5-90COM | 5-90COM |
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Naar aanleiding van het antwoord begin juni van de minister op een schriftelijke vraag die ik in maart stelde, wens ik bijkomende cijfergegevens te ontvangen over het aantal aanvragen tot taalwijziging bij burgerlijke rechtszaken. De minister antwoordde toen dat voorlopig geen betrouwbare cijfers voorhanden zijn, omdat het project automatisering en informatisering van de gerechtelijke statistiek in volle ontwikkeling is.
Los van dat project moeten de cijfers toch bekend kunnen worden gemaakt. Het moet toch vaststaan hoeveel zaken in het Nederlands en in het Frans zijn ingeleid en in hoeveel zaken een taalwijziging heeft plaatsgevonden, aangezien die cijfergegevens de voorbije jaren ook al bekend waren zonder het project automatisering en informatisering. Van medewerkers van de griffie weet ik overigens dat er wel degelijk cijfergegevens bestaan met betrekking tot de taalwijziging.
Graag kreeg ik een overzicht van het aantal ingeleide zaken in de drie Brusselse rechtbanken, dus zowel voor de rechtbank van eerste aanleg als voor de rechtbank van koophandel en de arbeidsrechtbank, opgesplitst per taalrol en voor de jaren 2005 tot en met 2010. In het antwoord op mijn vraag verwees de minister naar het rapport Kerncijfers van de gerechtelijke activiteit 2000-2009. Daarin heb ik inderdaad heel wat gegevens gevonden, maar niet de door mij gevraagde cijfers.
Het zal de minister niet verwonderen dat ik de vraag stel. Bovendien is ze niet zonder belang als ik de nota van formateur Di Rupo lees, waarin onder meer sprake is van de splitsing van de rechtbanken in Brussel.
Voor hoeveel van de rechtszaken werd beslist tot taalwijziging over te gaan? In hoeveel zaken wordt de taal van Nederlands naar Frans gewijzigd en omgekeerd?
Uit het antwoord van de minister meende ik op te maken dat er geen betrouwbare cijfers zijn voor de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van eerste aanleg, maar wel voor de rechtbanken van koophandel. Kan de minister verduidelijken waarom het project automatisering en informatisering van de gerechtelijke statistiek nog steeds niet in volle ontwikkeling is voor de arbeidsrechtbanken en rechtbanken van eerste aanleg?
(Voorzitter: mevrouw Christine Defraigne.)
De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Hierna geef ik het aantal nieuw ingeleide zaken per taalrol. De gegevens zijn enkel beschikbaar voor de rechtbanken van eerste aanleg en de arbeidsrechtbanken.
Wat de rechtbanken van koophandel betreft, is er nog geen datawarehouseproject ter automatisering van de statistiek gestart. Als gevolg hiervan beschikt het Vast Bureau voor Statistiek en Werklastmeting enkel over de Excelbestanden die ter voorbereiding van de jaarlijkse statistische publicatie door de stafdienst ICT aan het VBSW worden doorgezonden. In die bestanden wordt geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende taalrollen. Indien die specificatie toch nodig is, moeten de cijfers worden opgevraagd bij de griffie van de rechtbank van koophandel. Gezien de korte tijd waarover ik beschikte, was dat niet mogelijk.
Voor de nieuw ingeschreven zaken bij de rechtbank van eerste aanleg heb ik wel gegevens per jaar en per taal. Ik overloop even de grote lijnen en zal de gedetailleerde gegevens straks op papier overhandigen. In 2005 werden er 19 444 zaken in het Frans en 9 635 in het Nederlands ingeschreven. In 2010 waren dat er 20 308 in het Frans en 9 885 in het Nederlands. Over de jaren heen blijft de verhouding nagenoeg hetzelfde.
Voor de arbeidsrechtbank heb ik de cijfers per jaar en per taal pas vanaf 2008. In het Frans werden 11 447 zaken ingeschreven in 2008, 15 161 in 2009 en 15 923 in 2010. De stijging van 2008 naar 2009 heeft meer dan waarschijnlijk te maken met de collectieve schuldenregeling. In het Nederlands werden 4 794 zaken ingeschreven in 2008, 5 302 in 2009 en 5 827 in 2010.
Voor de arbeidsrechtbank zijn de gegevens pas vanaf 2008 beschikbaar omdat de invoerapplicatie ARTT pas vanaf 1 september 2008 door alle handelsrechtbanken, met uitzondering van Hasselt en Luik, in gebruik werd genomen. Dat wil ook zeggen dat de cijfers voor 2008 nog geen correcte weergave van de werkelijkheid zijn.
Om een sluitend antwoord te kunnen geven op de tweede vraag, hebben we contact opgenomen met de Brusselse rechtbanken. Noch de arbeidsrechtbank noch de rechtbank van koophandel houden statistieken bij met betrekking tot taalwijzigingen. Op het ogenblik is die statistiek ook niet opgenomen in de projecten ter automatisering van de statistische gegevens van de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van eerste aanleg. Mocht echter tijdens een volgende werkgroepvergadering blijken dat de gegevens een belangrijke aanvulling kunnen zijn voor de rechtbanken zelf, dan kan die statistische rubriek in het project worden opgenomen.
Op de derde vraag kan ik antwoorden dat beide projecten ter automatisering van de gerechtelijke statistiek voor de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van eerste aanleg in volle ontwikkeling zijn.
Bij de arbeidsrechtbanken zijn er echter problemen met de verwerking van de zaken `collectieve schuldenregeling' en is er tot op heden nog geen unaniem aanvaarde en ondersteunde werkwijze voor de invoerapplicatie ARTT. Zolang die problemen niet van de baan zijn, is het voor het Vast Bureau moeilijk om op een eenvormige wijze tot een correcte statistiek te komen.
Het project voor de rechtbanken van eerste aanleg, burgerlijke griffie, werd in mei 2010 gestart. Momenteel worden de eerste resultaten vergeleken met de statistieken die de rechtbanken zelf produceren. Pas als beide bronnen voldoende overeenstemmen kunnen er correcte cijfers worden vrijgegeven. We zijn er dus volop mee bezig.
Tot zover de bottom-upaanpak waarmee we proberen vooruitgang te boeken in het dossier van de automatisering van Justitie.
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - In het antwoord op mijn vorige vraag verwees de minister naar het verslag `Kerncijfers van de gerechtelijke activiteit'. Daarin is voor de drie Brusselse rechtbanken geen opsplitsing per taalrol gemaakt. Nu geeft de minister die opsplitsing wel en daar ben ik alleszins zeer tevreden mee.
Volgens de minister houden de griffies de beslissingen tot taalwijziging niet bij. Dat verwondert me, omdat ik bij de griffies gehoord heb dat die taalwijzigingen wel worden bijgehouden en dat het ook relatief eenvoudig is. Misschien zijn die cijfergegevens niet officieel, maar ze circuleren wel degelijk. Ik zal dus wat verder grasduinen om te zien of ik ze te pakken kan krijgen.