5-992/4 | 5-992/4 |
14 JUNI 2011
De Senaat,
A. gelet op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie;
B. gelet op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 10 december 1948;
C. gelet op het Globaal en Inclusief Vredesakkoord van 17 december 2002;
D. gelet op de Congolese grondwet van 2006;
E. gelet op de organieke wet nr. 10/013 van 28 juli 2010 betreffende de organisatie en de werking van de Commission Electorale Nationale Indépendante (CENI);
F. gelet op de organieke wet nr. 06/020 van 10 oktober 2006 betreffende het statuut van de magistraten;
G. gelet op de organieke wet nr. 08/013 van 5 augustus 2008 betreffende de organisatie en de werking van de Conseil supérieur de la magistrature;
H. gelet op het rapport van de FIDH, République démocratique du Congo, « La dérive autoritaire du régime », 2009;
I. gelet op de conclusies van het Comité tegen Foltering van de Verenigde Naties, 2005;
J. gelet op de conclusies van het Comité voor de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties, 2006;
K. gelet op de nota van het Observatory for the Protection of Human Rights Defenders, 2008;
L. gelet op het rapport van Journalistes en Danger, « La liberté de la presse en Afrique Centrale », 2008;
M. gelet op het rapport van de Afdeling Mensenrechten van MONUC over de situatie van de mensenrechten in de Democratische Republiek Congo, 2007;
N. gelet op het Verdrag tegen Foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing;
O. gelet op het rapport van Advocaten zonder Grenzen, « État des lieux de la détention provisoire en République démocratique du Congo », 2008;
P. gelet op het rapport van de Bijzondere Rapporteur voor de onafhankelijkheid van rechters en advocaten, L. Despouy, Mission to the Democratic Republic of the Congo, Doc. A/HRC/8/4/Add. 2, 2008;
Q. gelet op het nationale rapport over de menselijke ontwikkeling van 2008 van het programma van de Verenigde Naties;
R. gelet op het Verdrag tot uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen;
S. gelet op resolutie 1325 van de VN-Veiligheidsraad betreffende vrouwen, vrede en veiligheid;
T. gelet op de zwakke vertegenwoordiging van vrouwen op alle bevoegdheidsniveaus, te weten :
— op 11 provinciegouverneurs is er geen enkele vrouw,
— op 500 nationale volksvertegenwoordigers zijn er 42 vrouwen, dat is 8,4 %,
— op 632 federale volksvertegenwoordigers zijn er 43 vrouwen, dat is 6,8 %;
U. gelet op de recente grondwetswijziging van januari 2011 die het aantal stemrondes voor de presidentiële verkiezing terugbracht naar één ronde en die de bevoegdheden voor de provinciegouverneurs beperkte;
V. gelet op het verslag van de hoorzittingen die in de Senaatscommissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging hebben plaatsgevonden in de loop van het najaar 2010 en het voorjaar 2011 (stuk Senaat, nr. 5-389/1);
W. gelet op de bijzondere band tussen België en Congo en op de verantwoordelijkheid van ons land voor Congo,
Vraagt aan de regering :
1. als partner van Congo, dat de voornaamste begunstigde is van de Belgische ontwikkelingssamenwerking, het goede verloop van het verkiezingsproces in de Democratische Republiek Congo, waar de presidents- en parlementsverkiezingen in november 2011 zijn gepland, te ondersteunen;
2. de zending van parlementaire waarnemers en waarnemers van het middenveld tijdens de pre-electorale periode, de verkiezingen en de postelectorale periode te steunen;
3. voldoende financiële middelen vrij te maken voor de sensibilisering van de Congolese bevolking via organisaties van het Congolese middenveld en, meer in het bijzonder, voor vrouwenorganisaties in het kader van de opleiding van vrouwelijke kandidaten;
4. de aandacht van de Congolese autoriteiten te vragen en hen voor te stellen :
a) ervoor te zorgen dat de Commission électorale nationale indépendante (CENI) optimaal en onafhankelijk kan functioneren;
b) ervoor te zorgen dat de presidents- en parlementsverkiezingen transparant, vrij en eerlijk verlopen en dat de rechten van de politieke oppositie worden gerespecteerd;
c) ervoor te zorgen dat het inschrijven van vrouwen op de verkiezingslijsten en hun aanwezigheid op alle niveaus van het openbare leven worden bevorderd door een actief en slagvaardig beleid, onder andere door de rol van vrouwen in de politiek op te waarderen;
d) toe te zien op het goede verloop van de verkiezingen vanuit het oogpunt van de financiering ervan;
e) toe te zien op de naleving van een verkiezingsagenda die alle procedures die nog moeten worden uitgevoerd, in aanmerking neemt (stemming van de kieswet, registratie van kiezers, enz.);
f) erop toe te zien dat de verkiezingscyclus wordt voltooid, met name door het houden van provinciale, lokale en gemeentelijke verkiezingen;
g) voorrang te geven aan de strijd tegen de verslechtering van de situatie van de mensenrechten en de fysieke en psychologische integriteit van mensenrechtenactivisten, journalisten en leden van de oppositie te waarborgen;
h) de geplande gerechtelijke hervormingen door te voeren en bij te dragen tot de vorming van en het respect voor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Hiertoe dient men de aandacht van de Congolese autoriteiten te vestigen op de recente beslissing om het parket onder het gezag van de minister van Justitie te plaatsen;
i) de rechterlijke macht te voorzien van een adequaat budget dat noodzakelijk is voor een onafhankelijke en onpartijdige rechtsbedeling;
j) toe te zien op de voltooiing van het integratieproces in het leger;
k) de aanbevelingen van de Bijzondere Rapporteur voor de onafhankelijkheid van rechters en advocaten uit te voeren;
l) een wet aan te nemen die foltering strafbaar stelt overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag tegen Foltering en ervoor te zorgen dat er onderzoek wordt gevoerd naar iedereen die wordt verdacht van folteringen, ook naar leden van de veiligheidstroepen;
m) de veiligheidssector te hervormen en in het bijzonder de onderzoeks-, aanhoudings- en opsluitingsbevoegdheden exclusief aan de politie toe te wijzen, en ervoor te zorgen dat vrouwen in de veiligheidsdiensten vertegenwoordigd zijn;
n) internationale waarnemers en nationale lokale organisaties voor de verdediging van de mensenrechten tot de detentieoorden toe te laten;
o) het Verdrag van de Afrikaanse Unie betreffende de voorkoming en bestrijding van corruptie te bekrachtigen;
p) de politieke partijen een gelijke toegang tot de media te garanderen;
q) artikel 14 van de Congolese grondwet van 18 februari 2006 betreffende de vrouwen te eerbiedigen, waarin met name het recht van de vrouw op een eerlijke vertegenwoordiging in de nationale, provinciale en lokale instellingen wordt erkend, alsook de toepassing van de man/vrouw-pariteit in die instellingen aan te moedigen;
r) de participatie van vrouwen te stimuleren, door hun de mogelijkheid te bieden om op een significante en billijke wijze te worden verkozen op lokaal, gemeentelijk, stedelijk en nationaal niveau;
s) de financiële steun te versterken voor de programma's ter versterking van het vermogen van het Congolees maatschappelijk middenveld (NGO's, vakbonden, vrouwenverenigingen) alsook voor de acties ter bevordering van de burgerzin in de DRC;
t) erop toe te zien dat het middenveld een stevige en objectieve informatieversterkking kan organiseren over de kandidaten en hun programma;
5. de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties voor te stellen een resolutie aan te nemen die akte neemt van de ernst van de situatie van de mensenrechten in het land en opnieuw een onafhankelijke expert aan te stellen voor de situatie van de mensenrechten in de DRC;
6. prioriteit te geven aan de vrijwaring van de veiligheid in het kader van het verkiezingsproces door :
a) het behoud van de Belgische deelname aan de United Nations Organization Stabilization Mission in the Democratic Republic of Congo (MONUSCO) te waarborgen voor, tijdens en na de huidige verkiezingscyclus in de Democratische Republiek Congo;
b) te pleiten voor de versterking van het MONUSCO-mandaat inzake de bescherming van het maatschappelijk middenveld gedurende het verkiezingsproces;
c) zich ervan te vergewissen dat alles in het werk wordt gesteld om de veiligheid van de vrouwen te verzekeren, in het bijzonder in het Oosten van Congo, opdat ze campagne kunnen voeren zonder het risico te lopen op seksuele agressie.