5-87COM

5-87COM

Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden

Handelingen

DINSDAG 5 JULI 2011 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Bart Laeremans aan de minister van Binnenlandse Zaken over «de veiligheidssituatie in de zone Brussel-West en in het bijzonder in Molenbeek» (nr. 5-1168)

(Voorzitter: mevrouw Inge Faes, ondervoorzitter.)

De heer Bart Laeremans (VB). - Toeval wil dat de burgemeester van Molenbeek deze commissie voorzit, maar thans volgt hij onze werkzaamheden in een andere hoedanigheid. Het stemt me tevreden dat hij blijkbaar de bedoeling heeft aan het debat deel te nemen.

De verhuisplannen van enkele bekende Vlaamse bedrijven uit de Brusselse gemeente Molenbeek hebben voor veel opschudding gezorgd. We hebben er de minister reeds over ondervraagd in de plenaire vergadering. Zeer vreemd is dat de burgemeester de minister fors tegenspreekt inzake de terbeschikkingstelling van federale politie aan de gemeente. `Als Annemie Turtelboom (Open VLD) zegt dat ze meer mensen ter beschikking stelt, doet ze aan desinformatie,' aldus de burgemeester in Het Nieuwsblad van 24 juni. In het Parlement en in een interview in de krant De Morgen onder de titel Philippe Moureaux mag de waarheid niet ontkennen had de minister voordien nochtans verklaard dat de federale regering vijfenveertig federale agenten naar Molenbeek heeft gedetacheerd. Zonder deze aanvulling zat Molenbeek onder de verplichte minimale norm. Bovendien werden dertig extra agenten gevraagd, van wie er reeds tien werden toebedeeld. Ook zouden de vijftig volgende agenten die van de politieschool komen, `prioritair toegewezen worden aan deze politiezone', nog steeds aldus de minister.

Er heerst heel wat onvrede bij het lokale politiekorps. De krant Het Laatste Nieuws citeert op 18 juni interne politiebronnen: `De zone is ongelooflijk slecht georganiseerd. Er zijn te veel bureaucratische functies en te weinig agenten op het terrein. De agenten die wel op straat staan, moeten daarnaast ook nog al het papierwerk doen en worden meestal aan hun lot overgelaten. In Molenbeek durft vandaag geen enkele agent nog zijn wapen trekken uit schrik voor represailles. Als jonge agent word je niet geholpen of krijg je geen ondersteuning. Met als gevolg: een grote demotivatie, veel zieken en veel vertrekkers. Diegenen die dan wel streng durven op te treden, moeten zich, omwille van brieven naar het bestuur, gaan verantwoorden bij Comité P. Ikzelf heb het tientallen keren moeten doen ... Ik was altijd in mijn recht. Maar op den duur ben je het beu om je steeds te moeten verantwoorden.'

Deze verontrustende verklaringen roepen veel vragen op, onder meer over het lokale bestuur ten aanzien van de politie en over de controle daarop, evenals over de verbijsterende persconferentie van de burgemeester die de feiten minimaliseerde en de Vlaamse pers bijna verantwoordelijk acht voor de problemen, omdat ze die zou uitvinden en opkloppen. Hij verklaarde ook dat Molenbeek het laboratorium van de toekomst zou zijn. Hoe wereldvreemd kan men zijn?

Ik had van de minister graag vernomen hoe groot het actuele tekort is in de betrokken politiezone en hoe ze dit tekort verklaart. Klopt het dat nieuwe rekruten zelden kiezen voor deze zone?

Heerst er inderdaad een malaise in dit korps, met een grote demotivatie, veel zieken en vertrekkers tot gevolg? Klopt het dat agenten hun pistool niet meer durven te trekken, ook niet als het nodig is?

Kan de minister een overzicht geven van de federale inspanningen om de zone Brussel-West de voorbije twee jaar te steunen? Welke steun geniet de zone op dit moment? Hoe komt het dat de Molenbeekse burgemeester en de minister elkaars cijfers betwisten? Wat bedoelt de minister precies met de uitspraak dat de vijftig volgende agenten die van de politieschool komen `prioritair' aan deze zone worden toegewezen? Betekent dit dat ze alle vijftig daadwerkelijk naar deze zone gaan?

Kan de minister bevestigen dat er veel klachten worden ingediend tegen de politiemensen van de betrokken zone bij het comité P? Gebeurt dit vaker dan in andere zones? Worden klachten door het lokale bestuur op een meer systematische wijze doorgespeeld naar het Comité dan elders? Klopt het dat heel wat politiemensen zich geregeld moeten verantwoorden? Bestaan daar cijfers over? Zijn er vergelijkingen met andere zones?

Welke bijzondere instructies worden gegeven, mondeling of schriftelijk, inzake welbepaalde religieuze feesten of vastenperiodes? Wordt aan politiemensen gevraagd om zich in deze situaties anders te gedragen of anders op te treden en bijvoorbeeld minder te verbaliseren? In welke mate wordt daar gevolg aan gegeven?

Hoe reageert de minister op de uitspraken van de Brusselse minister-president inzake de invoering van een gewestelijke politie?

M. Philippe Moureaux (PS). - Je n'ai sans doute pas réagi assez vite à une campagne de presse où on a entendu un flot inouï de mensonges.

Le point de départ, auquel je n'ai pas été assez attentif pour des raisons privées : on me dit que deux entreprises quittent Molenbeek. Quelques jours plus tard, il se confirme que la première s'en va ; le patron me dit avoir des problèmes de sécurité, mais la raison essentielle est le besoin de locaux plus vastes. La deuxième entreprise ne s'est pas délocalisée ; elle est toujours à Molenbeek et j'ai encore reçu avant-hier son patron ; une partie du personnel de cette entreprise a de réels problèmes, que je n'ai jamais niés et que nous allons tenter de résoudre.

Je voudrais simplement vous indiquer que nos services de police sont attentifs à ce problème. Ils ont déjà procédé à six arrestations au sein de la bande que nous soupçonnons. Le sort de ces personnes ne relève ni du bourgmestre ni de la ministre de l'Intérieur. Il est exact que nous avons, depuis deux ou trois ans, un déplacement dans ce qu'on appelle le « Haut maritime », un petit quartier proche de Jette et de Laeken où sévit une bande très difficile à circonscrire.

Je voudrais dire que le corps de police « Bruxelles-Ouest » est supermotivé ; c'est - après Bruxelles-Ixelles, qui a évidemment un peu plus de travail - le plus grand fournisseur du palais de Justice en termes d'arrestations. On ne peut affirmer que les policiers sont démotivés ou ne travaillent pas. La grande majorité des policiers est très motivée ; ils travaillent remarquablement dans des conditions difficile et je tiens ici à leur rendre hommage. C'est vrai que lorsqu'on procède à des arrestations délicates et que les gens sont relâchés quelques heures plus tard, il pourrait y avoir de la démotivation. Parfois je suis impressionné de la ténacité des policiers.

Je ne vais pas faire le procès du parquet ; j'avais demandé, bien avant ces incidents, à voir le procureur du Roi que j'ai rencontré il y a une dizaine de jours ; il est de très bonne volonté, mais travaille aussi avec des moyens limités, à l'instar du tribunal de Bruxelles. On a demandé d'accélérer le traitement des dossiers, car un des gros problèmes est le délai séparant la faute de la punition : condamner trois ou quatre ans après les faits n'a guère de sens, même si je suis adversaire de l'abattage à la française. Le Président du tribunal de Bruxelles a pris les choses en main, mais avec les effectifs à sa disposition, il peut, selon le procureur, faire une audience par mois, durant laquelle il traite lui-même dix à douze dossiers. À Bruxelles, il faudrait au moins une ou deux audiences hebdomadaires de ce genre.

Le problème est général. Madame la ministre, je ne vous ai jamais adressé de reproche ; vous êtes depuis que je suis bourgmestre et certainement depuis une dizaine d'années, la ministre la plus à l'écoute. Mais le budget permet de former moins de policiers. Je vous en ai demandé trente et vous avez réussi à m'en dégager quinze.

Mais la situation générale est difficile.

J'ai reçu hier soir les derniers travaux réalisés sur la criminalité à Bruxelles : pour 2008, 2009 et les trois premiers trimestres 2010, la zone de Bruxelles-Ouest fait la meilleure performance, et Molenbeek fait une performance très convenable si l'on tient compte du nombre d'habitants. En chiffres absolus, nous avons une très légère augmentation. Mais il faut savoir que la population de ma commune a augmenté de 20 000 habitants en quelques années, ce qui est énorme.

Quatre ou cinq endroits restent très difficiles. Nous en avons évoqué un.

Le dernier dossier qui se trouve sur mon bureau concerne un endroit où il y a des rassemblements. J'ai déjà pris un arrêté interdisant ceux de plus de cinq personnes pendant une dizaine de jours et j'ai demandé une fois de plus à ma police d'intervenir. Il s'agit de rassemblements d'Algériens. Lorsque des contrôles sont opérés, on constate que 30 à 40% de ces personnes ont un ordre de quitter le territoire, mais non exécutoire. On connaît la situation avec l'Algérie. Les policiers ne peuvent rien faire. On interpelle, on téléphone, on nous dit de délivrer un ordre de quitter le territoire mais de relâcher la personne car l'ordre n'est pas exécutoire. Comme le ministre Wathelet l'a expliqué c'est là un bras de fer au niveau européen concernant l'Algérie qui veut obtenir des compensations dans d'autres domaines. Nous sommes donc confrontés à des situations très délicates.

D'une façon générale, d'énormes progrès ont été réalisés. Mais si je réponds à une personne âgée venant d'être sauvagement agressée que les statistiques sont bonnes, elle m'envoie promener à juste titre.

Autre exemple, le nombre d'agressions a explosé à un moment donné chaussée de Gand. Nous avons pris des mesures, et mon chef de corps m'a d'ailleurs remercié pour les gardiens de la paix et pour le travail policier ; il a ainsi pu procéder à de nombreuses arrestations. Les agressions ont diminué de 50% en deux mois. Mais les victimes n'ont évidemment que faire de ces beaux résultats.

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Binnenlandse Zaken. - Voor de zone Brussel-West zag de personeelssituatie op 1 juli 2011 er als volgt uit: de minimale norm bedraagt 574 eenheden, de personeelsformatie 672 en de effectieve bezetting 609 personeelsleden, van wie er 46 gedetacheerd zijn van de federale politie. De effectieve bezetting is dus groter dan de minimale bezetting, maar kleiner dan het aantal personeelsleden dat de zone eigenlijk zou moeten hebben.

In de laatste mobiliteitscyclus staan er 134 ambten vacant, voor het merendeel voor de interventie in de hele zone en voor de dienst nabij de gemeente Molenbeek. Voor die laatste dienst zijn er gewoon geen kandidaten. Voor vijftig plaatsen is er maar één kandidaat. Om zo efficiënt mogelijk te kunnen rekruteren is de politiezone gestart met haar eigen rekruteringsteam en kreeg ze vorig jaar een bedrag van 303 000 euro in de vorm van een extra dotatie voor impulsrekrutering. Andere Brusselse zones krijgen hun personeelsformatie wel ingevuld. We moeten dus zoeken naar een specifieke rekruteringsstrategie voor de zone Brussel-West.

In afwachting van het volledig opvullen van haar personeelsformatie kan de lokale politie momenteel beschikken over personeelsleden die vanuit de federale politie worden gedetacheerd. Op 24 juni ging het om 41 inspecteurs en 5 hoofdinspecteurs. In oktober worden negentien bijkomende federale politiemensen gedetacheerd en bij het sluiten van de basisopleiding kan de politiezone prioritair aanspraak maken op vijftig aspiranten. Concreet betekent dat dat kandidaten die bij de selectie aangeven dat ze naar de zone Brussel-West willen gaan, bij voorrang tot de basisopleiding worden toegelaten en nadien onmiddellijk voor vijf jaar naar die zone gaan. Daarnaast kunnen ook nog andere aspirant-inspecteurs bij het afsluiten van de basisopleiding via mobiliteit de politiezone Brussel-West aanvragen.

De zone heeft het voorbije jaar veertig maal een beroep gedaan op operationele versterking, meestal naar aanleiding van ordehandhaving, betogingen en manifestaties. Er was twee keer een aanvraag voor een actie in het kader van het actieplan rond sackjacking en diefstallen met geweld en één keer in het kader van de veiligheid in de metro. In 2011 hebben we nog geen specifieke steunaanvragen ontvangen. Voor de maand juli 2011 heeft de zone Brussel-West wel een algemene steunaanvraag voor het Interventiekorps (CIK) ingediend en die werd goedgekeurd voor één sectie van tien mensen gedurende drie dagen en een halve sectie gedurende vijf dagen.

Op geen enkele manier heeft de leiding van het korps het bevel gegeven om tijdens de ramadanperiode overdag niet te eten of te drinken en niet te verbaliseren. De algemene richtlijnen voor de maaltijdpauzes worden toegepast. Net als in het verleden geldt dat de personeelsleden foutparkeerders moeten verbaliseren indien geen gevolg wordt gegeven aan een waarschuwing. Uit de gegevensbanken blijkt zelfs dat er de voorbije twee jaar tijdens de ramadanperiode, die ongeveer een maand duurt, meer processen-verbaal werden opgesteld dan de maand ervoor of erna.

Hoewel er geen grondige studie over het absenteïsme bestaat, is de korpsleiding van mening dat er geen sprake is van een malaise.

Uit de cijfers van het Comité P betreffende de politiezones Brussel-West, Brussel-Noord en Brussel-Zuid blijkt dat de evolutie van het aantal klachten gelijklopend is. Ik geef u een overzicht voor de periode van 2006 tot 2010. Voor de zone West waren er 55, 69, 69, 77 en 61 klachten, voor de zone Noord 56, 75, 64, 74 en 73 klachten en voor de zone Zuid 77, 81, 61, 88 en 63 klachten. In de klachten is er dus geen verschil tussen de zones vast te stellen.

Iedereen weet dat ik altijd voorstander ben geweest van één politiezone voor de hoofdstad, maar veel belangrijker dan structuren is de efficiëntie. Daarom vraag ik altijd meer samenwerking tussen de zones. Vorig jaar is inderdaad een akkoord gesloten dat in die richting gaat. Zes Brusselse zones en de federale steuneenheden hebben een protocolakkoord ondertekend.

Ik merk wel dat de zone West meer gebruik zou kunnen maken van de operationele versterking die DirCo Brussel kan leveren.

Ik heb kennis genomen van de verklaringen die in de pers zijn verschenen over de invoering van een gewestelijke politie. Het gaat alleen maar om ideeën, maar de politie regionaliseren vind ik persoonlijk geen goed idee. Onze federale politie werkt rond bepaalde typologieën samen met andere landen. Een opsplitsing volgens de regio's is geen goede zaak.

De heer Bart Laeremans (VB). - Ik hoop de cijfers op papier te krijgen, zodat ik ze verder kan bestuderen.

De minister is voorstander van een samenvoeging van de Brusselse politiezones. Daar zijn wij ook al lang voorstander van. Het lokale politiebeleid zou moeten worden overgeheveld naar het gewestelijke niveau, maar het is niet interessant als Brussel nog meer een supergewest wordt door nog eens federale bevoegdheden te krijgen. Als dat in de nota van de heer Di Rupo staat, is dat verkeerd. Een deel van de bevoegdheden moeten van onderuit naar het gewest worden overgeheveld.

Er is blijkbaar maar één kandidaat voor vijftig plaatsen in de zone Brussel-West. Dat stemt overeen met wat de heer Moureaux al in de media verklaarde, namelijk dat weinig mensen geïnteresseerd zijn om naar die zone te komen. Dat is in tegenspraak met de idyllische verklaringen die de burgemeester zelf lanceerde, onder meer dat de agenten er super gemotiveerd zijn en dat er geen malaise is. Tout va très bien, Madame la marquise! Wij krijgen evenwel andere signalen van politiemensen die niet meer gemotiveerd zijn en door hun burgemeester worden afgeremd. Ze zeggen dat hen wordt gevraagd om op bepaalde plaatsen op sommige momenten niet op te treden.

Ik heb begrepen dat de invulling van die vijftig plaatsen gebaseerd is op vrijwilligheid. Ik zie dus in de zone Brussel-West niet veel veranderen. Het antwoord van de minister stelt me niet gerust. Ik sta er trouwens niet van versteld dat ook de korpsleiding beweert dat er geen malaise is. Het omgekeerde zou verbazen.

Ik vraag de minister een onderzoek in te stellen naar die zone om na te gaan wat de reden is dat er zo weinig kandidaten zijn om er te werken. Zeker jonge politiemensen zouden geïnteresseerd moeten zijn in een zone waar wat te beleven valt. Als ze voortdurend worden tegengewerkt is er echter een probleem.

Wat de minister zei over het Comité P zal ik verder onderzoeken.

Ik heb ook genoteerd dat er vanuit deze zone vrij weinig een beroep wordt gedaan op de diensten van de federale politie. Hopelijk zal de verklaring van de minister de betrokken burgemeester tot nadenken stemmen, zodat de zone meer een beroep doet op de diensten van de federale politie die ter beschikking worden gesteld.

Ik noteer dat de klachten niet meer worden weggelachen, dat er een contact is geweest met de betrokken bedrijven en dat men er iets zal aan doen. Ik ben benieuwd naar de oplossing.

De burgemeester beweert dat de cijfers aantonen dat de situatie niet zo dramatisch is. Het is niet omdat de cijfers officieel naar beneden gaan, dat de criminaliteit daalt. Er kunnen verschillende oorzaken zijn. Mensen kunnen moedeloos worden omdat het toch geen zin heeft een klacht in te dienen, omdat er geen gevolg wordt aan gegeven.

De voorzitter. - We gaan het debat hier niet voeren, mijnheer Laeremans, u mag alleen een repliek geven op de minister.

De heer Bart Laeremans (VB). - Ter attentie van ons allemaal, maar zeker van de minister wil ik ter afronding toch nog stellen dat cijfers over de criminaliteit niet de hele waarheid tonen. In Kuregem zijn de cijfers door de nultolerantie en de daarmee verbonden verhoogde politieactiviteit zelfs gestegen. Omgekeerd is een daling van de cijfers geen bewijs dat de criminaliteit zelf daalt. Bovendien komen de meeste klachten van autochtone bewoners en dus is het logisch dat, als zij uit een wijk wegtrekken, het aantal klachten daalt.

Ten slotte wil ik nog één ding zeggen over de Algerijnen. Van hen wordt dikwijls gezegd dat we die niet kunnen oppakken en naar hun land terugsturen. Met de commissie voor de Justitie hebben we, samen met een van de kabinetsmedewerkers, de gevangenis van Tilburg bezocht. Daar zitten zogezegd zeer veel Algerijnen, maar het blijkt alleen maar te gaan om buitenlanders die beweren dat Algerijn te zijn, omdat ze dan niet kunnen worden teruggestuurd. We moeten dat probleem onder ogen zien en voortaan van iedereen die zegt Algerijn te zijn, beter controleren of dat wel zo is.