5-101COM

5-101COM

Commission de la Justice

Annales

MERCREDI 9 NOVEMBRE 2011 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de Mme Nele Lijnen au ministre de la Justice sur «la déontologie de la magistrature» (no 5 1341)

Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - Bij het bekijken van de reportage in Panorama over de situatie bij de politie van Hasselt-Zonhoven-Diepenbeek werd mijn rechtvaardigheidsgevoel zwaar gekrenkt. Ik heb dat ook al in een open brief duidelijk gemaakt. De procureur des Konings herhaalde meerdere malen dat hij de klokkenluiders `monddicht' wilde maken. De magistraat ging zwaar over de schreef toen hij beide klokkenluiders in vervolging stelde omdat ze een dossier gestolen zouden hebben bij het verzamelen van bewijslast over de corruptie, fraude en pesterijen in de politiezone Hasselt-Zonhoven-Diepenbeek. De procureur gaf met dat interview eigenlijk toe dat de invervolgingstelling dient om de klokkenluiders `monddicht' te maken.

De expliciete uitspraken over een lopende rechtszaak zijn een verregaande schending van de rechten van verdediging van de betrokken klokkenluiders en een oneigenlijke toepassing van het recht. Een procureur moet de rechtsstaat verdedigen; hij mag in geen geval de rechtsgang doorkruisen met expliciete en openbare verklaringen ten laste en ten nadele van burgers die bepaalde toestanden laken. Zij kunnen zich immers niet verdedigen, te meer daar zij als klokkenluider vreemd genoeg het voorwerp uitmaken van een onderzoek naar valsheid in geschrifte dat werd geïnitieerd door dezelfde magistraat die op nationale fora hun schuld uitroept. In plaats van de gehekelde feiten te onderzoeken achtte de procureur het deontologisch correct om niet alleen de klokkenluiders zelf te vervolgen en het onderzoek naar de aangeklaagde feiten te beperken, maar bovendien ook nog eens via de media een schuldoordeel uit te spreken nog voor er een vonnis is.

Hoe reageert de minister op de uitlatingen van een procureur in de nationale media waarin deze een expliciet schuldoordeel meegeeft over personen die hij in vervolging stelt en waarin hij expliciet aangeeft dat de dagvaarding van deze personen dient om hen `monddicht' te maken, terwijl zij net opkomen voor de belangen van de rechtsstaat? Heeft hij weet van precedenten?

Kan hij aangeven of dergelijke uitlatingen alsook het nodeloos vervolgen van burgers om hen `monddicht' te maken strookt met de deontologie van de magistraten? Zo ja, kan hij dat uitvoerig toelichten? Zo neen, kan hij aangeven welke stappen er concreet worden ondernomen op het vlak van tuchtrecht en deontologie? Kan hij aangeven welke tuchtstraffen worden genomen of welke andere disciplinaire stappen er worden ondernomen tegen betrokkene?

Kan hij aangeven welke concrete maatregelen hij nodig acht om klokkenluiders beter te beschermen? Ik las dat hij de klokkenluiders in kwestie wil ontvangen om naar hun verhaal te luisteren. Heeft dat gesprek al plaatsgevonden en zo ja, hoe is het verlopen?

Klopt de informatie dat de procureur tevens de reikwijdte van het onderzoek van het Comité P heeft beperkt? Zo ja, strookt dit met de basisbeginselen van de rechtsstaat en met de deontologie? Welke besluiten trekt hij hieruit? Kan hij die uitvoerig toelichten?

De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Het dossier is bekend; ik heb daarover ook in de Kamer al vragen beantwoord. Ik heb de procureur-generaal te Antwerpen een verslag gevraagd. Hij liet mij weten dat hij de feiten al aan het onderzoeken is. Gelet op de mogelijke betrokkenheid van leden van het parket te Hasselt, met andere woorden wegens een voorrang van rechtsmacht, was het dossier al van Hasselt naar het parket-generaal te Antwerpen overgeheveld. Daarom volgt de procureur-generaal het dossier strafrechtelijk verder op en zal hij ook oordelen of er strafrechtelijk dan wel tuchtrechtelijk gevolg moet worden gegeven aan de klachten.

Natuurlijk is het duidelijk dat het voor een procureur niet past om te zeggen dat iemand `monddicht' moet worden gemaakt. Ik heb dat ook in de Kamer gezegd. Zoiets brengt een schijn van partijdigheid met zich mee. Aangezien het onderzoek nog lopende is, kan ik me daar niet over uitspreken.

Intussen heeft ook het Comité P de zaak naar zich toegetrokken; het is al gehoord door de Kamer. Sinds twee weken houdt ook de begeleidingscommissie van het comité P, onder voorzitterschap van de Kamervoorzitter, zich met het dossier bezig. Daar zijn belangrijke afspraken gemaakt. Het onderzoek verloopt mijns inziens op een correcte manier.

Het dossier op zich en de manier waarop de klokkenluiders weer in hun dienst worden geïntegreerd, is een andere zaak. Ik heb hen ontvangen. Ze zijn trouwens ook ontvangen door de minister van Binnenlandse Zaken.

Ik heb in de Kamer ook gezegd dat we moeten nadenken over een statuut voor klokkenluiders. We moeten natuurlijk vermijden dat personen misbruik maken van een dergelijk statuut. Vlaanderen heeft al een regeling en er bestaat een OESO-richtlijn, maar op federaal vlak bestaat er niets.

Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - Wanneer zal het onderzoek van de procureur-generaal afgerond zijn?

De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Daar is geen afspraak over.

Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - Het lijkt mij essentieel dat hij aan de minister verslag uitbrengt.

De minister vindt dat het voor een procureur niet past om te zeggen dat personen `monddicht' moeten worden gemaakt. Ik vind die uitspraak van de procureurs choquerend, een rechtsstaat onwaardig. Persoonlijk betreur ik dat er vanuit de politiek geen straffer antwoord op is gekomen, want we mogen aan de maatschappij zeker niet het signaal geven dat een procureur hiermee wegkomt.

Ik vind het een goed idee om een statuut voor klokkenluiders uit te werken. Dat moet gebeuren in alle sereniteit en niet in op een moment dat de emoties nog hoog oplaaien. Ik ben het er ook mee eens dat we er tegelijk voor moeten zorgen dat mensen zich niet gaan nestelen in een bepaald statuut.

De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - We horen van de procureur-generaal in kwestie vrij geregeld straffe uitspraken, zelfs in toespraken. We zullen hem ten gepaste tijde over dat dossier ondervragen.

Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - Ik begrijp het wel, alleen vind ik dat we over deze affaire niet licht heen mogen gaan.

De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Dat is ook wat ik bedoel.