5-29

5-29

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 7 JULI 2011 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Cindy Franssen aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen over «de Commissie voor Onderhoudsbijdragen» (nr. 5-249)

Mevrouw Cindy Franssen (CD&V). - De wet van 19 maart 2010 over de onderhoudsbijdragen heeft als belangrijkste doelstelling de berekening van alimentatie voor kinderen te objectiveren en aldus het maatschappelijke draagvlak te verhogen. Zodoende draagt de wet bij tot een oplossing van het probleem van de onbetaalde onderhoudsschulden, die door de onderhoudsplichtige soms als onrechtvaardig worden aangevoeld.

Artikel 15 van de wet voorziet in de oprichting van een Commissie voor Onderhoudsbijdragen die aanbevelingen moet opstellen met betrekking tot de kosten voor het levensonderhoud van de kinderen. De rechtspractici hebben die aanbevelingen dringend nodig. De rechter moet immers met bijzondere reden motiveren waarom hij in een concrete zaak van de aanbevelingen afwijkt.

De oprichting van de commissie is een noodzakelijke stap om de doelstellingen van de wet te halen. De wet werd, voor de val van de regering, met een overweldigende meerderheid goedgekeurd in Kamer en Senaat. Inmiddels zijn we een jaar en vier maanden later. Het feit dat de wet pas op 1 augustus 2010 in werking trad, lijkt me geen reden om de wet niet uit te voeren.

De staatssecretaris was een van de indieners van het wetsvoorstel dat aanleiding gaf tot de wet, daarom weet ik dat het probleem hem na aan het hart ligt.

Is hij bereid om op korte termijn een ontwerp van koninklijk besluit aan de Ministerraad voor te leggen en de Commissie voor Onderhoudsbijdragen op te richten?

De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid en voor de Federale Culturele Instellingen. - De oprichting van de Commissie voor Onderhoudsbijdragen, zoals wordt voorgesteld in artikel 1322, paragraaf 1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek blijft nuttig én noodzakelijk zodat die commissie de haar bij wet toegewezen taken op zich kan nemen. Ik zal die oprichting binnen de federale regering verdedigen, hoewel de periode van lopende zaken mij tot voorzichtigheid noopt.

De wet van 19 maart 2010 is in werking getreden op 1 augustus 2010, toen de regering al in een periode van lopende zaken was. Voor de goedkeuring van het koninklijk besluit tot oprichting van de Commissie voor onderhoudsbijdragen is overigens overleg nodig met de gemeenschappen. Helaas zijn zowel de contacten tussen het federale en het gemeenschapsniveau als de interministeriële conferenties opgeschort.

Ondanks de lopende zaken moeten we ons inderdaad over de wettelijke samenstelling van de commissie buigen.

Mevrouw Cindy Franssen (CD&V). - Ook in een periode van lopende zaken kunnen met de nodige voorzichtigheid zaken worden doorgedrukt. Het is zeer belangrijk dat de commissie wordt opgericht, zeker voor de mensen die op hun onderhoudsbijdragen moeten wachten.