5-88COM | 5-88COM |
De heer Ludo Sannen (sp.a). - We evolueren in België meer en meer naar een decentrale stroomproductie door nieuwe windparken, zonnepanelen, biomassacentrales en warmtekrachtkoppelingsinstallaties. De nieuwe producenten zijn dus bij uitstek de groenestroombronnen die nodig zijn om de groenestroomdoelstellingen te behalen. In tegenstelling tot voorheen wordt dus niet langer alleen op enkele centrale plaatsen, zoals een kerncentrale, stroom op het net geplaatst, maar plaatsen steeds meer kleine stoomproducenten elektriciteit op het net. Wij hebben dus een slimmer netwerk nodig en de ombouw om dit te realiseren heeft uiteraard een kostprijs.
Een belangrijk verschil is dat de groenestroomproducenten hun energie dikwijls rechtstreeks op het distributienet plaatsen, terwijl een grote stroomproducent van bijvoorbeeld kernenergie elektriciteit op het hoogspanningsnet van Elia plaatst.
Via een koninklijk besluit heeft de minister in 2008 injectietarieven ingevoerd voor stroombronnen van ten minste 5 MW die aansluiten op het distributienetwerk. Het is dus een belasting ten laste van de groenestroomproducenten, die kan worden gebruikt voor de modernisering van het distributienetwerk. De CREG heeft vorig jaar een studie uitgevoerd waarin wordt gepleit voor het behoud van de injectietarieven, omdat ze als beleidsinstrument nuttig kunnen zijn. Volgens de CREG moeten wel nog onduidelijkheden worden uitgeklaard.
Feit blijft evenwel dat wie zijn stroom op het hoogspanningsnet of op het middenspanningsnet zet, niets moet betalen en dat wie aan het distributienet levert, wel een injectietarief moet betalen. Kleine producenten van groene stroom zijn dus benadeeld. In beide gevallen gaat het om producenten van elektriciteit. Op welk netwerk ze hun elektriciteit plaatsen, doet eigenlijk niet ter zake. Zij maken er beide gebruik van en beide zullen zij ook kunnen genieten van de omvorming naar een modern distributienet.
Als ook grote stroomproducenten injectietarieven zouden betalen, wordt een vorm van oneerlijke concurrentie tussen de producenten afgebouwd. Dit kan de concurrentie alleen maar ten goede komen. Bovendien moeten producenten worden aangemoedigd hun stroom tegen de laagst mogelijke kostprijs op het net te zetten. Wanneer een belasting verschuldigd is voor het ene net en niet voor een ander, kan dit tot gevolg hebben dat de producenten voor de second best oplossing kiezen en stroom tegen een hogere kostprijs op het net zetten.
Wat is de visie van de minister? Is hij bereid de invoering van injectietarieven voor leveringen aan alle netten te onderzoeken? Is het nuttig daaromtrent advies aan de CREG te vragen?
De heer Paul Magnette, minister van Klimaat en Energie. - Sinds de inwerkingtreding van het derde pakket vallen de tariefstructuren die de injectietarieven omvatten onder de uitsluitende bevoegdheid van de CREG.
De regering heeft deze zaak trouwens al bij de regulator aanhangig had gemaakt. De CREG heeft daarop in juli 2010 een studie gepubliceerd betreffende de aanrekening van injectietarieven voor decentrale producenten in geval van kostenreflectieve aansluitingstarieven en tarifering voor het gebruik van het net. In de besluiten toont de CREG zich voorstander van de mogelijkheid injectietarieven vast te leggen, omdat elke gebruiker van het netwerk hieraan dient bij te dragen.
De heer Ludo Sannen (sp.a). - In zijn antwoord geeft de minister toe dat de CREG verantwoordelijkheid draagt tegenover het Parlement. De CREG heeft echter ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Hoe neemt ze die verantwoordelijkheid op als ze injectietarieven toestaat op het ene net en niet op het andere en de kosten wil verdelen over alle stroomproducenten? Ik stel die vraag aan de minister, die evenwel naar de CREG verwijst.
De heer Paul Magnette, minister van Klimaat en Energie. - De Senaat kan de CREG uitnodigen.
De heer Ludo Sannen (sp.a). - Is de CREG al ondervraagd in het Parlement?
De voorzitter. - Ik moet het antwoord op die vraag schuldig blijven. Het staat ons echter vrij de CREG uit te nodigen.
De heer Ludo Sannen (sp.a). - Dat hoeft niet op korte termijn te gebeuren, maar het zou wel interessant zijn in het kader van het energiedebat in de commissie. Dan kan de CREG zich verantwoorden tegenover het Parlement en kunnen we vragen stellen. Uiteindelijk zal de CREG in sterke mate mee de toekomst bepalen.
De voorzitter. - Dat is een uitstekend voorstel.