5-436/3

5-436/3

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

21 JUNI 2011


Wetsvoorstel tot aanvulling van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus wat de vervanging van politieraadsleden betreft


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BINNENLANDSE ZAKEN EN VOOR DE ADMINISTRATIEVE AANGELEGENHEDEN UITGEBRACHT DOOR

DE HEER BROERS


I. INLEIDING

Het optioneel bicameraal wetsvoorstel dat in dit verslag behandeld wordt, werd ingediend in de Senaat op 29 oktober 2010 en naar de commissie verzonden op 25 november 2010.

De commissie heeft het wetsvoorstel besproken tijdens haar vergaderingen van 31 mei en 7 juni 2011.

II. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE HEER DIRK CLAES, MEDE-INDIENER VAN HET WETSVOORSTEL

Om de continuïteit van de gemeenteraad te waarborgen stelt artikel 16, § 1, van het Vlaams Gemeentedecreet van 15 juli 2005, dat « het gemeenteraadslid dat afstand doet van zijn mandaat, dat van zijn mandaat vervallen wordt verklaard, dat als verhinderd wordt beschouwd, dat ontslag genomen heeft, of dat overleden is, wordt vervangen door zijn opvolger, die wordt aangewezen overeenkomstig de Gemeentekieswet ».

Aangezien in de meergemeentezones de bevoegdheden van de gemeenteraad inzake de organisatie en het beheer van het lokaal politiekorps worden uitgeoefend door de politieraad, lijkt het logisch dat een zelfde regeling bestaat ter waarborging van de continuïteit van dit orgaan.

Spreker stelt dan ook voor om hieromtrent een bepaling in de wet op te nemen. Het artikel 22 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus voorziet in de vervanging van het politieraadslid om redenen van actieve militaire diensttijd of burgerdienst als gewetensbezwaarde en voor verhindering voor het nemen van ouderschapsverlof. Hiervoor wordt verwezen naar het artikel 11 van de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988.

Het Vlaams gemeentedecreet voorziet echter ook in vervanging om medische redenen, om studieredenen of wegens verblijf in het buitenland gedurende een minimale termijn van twaalf weken.

Dit wetsvoorstel voorziet dan ook in de mogelijkheid tot vervanging om dezelfde redenen voor leden van de politieraad. Het politieraadslid dat vervangen wil worden voor verhindering dient hiervoor een schriftelijk verzoek te richten aan het politiecollege.

III. ALGEMENE BESPREKING

De heer Moureaux stelt vast dat de bedoeling van het wetvoorstel lovenswaardig is.

Hij stelt zich echter vragen bij het voorgestelde derde lid, dat gaat over verhindering wegens medische redenen in combinatie met het niet in staat zijn om het verzoek betreffende de verhindering om medische redenen tot de voorzitter te richten. Het wetvoorstel bepaalt dat het lid in dat geval van rechtswege als verhinderd wordt beschouwd vanaf de derde opeenvolgende vergadering waarop hij afwezig is.

Spreker vraagt zich echter het volgende af : als het lid niet kan laten weten dat hij om medische redenen verhinderd is, hoe kan de politieraad daar dan over worden geïnformeerd ? Deze formulering en de verantwoording zijn niet duidelijk genoeg. Stel dat een lid van de politieraad in een coma ligt, dan kan wellicht een derde (de partner of de behandelende arts) een medisch attest bezorgen waardoor de onmogelijkheid waarvan sprake is in het tweede lid, wegvalt. Dat biedt veel meer garanties dat wat in het derde lid wordt voorgesteld.

De heer Claes antwoordt dat de regeling de bedoeling heeft het effect te hebben dat door de heer Moureaux geschetst wordt. Het is enkel wanneer iemand om medische redenen niet in staat is om zelf een brief te schrijven naar de voorzitter van de politieraad dat van bij de derde opeenvolgende vergadering hij geacht wordt niet langer aanwezig te kunnen zijn.

De heer Moureaux begrijpt de bedoeling, maar heeft vragen bij het voorgestelde mechanisme. Volgens hem kan het veel eenvoudiger als, wanneer een lid van de politieraad dat niet zelf het verzoek tot verhindering kan indienen, een derde gemachtigd is een medisch attest te overhandigen. Hij stelt voor de tekst te amenderen om de procedure te vereenvoudigen.

De heer Claes vraagt of er in de andere gewesten een andere regeling is getroffen.

De heer Moureaux antwoordt dat een dergelijke regeling in Brussel niet bestaat.

Mevrouw Désir bevestigt dat er in Brussel geen regels zijn voor de vervanging van de leden van de politieraad. Dat heeft al meermaals problemen opgeleverd, bijvoorbeeld tijdens het zwangerschapsverlof van sommige leden. Verschillende gemeenteraadsleden hebben hierover trouwens moties ingediend.

De heer Broers heeft vastgesteld dat er nergens een gelijkaardige regeling is getroffen.

Mevrouw Niessen vindt dit inhoudelijk een uitstekend initiatief, maar zij meent dat het wenselijk is om de mening van de andere gewesten over het wetsvoorstel te vragen. Zij vraagt zich ook af of het niet beter zou zijn om eenzelfde regeling te treffen voor de gemeentelijke mandatarissen in plaats van voor de leden van de politieraad alleen. Anders zijn de twee regelingen niet op elkaar afgestemd.

De heer Moureaux herinnert eraan dat alleen de federale overheid bevoegd is voor de regels betreffende de politieraad, terwijl de gewesten bevoegd zijn voor de gemeenteraden. De commissie hoeft dus niet de mening van de gewesten te vragen voor bepalingen die de politie betreffen, net zoals zij niet kan optreden in de gewestelijke aangelegenheid die de gemeenteraad is.

Het komt de gemeenschapssenatoren toe dit probleem aan te kaarten in hun respectieve assemblees.

Verschillende fracties stemmen in met het principe van dit wetsvoorstel. Wel dient de formulering van het voorstel vereenvoudigd te worden.

De vertegenwoordiger van de minister van Binnenlandse zaken stelt dat de regering geen bezwaar heeft tegen het voorgestelde wetsvoorstel en de amendementen. Het optimaliseert immers de werking van de politieraad en de regering sluit zich daar volmondig bij aan.

IV. ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING EN STEMMINGEN

Artikel 1

Dit artikel wordt aangenomen met 10 stemmen bij 1 onthouding.

Artikel 2

Amendement nr. 1

De heer Claes dient een amendement nr. 1 in (stuk Senaat, nr. 5-436/2) dat er enerzijds toe strekt de verwijzing naar artikel 11 van de nieuwe gemeentewet te schrappen. Anderzijds voegt het in artikel 22 van de wet van 7 december 1998 een nieuw lid toe, luidende : « Het in de politieraad zetelende gemeenteraadslid dat in de gemeenteraad wordt vervangen wegens een verhindering, wordt van rechtswege voor dezelfde duur vervangen in de politieraad. »

De indiener van het amendement licht toe dat het de bedoeling is om, via dit amendement, het principe van de vervanging van een politieraadslid te regelen voor alle gewesten.

Op de voorgestelde manier wordt het probleem van de vervanging met een eenvoudige regeling voor de toekomst opgelost.

Door de regeling voor de vervanging van een verhinderd politieraadslid gelijk te schakelen met die voor de vervanging van een verhinderd gemeenteraadslid, kan de vervanging van een verhinderd politieraadslid verschillend worden geregeld naargelang het gewest waarin de politiezone zich bevindt.

De bevoegdheid om de vervanging van verhinderde gemeenteraadsleden te regelen komt immers op grond van artikel 6, § 1, VIII, 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, toe aan de gewesten.

De voorgestelde regeling kan echter niet worden beschouwd als een onrechtmatige bevoegdheidsoverdracht door de federale wetgever aan de gewesten, aangezien de federale wetgever in de toekomst alle vrijheid behoudt om een andere regeling voor deze aangelegenheid uit te werken.

Amendement nr. 2 (sub-amendement op amendement nr. 1)

De heer Claes dient en amendement nr. 2 in (stuk Senaat, nr. 5-436/2). Het betreft een subamendement op amendement nr. 1 dat het voorgestelde tweede lid van artikel22aanvult met de hypothese waarin een burgemeester die geen gemeenteraadslid is wordt verhinderd. Het nieuwe tweede lid van artikel 22 zou luiden :« Het lid van de politieraad dat in de gemeenteraad of als burgemeester wegens verhindering wordt vervangen, wordt van rechtswege voor dezelfde duur vervangen in de politieraad. »

De indiener stelt het volgende : burgemeesters van gemeenten die deel uitmaken van een meergemeentezone zijn van rechtswege lid van de politieraad. Ook de burgemeesters kunnen verhinderd worden. De hypothese is weliswaar zeer uitzonderlijk maar het kan gebeuren dat de burgemeester geen gemeenteraadslid is. Amendement nr. 1 biedt geen oplossing voor deze hypothese, wat wel het geval is met het voorgestelde sub-amendement.

Amendement nr. 2, subamendement op amendement nr. 1, wordt aangenomen met 10 stemmen bij 1 onthouding.

Het gesubamendeerde amendement nr. 1 wordt aangenomen met 10 stemmen bij 1 onthouding.

Het geamendeerde wetsvoorstel wordt in zijn geheel aangenomen met 10 stemmen bij 1 onthouding.

Dit verslag werd eenparig goedgekeurd door de 9 aanwezige leden.

De rapporteur, De voorzitter,
Huub BROERS. Philippe MOUREAUX.