5-941/5 | 5-941/5 |
21 JUNI 2011
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 6, § 6, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, vervangen bij de wet van 25 maart 2003 en gewijzigd bij de wet van 15 mei 2007, wordt vervangen door de volgende bepaling :
« § 6. — De elektronische kaart blijft maximum tien jaar geldig vanaf de datum van afgifte.
De Koning kan voor bepaalde leeftijdscategorieën een kortere of langere geldigheidsduur bepalen dan deze die wordt bepaald in het eerste lid. »
Art. 3
De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de datum van inwerkingtreding van deze wet.