5-994/4

5-994/4

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

17 MEI 2011


Voorstel van resolutie over de politieke toestand in Ivoorkust


TEKST AANGENOMEN DOOR DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN EN VOOR DE LANDSVERDEDIGING


De Senaat,

A. overwegende dat het vierde aanvullend akkoord bij de Overeenkomst van Ouagadougou (ondertekend op 22 december 2008) de uitvoeringsbepalingen bevat voor bepaalde taken in verband met de eenmaking van het land, met name de inkwartiering van oudstrijders en het opslaan van hun wapens, de ontmanteling van de milities, het heropstarten van de integratie van de Forces de défense et de sécurité de Côte d'Ivoire en de Forces armées des Forces nouvelles en het afronden van de vestiging van de staatsdiensten — waaronder de prefectuur, het gerecht en de fiscale en douane-administratie — in het hele grondgebied;

B. overwegende dat heel wat taken inzake ontwapening en eenmaking van het land als bepaald in de Overeenkomst van Ouagadougou nog niet zijn uitgevoerd, met name de ontwapening van de oudstrijders van de Forces nouvelles en de ontmanteling van de milities, de integratie van de Forces de défense et de sécurité de Côte d'Ivoire (bij gebrek aan beschikbare financiële middelen), het opnieuw onder de controle van de Staat brengen van het hele grondgebied, met name door de herstructurering van de prefectuur, het gerecht en de fiscale en douane-administratie en de centralisering van de Schatkist;

C. overwegende dat in Ivoorkust pas een burgeroorlog heeft gewoed;

D. overwegende dat er seksueel geweld wordt gepleegd en er duidelijke indicaties zijn dat de mensenrechten worden geschonden en gezien de resolutie van de VN-Mensenrechtenraad van 25 maart 2011 tot oprichting van een internationale onderzoekscommissie die de schendingen van de mensenrechten sinds de presidentsverkiezingen moet onderzoeken;

E. overwegende dat Ivoorkust in de verklaring die op 18 april 2003 door zijn regering is voorgelegd, overeenkomstig artikel 12, lid 3, van het Statuut van Rome, de jurisdictie van het Internationaal Strafhof (ICC) aanvaardt voor misdaden die vanaf 19 september 2002 op zijn grondgebied zijn begaan en overwegende dat het vooronderzoek van de openbare aanklager van het Internationaal Strafhof tegen Ivoorkust blijft lopen;

F. overwegende dat de media een negatieve rol kunnen spelen door de politieke spanningen op de spits te drijven en aan te zetten tot geweld, haat en onverdraagzaamheid;

G. overwegende dat de Staatshoofden en regeringsleiders op 10 maart 2011 het besluit van de Vredes- en Veiligheidsraad van de Afrikaanse Unie hebben goedgekeurd, waarin akte wordt genomen van de verkiezing van Alassane Ouattara tot president van Ivoorkust en waarin een hoge vertegenwoordiger wordt benoemd om een politieke oplossing uit te werken;

H. overwegende dat de Afrikaanse Unie en de Economic Community of West African States (ECOWAS) actie ondernemen inzake het engagement om in overleg met de Veiligheidsraad een uitweg te vinden uit de crisis in Ivoorkust om zo de democratie en de vrede te behouden;

I. gelet op de verklaring die de voorzitter van de VN-Veiligheidsraad op 13 april 2011 aflegde;

J. overwegende dat Catherine Ashton, Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid van de Europese Unie, op 12 maart 2011 een verklaring aflegde waarin zij de beslissing van de Vredes- en Veiligheidsraad van de Afrikaanse Unie toejuicht om de conclusies van het panel van staatshoofden over de crisis in Ivoorkust goed te keuren; overwegende dat op 1 april 2011 de verklaring werd afgelegd waarin alle partijen worden opgeroepen zich terughoudend op te stellen tegenover de burgerbevolking, wijzend op de noodzaak voor de Verenigde Naties om hun mandaat dat de bescherming van de bevolking beoogt, ten volle uit te voeren en benadrukkend dat de verantwoordelijken voor de schendingen van de mensenrechten voor het internationaal gerecht zullen worden gebracht;

K. gelet op de verdubbeling van de humanitaire noodhulp (60 miljoen euro) waartoe door de Europese Commissie werd besloten en de opening van een permanente « ECHO »-hulppost te Abidjan;

L. overwegende dat na de presidentsverkiezingen parlementsverkiezingen hadden moeten worden gehouden;

M. overwegende dat in de komende maanden een tiental belangrijke verkiezingen moeten plaatsvinden in Afrika, dat het in goede banen leiden van de Ivoriaanse crisis in dat opzicht een test is voor de internationale en regionale spelers om het vlotte verloop van de verkiezingen en de periode erna te waarborgen,

Verzoekt de regering :

1. de moorden die nog zouden worden gepleegd in Ivoriaanse steden, en blijkbaar vooral in het district Abidjan, streng te veroordelen;

2. alle partijen op te roepen de strafexpedities tegen en de moorden op de burgerbevolking een halt toe te roepen; het internationaal humanitair recht na te leven;

3. de maatregelen en doelgerichte sancties te blijven toepassen tegen alle partijen die ernstige schendingen van de mensenrechten plegen en het internationaal humanitair recht niet respecteren; straffeloosheid te bestrijden en internationale onderzoeken te ondersteunen om de verantwoordelijken voor de oorlogsmisdaden en de misdaden tegen de menselijkheid duidelijk aan te wijzen;

4. de partijen ertoe op te roepen resolutie 1975 van de VN-Veiligheidsraad uit te voeren, in het bijzonder de volgende punten :

— de ernstige gewelddaden en andere schendingen van het internationaal recht, met name van het internationaal humanitair recht, het internationaal recht inzake mensenrechten en het internationaal vluchtelingenrecht, die in Ivoorkust worden gepleegd, te veroordelen, daarbij herbevestigend dat iedere Staat de burgers moet beschermen en dat in de eerste plaats de partijen in een gewapend conflict alles in het werk moeten stellen om de burgers te beschermen en de ongehinderde aanvoer van humanitaire hulp en de veiligheid van het humanitair personeel moeten waarborgen, wijzend op resoluties 1325 (2000), 1820 (2008), 1888 (2009) en 1889 (2009) over vrouwen, vrede en veiligheid, resoluties 1612 (2005) en 1882 (2009) over kinderen en gewapende conflicten en resoluties 1674 (2006) en 1894 (2009) over de bescherming van burgers tijdens gewapende conflicten;

— resolutie A/HRC/16/25 van 25 maart 2011 van de VN-Mensenrechtenraad te verwelkomen, met name het besluit een onafhankelijke onderzoekscommissie te belasten met het onderzoek naar de feiten en omstandigheden van de mensenrechtenschendingen in Ivoorkust na de presidentsverkiezingen op 28 november 2010;

— te benadrukken dat de personen die verantwoordelijk zijn voor deze ernstige gewelddaden en schendingen, ook als zij werden gepleegd door manschappen onder hun controle, zich voor deze daden zullen moeten verantwoorden;

5. op te roepen tot de toepassing en de naleving van resolutie 1980 van de VN-Veiligheidsraad, die de embargo's op wapens, financiële verrichtingen en diamantexport met een jaar verlengt, alsook de sancties tegen de personen die geacht worden verantwoordelijk te zijn voor de schendingen van de mensenrechten; de Raad roept alle illegale gewapende strijders op om onmiddellijk de wapens neer te leggen en moedigt de Opération des Nations unies en Côte d'Ivoire (ONUCI) aan om de Ivooriaanse regering te helpen bij het verzamelen en opslaan van de wapens;

6. de bijzondere gezant van de secretaris-generaal in Ivoorkust te steunen in de uitvoering van zijn mandaat;

7. de ONUCI te ondersteunen om haar mandaat op te nemen, met name inzake het beschermen van de burgers die mogelijk het slachtoffer worden van fysiek geweld;

8. hulp te bieden, met name via het Hoge Commissariaat van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen (HCV), het Wereldvoedselprogramma (WVP), UNICEF en het Internationale Rode Kruis, aan de mensen die Abidjan en het westen van Ivoorkust zijn ontvlucht en aan de vluchtelingen die in Liberia zijn aanbeland;

9. alles in het werk te stellen om het werk van de internationale humanitaire organisaties te ondersteunen zodat zij in alle vrijheid en veiligheid kunnen werken, de gewonden kunnen bereiken en de nodige verzorging kunnen bieden;

10. de bevoorrading en bezorging van medicijnen voor ziekenhuizen en gezondheidsdiensten in het hele land mogelijk te maken;

11. erop te wijzen dat Alassane Ouattara en zijn regering moeten zorgen voor het herstel van de vrede en de bescherming van de burgerbevolking in Ivoorkust; hen op te roepen door een zo groot mogelijke terughoudendheid een definitief eind te maken aan het geweld en de bescherming van de burgers te waarborgen;

12. duurzame oplossingen te ondersteunen voor de vrijwillige terugkeer, de herintegratie en de veiligheid van de ontheemden, met name door de landeigendomskwestie aan te pakken;

13. steun te verlenen aan de heropbouw van de Ivoriaanse administratie en het gerecht in het hele land;

14. de oprichting en de goede werking van de Commissie voor « waarheid, dialoog en verzoening » te steunen;

15. steun te verlenen aan de ontwapening en neutralisering van de huurlingen, milities en gewapende troepen van alle partijen om een uitweg uit de crisis alle kansen te bieden;

16. haatoproepen van de media te bestrijden.