5-65COM | 5-65COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - In elke discussie over luchthavens duiken vergelijkbare en voorspelbare argumenten pro en contra op. Voor de verdedigers van luchthavens en de pleitbezorgers voor uitbreiding van het vliegverkeer is de werkgelegenheid een cruciaal element. Luchthavens trekken volgens hen diverse industrieën aan, stimuleren ondernemers en zijn de motor voor de plaatselijke economie. Deze redenering lijkt plausibel, klinkt aannemelijk en weegt dus zeker door in het debat ten voordele van de luchthavens en hun expansie. De bijna vanzelfsprekende logica van deze argumentatie wordt ondersteund met cijfers en prognoses die meestal worden geleverd door de transportsector, een bij uitstek betrokken partij.
Een recent Brits onderzoek brengt hierin echter verandering. Wars van vooringenomenheid en betrokkenheid onderzochten de auteurs het effect van luchthavens op de werkgelegenheid. De Britse econoom Brendon Sewill trekt in zijn onderzoeksrapport opvallende conclusies. Ik geef er drie. Een, politici en besluitvormers beschikken niet over grondige en onpartijdige informatie over het verband tussen luchthaven en werkgelegenheid. Iedereen blijkt de boodschap van de luchtvaartsector klakkeloos over te nemen. Twee, de studie concludeert onomwonden dat na het inplanten van de infrastructuur, vaak betaald door de overheid, de beloften voor werkgelegenheid nauwelijks worden nagekomen, noch in de rechtstreekse, noch in de onrechtstreekse jobs. Drie, het gecreëerde luchtverkeer sorteert effecten in twee richtingen. Uiteraard doen zowel lokale als supralokale overheden zoveel mogelijk moeite om industriële en commerciële investeerders aan te trekken en jobs te creëren. Maar dat blijkt een averechts effect te hebben. De luchtvaart zuigt werkgelegenheid van het land weg naar landen met goedkopere arbeidskrachten, slechtere en dus goedkopere werkomstandigheden en een minimale milieubekommernis.
Dit onderzoek is ontnuchterend - althans voor mij - en veegt het argument van werkgelegenheid voor de uitbreiding van een luchthaven grotendeels van tafel.
Kent de staatssecretaris het Britse onderzoek van econoom Brendon Sewill?
Beaamt hij de conclusies uit dit onderzoek, waaruit blijkt dat er nauwelijks of geen positieve correlatie is tussen uitbreidende luchthavens en meer intensief vliegverkeer, enerzijds, en meer werkgelegenheid, anderzijds? Is hij het ermee eens dat de beloftes voor meer jobs die de transportsector verbindt aan groeiende luchthavens niet met de werkelijkheid overeenstemmen en enkel dienen als lokaas om de overheid tot investeringen in dure infrastructuur te overhalen?
Beschikt de staatssecretaris over bewijzen van het tegendeel? Kan hij de voortdurende investeringen in onder andere Zaventem linken aan een spectaculaire toename van de werkgelegenheid?
De heer Etienne Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister. - De studie van de Britse econoom Brendon Sewill is niet zo ontdaan van vooringenomenheid en betrokkenheid bij de sector als het lijkt. De heer Sewill ook de auteur is van eerdere studies die de nadelen van de luchtvaartsector sterk in de verf zetten. In 2003 schreef hij bijvoorbeeld The Hidden Cost of Flying en in 2005 Fly now, grieve later.
Er zijn ook vragen te stellen bij sommige van de standpunten die hij in de studie inneemt. Zo beweert hij bijvoorbeeld dat toerisme van de eigen bevolking naar het buitenland slecht is, omdat deze mensen door het geld dat ze in het buitenland uitgeven, de handelsbalans van hun land uit evenwicht brengen.
Afgezien van het feit dat toerisme bijdraagt tot de cultuur en het welzijn van een bevolking, kan de Britse situatie niet zomaar op de Belgische overgedragen worden. De verhouding tussen inkomende en uitgaande toeristen ligt anders in België dan in het Verenigd Koninkrijk.
De heer Sewill stelt ook dat er geen directe relatie is tussen de activiteiten op een luchthaven en het aantal jobs dat daardoor gecreëerd wordt. Hij vergelijkt daartoe de cijfers van 1998 met die van 2004, evenwel zonder veel analyse en zonder melding te maken van de terreuraanslagen van september 2001 en de dotcomcrisis, die beide een negatieve impact hadden op de luchtvaartsector. Dat er wel degelijk een verband is tussen de activiteit op een luchthaven en de werkgelegenheid in de omliggende regio, kan aangetoond worden door het faillissement van Sabena of de verhuizing van de Europese hub van DHL van Brussel naar Leipzig en de daaraan verbonden daling van het aantal jobs of, omgekeerd, door te kijken naar de werkloosheids- en tewerkstellingscijfers van de regio Vilvoorde-Zaventem, een van de best presterende regio's in België.
In België bestaat er wel degelijk onafhankelijk onderzoek naar de toegevoegde waarde van de luchtvaartsector. De Nationale Bank van België voerde in 2009 een studie uit onder de titel Economic Importance of Air Transport and Airport Activities in Belgium. In die studie werd de economische impact van de luchtvaart berekend op 6,2 miljard euro of 2% van het Belgische bnp. Hiertoe onderzocht de NBB de jaarrekeningen die door in de luchtvaartsector actieve bedrijven bij de Balanscentrale neergelegd werden, evenals gegevens die het Instituut voor de nationale rekeningen ter beschikking stelde. De directe effecten werden berekend, maar er werd ook een analyse gemaakt van de sociale balans en de financiële ratio's. De NBB is momenteel bezig aan een update van de studie uit 2009. De resultaten worden dit najaar verwacht.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik zal het onderzoek van de Nationale Bank bekijken. De staatssecretaris veegt de studie van Brendon Sewill van tafel, maar ik ben er niet van overtuigd dat een gewaardeerde econoom zomaar een verborgen agenda heeft.
Ik begrijp niet waarom de staatssecretaris de terreuraanslagen van september 2001 en de dotcomcrisis in verband brengt met de werkgelegenheid. Ik begrijp dat dit een impact heeft gehad op de groei van de luchtvaartsector, maar ik zie niet direct de rechtstreekse gevolgen op de werkgelegenheid in de economische sector die verbonden is met de luchtvaart.
De heer Etienne Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister. - De studie kan worden geraadpleegd op de website van de Nationale Bank. Na 9/11 en na de dotcomcrisis zijn de luchtvaartactiviteiten substantieel verminderd, met alle gevolgen van dien voor de werkgelegenheid. Twee periodes met elkaar vergelijken die niet vergelijkbaar zijn, in dit geval 1998 en 2004, is voor een econoom een gevaarlijke werkwijze.