5-67COM | 5-67COM |
De heer Frank Boogaerts (N-VA). - Mijn vraag heeft betrekking op de toepassing van de wet van 2 juni 2010 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de werking van de mede-eigendom te moderniseren en transparanter te maken.
De wet voert de mogelijkheid in om onder bepaalde voorwaarden, binnen de overkoepelende vereniging van mede-eigenaars, deelverenigingen op te richten. In dit geval krijgen de deelverenigingen zeggenschap over de particuliere gemeenschappelijke delen van het gebouw, terwijl de overkoepelende vereniging bevoegd blijft voor de algemene gemeenschappelijke delen van het gebouwencomplex, dat wil zeggen die welke de coherentie van de groep betreffen. De deelverenigingen zijn dus enkel bevoegd voor de in de basisakte aangeduide particuliere gemeenschappelijke delen.
Het oprichten van een deelvereniging moet gebeuren bij statuutwijziging. Per deelvereniging moeten een basisakte en reglement van mede-eigendom worden opgesteld en in de hypothecaire registers worden overgeschreven.
Die statuten betreffen naast algemeenheden zoals de organen van de vereniging, de syndicus, de procedures, de vereffening en ontbinding van de vereniging, ook de beschrijving van de privatieve delen, de algemeen gemeenschappelijke delen en de privatief gemeenschappelijke delen, alsook het aandeel van de privatieve delen in deze gemeenschappelijke delen. Ze betreffen echter geen particuliere eigendomstitels over de private kavels of delen noch verwijzingen hiernaar.
De wet biedt ook de mogelijkheid om de in het verleden binnen de overkoepelende vereniging van mede-eigenaars spontaan ontstane (deel)verenigingen van mede-eigenaars te regulariseren en te officialiseren.
Teneinde de kosten te drukken voorziet de wet in verschillende mogelijkheden. Zo wordt onder meer gesteld dat de akten, meer bepaald de basisakte of de statuten, in verband met de algemene of particuliere gemeenschappelijke delen uitsluitend worden overgeschreven op naam van de vereniging van mede-eigenaars.
Al naar gelang het arrondissement geeft de hypotheekbewaarder hieraan een andere invulling en eist hij al dan niet de bijvoeging of overschrijving van de privatieve eigendomstitels van alle mede-eigenaars. Het gevolg spreekt voor zich: de kosten voor de deelvereniging lopen op, door bijkomend werk voor de notaris en overschrijven van soms een groot aantal bijlagen.
Hierdoor durft de notaris niet te handelen conform de voorschriften, want indien de hypotheekbewaarder weigert de akten in het hypothecair register in te schrijven bij gebrek aan individuele eigendomstitels, moeten de al gemaakte kosten nogmaals worden gemaakt voor het bijkomend notarieel werk.
De vrees bestaat dat de al bestaande deelverenigingen, opgericht voor of na het cassatiearrest van 3 juni 2003, hun activiteiten zullen bestendigen zonder over te gaan tot regularisatie van hun vereniging.
Kan voor de oprichting of regularisatie van de deelverenigingen worden voorzien in een afzonderlijk tarief voor het ereloon van de notaris enerzijds en de overschrijving in de hypothecaire registers anderzijds? Streeft de minister ernaar, onder andere met het oog op de naleving van het gelijkheidsbeginsel, dat de wet in alle notariaten en arrondissementen eenzelfde toepassing krijgt?
Kunnen de hypotheekbewaarders er per circulaire op worden gewezen dat geen individuele eigendomstitels moeten worden bijgevoegd of overhandigd wanneer akten betreffende gemeenschappelijke delen in de hypothecaire registers worden ingeschreven?
De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Aangezien het om een relatief technische juridische materie gaat, zal ik de tekst bezorgen.
Artikel 577-3, lid 4, van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat artikel 577-3 en volgende van toepassing zijn op de deelverenigingen. Dat houdt in dat een basisakte en reglement van mede-eigendom door een notaris moeten worden opgesteld en overgeschreven in de hypothecaire registers.
Het tarief van het notarishonorarium voor dergelijke taken wordt bepaald door het koninklijk besluit van 16 december 1950 houdende het tarief van de honoraria der notarissen in het algemeen. Artikel 17, 4bis, van het koninklijk besluit bepaalt het tarief van het ereloon voor een akte van splitsing van een flatgebouw onder het stelsel van mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid bepaald in artikel 577bis BW, als volgt:
Die tarieven staan ook vermeld in de tekst die volgt.
Het koninklijk besluit bepaalt bijgevolg de tarieven voor het ereloon van de notaris bij het oprichten of regulariseren van een deelvereniging. Mijn collega van Financiën is daarentegen bevoegd voor het instellen van een afzonderlijk tarief voor de overschrijving in de hypothecaire registers, aangezien de FOD Financiën verantwoordelijk is voor de regelgeving inzake patrimoniumdocumentatie, waartoe het kadaster, registratie en domeinen behoren.
Door de wet van 2 juni 2010 is het appartementsrecht grondig hervormd. Fundamentele regels moeten een oplossing bieden voor pijnpunten die in de praktijk waren ontstaan. De wetgever streefde drie doelstellingen na. Ten eerste een grotere transparantie in de verschillende relaties in de mede-eigendom, ten tweede een modernisering van de mede-eigendom en ten derde een verheldering van de bestaande discussies in rechtsleer en rechtspraak. Om pragmatisch te zijn en de tand des tijds te doorstaan, moet de wet voldoende abstract worden uitgewerkt. Zo wordt aan de rechtspraak in de praktijk voldoende ruimte gelaten om concrete problemen oordeelkundig aan te pakken.
Ook het overschrijven door een hypotheekbewaarder in de hypothecaire registers van akten betreffende de gemeenschappelijke delen valt onder de bevoegdheid van mijn collega van Financiën, aangezien de FOD Financiën bevoegd is voor de regelgeving inzake de patrimoniumdocumentatie.
De heer Frank Boogaerts (N-VA). - Ik dacht dat ik aan het juiste adres was, maar dat blijkt niet helemaal te kloppen. Voor bepaalde aspecten zal ik me dus inderdaad tot de minister van Financiën moeten wenden. Geldt dat ook voor de verschillen tussen de arrondissementen?
De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Ja.