5-29

5-29

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 7 JULI 2011 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Helga Stevens aan de staatssecretaris voor Mobiliteit over «het nagaan van het bestaan van een autoverzekering bij de autokeuring» (nr. 5-248)

Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - De autokeuringsstations hebben dit jaar al 26 000 automobilisten op de vingers getikt omdat hun nummerplaten slecht leesbaar zijn. In sommige nummerplaten zitten grote boorgaten. Bij andere platen werd de rode verf half weggeschuurd, alsof het om gewone slijtage zou gaan. Nog andere nummerplaten zijn helemaal gedeukt of zitten onder de modder.

Onleesbare nummerplaten zijn een echte plaag. Ik kan me er vreselijk aan ergeren omdat identificatie bij flitscontroles of vluchtmisdrijven op die manier moeilijk of zelfs onmogelijk wordt. Het verheugt me dat de keuringsstations daartegen alsmaar strenger optreden.

Erger nog is het probleem van de bestuurders die zonder verzekering rijden.

Waarom wordt bij de autokeuring ook niet nagegaan of een auto verzekerd is? Keuringsstations mogen de verzekeringspapieren niet opvragen en nakijken. Waarom niet?

De heer Etienne Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister. - Mijn diensten hebben eerder al voorstellen onderzocht om het verzekeringsbewijs of de zogenaamde groene kaart te laten controleren door de keuringsstations. De conclusie was dat het niet wenselijk is om de technici van de keuringscentra die controle te laten uitvoeren.

Allereerst is het niet evident om de verzekeringstoestand van een voertuig vast te stellen. De groene kaart kan vandaag nog geldig zijn, maar morgen niet meer. Er kan een betalingsachterstand zijn, zodat de groene kaart nog niet opgestuurd is, maar het voertuig toch al verzekerd is. Bovendien is de autoverzekering nu jaarlijks opzegbaar. De controle zou alleen een momentopname zijn, waarbij nog moet worden nagegaan of het inderdaad om een geval van niet-verzekering gaat.

Daarnaast rijst de vraag hoe het keuringspersoneel moet omgaan met een niet-verzekerd voertuig. Ze zijn immers niet bevoegd om een proces-verbaal op te stellen of een voertuig te immobiliseren. Niet-verzekerde voertuigen kunnen tegenwoordig worden opgespoord met de Veridassdatabank, die de gegevens van de Directie Inschrijvingen van Voertuigen (DIV) met de verzekeringsgegevens vergelijkt. Als een verzekering ontbreekt, wordt dat door de databank gemeld aan de politie.

.

De politie beschikt over de nodige informatica en apparatuur om een snelle opsporing bij controles mogelijk te maken.

Ten slotte lijkt het weinig waarschijnlijk dat iemand die niet is verzekerd, naar de autokeuring gaat. Niet-verzekering en niet-keuring gaan meestal samen. De controle van de verzekeringstoestand via de autokeuring zou een maat voor niets zijn.

Ik vind het dan ook niet wenselijk de opdrachten van de autokeuring uit te breiden om de verzekeringstoestand van het voertuig te controleren. Het is niet efficiënt en ook niet kosteneffectief.

De huidige mechanismen om het niet niet-verzekerd rijden te controleren via het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds, in samenwerking met de politie, lijken me voldoende om het aantal niet-verzekerde voertuigen in te dijken.

Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - Ik dank de staatssecretaris voor het duidelijke antwoord. Ik aanvaard de redenen waarom het niet wenselijk is de autokeuring te belasten met de controle op de verzekering van voertuigen. Het Gemeenschappelijk Waarborgfonds gaat na of de auto al dan niet verzekerd is. Maar waarom blijft dan het probleem van onverzekerde auto's toenemen? Misschien is er nood aan meer daadkracht om het probleem in te dijken. De maatschappelijke en persoonlijke schade bij een ongeval waarin een voertuig is betrokken dat niet verzekerd is, kan zeer groot zijn.