5-405/3 | 5-405/3 |
14 MAART 2011
Nr. 1 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 2
In het voorgestelde artikel 1207 de woorden « Indien niet alle mede-eigenaars met een minnelijke verdeling instemmen, geschiedt » vervangen door de woorden « Onverminderd de procedures bepaald in de artikel 1206, zesde lid en artikel 1225, geschiedt, indien niet alle mede-eigenaars met een minnelijke verdeling instemmen, ».
Verantwoording
Artikel 1207 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat indien niet wordt ingestemd met een minnelijke verdeling, iedere mede-eigenaar de gerechtelijke verdeling kan vragen bij de rechtbank van eerste aanleg.
De Raad van State wenst dat deze hypothese beter wordt afgestemd op de artikelen 1206 en 1225 over de minnelijke verdeling, die betrekking hebben op een minnelijke verdeling waarbij een van de mede-eigenaars minderjarig is, onbekwaam verklaard is of een voorlopig bewindvoerder kreeg toegewezen.
De procedures voor minnelijke verdeling bepalen dat in die gevallen de vrederechter ook kan weigeren de minnelijke verdeling goed te keuren. In dat geval moet worden overgegaan tot een gerechtelijke verdeling.
Nr. 2 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 2
In het voorgestelde artikel 1213, § 2, de woorden « ter post » doen vervallen.
Verantwoording
Zoals de Raad van State opmerkt, zijn aangetekende zendingen die in de loop van gerechtelijke of administratieve procedures worden gebruikt, niet meer voorbehouden aan De Post.
Nr. 3 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 2
In het voorgestelde artikel 1214, § 1, tussen het tweede en het derde lid een nieuw lid invoegen, luidende :
« Voor de personen bedoeld in de artikelen 1186 tot 1189, moet de rechter overeenkomstig artikel 1193bis een machtiging verlenen voor het globale of gedeeltelijke akkoord over de onderhandse verkoop. »
Verantwoording
Zoals de Raad van State benadrukt, bepaalt artikel 1193bis van het Gerechtelijk Wetboek de voorwaarden voor voorafgaande toestemming van de vrederechter of de rechtbank van eerste aanleg wanneer een onderhandse verkoop betrekking heeft op onroerende goederen die geheel of gedeeltelijk mede-eigendom zijn van minderjarigen, vermoedelijk afwezigen, onbekwaamverklaarden of personen aan wie een voorlopige bewindvoerder is toegevoegd of die behoren tot nalatenschappen aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving of tot onbeheerde nalatenschappen, met andere woorden de personen bedoeld in de artikelen 1186 tot 1189 van het Gerechtelijk Wetboek.
Nr. 4 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 2
In het voorgestelde artikel 1214, § 6, tweede lid, de woorden « in hun naam » vervangen door de woorden « in zijn hoedanigheid van uitvoerder van de rechtsbedeling ».
Verantwoording
Zoals de Raad van State stelt, is het niet zo dat de notaris-vereffenaar in naam van de partijen de prijs ontvangt, maar als de met een wettelijke opdracht belaste uitvoerder van de rechtsbedeling.
Nr. 5 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 2
In het voorgestelde artikel 1218, § 2, eerste lid, de woorden « ter post » doen vervallen.
Verantwoording
Zoals de Raad van State opmerkt, zijn aangetekende zendingen die in de loop van gerechtelijke of administratieve procedures worden gebruikt, niet meer voorbehouden aan De Post.
Nr. 6 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 2
Het voorgestelde artikel 1218, § 3, aanvullen met een tweede lid, luidende :
« Als voor de berekening van de termijn van vier maanden verschillende vertrekpunten kunnen worden gebruikt, begint die termijn pas te lopen vanaf het laatste ».
Verantwoording
Het betreft hier een opmerking van de Raad van State. De tekst biedt zo meer rechtszekerheid.
Nr. 7 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 2
In het voorgestelde artikel 1218, § 1, eerste lid, na de woorden « behalve in geval van » de woorden « toepassing van artikel 747 of van » invoegen.
Verantwoording
De huidige tekst bepaalt in artikel 1217 de conventionele instaatstelling en in artikel 1218 de gerechtelijke instaatstelling. Bij die laatste zijn de bindende termijnen bij wet opgelegd.
De Raad van State stelt dat een derde soort instaatstelling nodig is : de toepassing van artikel 747 van het Gerechtelijk Wetboek waarmee de rechter het tijdschema kan vastleggen naargelang de complexiteit van de materie.
Zo kunnen de termijnen worden verlengd bij erg moeilijke zaken of worden ingekort wanneer bijvoorbeeld het te vereffenen of verdelen patrimonium vrij beperkt is.
Nr. 8 VAN MEVROUW DEFRAIGNE EN DE HEER COURTOIS
Art. 1/1 (nieuw)
Een artikel 1/1 invoegen, luidende :
« Art. 1/1. In boek IV, hoofdstuk IV van het Gerechtelijk Wetboek, in artikel 1139bis een nieuw lid invoegen tussen het vierde en het vijfde lid, luidende :
« De ingeschreven hypothecaire of bevoorrechte schuldeisers worden gehoord of op zijn minst behoorlijk opgeroepen per gerechtsbrief ».
Verantwoording
Zoals de Raad van State stelt leidt de wijziging van artikel 1326 van het Gerechtelijk Wetboek ertoe dat verkopingen uit de hand als bedoeld in artikel 1193bis van het Gerechtelijk Wetboek ook zuiverend kunnen zijn, met name de verkopingen uit de hand van respectievelijk onroerende goederen die geheel of gedeeltelijk mede-eigendom zijn van minderjarigen, vermoedelijk afwezigen, onbekwaamverklaarden of personen aan wie een voorlopige bewindvoerder is toegevoegd of die behoren tot nalatenschappen aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving of tot onbeheerde nalatenschappen.
Artikel 1193bis van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt echter niet dat de hypothecaire of bevoorrechte schuldeisers moeten worden gehoord of op zijn minst behoorlijk moeten worden opgeroepen per gerechtsbrief, zoals dat voor andere zuiverende verkopingen wel het geval is.
Dit amendement lost dit op.
Christine DEFRAIGNE. Alain COURTOIS. |
Nr. 9 VAN MEVROUW DEFRAIGNE
Art. 2
Aan het voorgestelde artikel 1214, een § 8 (nieuw) toevoegen, luidende :
« § 8. Onverminderd de in artikel 1220, § 2, bepaalde procedure worden alle geschillen betreffende de vereffening of verdeling die in de loop ervan opduiken tussen de partijen onderling of tussen de partijen en de notaris-vereffenaar, geregeld door de rechter.
De partijen en de notaris-vereffenaar kunnen zich daarvoor tot de rechter richten bij gewone, met redenen omklede, brief. Indien nodig beveelt de rechter onmiddellijk de partijen of de notaris-vereffenaar op te roepen.
Binnen vijf dagen brengt de griffier de partijen en hun raadslieden bij gewone brief hiervan op de hoogte, alsook de notaris-vereffenaar, en indien nodig, de partijen die verstek hebben laten gaan, per gerechtsbrief.
De verschijning voor de raadkamer moet plaatsvinden binnen een maand na de oproeping. De rechter doet een met redenen omklede uitspraak binnen acht dagen.
De griffier geeft kennis van de beslissing overeenkomstig het derde lid. »
Verantwoording
Dit amendement strekt ertoe in de procedure voor vereffening en verdeling de mogelijkheid in te voeren om opnieuw voor de rechter te verschijnen als een van de partijen of de notaris-vereffenaar dat nodig acht voor het goede verloop van de procedure.
Hierdoor kunnen de partijen de controle over hun zaak behouden en kunnen zowel zij als de vereffenaar er zeker van zijn dat er vooruitgang wordt geboekt.
De procedure die moet worden gevolgd wanneer de notaris-vereffenaar de termijnen als bepaald in het tijdschema niet naleeft — artikel 1220, § 2 — wordt niet gewijzigd. De bijzonderheden daarvan blijven behouden : kennisgeving aan de partijen en de notaris-vereffenaar bij gerechtelijke brief, mogelijkheid voor de notaris-vereffenaar om zijn opmerkingen mee te delen binnen 15 dagen na de kennisgeving.
De rechter behoudt de mogelijkheid — 'indien nodig » — om de zaak niet té vroeg bij hem te laten behandelen. Hij heeft de mogelijkheid om geen gevolg te geven aan verzoeken die bijvoorbeeld alleen maar vertragend zijn.