5-1312/1

5-1312/1

Belgische Senaat

ZITTING 2011-2012

10 NOVEMBER 2011


Voorstel van resolutie aangaande de veroordeling en de gevangenisstraf voor Julia Timosjenko en andere voormalige leden van de Oekraïense regering

(Ingediend door de heer Karl Vanlouwe c.s.)


TOELICHTING


Op 11 oktober 2011 werd de voormalige eerste minister van Oekraïne, Julia Timosjenko, door een lokale rechtbank in het district Pechesrsk, veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar voor machtsmisbruik, omdat ze in januari 2009 een tienjarig gascontract had afgesloten met Rusland. De openbare aanklagers motiveerden dat Timosjenko geen goedkeuring had van het volledige kabinet en dat dit contract nadelig was voor de Oekraïense economie. Sinds 5 augustus zit ze al in voorhechtenis.

Timosjenko is niet de enige voormalige beleidsmaker die op dit moment in de gevangenis zit. De vroegere minister van binnenlandse zaken, Yuri Lutsenko, zit in hechtenis sinds 27 december 2010, op al even vage verdenkingen.

In het Westen is Timosjenko vooral bekend als gezicht van de Oranjerevolutie van 2004 : de icoon met de gekende haarkrans. Als zakenvrouw trad ze, samen met haar kompaan Viktor Joesjtsjenko, op het voorplan nadat uitdager Viktor Janoekovitjs de presidentiële verkiezingen had verloren, maar alsnog de overwinning opeiste. Na wekenlange protesten met honderdduizenden demonstranten in de hoofdstad Kiev, en onder grote internationale druk, kon Joesjtsjenko dan toch aantreden als president, en benoemde hij Timosjenko als eerste minister, na een nieuwe stembusslag.

Zeven jaar na de Oranjerevolutie staat Oekraïne verder weg dan ooit van de idealen die toen naar voren werden geschoven : transparantie, een versterkte rechtsstaat, democratie met tolerantie voor een parlementaire oppositie en een einde aan de wijdverspreide corruptie. De strafmaat opgelegd na het politieke proces tegen Timosjenko is dan ook symbolisch : een jaar cel voor elk jaar dat verlopen is sinds de Oranjerevolutie.

Haar voormalige politieke uitdager, Viktor Janoekovitjs, is sinds januari 2010 aan de macht als president, en laat geen kans onbenut om zijn vroegere opposanten uit de weg te ruimen.

Met het proces tegen Timosjenko verdwenen ook de idealen van de Oranjerevolutie en het « Europese » optimisme van de Oekraïnse bevolking. Amper nog acht procent van de Oekraïners gelooft dat het met het land de goede richting uitgaat, slechts elf procent van het volk is nog tevreden met zijn persoonlijke situatie. Op de internationale index van niet-corrupte landen is Oekraïne, het belangrijkste gastransitland voor West-Europa, naar nummer 134 afgegleden. Het staat nu gelijk gerangschikt met het Zimbawbe van Robert Mugabe.

Toch hoeft Europa niet machteloos toe te kijken. De Europese Unie (EU) heeft een belangrijke hefboom in handen om te wegen in dit debat, via de onderhandelingen over een Associatieverdrag tussen de Unie en Oekraïne. Deze resolutie wil onze regering opdragen om zowel bilateraal als op niveau van de Europese Raad voor ministers van Buitenlandse Zaken, de problematiek aan te kaarten en de druk op Oekraïne hoog te houden.

Karl VANLOUWE.
Piet DE BRUYN.
Patrick DE GROOTE.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. verwijzend naar het Europees Verdrag van de rechten van de mens, aangenomen op 4 november 1950, en bindend voor alle Lidstaten van de Raad van Europa;

B. verwijzend naar de resolutie van het Europese Parlement aangaande Oekraïne, van 25 november 2010;

C. verwijzend naar de resolutie van het Europese Parlement aangaande de zaak Julia Timosjenko en andere leden van de voormalige regering, van 8 juni 2011;

D. verwijzend naar het Partner- en Samenwerkingsverband (Partnership and Cooperation Agreement — PCA) tussen de Europese Unie (EU) en Oekraïne, dat in voege trad op 1 maart 1998;

E. verwijzend naar de huidige onderhandelingen over een EU-Oekraïne Associatieverdrag met inbegrip van een vrijhandelsakkoord, dat het PCA moet vervangen;

F. verwijzend naar de EU-Oekraïne Associatie Agenda, die het Actieplan vervangt en werd aangenomen door de EU-Oekraïne Samenwerkingsraad in juni 2009;

G. verwijzend naar de mededeling van de Europese Commissie (1) van 12 mei 2011 aangaande het Europese Nabuurschap en het vooruitgangsrapport van 25 mei 2011 aangaande de implementatie van het Europese Nabuurschap;

H. verwijzend naar de mededeling van de voorzitter van het Europese Parlement aangaande de opsluiting van Julia Timosjenko van 24 mei 2011;

I. verwijzend naar de mededelingen van de Europese hoge vertegenwoordiger voor Buitenlands Beleid Catherine Ashton aangaande de zaak Julia Timosjenko van 26 mei 2011 en 11 oktober 2011;

J. verwijzend naar de mededeling van Europees commissaris Stefan Füle, volgend op zijn gesprek met Julia Timosjenko van 24 maart 2011;

K. verwijzend naar de gemeenschappelijke verklaring volgende op de Eastern Partnership top, gehouden op 29 en 30 september 2011 te Warschau;

L. verwijzend naar de mededeling van de Commissie Buitenlandse Zaken van het Europese Parlement, volgend op de ontmoeting met de Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken Kostyantyn Gryschchenko op 11 oktober 2011,

Vraagt de regering,

1. haar ongenoegen over te maken aan de Oekraïense autoriteiten met betrekking tot het proces tegen Julia Timosjenko dat, volgens vele internationale observatoren, politiek gemotiveerd was en helemaal niet voldeed aan Europese en internationale standaarden;

2. bij de Oekraïense autoriteiten de absolute noodzaak van transparante onderzoeken, vervolgingen en rechtszaken duidelijk te maken;

3. er bij de Oekraïense autoriteiten op aan te dringen dat strafzaken geen politieke doelen mogen dienen;

4. bij de Oekraïense autoriteiten de ongerustheid over het vervolgen en arresteren van politieke opposanten over te maken, alsook over de disproportionele juridische middelen die hiervoor werden ingezet, niet alleen in de zaak Julia Timosjenko, maar ook in de zaak van Yuri Lutsenko, de voormalige minister van binnenlandse zaken, die in hechtenis zit sinds 26 december 2010;

5. er bij de Oekraïense autoriteiten voor te ijveren dat Julia Timosjenko en andere voormalige leden van de regering de mogelijkheid hebben op een eerlijke en transparante beroepsprocedure na hun veroordeling;

6. de Oekraïense regering er op te wijzen dat het principe van gedeelde verantwoordelijkheid van regeringsbeslissingen niet toelaat dat individuele leden van een regering worden vervolgd voor beslissingen die gezamenlijk zijn genomen,

Vraagt de regering bij de Europese hoge vertegenwoordiger voor buitenlands beleid en bij de Europese Commissie te beklemtonen dat

7. het versterken van de rechtsstaat, het tolereren van een parlementaire oppositie en een geloofwaardige strijd tegen corruptie

a) essentieel zijn om het Associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne te kunnen sluiten;

b) essentieel zijn voor de algemene betrekkingen tussen de Unie en haar Lidstaten enerzijds en Oekraïne anderzijds;

c) essentieel zijn in een mogelijke toetreding van Oekraïne als lid van de EU, waarbij Artikel 49 van het Verdrag van de Europese Unie expliciet vereist dat alle criteria met betrekking tot de principes van de rechtsstaat, democratie, de rechten van de mens en fundamentele vrijheden worden gerespecteerd;

8. de Europese Commissie de Oekraïense justitie dient te assisteren bij gerechtelijke hervormingen door meer gebruik te maken van het EU-capaciteitsopbouwprogramma;

9. de creatie van een « High Level EU Advisory Group » voor Oekraïne nodig is om het land toe te laten haar justitie in lijn te laten komen met Europese standaarden.

28 oktober 2011.

Karl VANLOUWE.
Piet DE BRUYN.
Patrick DE GROOTE.

(1) « Taking stock of the European Neighbourhood Policy ».