens onze tellingen op maar liefst zesentwintig domeinen het geval. We hebben met de Plantentuin van Meise gezien wat dat in de praktijk betekent.
Hoe zit het trouwens met de timing van de Plantentuin van Meise? Zal het ook duren tot 2014? Klopt de planning die dit weekend door de heer Beke werd geschetst, namelijk dat het pas voor half 2014 zal zijn?
Deze hervorming is fundamenteel verschillend van de vorige, maar niet op het vlak van de financiering.
De Franstaligen zijn erin geslaagd om tien jaar tijd te kopen. De transfers van noord naar zuid blijven bestaan. Sterker nog: de voordelen die Vlaanderen zou krijgen op het vlak van de gemeenschapsfinanciering, worden afgezwakt en op het vlak van de gewestfinanciering is er pas over tien jaar een begin van afbouw van de transfers. Op basis van valse groeiverwachtingen wordt Vlaanderen aangepraat dat we daar over twintig jaar bij gewonnen zullen hebben, maar alles wijst erop dat Vlaanderen in werkelijkheid zal verarmen.
Deze hervorming is wel fundamenteel verschillend wat de financiering van Brussel betreft. Brussel heeft de jackpot gewonnen. Heel het land moet bezuinigen en een pak meer belastingen betalen, maar het Brusselse gewest niet. In Brussel kan de pret niet op. Zelfs een echte reorganisatie kwam er niet en zelfs van garanties inzake een betere naleving van de taalwetgeving is geen sprake. Integendeel, de wetsvoorstellen die klaarliggen, van de hand van CD&V-voorzitter Beke, die nog in behandeling in de commissie zijn, gaan in de richting van de uitholling van de tweetaligheid. Desondanks krijgt Brussel er meteen een fabelachtig bedrag bij: jaarlijks 461 miljoen euro, zonder het Belirisgeld. Dat bedrag is jaarlijks aanpasbaar en kan oplopen tot meer dan 800 miljoen euro in 2030.
Het betreft trouwens in grote mate een blanco cheque, waardoor Brussel meer dan ooit kan voortdoen met zaken waarvoor het niet eens bevoegd is, bijvoorbeeld met onderwijs en scholenbouw, of met kinderopvang, waarvoor het Gewest nog afgelopen week de wind van voren kreeg van het Grondwettelijk Hof. Maar ook in dit geval zal er wel een omweg worden gevonden om het geld te transfereren richting Franse Gemeenschap.
Het Brussels Gewest is een doorgeefluik geworden voor een extra geldstroom richting Franstalige gemeenschap.
De heer Armand De Decker (MR). - U hebt dus geen enkel vertrouwen in de Vlaamse ministers van Brussel? Er zijn twee Franstalige en twee Vlaamse ministers in de Brusselse regering.
De heer Bart Laeremans (VB). - Dat is juist, maar inzake de taalwetgeving bijvoorbeeld, kunnen zij niets doen. Zij kunnen die niet afdwingen, hoewel die wetgeving van openbare orde is. De duizenden schorsingen door de vicegouverneur worden nadien, tegen de wet in, bevestigd. Ik heb inderdaad geen vertrouwen in de Brusselse Vlaamse ministers.
De heer Armand De Decker (MR). - Misschien komt u beter eerst in de Brusselse gemeenten kijken hoe het daar verloopt.
De heer Bart Laeremans (VB). - Ik ben verkozen in Brussel-Halle-Vilvoorde. Ik heb daar altijd gewoond en ken de situatie in Brussel. De Vlaamse Brusselse verkozenen zijn de slippendragers van de Franstaligen.
De heer Armand De Decker (MR). - Mijn gemeentesecretaris is een Vlaming, net zoals de hoofdcommissaris en de ontvanger van de belastingen in mijn gemeente. Vijftig procent van de ambtenaren zijn Vlamingen. Is dat niet voldoende?
De heer Bart Laeremans (VB). - Op het lokale vlak is de Vlaamse aanwezigheid op dit moment nog altijd tamelijk groot. Precies dat wordt onderuit gehaald in de akkoorden van de heer Beke. De teksten zijn nog niet definitief in een akkoord gegoten, maar de wetsvoorstellen zijn al bekend. Ze zijn in ruime mate in het voordeel van de Franstaligen, zowel op het vlak van de vertegenwoordiging als op het vlak van de taalkennis, die onderuit wordt gehaald.
De geldstroom naar Brussel zal dus alleen maar toenemen. De geldstroom is in zeer belangrijke mate het gevolg van de ongebreidelde bevolkingsaangroei van Brussel ten gevolge van het opengrenzenbeleid. De Vlamingen moeten dus extra dokken voor de verfransing en `vervreemding' van Brussel, voor de ontnederlandsing van Brussel. Begrijpe wie kan!
Deze hervorming is fundamenteel verschillend van de vorige hervormingen wat het statuut van Brussel betreft. Brussel wordt met deze hervorming een volwaardig derde Gewest, une Région à part entière. Meer nog, het wordt een supergewest, machtiger en sterker dan de andere gewesten, met bevoegdheden waarover Vlaanderen noch Wallonië zal kunnen beschikken. Het Gewest krijgt bijvoorbeeld bepaalde veiligheidsbevoegdheden, zaken die thuishoren op het federaal niveau en niet in Brussel. Een ander voorbeeld is de kinderbijslag, die thuishoort bij de gemeenschappen. Maar de Brusselse Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie wordt bevoegd `met uitsluiting' - zo staat het in het akkoord - van de twee gemeenschappen. Vlaanderen zal dus in Brussel geen gezinsbeleid kunnen voeren, terwijl dat een gemeenschapsbevoegdheid bij uitstek is.
Deze hervorming is ook fundamenteel verschillend van de vorige hervormingen wat de machtsverhoudingen binnen België betreft. Er was een evolutie naar een steeds losser geheel van deelstaten, die op hetzelfde niveau stonden als de federale staat. Dat is met het huidige akkoord helemaal gekeerd. We krijgen een unitaire recuperatie met een versterkte unie, met samenvallende verkiezingen, waarbij het federale verhaal zal primeren op het regionale verhaal. Zeven beleidsdomeinen worden gebetonneerd in de Grondwet en zestien kwesties worden vergrendeld met een bijzondere wet. Die zaken zullen de Vlamingen nooit meer op eigen houtje kunnen wijzigen.
Bovendien zal de Senaat - helaas moet ik de heer De Decker nogmaals citeren - niet verdwijnen, maar veel sterker worden dan vandaag. Dat waren zijn woorden vorige donderdag. De Senaat zal bijvoorbeeld de verdragsbevoegdheden van de deelstaten in belangrijke mate naar zich toetrekken.
Wat de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde betreft, wordt het ingevolge de versoepeling van de regeling voor taalwijzigingen in de praktijk onmogelijk om over te gaan tot een splitsing van de justitie. Ooit riep Marc Van Peel dat de splitsing van de justitie dringender en belangrijker was dan de splitsing van BHV. Vandaag wordt justitie gebetonneerd op het federale niveau.
Deze staatshervorming is een ramp voor Vlaanderen. We kunnen het niet beter verwoorden dan professor Bart Maddens: `Ons politiek systeem wordt op een totaal nieuwe leest geschoeid. We staan voor een institutionele paradigmawissel. Onze staatsstructuur wordt onherroepelijk op het spoor gezet in de richting van een federalisme met drie sterke deelstaten. Het Brussels Gewest is de grote overwinnaar van deze staatshervorming.' Hij besluit: `De ergste nachtmerrie van de Vlamingen wordt binnenkort realiteit. Er komen drie volwaardige gewesten waarvan er twee - verenigd in de Fédération Wallonie-Bruxelles - een front vormen tegen het derde.' Dat laatste blijkt uitdrukkelijk uit het dossier BHV, dat hier werd voorgesteld als een overwinning voor Vlaanderen. Dat is echter pure raddraaierij. Men maakt de situatie veel, veel erger dan ze vandaag al is.
Waarom wilde Vlaanderen die splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde? Omdat het gestook vanuit Brussel in Vlaams-Brabant, het Brussels imperialisme, moest gestopt worden. Het wordt echter alleen maar groter. In onze zes faciliteitengemeenten wordt de situatie veel erger dan ooit. Ze worden onomkeerbaar geannexeerd bij de groot-Brusselse kieskring. De Franstaligen zullen in die gemeenten meer dan ooit worden beschouwd als een stuk van Brussel. De verfransing krijgt daardoor een enorme zweepslag.
Getuige daarvan is de haast gruwelijke uitspraak van de heer De Decker in Terzake op 15 september: `Ik geloof dat binnen tien jaar al die gemeenten honderd procent Franstalig zullen zijn in feite.' Ik dank hem voor zoveel openhartigheid. Dit ruikt naar culturele genocide. Hij had het zo-even over respect voor de Franstaligen in de faciliteitengemeenten. Er is veel meer respect voor de Franstaligen dan voor de Vlamingen in de Franstalige faciliteitengemeenten.
De heer Armand De Decker (MR). - In Grimbergen bijvoorbeeld?
De heer Bart Laeremans (VB). - Grimbergen is geen faciliteitengemeente of zou u dat ook nog willen?
De heer Armand De Decker (MR). - Dat weet ik wel. En Hoeilaart en Overijse ook niet.
De heer Bart Laeremans (VB). - In Grimbergen is een fout gebeurd en daar heeft de burgemeester zich al uitdrukkelijk voor verontschuldigd, maar dat is nergens in de pers geweest. Ik ben het ermee eens dat er een fout is gemaakt, maar respect voor de Vlamingen betoont u niet door te zeggen dat er over tien jaar in de faciliteitengemeenten geen Vlaming meer overblijft.
De heer Armand De Decker (MR). - Ik hoop en wens dat niet, maar dat heeft niets te maken met politiek, dat is demografie.
De heer Bart Laeremans (VB). - Inderdaad, de demografie. Zo is dat: u zet de grenzen open en laat de Vlamingen wegspoelen. Als er dan over tien jaar geen Vlamingen meer zijn in de faciliteitengemeenten, hoe kunnen er dan nog zijn in Brussel? Op die manier verdwijnen we ook in Brussel. Mijnheer Anciaux zal er misschien nog blijven, als enige.
Ook in de rest van Vlaams-Brabant gaan we erop achteruit. Via een doortrapt systeem van gecoöpteerde senatoren worden de Franstaligen aangemoedigd om met hun eigen lijsten te blijven opkomen. Vlaams-Brabanders zullen nog altijd geconfronteerd worden met affiches en pamfletten van FDF, MR, PS, Ecolo, cdH, die een opbodpolitiek zullen voeren. Dat zullen zij voortaan ook in het arrondissement Leuven doen, mijnheer Claes.
Veel erger is de oprichting van de zogeheten Hoofdstedelijke Gemeenschap. Op de website van de MR zien we dat het niets anders is dan le très grand Bruxelles de l'avenir.
Alle Vlaams-Brabantse gemeenten zullen van rechtswege daarvan deel uitmaken, of ze het nu willen of niet. Via die weg krijgt Brussel zeggenschap op alle domeinen waarover het Vlaams Gewest vandaag nog autonoom kan beslissen: mobiliteit, economie, openbare werken, ruimtelijke ordening. Overal wordt de Vlaamse autonomie op die manier teruggeschroefd. De Vlaamse regering staat erbij en kijkt ernaar.
Het meest onrechtvaardige onderdeel van het eerste BHV-akkoord zit in Brussel. Brussel houdt op een tweetalige stad te zijn. De Franstalige lijsten zullen in Brussel voor de Kamerverkiezingen versterkt worden met een dikke 30 000 stemmen uit de zes faciliteitengemeenten. Van respect gesproken! De Franstaligen uit de Zes krijgen hiermee een privilege dat wellicht uniek is in de wereld. Hun stem leidt bovendien met zekerheid tot Franstalige Kamerleden. Voor de Vlamingen in Brussel is het daarentegen afgelopen. In plaats van de Vlaamse stemmen in Brussel eerst samen te tellen, zoals dat gedaan wordt voor Europa, voor het gewest en voor de Senaat, wordt dit gewoon verboden in de akkoorden. De Vlaamse partijen, die met 50 000 kiezers in Brussel, normaal recht hebben op twee Kamerzetels, verliezen dat recht. Alle vijftien Brusselse Kamerleden moeten en zullen Franstaligen zijn. Een Vlaamse stem wordt dus een nutteloze stem.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik denk dat er een vergissing in het spel is. Het is juist dat de apparentering niet in het akkoord is opgenomen, maar indien de Vlamingen allemaal op één lijst zouden staan, wat theoretisch mogelijk is, of indien er twee Vlaamse lijsten zouden zijn, zouden ze wel verkozenen hebben. Ik zie dat in Gent, Antwerpen en Tongeren kartellijsten ontstaan, dat zou in Brussel ook voor de Kamer kunnen. Dan is het niet meer juist te zeggen dat er in de Kamer geen Vlaamse verkozenen uit Brussel meer zullen zijn.
De heer Bart Laeremans (VB). - U zegt inderdaad dat dit theoretisch is, mijnheer Anciaux. De meerderheidspartijen, meer bepaald CD&V en Open Vld, bij monde van de heer Vanhengel, hebben zelf gezegd dat ze dat niet willen, omdat ze dan niet weten namens welke partij ze in de Kamer zitten. Mevrouw Ampe van Open Vld heeft trouwens al gezegd dat de Franstaligen hun lijsten moeten openen voor Vlamingen. De Vlamingen in Brussel zullen de facto gedwongen worden op onverkiesbare plaatsen van Franstalige lijsten te staan. Dit is Wallo-Brux in de praktijk: Brussel wordt politiek een Franstalige stad.
De splitsing van het gerechtelijk arrondissement is een triomftocht geworden voor de Franstaligen. Het eentalige karakter van Halle-Vilvoorde wordt ondergraven en niet alleen door Franstalige parketmagistraten in Halle-Vilvoorde die onder rechtstreeks gezag zullen blijven van een Brusselse Franstalige procureur. Veel erger is dat de nieuwe rechtbanken worden hervormd volgens het model-Maingain. Dat betekent dat Franstalige rechtbanken volwaardig bevoegd worden voor heel Halle-Vilvoorde, een regelrechte dijkbreuk voor de verfransing. De juridische eentaligheid van Halle-Vilvoorde wordt hiermee helemaal ongedaan gemaakt; de klok wordt 75 jaar teruggedraaid. Dat wordt een catastrofale ommekeer, maar een ommekeer die wordt doodgezwegen. Niemand reageert er blijkbaar op, tenzij onze partij. De Vlaamse regering staat erbij en kijkt ernaar.
Ten slotte is er, als kers op de taart, de herverdeling van de magistraten. Dat is het meest waanzinnige van alle verhalen: terwijl het aantal magistraten vandaag overeenstemt met de werklast, namelijk één derde Nederlandstaligen en twee derde Franstaligen, wordt dat Vlaamse aantal nu verminderd tot één vijfde. Mevrouw Onkelinx heeft, met de steun van het kabinet De Clercq trouwens, met valse cijfers de Vlaamse onderhandelaars platgeslagen. Dat betekent dat minstens 25 Vlaamse magistraten en maar liefst 160 griffiers uit de rechtbank zullen verdwijnen en dat de Franstalige rechtbanken niet langer dubbel zo groot zullen zijn als de Nederlandstalige, maar vier keer zo groot. Een ramp voor de Vlaamse burgers die in de toekomst veel langer zullen moeten wachten op hun proces.
Toen Elio Di Rupo voor Wouter Beke een immens groot konijn met een indrukwekkende rode strik meebracht, moest ik aan de spreuk uit de Aeneis denken: `Vrees de Grieken wanneer ze geschenken aandragen'. Vlamingen, vrees Di Rupo wanneer hij geschenken aandraagt. De vier broekjes van partijvoorzitters hebben zich op een onwaarschijnlijke manier in de luren laten leggen.
Di Rupo is niets anders dan de Mefisto van de Belgische politiek: een kwaadaardige tegenstander van Vlaanderen die het op onze centen, onze welvaart en ons grondgebied heeft gemunt. Tegelijkertijd is hij een sluwe verleider die zich gedraagt als een galante gentleman die de Vlamingen met een honingzoete stem voor zich weet te winnen. Hij is er toch maar in geslaagd om zijn belangrijkste tegenstrever en de echte winnaar van de verkiezingen, de N-VA, een belangrijk deel van het werk te laten opknappen. Ze hebben zware toegevingen aan Vlaamse kant op papier gezet die de basis vormden van het uiteindelijke BHV-akkoord. Ik verwijs hierbij naar de faciliteitengemeenten, het geld voor Brussel en de regeling inzake de kinderbijslag.
De strategie van de N-VA is als een kaartenhuisje in elkaar gestort. De N-VA zou het allemaal oplossen. De partij meende dat met een geleidelijke aanpak vooruitgang kon worden geboekt. Het tegendeel is waar: we zitten vandaag dieper dan ooit vast in het Belgische moeras. Binnen België zijn geen eerbare compromissen meer mogelijk. Dit land is intrinsiek kwaadaardig en het is niet meer in gunstige zin te hervormen.
Bijgevolg moet België verdwijnen en dat zal niet via verdamping gebeuren, zoals de N-VA de mensen wijsmaakt. De tijd en de demografie spelen immers in het voordeel van de Franstaligen. Als we Vlaams-Brabant willen vrijwaren van de totale overspoeling en `verbrusseling', dan moet die onafhankelijkheid er zeer snel komen. Wij hopen dat de N-VA, liever vroeg dan laat, het licht zal zien en zich niet langer van bondgenoot vergist.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik heb een opmerking over het aantal magistraten in het gesplitste gerechtelijke arrondissement Brussel. Iedereen is het erover eens dat de rechtsbedeling niet in gevaar mag worden gebracht. Ik ga ervan uit dat de regering dat wil vermijden. Ik vraag dan ook dat zo snel mogelijk wordt overgegaan tot een correcte werklastmeting zodat het aantal magistraten op een correcte wijze kan worden toegekend.
De heer Bart Laeremans (VB). - Ik ben het daarmee volledig eens. Di Rupo heeft die evaluatie in de Kamer aangekondigd. In het regeerakkoord staat wel `over drie tot vier jaar'.
M. Richard Miller (MR). - Au départ, je voulais focaliser mon intervention sur un aspect qui a été peu évoqué, à savoir la politique internationale et de l'Union européenne.
Les négociations ont été très longues au niveau fédéral belge. Mais elles ont une vertu, celle d'avoir eu lieu et d'avoir bien abouti dans le respect démocratique de nos institutions et du choix des citoyens.
Au moment où des tentations nationalistes populistes voient le jour dans nombre d'États membres de l'Union européenne, notre pays a démontré une fois encore que rien ne vaut la démocratie. À cet égard, il est ce que le premier ministre a appelé dans sa déclaration à cette tribune un « extraordinaire laboratoire ». Je m'en réjouis à l'encontre de la méfiance et du repli mais aussi à l'encontre de cet autre danger antidémocratique, de cette autre menace qui pèse sur les démocraties, à savoir la prise de pouvoir, la captation de pouvoir par la technocratie.
L'enlèvement d'Europe est un grand moment de la mythologie grecque à l'origine de notre civilisation. Or avec la crise bancaire et financière et ses conséquences, avec les réponses de plus en plus sophistiquées qu'il fallait nécessairement apporter, avec les montagnes d'euros inconcevables pour les citoyens, la technocratie financière a semblé prendre le pas sur la raison démocratique : condamnation du référendum grec, gouvernement de technocrates en Italie.
L'Europe, messieurs les ministres, souffre d'un terrible déficit de crédibilité démocratique. Il faudra donc travailler à restaurer la confiance des populations des États membres dans l'avenir de l'Union. Comme pays fondateur, comme pays ayant en partage sa capitale Bruxelles avec les institutions européennes, nous avons une mission importante à cet égard. Ne laissons personne enlever l'Europe à ses citoyens.
Chers collègues, l'histoire de l'Union nous apprend que celle-ci a avancé chaque fois que le couple franco-allemand s'est montré assez soudé dans cette optique. Mais aujourd'hui, l'Union est arrivée à un stade de son développement où elle doit démontrer qu'elle est capable d'aller, avec tous les États membres, vers davantage de fédéralisme européen. Je pense que cette dimension est également présente dans l'accord de gouvernement dont nous débattons aujourd'hui et que nous soutenons.
Je voudrais évoquer quelques éléments en matière de politique internationale. La RDC sera au coeur de nos préoccupations, de même que le processus de paix au Proche-Orient. Nous soutenons les démarches du gouvernement pour relancer, à travers la présence européenne au quartet, les négociations directes entre Israéliens et Palestiniens. Nous souhaitons la création d'un État palestinien viable à côté d'Israël, qui doit bénéficier de la sécurité et d'une intégration régionale pacifique. Nous évoquerons également au cours de nos prochains débats le commerce extérieur, un élément essentiel pour un pays comme le nôtre dont la richesse dépend fortement des exportations.
Dans le cadre des négociations de l'OMC, notre gouvernement s'assurera que les services dits d'intérêt général seront exclus du champ des négociations commerciales.
Enfin, il y a tout un ensemble de politiques dont certaines ont déjà été évoquées par notre collègue M. De Decker, à savoir tout ce qui concerne la politique de sécurité, la politique militaire commune au niveau européen.
Je souligne également, cela n'a pas été dit, la création d'un corps européen de secours civil qui facilitera la gestion des crises dans les différents États de l'Union.
J'ai ainsi brièvement évoqué les principaux éléments de la déclaration que je voulais faire à cette tribune.
J'ai entendu les réflexions très intéressantes de Mme Temmerman et de M. Tommelein relatives aux préoccupations d'ordre éthique et bioéthique. Ils proposent non seulement de réfléchir et de débattre mais aussi de décider et d'agir ; nous y sommes contraints par les évolutions scientifiques dans ce domaine mais aussi par des besoins réels ressentis par des hommes et des femmes qui souffrent dans leur corps : c'est toute la question de l'euthanasie, mais aussi des hommes et des femmes qui ont des espérances auxquelles la science peut répondre en termes par exemple de parenté, de soins médicaux ou encore d'affirmation de leur sexualité voire de leur transsexualité.
C'est la raison pour laquelle, chers collègues, il est de notre devoir, dans le cadre de la réforme du Sénat, de répondre à ces préoccupations humaines dans la société moderne et interculturelle du vingt-et-unième siècle.
(Applaudissements)
M. Gérard Deprez (MR). - Madame la présidente, je serai très bref car je vois que la plupart de nos collègues manifestent des signes de lassitude, voire d'impatience.
Il y a vingt ans, j'ai été l'un des négociateurs d'une réforme de l'État qui a revisité le bicaméralisme intégral en réduisant les compétences du Sénat. Aujourd'hui, je le regrette car j'aurais voulu voter la confiance au gouvernement. Je le dis en présence des vice-premiers ministres : je l'aurais fait sans hésiter, avec conviction et détermination. Et j'aurais souhaité le faire beaucoup plus tôt. Si nous n'avons pas pu le faire beaucoup plus tôt, ce n'est pas tellement parce que les problèmes étaient insurmontables, ce n'est pas parce que les négociateurs étaient incompétents, mais parce qu'il a fallu dans un premier temps tenir compte du résultat des élections et essayer de faire un gouvernement en incluant dans la majorité le parti qui avait gagné les élections en Flandre.
J'ai bien entendu ce qu'a dit M. Bart De Wever tout à l'heure. En réalité, la N-VA n'a jamais voulu entrer dans le gouvernement. La N-VA a voulu rester le parti démocratique flamand pur et ne pas se compromettre avec des francophones, certainement pas avec les socialistes francophones, au moment où il allait falloir prendre des mesures d'assainissement budgétaire extraordinairement difficiles. À cet égard, je voudrais m'adresser à nos collègues de la N-VA. S'il vous plaît, dites à M. Bart De Wever d'arrêter de parler d'obésité du gouvernement ! Quand un gouvernement passe de vingt et un à dix-neuf membres, est-ce de l'obésité ? S'il y a un obèse en termes politiques, c'est la N-VA. En trois ans, vous êtes passés de sept à vingt-sept parlementaires. Malheureusement, pendant cette période, vous n'avez pas évolué psychologiquement de la manière dont il aurait fallu. Vous êtes restés anorexiques en termes de capacité de compromis et vous êtes franchement squelettiques en matière d'intérêt général et de sens de l'État.
Je voudrais aussi vous demander d'arrêter un slogan provocateur qui risque d'avoir des effets dévastateurs dans notre pays. Cessez de répéter en permanence que ce sont les Flamands qui vont payer le plus. Dire cela, c'est insulter l'État de droit dans notre pays. En Belgique, à revenu égal ou à situation analogue, tous les citoyens, où qu'ils soient, en Flandre, à Bruxelles, en Wallonie, paieront la même chose et feront les mêmes efforts. Si globalement les citoyens du nord du pays paieront la contribution la plus importante c'est seulement parce ce qu'ils sont mécaniquement les plus nombreux et les plus riches. Est-ce que pour vous faire taire, pour apaiser le nationalisme flamand, il aurait fallu demander que ce soient les moins nombreux ou les plus pauvres qui paient le plus lourd tribut à l'assainissement des finances publiques ? Avez-vous trouvé cela dans une religion, dans une philosophie, dans un humanisme, dans une théorie de la justice sociale ? Si ce n'est pas le cas, s'il vous plait, mettez le frein sur la pédale !
Le premier ministre a dit « Ensemble, avec le nouveau gouvernement, nous franchirons les obstacles et nous rendrons espoir à nos concitoyens ». Quand j'étais jeune, mon oncle, un ardennais taiseux, qui devait faire la guerre, disait tout simplement « Quand faut y aller, faut y aller ». Que le gouvernement y aille, nous irons avec lui.
(Applaudissements)
Mme Zakia Khattabi (Ecolo). - Cette intervention n'est pas directement liée au débat, madame la présidente mais je ne suis pas intervenue tout à l'heure parce que je voulais prendre quelques informations. Et puisqu'il apparaît qu'une personne ne peut être poursuivie pour des propos qu'elle a tenus dans notre haute assemblée, je voudrais dès lors que soit acté le fait que mon groupe dénonce et condamne les propos - indignes d'une assemblée telle que la nôtre - tenus à l'encontre de notre nouveau premier ministre.
Je regrette d'ailleurs que des propos antidémocratiques soient tolérés dans une assemblée élue démocratiquement.
Je me réfère aux propos du Vlaams Belang.
De heer Steven Vanackere, vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken. - Ik, en voor het grootste gedeelte ook de premier, heb met veel aandacht geluisterd naar een debat van haast vijf uur, dat bij wijlen levendig verliep en pendelde tussen twee overtuigingen. Enerzijds is er de idee van de collega's Tommelein, Delpérée en De Decker dat de Senaat op zoek moet naar een specifieke en onvervangbare rol vandaag en na de staatshervorming. Anderzijds is er de behoefte, die overigens legitiem is, om duidelijk te maken wat de standpunten zijn van bepaalde partijen en vertegenwoordigers van het volk tegenover de regeringsverklaring. Ik heb respect voor beide opvattingen en zal hopelijk de kans krijgen om enkele reacties te geven, ook al lopen we daarmee het gevaar het debat van de Kamer te kopiëren.
Ik wil nog eens duidelijk parafraseren wat Elio Di Rupo in de Kamer zei: `De cruciale opdracht is dat de regering aan de bevolking opnieuw vertrouwen en hoop geeft.' De heer Delpérée noemde het la petite fleur de l'espérance. De vaststelling dat er een regering is, is inderdaad een zwaktebod. In geen enkel ander land zou het hebben van een regering op zich voldoende zijn om hoop te bieden, behalve in België, waar we tot op de rand van de afgrond zijn gegaan, waar de bevolking al zo lang wachtte en waar de speculanten zich klaar maakten om de grond onder de voeten van onze welvaart te halen. Als voormalig minister van Buitenlandse Zaken kan ik bevestigen dat men zich ook in het buitenland afvroeg of we al in plan B zaten. In die optiek is het inderdaad een verdienste dat er een regering is. De regering is het begin van datgene wat vertrouwen kan wekken. Tegelijk ben ik de eerste om erop te wijzen dat een regering of een regeringsverklaring voor dat vertrouwen niet zal volstaan. Er zijn ook daden nodig. Toen collega Deprez zei `Il faut y aller maintenant', vertolkte hij de diepste gevoelens. Er is genoeg gedebatteerd en genoeg van mening gewisseld tussen diegenen die vinden dat de hervormingen niet ver genoeg gaan en anderen voor wie ze nu al te ver gaan.
Sommigen betwisten de legitimiteit van de nieuwe regering. Politiek wil ik altijd naar hen luisteren, maar omwille van de democratische orde roep ik hen op om te erkennen dat dit een legitieme regering is, want ze heeft het vertrouwen van de Kamer gekregen. Het is dus een wettige regering die mag beoordeeld worden op haar daden. Zeggen dat de regering niet legitiem is, haalt een deel van het vertrouwen van de bevolking in de democratische structuren weg.
De oppositie heeft ook haar rol. Die rol is respectabel, zelfs als die erin bestaat om aan wal te staan wanneer het schip zich in woelig water bevindt.
Ik behoor niet tot degenen die zeggen dat dit niets waard is. Zelfs van op de wal kan men dingen zien die men misschien niet ziet vanop het schip. In het spel van de democratische logica heeft de oppositie een rol te spelen, maar de meerderheid en de regering eveneens.
Sommigen zijn van mening dat het regeerakkoord te links is. Anderen menen dat het te rechts is. Het is waarschijnlijk dus vooral een evenwichtig akkoord.
Het regeerakkoord is een ontwerp dat een beroep doet op het verantwoordelijkheidsgevoel van de burgers en de ondernemingen. De legitimiteit zal vooral moeten komen van de oplossingen die we zullen vinden om het land uit de crisis te loodsen.
De legitimiteit zal liggen in de diepgaande hervormingen van het sociaaleconomisch model. De Gewesten en Gemeenschappen zullen daarvan de vruchten plukken. Onze legitimiteit zal vooral stoelen op onze capaciteit om die oplossingen daadwerkelijk te realiseren.
Ik wil ingaan op de begrotingsmaatregelen en de sociaaleconomische hervormingen.
Iedereen moet de uitzonderlijke omvang van de begrotingsinspanning beseffen.
De echte federale begroting, na dotaties naar de deelstaten en naar de Europese Unie, is 110 miljard euro. In 2012 moeten wij 11,3 miljard vinden binnen deze begroting, dat wil zeggen ongeveer 10%.
Nooit eerder sinds de Tweede Wereldoorlog heeft België zo'n inspanning moeten leveren.
Je voudrais apporter une précision, notamment à M. Morael. La participation des communautés et des régions à cet effort budgétaire ne se fera évidemment que sur la base d'un système juste, honnête. Imaginer un tel effort sans participation des communautés et des régions revient à croire qu'une personne peut augmenter la valeur de son appartement en négligeant les parties communes. Bien sûr, il faudra en débattre, mais il faut savoir que tout le monde et tous les niveaux de pouvoir devront participer d'une façon ou d'une autre à cet énorme effort. Je rappelle en effet qu'entre 1993 et 2008, notre dette, en pourcentage du PNB, est passée de 138% à 84%.
Sinds de financiële crisis is de schuldgraad weer fenomenaal gestegen.
M. Jacky Morael (Ecolo). - Je voudrais intervenir brièvement, monsieur le vice-premier ministre.
Lorsque vous évoquez la participation des entités fédérées à l'effort d'assainissement de la maison Belgique, vous oubliez que depuis 2005 et surtout depuis 2007, les régions et les communautés ont rapidement et fortement diminué leur endettement et assaini leurs finances publiques.
Les entités fédérées ont donc déjà fourni un effort.
Mme la présidente. - Je vous rappelle que vous aurez l'occasion de répliquer à la suite de la réponse, monsieur Morael.
M. Steven Vanackere, vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique. - Nous devrons certainement mener ce débat, y compris dans cette assemblée.
Je voudrais simplement, en toute modestie, soumettre cette réflexion à votre sagesse : l'équilibre étant en quelque sorte le résultat des recettes perçues et des dépenses consenties, un gouvernement fédéral dont le budget est trop court de 10% peut, à un moment donné, réfléchir au financement des communautés et des régions.
De schuldgraad is vandaag ongeveer 97% van het bbp. Er zullen zeer zware inspanningen moeten worden gevraagd van de burgers, de bedrijven en de autoriteiten.
De vermindering van de uitgaven zal in 2012 42% van de inspanningen bedragen. Dit stijgt tot meer dan de helft in 2014. Degenen die zeggen dat het een belastingbegroting is, kijken naast het belang van de verminderde uitgaven bij het oplossen van de begrotingsproblemen.
Wat de derde categorie van de begroting `andere maatregelen' betreft, is het onjuist te stellen dat die alleen maar inkomsten bevat. Onder meer de strijd tegen fraude maakt er deel van uit. Die zal tot solide besparingen in de uitgaven leiden.
Ik kan begrijpen dat men de ene of de andere maatregel betreurt. Maar laten we eerlijk zijn, die 11,3 miljard moet toch op de een of de andere manier worden gevonden.
Dat doen met alleen maar inkomsten, zou totaal onverantwoordelijk zijn.
Zo een bedrag vinden alleen aan de hand van minder uitgaven, zou betekenen dat we de koopkracht van onze burgers en de dienstverlening van de overheid aantasten. Men moet streven naar een evenwicht. De regering zal altijd geïnteresseerd zijn in een eerlijk debat met diegenen die zeggen dat ze die 11,3 miljard besparingen op een betere manier kunnen verzinnen. Ik ben nog altijd benieuwd naar het alternatief. Ik hoop evenwel dat het alternatief van de oppositie niet te dicht bij het `Charles Woeste'-verhaal komt.
Un certain nombre de points ont trait à la politique des dépenses, notamment en matière de soins de santé.
Le gouvernement n'envisage pas un seul instant de diminuer les remboursements en soins de santé. Par contre, il a prévu des mesures positives qui réduiront les coûts pour le patient.
Dans la même optique, le gouvernement ne remet pas en cause le droit des travailleurs à l'indexation automatique de leur salaire ; il soutient ceux qui travaillent. Préserver le pouvoir d'achat revient aussi à s'assurer que les prix restent contenus dans des limites raisonnables. La quotité exemptée d'impôts sera progressivement relevée pour les bas et moyens salaires. Le gouvernement ne proposera ni diminution des salaires ni diminution des pensions.
Malgré le contexte budgétaire, 60% des moyens supplémentaires des enveloppes consacrées au bien-être des salariés et des indépendants seront préservés. C'est d'ailleurs cette proportion que les partenaires sociaux avaient envisagé de préserver, dans le cadre du dernier accord interprofessionnel.
De plus, 100% de l'enveloppe consacrée à l'aide sociale ont été préservés. Rien, en effet, ne peut justifier que l'on abandonne, même temporairement, le combat contre la pauvreté.
Je tiens à souligner ce point à l'intention de ceux qui prétendent que la protection sociale diminue depuis trente ans et que l'accord gouvernemental va encore dans ce sens. Les deux affirmations sont erronées.
Je me souviens des plans d'assainissement qui ont été appliqués en 1981 et de la situation en matière de chômage. Sur le plan social, l'état actuel de notre pays est meilleur qu'à cette époque. Je viens d'ailleurs de vous énumérer les nombreuses mesures prévues dans l'accord gouvernemental pour préserver ces acquis. Il faut s'inscrire en faux par rapport aux propos dramatiques tenus par certains.
J'en viens à la fiscalité.
Dans ce domaine aussi, il est impossible d'assainir les finances publiques à concurrence de 11,3 milliards d'euros sans prévoir de nouvelles recettes. Avant de demander quoi que ce soit à qui que ce soit, le gouvernement veut intensifier la lutte contre la fraude fiscale et sociale. La base de la justice sociale est que chacun participe honnêtement aux obligations qui lui incombent. C'est pour cette raison que la lutte contre la fraude restera une priorité majeure du gouvernement. Le travail entamé sous le précédent gouvernement sera bien sûr poursuivi.
Le gouvernement a par ailleurs veillé à ne pas alourdir la fiscalité sur le travail. L'effort portera davantage sur les revenus du capital. Un accent particulier a été mis sur les revenus et opérations de nature spéculative. Les plus-values à court terme seront imposées à l'impôt des sociétés et la taxe sur les opérations de bourse sera majorée.
Pour les entreprises, le régime des intérêts notionnels sera réformé. Le taux maximum sera limité à 3%, tout en gardant un bonus de 0,5% pour les PME. À l'avenir, les intérêts notionnels non déduits au cours d'un exercice ne pourront plus être déduits au cours d'un exercice ultérieur, avec bien sûr une période de transition pour les stocks existants.
Le gouvernement a choisi une solution équilibrée qui permet d'assurer à la fois la stabilité et la pérennité du régime fiscal des intérêts notionnels, avec un message fort, tant pour les entreprises qui investissent en Belgique que pour la visibilité internationale de notre pays.
Ik kom tot de structurele hervormingen met betrekking tot de arbeidsmarkt en de sociale hervormingen. Ik heb er veel standpunten over gehoord. Volgens sommigen zijn de hervormingen veel te laks, volgens anderen zijn ze onrechtvaardig. Ze zijn noch laks, noch buitensporig. Ze zijn wel noodzakelijk om de kosten van de vergrijzing te drukken en aan de vereisten van de arbeidsmarkt te beantwoorden.
Het sociaal overleg is altijd bijzonder belangrijk geweest in ons land. Dat geldt ook voor deze regering. Het spreekt dan ook vanzelf dat we over de sociaaleconomische maatregelen in het regeerakkoord tijdig overleg zullen organiseren met de sociale partners. De voorgestelde structurele hervormingen van de arbeidsmarkt zijn wel degelijk ingrijpend. De leeftijd voor het brugpensioen geleidelijk optrekken tot 55 jaar voor het collectief ontslag en tot 60 jaar voor de conventionele brugpensioenen: dat is niet niets. De vervroegde pensioenleeftijd in 2013 met zes maanden optrekken en vervolgens in 2014 nog eens met zes maanden, zodat op het einde van de regeerperiode de leeftijd 61 jaar bedraagt, en in 2016 62 jaar: dat is een snelle stijging. Inzake de werkloosheid een evenwicht vinden tussen de versterkte activering van de werkzoekende en het behoud van de sociale bescherming: dat zal duidelijk een significante impact hebben, ook op de werkloosheidsuitkeringen. De uitkering zal tijdens de eerste drie maanden worden verbeterd, om de schok van het verlies van werk te verlichten. In de loop van de tweede periode treedt een degressiviteit op. Gezinshoofden en alleenstaanden zullen vanaf de dertiende maand werkloosheid een snellere degressiviteit kennen, tot er een vast bedrag wordt bereikt. De activering en de controle zullen worden versterkt. De bedoeling van de regering is de mensen aan te moedigen meer inspanningen te leveren om op de arbeidsmarkt te blijven, waarbij ze toch nog altijd een redelijk veiligheidsnet behouden.
Ik ben het ermee eens dat de beste bescherming of de beste oplossing tegen werkloosheidsproblemen de creatie van jobs is. We rekenen op de goede samenwerking met de gewesten. De federale overheid zal de gewesten ondersteunen om hun economisch dynamisme te versterken.
Het is wijs dat sommigen zich zorgen maken over de impact van 11,3 miljard euro aan maatregelen op de economische groei. De regering deelt die bezorgdheid, maar er is geen ontsnappen aan: de besparing van 11,3 miljard niet doorvoeren ter wille van de hoop op een betere groei is geen optie. We moeten wel aandacht hebben voor de keuze van de maatregelen en hun impact op de groei. Daarom wil de regering de koopkracht blijven stimuleren en daarom blijft ze de competitiviteit van onze ondernemingen als een prioriteit zien. Dat is geen boutade. De regering zal zorgen dat de doelstellingen inzake opleiding van de werknemers beter worden gerespecteerd. Ze zal een interfederaal onderzoeks- en innovatieplan uitvoeren om aan de doelstellingen van het nationaal hervormingsplan te voldoen. Die doelstelling houdt in dat 3% van het BBP in onderzoek en ontwikkeling wordt geïnvesteerd. De regering zal de sociale bijdrage verminderen voor de eerste drie indienstnemingen in de kmo's, door de lasten op de lage lonen te verminderen. Ze zal de energieprijzen onder controle houden, het verhoogde notionele intrestpercentage voor de kmo's behouden. Dat zijn stuk voor stuk maatregelen die er wel degelijk op gericht zijn kansen te creëren om de groei te blijven ondersteunen.
J'en viens à la transition écologique de notre société.
Certains regrettent les dispositions prises en matière de réduction d'impôts pour les dépenses consenties en vue d'économiser l'énergie dans une habitation. Il faut rappeler que des mesures avaient déjà été prises par le gouvernement précédent, notamment la fin de la réduction d'impôts pour certains travaux dans des immeubles neufs et la fin de la réduction d'impôts pour l'isolation des murs et des sols.
Aan sommige sprekers wil ik zeggen: men moet weten wat men wil. In het fameuze lijstje van de usurperende bevoegdheden stonden die zaken wel degelijk. Wanneer de federale overheid stopt middelen in te zetten voor beleidsmaatregelen die ook door de Gemeenschappen of de Gewesten kunnen worden gedaan, moet de federale regering niet worden verweten een anti-ecologische doelstelling voor ogen te hebben. We moeten integendeel zorgen voor een goede overgangsregeling die de mogelijkheid biedt aan diegenen die van de Grondwet en de bijzondere wet de opdracht hebben gekregen om in te staan voor bepaalde elementen van het beleid, op tijd in staat te zijn hun instrumenten te organiseren.
Donc, dans le contexte actuel, des mesures transitoires ont été prises afin de permettre aux entités chargées de ces compétences d'organiser leur politique en la matière et d'offrir aux citoyens les aides utiles.
Une politique de mobilité contribuera également à nos objectifs climatiques.
Enfin, notre paysage énergétique évoluera. Un plan d'équipement de production énergétique sera élaboré dans les six mois qui viennent. Ce plan détaillera les nouvelles capacités de production d'énergie pour assurer à la fois notre approvisionnement énergétique et la diversification des énergies.
Mettre notre pays à l'abri des spéculateurs sera un combat quotidien du gouvernement. Cela passera bien évidemment en premier lieu par le retour progressif à l'équilibre budgétaire de la Belgique et par son désendettement mais aussi par une meilleure régulation du secteur de la finance. Nous ferons étudier par la BNB, à bref délai, la distinction entre les banques de dépôts et les banques d'affaires. Nous élaborerons un cadre légal renforcé des établissements de crédit ayant une activité de dépôt.
Par ailleurs, cette volonté d'une meilleure régulation prend tout son sens au niveau européen. C'est pourquoi ce gouvernement plaidera pour l'introduction d'une taxe sur les transactions financières, pour le renforcement du cadre de contrôle sur les agences de notation, sur le durcissement du dispositif européen de régulation des fonds spéculatifs et sur la création d'un cadre européen de réglementation de l'ensemble de l'actionnariat salarié, y compris les stock-options.
Sommigen hebben aangegeven te betwijfelen of het regeerakkoord wel voldoende rekening houdt met de Europese aanbevelingen. Namens de regering kan ik zeggen dat we overtuigd zijn van het tegendeel. Zoals al aangegeven zal het tekort vanaf 2012 onder 3 procent liggen, via gerichte inspanningen, waarbij de nadruk steeds meer op de uitgaven zal liggen. Er komen structurele hervormingen van een nooit geziene omvang, die ervoor zullen zorgen dat we de kosten van de vergrijzing kunnen betalen en de overheidsfinanciën duurzaam maken. Denk aan de verhoging van de effectieve leeftijd voor vervroegd pensioen. In bepaalde gevallen komen er langere loopbanen door de speciale stelsels meer af te stemmen op het algemene stelsel. Ook het aantal jaren dat geteld wordt voor de berekening van het pensioen van het overheidspersoneel wordt verhoogd. Vrijwilligerswerk na vijfenzestig wordt mogelijk en er komt een beperking van de overlevingspensioenen.
De herstructurering van de banken zal een beter risicobeheer mogelijk maken en zal de solvabiliteit verbeteren conform de conclusies van de Eurozonetop van 26 oktober 2011. De loonindexering wordt behouden, maar daarnaast wil de regering ook de factoren aanpakken die inflatie veroorzaken, zoals de energieprijzen, die niet hoger mogen zijn dan de gemiddelde prijzen in onze buurlanden. Er zullen belangrijke maatregelen worden genomen om de arbeidsmarkt te hervormen en banen te creëren.
Wat de mededinging op de elektriciteits- en gasmarkt betreft, heeft de regering van lopende zaken al een wetsontwerp goedgekeurd voor de omzetting van het derde energiepakket, maar daarnaast zal de afhouding van de nucleaire rente bijdragen tot het creëren van een level playing field tussen de producenten en de investeringen in energieproductie stimuleren.
Zes aanbevelingen en zes duidelijke antwoorden van deze regering. Iedereen die beweert dat geen rekening is gehouden met wat Europa vandaag op een duidelijke en voor de verschillende landen specifieke manier te formuleren had over wat ons te wachten staat, heeft niet goed gelezen wat in het regeerakkoord staat.
Ik kom tot de vragen en opmerkingen over het institutionele gedeelte. Vele vragen zijn gesteld door mensen die niet langer hier zijn om naar het antwoord te luisteren. Dat stel ik vast. Sommigen kunnen natuurlijk zeggen dat 17 miljard aan bevoegdheidsoverdrachten maar beperkt is. Als 17 miljard beperkt is, dan hebben we nog vijf van die stapjes nodig en dan is er geen federale begroting meer. We kunnen die `muizenstapjes' ridiculiseren. Ik heb het gevoel dat sommigen willen zeggen dat 17 miljard maar een muizenstapje is, omdat ze vooral die vijf andere stappen zo snel mogelijk willen zetten.
De partijen die deze meerderheid onderstutten zitten niet in het verhaal dat het pas goed is als de federale begroting op nul is gekomen. Wie daar een andere mening over hebben, zijn politiek respectabel, maar er zitten geen separatistische partijen in deze nieuwe federale regering. De 17 miljard bevoegdheidsoverdrachten met een staatshervorming als gevolg van een eerlijke en coherente onderhandeling en met sterkere en autonomere Gemeenschappen en Gewesten, krijgen hun beslag in een land dat verenigd blijft.
De nieuwe financieringswet zal de Gemeenschappen en Gewesten meer voor hun verantwoordelijkheid plaatsen. We hebben de omstandigheden geschapen voor een duurzame communautaire vrede door BHV te splitsen met de compensaties die noodzakelijk waren. Door die splitsing zijn wel degelijk tegenstrijdige wensen van enerzijds respect voor het grondgebied en anderzijds de rechten van de personen die er wonen met elkaar verzoend. Het zijn ook echte hervormingen, op electoraal gebied, maar ook op administratief en gerechtelijk gebied. Er werd een evenwichtig politiek compromis bereikt en het moet nu op een solide en duurzame manier worden omgezet. De verankering in de Grondwet zal ook voor rechtszekerheid zorgen voor dit onontbeerlijke akkoord.
Wat de timing betreft: we gaan daar meteen in de eerste maanden van 2012 aan beginnen. Het valt me op dat in het bijzonder diegenen die vinden dat het een slecht akkoord is, niet kunnen wachten om te weten hoe snel we het gaan uitvoeren.
We zullen het zo snel mogelijk goedkeuren.
In elk geval, met dit akkoord voelen de Gemeenschappen, de Gewesten en de federale overheid dat hun autonomie, hun eigen karakter, hun rol, gerespecteerd worden. Ieder zal op zijn niveau beschikken over de hefbomen en de financiële middelen om de grote uitdagingen van de toekomst aan te pakken. Ten aanzien van sommige interpellanten bevestig ik opnieuw dat vele partijen in het Vlaams Parlement zich geschaard hebben achter de analyse dat dit akkoord het Vlaams regeerakkoord respecteert.
De heer Huub Broers (N-VA). - Met opmerkingen, maar dat vergeet u te zeggen.
De heer Steven Vanackere, vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken. - Dat vergeet ik niet te zeggen, want het is niet mijn doelstelling u tot applaus te bewegen, maar de eerlijkheid gebied te zeggen dat diegene die zegt dat hij niet enthousiast kan zijn voor dit voorstel, minstens moet erkennen dat zijn vertegenwoordigers in het Vlaams Parlement hebben gezegd: diegene die zou beweren dat dit strijdig is met het Vlaams regeerakkoord, zal ons op zijn weg vinden, want wij zijn het daarmee niet eens. Ik gun u van ganser harte uw instelling dat u politiek nog verder zou willen gaan. U gaat namelijk zo ver dat sommigen van ons vinden dat dit wellicht te ver is.
De heer Huub Broers (N-VA). - Dat het niet strijdig is, is nog iets anders dan het goedkeuren. Zeggen dat nog niet alles bereikt is, betekent ook dat iets strijdig is. Ik zou de teksten waaraan wij gewerkt hebben tussen 2005 en 2007, toen ik nog lid was van uw partij, nog eens bekijken. Dan zou u omvallen van wat u nu gezegd hebt.
De heer Steven Vanackere, vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken. - Wanneer u straks het verslag zult nalezen, zult u zien dat uit mijn mond de woorden zijn gekomen dat het Vlaams regeerakkoord werd gerespecteerd, dat, met andere woorden, dit akkoord niet strijdig is met het Vlaams regeerakkoord. U heeft mij niet horen zeggen dat ik beweer dat u dat een fantastisch goed akkoord vindt. Laat ons in alle duidelijkheid zeggen dat ook N-VA zegt dat wat hier in het federaal Parlement met deze federale partijen overeengekomen is niet strijdig is met het Vlaams regeerakkoord. Dat moet voor eens en altijd duidelijk zijn.
Dans le cadre de la réforme de l'État, la masse des transferts est non seulement très significative mais le projet que dessine cette réforme est cohérent et ambitieux. Je pense que notamment dans cette assemblée, où il faudra encore poursuivre la réflexion, il faut essayer de ne pas seulement voir les chiffres, les dix-sept milliards, quinze milliards, vingt milliards... mais aussi la qualité du travail car il s'agit de voir comment on peut mieux servir les intérêts du citoyen avec une réforme qui se doit d'être cohérente.
En soins de santé, le gouvernement transférera des paquets de compétences homogènes. Les communautés recevront la compétence complète en matière de maison de repos. De façon plus générale, les communautés seront chargées à l'avenir de tout ce qui concerne l'accueil résidentiel des personnes âgées, c'est-à-dire outre les maisons de repos, les hôpitaux gériatriques et spécialisés en soins de longue durée et certaines conventions passées avec des établissements de revalidation.
L'homogénéisation est prévue aussi en matière d'aide aux personnes handicapées. Les entités fédérées étaient déjà partiellement compétentes mais elles le seront désormais aussi pour l'allocation d'aide aux personnes âgées et les aides à la mobilité.
Cette même logique a été suivie pour tous les transferts en soins de santé : transfert de paquets homogènes de compétences en santé mentale et en prévention.
En ce qui concerne l'emploi également, le transfert de compétences envisagé donnera aux régions tous les instruments utiles pour mener une politique adaptée à leur réalité de terrain : d'une part, les réductions pour groupe cibles, les plans emploi et les droits de tirage pour près de deux milliards et, d'autre part, l'ensemble des mécanismes d'activation et de remise à l'emploi, y compris les titres-services pour deux milliards et demi. L'assurance chômage faisant partie de la protection sociale, elle restera évidemment au sein de la sécurité sociale fédérale.
Le transfert des allocations familiales aux communautés représente un montant de près de six milliards et a pour conséquence de former une compétence homogène dans le chef des communautés. Celles-ci disposeront dorénavant de tous les leviers pour mener leur propre politique familiale. À Bruxelles aussi, des réformes sont prévues pour une répartition des compétences plus homogène et cohérente entre les communes bruxelloises et la région. Je pense à la sécurité et à la mobilité.
Certains se sont interrogés sur le juste refinancement de Bruxelles. Il ne s'agit pas d'un chèque en blanc. Une partie du financement se compose de moyens affectés. Je citerai les domaines suivants : la sécurité, les primes de bilinguisme, la mobilité, la formation, au travers de moyens supplémentaires pour la COCOF et la VGC.
On est donc loin du chèque en blanc. Ce financement représente une réponse juste et proportionnée aux besoins rencontrés par Bruxelles en tant que capitale nationale et internationale, ainsi que premier bassin d'emplois du pays. Ce financement juste assure aussi la crédibilité de notre capitale sur la scène européenne et internationale.
J'en termine. On ne peut à la fois défendre un modèle fédéral et refuser des compromis sur les tensions qui le rongent jusqu'à le détruire depuis tant d'années. On ne peut pas se prétendre visionnaire et perdre en même temps de vue le tableau général de ce qui est possible et de ce qui ne l'est pas.
Par nature, le compromis déplaît aux extrêmes. Par nature, le compromis est inacceptable pour ceux qui, par leur intransigeance, s'excluent de la négociation. Les critiques que j'ai entendues de part et d'autre me confortent dans ma conviction profonde que les huit partis - j'associe également les deux partis qui ne participent pas à la majorité gouvernementale - ont vraiment voulu répondre à la demande des citoyens d'arriver à un accord honorable. Ils ont agi avec le sens des responsabilités.
Grâce à la stabilité qu'ils font retrouver au pays, la Belgique pourra se remettre en marche. Tant sur le plan institutionnel que socio-économique, nous allons exécuter et respecter tout ce qui a été décidé. Il en va de la crédibilité du monde politique et de la stabilité du pays.
Le premier ministre Elio Di Rupo a dit samedi à la Chambre qu'il souhaitait un gouvernement du changement, mais un changement profond et durable, sans rupture de notre modèle social, de notre modèle fédéral.
Même si cette assemblée n'a pas formellement exprimé sa confiance au gouvernement, nous espérons que celles et ceux qui nous ont écoutés et ont participé à ce débat le soutiendront le plus largement possible.
M. Philippe Mahoux (PS). - Madame la présidente, je tiens à souligner la qualité des débats que nous avons eus et à vous remercier de la manière dont vous les avez présidés. Je tiens aussi à dire avec force et émotion que les propos tenus par la représentante du Vlaams Belang déshonorent notre assemblée et sont une offense à la démocratie.
Mme la présidente. - Il va de soi que toute déclaration ne respectant pas la personne ne peut pas être tolérée.
M. Jacky Morael (Ecolo). - Je suis d'accord sur au moins un point de l'exposé du vice-premier ministre, c'est l'absence étonnante de ceux qui se prétendent les censeurs de la légitimité gouvernementale et affichent un tel mépris à l'égard des institutions parlementaires, qui font leur spectacle et ne restent même pas en séance pour entendre la réponse du gouvernement. Cela me paraît ahurissant. La prochaine fois qu'ils nous donneront des leçons, nous leur rappellerons ce triste souvenir.
M. Vanackere est un centriste radical qui vient de nous faire une démonstration magistrale avec cet argument cosmique : « Puisque nous sommes attaqués sur notre gauche et sur notre droite, c'est que nous sommes probablement dans le vrai : au centre radical ! ». On appelle cela de la casuistique, monsieur Vanackere.
Je vous félicite pour la qualité de votre exposé qui, telle une anguille, ne laisse aucune prise... À tel point que d'aucuns se sont demandé dans notre groupe si vous n'aviez pas fait une erreur de communication en nous rapportant le texte de l'accord gouvernemental : vous avez en effet dit des choses que je n'ai pas le souvenir d'avoir lues. Vous annoncez par exemple une politique de mobilité : je n'ai rien vu en termes de mobilité dans la déclaration gouvernementale, hormis les économies dans le budget de la SNCB.
Vous annoncez également des mesures fortes en matière d'assainissement du monde bancaire, notamment la séparation des métiers bancaires - banques de dépôt et banques d'investissement. Vous annoncez que le gouvernement va demander à la Banque nationale une étude non seulement de faisabilité, c'est le rôle majeur de la Banque nationale, mais aussi d'opportunité, comme si les experts de la Banque nationale allaient dire au pays qu'il est opportun - ou non - de séparer les métiers bancaires. Alors que les plus grands experts économiques de la planète estiment que c'est une exigence absolue si l'on ne veut pas que ce genre de crise se répète ! Je m'étonne que vous évoquiez des mesures fortes.
Je ne peux que conclure par ceci : en cette matière comme dans d'autres, y compris le détricotage de la Sécurité sociale, on peut se donner des clauses de rendez-vous et voir d'ici à quelques jours, quelques semaines ou quelques mois ou dans un an où nous en sommes exactement. Nous ne voulons pas faire de procès d'intention mais nous serons vigilants en ce qui concerne le domaine socio-économique et nous serons loyaux par rapport au domaine institutionnel car nous sommes de ceux qui ont pris, avec vous, leurs responsabilités, qui n'ont pas voulu ajouter du chaos au chaos et ont voulu sortir le pays d'une impasse mortifère.
De heer Bart Laeremans (VB). - Wij zouden niet kunnen wachten om aan de staatshervorming te beginnen, suggereerde de minister. Daar gaat het niet om. Wij hebben van in het begin duidelijk gezegd, en de mensen van de N-VA gisteren blijkbaar ook in De Zevende Dag, dat de BHV-akkoorden zo slecht zijn dat er beter geen hervorming komt dan de huidige, want die gaat de situatie nog verslechteren. Ik kom niet terug op de inhoud, maar wij hebben wel gevraagd naar de timing voor de staatshervorming. Daarop hebt u niet geantwoord.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Er is gezegd dat de voorstellen over de staatshervorming in het voorjaar van 2012 worden ingediend. Dus zo snel mogelijk.
De heer Bart Laeremans (VB). - Ingediend bij het Parlement is nog iets anders dan uiteindelijk omgezet in de realiteit. In de tekst van de heer Beke lees ik dat dit pas in de tweede helft van 2014 zal zijn. Dat is over drie jaar! Dat is helemaal niet wat in het verleden verkondigd werd. Dit past dus in de agenda van de MR, die pas nieuwe bevoegdheden wil wanneer zij eventueel in de Franstalige regering zit. Ik zie u het ook niet ontkennen, mijnheer Anciaux, dus het is duidelijk. In elk geval heeft de vicepremier niet ontkend dat de heer Beke daarover de waarheid heeft gezegd.
Ik heb ook een vraag gesteld in verband met de problematiek van de magistraten in Brussel. Daarop heb ik geen antwoord gekregen. Zal die compleet irrationele 80/20-verhouding doorbroken worden of blijft dat iets dat nog drie tot vier jaar meegaat? Ik vraag het opnieuw aan de vicepremier: hoe zit dat met die magistraten, erkent u dat men daar compleet in de fout is gegaan of gaat u dat nog jaren laten aanslepen?
De minister beweert dat de staatshervorming niet zou ingaan tegen het Vlaams regeerakkoord. Dat is absoluut onjuist. Om te beginnen staan er in de octopusnota een heleboel zaken die niet gerealiseerd werden. Ten tweede staan er zaken in die er sterk tegen ingaan, bijvoorbeeld de Hoofdstedelijke Gemeenschap. Dat was een overlegorgaan tussen de gewesten. Daarmee kan ik zelfs nog leven. Wanneer het echter een grondwettelijk gebetonneerd orgaan wordt, waarvan bovendien alle gemeenten van het oude Brabant van rechtswege lid zijn, is dat iets totaal anders. Dat is een nieuwe politieke instelling die Groot Brussel in de realiteit creëert. In het vlinderakkoord staat bovendien dat er een grootstedelijke zone gerealiseerd wordt van 35 gemeenten rond Brussel, die samen met Brussel 1,8 miljoen inwoners zal tellen. Dat staat haaks op het Vlaams regeerakkoord dat het groene, landelijke karakter van de rand wil behouden en de verstedelijking wil indammen en tegengaan. Als u het Vlaams regeerakkoord had gelezen zou u dat weten.
In de Octopusnota staat met betrekking tot Brussel: `Onze visie op Brussel wordt bepaald vanuit een visie op de staatkundige evolutie van België. Die visie gaat uit van een fundamentele tweeledigheid op basis van twee deelstaten met daarnaast een specifiek statuut voor Brussel en een Duitstalige Gemeenschap. Dit betekent dat de twee deelstaten in hun gezamenlijke hoofdstad volwaardig kunnen participeren in het beleid waarvan het belang het stedelijke niveau overstijgt'.
In de praktijk worden de gemeenschappen niet versterkt, maar verzwakt. In Brussel worden verschillende gemeenschapsbevoegdheden afgenomen en overgeheveld naar het gewest. De drieledigheid wordt danig versterkt en Brussel wordt uitgeroepen tot een supergewest. Dat gaat lijnrecht in tegen het Vlaamse regeerakkoord en de Octopusnota.
De voorzitster. - Mijnheer Laeremans, dit is geen repliek meer, maar een herhaling van uw uiteenzetting.
De heer Bart Laeremans (VB). - Als er onwaarheden worden gezegd, moeten die worden rechtgezet.
De voorzitster. - U hebt uitgebreid kunnen spreken en de vice-eersteminister zal antwoorden.
De heer Steven Vanackere, vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken. - Ik protesteer. Voor de tweede maal wordt hier gesproken over `onwaarheden zeggen', dat wil dus zeggen `liegen'. Ik wil erop wijzen dat een meerderheid in het Vlaams Parlement zegt dat dit niet strijdig is met het Vlaams regeerakkoord. Dat is gewoon een feit. Wie in datzelfde Vlaams Parlement het onderspit heeft moeten delven, mag daarover uiteraard uitvoerig discussiëren en repliceren, maar hij mag niet zeggen dat dit een onwaarheid is. Dat de heer Laeremans beweert dat hij het over een onwaarheid heeft en niet het woord leugen heeft gebruikt slaat nergens op. Onwaarheden zeggen is hetzelfde als liegen.
De heer Bart Laeremans (VB). - De minister beweert dat het Vlaams Parlement heeft gezegd dat dit niet strijdig is met het Vlaams regeerakkoord. Ik lees voor uit datzelfde Vlaamse regeerakkoord en stel vast dat ...
De voorzitster. - Mijnheer Laeremans, u hebt uw opmerking uitvoerig kunnen toelichten. Ik sluit hierbij de discussie.
De heer Huub Broers (N-VA). - Mijnheer de minister, wanneer u het hebt over homogene bevoegdheidspakketten, zou ik graag hebben dat men niet enkel mag uitbetalen, maar ook mag bepalen hoe en wat men uitbetaalt.
Dat er criticasters zijn, is misschien goed om bepaalde mensen wakker te houden.
Wat het legitimeren betreft, weet u best dat er twee verschillende manieren van legitimeren zijn: ten eerste, het goedkeuren, en ten tweede, het wettelijke principe waarop u doelt. U omzeilt dat!
Voorts heb ik geleerd dat uw partij cijferfiches heeft die niet overeenstemmen met wat in het regeerakkoord staat. Dat is natuurlijk de compromisvorm waarvoor u hebt geopteerd.
Gelukkig begrijp ik Frans en kan ik een en ander afleiden uit wat hier deze namiddag is gezegd. Volgens de één is het te links, volgens de ander te rechts. Ik heb het hier niet over de oppositiepartijen, maar over de meerderheidspartijen.
Ik hoor dat de meerderheidspartijen geen gelijkluidende uitleg geven over het sociaaleconomisch akkoord. De toekomst zal uitwijzen, zegt de minister, hoe het zal worden uitgevoerd. Daarin heeft hij gelijk: de toekomst zal het inderdaad uitwijzen.
Er wordt ook een verschillende interpretatie gegeven aan het communautaire hoofdstuk. Het zal nog spannend worden wanneer het effectief zal worden uitgevoerd. Ik sta soms versteld wanneer ik hoor zeggen dat de Vlaamse regering nog al haar bevoegdheden behoudt. Een samengestelde kamer van de Raad van State met een alternerend voorzitterschap voor de benoeming van burgemeesters die wel het geld van Vlaanderen willen krijgen, maar niet de wil van Vlaanderen willen respecteren, vind ik geen goed voorstel. Dat is mijn mening. Ik kom zelf uit een faciliteitengemeente.
De meerderheid heeft het geluk een grote vijand tegenover zich te hebben. Af en toe zal toch iemand de vinger op de wond moeten leggen! Misschien zijn jullie wel heel gelukkig dat er een gemeenschappelijke vijand is om het volgende halfjaar door te komen.
Mme la présidente. - L'ordre du jour de la présente séance est ainsi épuisé. Je remercie le gouvernement et le Sénat pour ce débat.
La prochaine séance aura lieu le jeudi 15 décembre à 15 h.
(La séance est levée à 20 h 10.)