5-29 | 5-29 |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Recente statistieken van de Europese Commissie tonen aan dat ons land nog steeds de West-Europese recordhouder is op het gebied van verkeersdoden. Het aantal verkeersdoden per miljoen inwoners ligt in België op 76. Ter vergelijking: Duitsland heeft 45 verkeersdoden per miljoen inwoners, Frankrijk 62 en Luxemburg 64.
Het cijfer voor België is indrukwekkend: bijna achthonderd verkeersdoden per jaar. Elk van die achthonderd verkeersdoden betekent een tragedie voor familieleden en vrienden. Dat record is en blijft onaanvaardbaar.
Toch levert de federale overheid heel wat inspanningen. Het BIVV is een belangrijke actor, die veel investeert in campagnes rond verkeersveiligheid. We zijn samen strenger geworden in het toekennen van rijbewijzen, we hebben extra boetes opgelegd, we hebben de technische vereisten voor de wagens verbeterd, er kwam meer intensief politietoezicht. Uiteindelijk blijf ik echter vaststellen dat we recordhouder blijven, ook al daalt het aantal verkeersdoden. Het daalt gelukkig ook in de andere landen en dus blijven wij de recordhouder.
Wat moet er gebeuren? Blijkbaar volstaat het federaal beleid dat de staatssecretaris, ikzelf en anderen hebben voorgestaan nog altijd niet. Blijkbaar is er nog altijd geen mentaliteitswijziging waardoor mensen beseffen dat roekeloos rijden moorddadig en crimineel gedrag is.
Heeft de staatssecretaris dit in de regering besproken? Zijn die cijfers in deze woelige politieke tijden belangrijk genoeg om ernstig besproken te worden? Wat is er nodig om een daadwerkelijk beleid te kunnen voeren zodat we eindelijk uit die trieste kopgroep van de verkeersdoden in West-Europa verdwijnen?
De heer Etienne Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister. - Ik wil er de heer Anciaux allereerst op wijzen dat ons land in het voorbije decennium een forse daling van het aantal verkeersdoden heeft verwezenlijkt. Tussen het jaar 2000 en 2010 is het aantal verkeersdoden met 44% gedaald, wat overeenstemt met een vermindering die vergelijkbaar is met die in de andere Europese landen. In absolute cijfers betekent dit dat we van 1 215 verkeersdoden in 2003, gedaald zijn tot 840 verkeersdoden in 2010.
In zijn vraagstelling spreekt hij over `geen of nauwelijks succes'. Ik noem het voorkomen van bijna 400 verkeersdoden per jaar een belangrijke en opmerkelijke verbetering.
We hebben weliswaar de historische achterstand ten opzichte van de meest verkeersveilige landen in Europa, zoals Nederland, de Scandinavische landen en Groot-Brittannië, niet kunnen wegwerken.
Ik ontken ook niet dat een aantal landen, zoals Duitsland en Frankrijk, het beter hebben gedaan dan wij en dat deze landen ons daardoor in de ranking van het aantal verkeersdoden per 1 miljoen inwoners hebben voorbijgestoken.
De ranglijst van het aantal doden per aantal inwoners kent echter ook beperkingen. Zo wordt België bijvoorbeeld vergeleken met Zweden, een land met 11 miljoen inwoners en 30 000 km² oppervlakte versus een land met 9 miljoen inwoners en 450 000 km² oppervlakte; een land in het drukke hart van de EU versus een land in de rustige periferie van de EU. We moeten er dus voor opletten dat we geen appelen met citroenen vergelijken en ook andere relevante parameters in een vergelijkend onderzoek betrekken.
Teneinde op korte termijn resultaten te boeken, heb ik sinds mijn aantreden op het departement Mobiliteit in 2008 vooral de nadruk gelegd op de aanpak van de belangrijkste ongevalsfactoren, zoals het rijden onder invloed, de snelheid en het niet dragen van de gordel. Daarnaast werd specifiek gefocust op specifieke risicogroepen zoals de jonge bestuurders in de weekendnachten, het zwaar vervoer en de motorrijders.
De maatregelen die daartoe werden getroffen, hadden vooral betrekking op bewustmaking en meer verkeerstoezicht. Op wetgevend gebied werden de speekseltest voor het rijden onder invloed van drugs en het alcoholslot ingevoerd. Recentelijk werd de wegcode gewijzigd teneinde de veiligheid van de motorrijders te vergroten.
Op basis van de derde richtlijn betreffende het Europees rijbewijs, werd het bankpasmodelrijbewijs ingevoerd en komt er in 2013 ook een betere motoropleiding met geleidelijke toegang tot zwaardere motoren. De invoering van de Europese nummerplaat moet de leesbaarheid van de nummerplaten verhogen en aldus straffeloosheid voorkomen. Naast de Kruispuntbank Voertuigen werd ook een Kruispuntbank Rijbewijzen opgericht met de bedoeling om de controle op de voertuigen en de rijbewijzen te verbeteren.
België is ook een transitland, wat veel buitenlandse voertuigen impliceert. We hebben reeds een bilateraal akkoord gesloten met Frankrijk om de persoonsgegevens van de nummerplaten uit te wisselen. Binnenkort zullen we ook een dergelijk akkoord sluiten met Nederland. Tijdens het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie werd de zogenaamde cross-borderrichtlijn goedgekeurd, waarbij over enkele jaren deze gegevensuitwisseling voor een aantal zware verkeersovertredingen in de 27 lidstaten mogelijk zal worden.
Voor de bestuurders van vrachtwagens en autobussen werd het getuigschrift van vakbekwaamheid ingevoerd, en de verplichting om zich bij te scholen. Daarnaast werd ook de rijopleiding voor de categorie B geëvalueerd en is het de bedoeling om daarin de nodige verbeteringen aan te brengen.
De verkeersveiligheid behoort tot de bevoegdheid van verschillende overheden en instanties, zowel op het federale vlak als op het gewestelijke vlak. We hebben bijgevolg de medewerking nodig van Justitie en Binnenlandse Zaken. De gewesten zijn, samen met de gemeenten, bevoegd voor de wegeninfrastructuur. Daarom werd op 11 mei de Staten-Generaal voor de verkeersveiligheid georganiseerd waarop een twintigtal aanbevelingen werden geformuleerd, die ervoor moeten zorgen dat tegen 2020 het aantal verkeersdoden met 50% zal dalen ten opzichte van 2010. Concreet betekent dit dat we tegen die datum moeten streven naar maximaal 420 verkeersdoden op onze wegen.
Deze aanbevelingen hebben zowel betrekking op opvoeding en opleiding, als op infrastructuur en technologie, en op verkeerstoezicht en bestraffing.
Zowel Binnenlandse Zaken als de politie zullen overgaan tot een verdubbeling van het aantal alcoholcontroles, zodat jaarlijks één op de vijf bestuurders op alcohol zal worden gecontroleerd.
Het dragen van de gordel zal ook stelselmatig worden gecontroleerd.
Het aantal snelheidscontroles met automatische flitscamera's of via trajectcontrole door de gewesten zal verder blijven toenemen in Vlaanderen en Brussel. Maar ook in Wallonië zullen ze verder ingang vinden.
Justitie werkt aan een snellere en automatische afhandeling van verkeersboetes, zodat de straffeloosheid wegens niet-vervolgde verkeersovertredingen zal verminderen. Bovendien wordt gewerkt aan een centrale databank met de antecedenten van de verkeersovertreders.
Zoals u kunt vaststellen, zijn er heel wat projecten en plannen klaar om de verkeersveiligheid drastisch te verbeteren. Ze zullen de komende jaren worden uitgewerkt en gerealiseerd. Ze zijn er alle op gericht om tegen 2020 zeker en vast de gestelde kwantitatieve doelstelling te bereiken met de ambitie om het zelfs nog beter te doen.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik dank de staatssecretaris voor zijn duidelijk antwoord. Ik ben een bondgenoot van zijn beleid en van het streven om het aantal verkeersdoden drastisch naar beneden te halen. Het is juist dat de Staten-Generaal voor de verkeersveiligheid een belangrijk aspect is.
Met mijn vraag wil ik blijvend de aandacht vragen van de politiek en van de publieke opinie. Het lijkt er immers op dat er enige gewenning optreedt en men de 800 verkeersdoden per jaar gaat beschouwen als de tol van onze welvaart. Dat is helemaal niet zo en daarom wil ik daar samen met u tegen vechten.
Persoonlijk vind ik dat de agressiviteit in het verkeer niet echt is verminderd, integendeel. In de stad worden de verkeersregels grif met voeten getreden: niemand let nog op voorsorteervakken, men parkeert zonder nadenken op fietspaden, enz. Als je je bij wegwerkzaamheden aan de voorgeschreven snelheid houdt, word je door vrachtwagens bijna verpletterd. 's Nachts hoor je zwaar verkeer door de bewoonde kom razen alsof het niets is.
Kortom, het valt me op hoe sterk die agressiviteit met de jaren is toegenomen. Daarom mogen we de moed niet opgeven en moeten we met zijn allen blijven vechten tegen die 800 verkeersdoden, wat echt te veel is.