5-64COM | 5-64COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Recent wetenschappelijk onderzoek door het Nederlandse ADHD Research Centrum toont aan dat een strikt hypoallergeen dieet aanzienlijke verbetering brengt bij kinderen met ADHD. Het onderzoek bewijst dat ADHD-kinderen overgevoelig zijn voor doodgewone voedingsmiddelen zoals melk, rundvlees en tomaten. Die zeer normale voedingsmiddelen kunnen ADHD-gedrag veroorzaken. Kinderen met ADHD zouden voor hun gedragsproblemen dus beter worden behandeld met een strikt dieet dan met medicatie. Het onderzoek werpt een ander licht op de problematiek van ADHD en betwist het overdadig gebruik van medicatie bij de bestrijding van ADHD-symptomen. De medicamenteuze behandeling van ADHD steunt op het dwangmatig psychotisch maken door chronisch hoge doses sterke psychotica toe te dienen. Artsen schrijven ADHD-medicatie voor met het oog op het pedagogisch comfort van de omgeving van de patiënt.
Antidepressiva kunnen geweld, agressie, zelfmoord, psychoses en manie veroorzaken. Men schat dat het gebruik van antidepressiva wereldwijd al tot 63 000 zelfdodingen leidde. Het publiek blijkt nauwelijks op de hoogte van dat soort bijwerkingen van antidepressiva. Toch blijven patiënten die agressief worden of zelfmoord plegen in psychiatrische inrichtingen, een trieste maar dagelijkse realiteit. Daarbij wordt de perceptie steeds sterker dat de farmaceutische en medische industrieën de noodlottige gevolgen van bedoelde medicatie, die terecht als harddrug kan worden beschreven, bewust verborgen houden.
Kent de minister de Nederlandse studie? Is de minister het met me eens dat er te veel medicatie wordt gebruikt in de aanpak van ADHD? Heeft de minister cijfers over het gebruik van geneesmiddelen zoals Rilatine en andere psychostimulantia die al een halve eeuw worden voorgeschreven bij kinderen met ADHD? Deelt de minister mijn mening dat die medicamenten eigenlijk amfetamines zijn en tot verslaving kunnen leiden? Moet de conclusie over de invloed van gewone voedingsstoffen op ADHD de minister en de medische wereld niet aanzetten tot meer terughoudendheid in het gebruik van die verslavende middelen? Is de druk van de farmaceutische industrie niet veel te zwaar? Is de verkoop van medicamenten met een uiterst betwijfelbaar effect geen acute bedreiging voor de volksgezondheid? Beaamt de minister dat de medicatie kan leiden tot het verergeren van tics zoals knipperen met de ogen of de keel schrapen, of tot een toename van emotionele labiliteit, prikkelbaarheid of somberheid en een verminderde spontaniteit en robotachtig gedrag? Gaat de minister akkoord met de dringende noodzaak aan bijkomend onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar een juiste behandeling van ADHD, waarbij de pro's en contra's van medicatie duidelijk in beeld komen?
Beaamt de minister dat het Nederlands onderzoek in ons land navolging moet krijgen en uitgevoerd moet worden door een onafhankelijk onderzoekscentrum, zonder bindingen met de machtige farmaceutische industrie?
Is de minister het met me eens dat antidepressiva geweld, agressie, zelfmoord, psychoses en manie kunnen veroorzaken? Weet de minister dat de jongste vier jaar het aantal psychotisch gemaakte ADHD-kinderen in de psychiatrie verzesvoudigde en dat dit aantal nog stijgt?
Beschikt de minister over cijfers van het aantal sterfgevallen toegeschreven aan zogezegde aangeboren hartziekten en aan zelfmoorden, maar die duidelijk gelinkt kunnen worden aan het behandelen van die kinderen in de psychiatrie en het gebruik van de antidepressiva? Kent de minister de waarschuwingen van de FDA - Food and Drug Administration in de VS - volgens welke ADHD-medicatie kinderen de psychiatrie en de dood kan injagen? Is de minister het met me eens dat de ADHD-medicatie onder de drugswetgeving valt en dat dokters zich moeten kunnen verantwoorden als ze zonder een echte therapeutische indicatie die harddrugs aan kinderen voorschrijven? Werden rond dat bedenkelijke voorschrijfgedrag van artsen al onderzoeken uitgevoerd? Hebben de diensten van justitie al onderzoeken opgezet rond het voorschrijven van die harddrugs? Is de minister het met me eens dat niettegenstaande al die bekommernissen onze kinderen op school en thuis nog steeds worden gedrogeerd om beter te kunnen presteren en ter wille van het pedagogische comfort van ouders en leerkrachten?
Is de minister het eens met de stelling dat de effecten van het chronisch gebruik van die psychotica handig worden aangegrepen om ze als symptomen van de `ziekte' te verklaren. Daardoor neemt de dosering steeds toe, tot het niveau dat men zelfs antipsychotica of neuroleptica moet toedienen. Behandelende artsen blijken niet in staat de symptomen van een uitgevonden ziekte te onderscheiden van de schadelijke nevenwerkingen van chronisch dopinggebruik. Beschikt de minister over een registratie van de meest gebruikte neuroleptica bij kinderen? Beaamt ze dat het mogelijk is nevenwerkingen van de verkochte medicatie gewoon als symptomen van de ziekte uit te leggen? Is ze het met me eens dat we hier getuige zijn van een medisch perpetuum mobile, een gesloten cirkel, met een uitzonderlijk duurzaam en lucratief effect voor de farmaceutische en medische industrie? Ik ben er evenwel van overtuigd dat de minister het belang van kinderen in alle omstandigheden boven de belangen van de farmaceutische industrie stelt.
Mme Laurette Onkelinx, vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale. - Je vous propose de vous donner la courte réponse oralement et de vous communiquer la réponse détaillée par écrit. Êtes-vous d'accord ?
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Natuurlijk.
Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie. - Het onderzoek van het Nederlandse onderzoekscentrum naar de invloed van voeding op ADHD is niet het eerste dat die twee elementen met elkaar in verband probeert te brengen. Andere studies suggereren dat bepaalde additieven voor levensmiddelen hyperactiviteit kunnen veroorzaken, maar dat het effect ervan miniem is. Momenteel lijkt er mij dus onvoldoende wetenschappelijk bewijs te bestaan.
Ik zal zeker de Hoge Gezondheidsraad, die ik overigens om advies heb gevraagd over het gebruik van stimulantia bij kinderen, op de hoogte brengen van de problematiek.
Dat advies zal de conclusies vervolledigen van de rondetafel over psychostimulerende middelen die ik in maart 2010 heb gelanceerd. Daar werden voorstellen gedaan om het voorschrijven voor ADHD-patiënten beter te begeleiden, in het bijzonder inzake opleiding en informatie. Het erkennen van het beroep van klinisch psycholoog en - op langere termijn - van psychotherapeut werd ook als een oplossing aangereikt in het geval van matige vormen en als aanvulling op een behandeling met geneesmiddelen.
De cijfers waarover ik beschik, bevestigen inderdaad dat het aantal patiënten dat wordt behandeld, continu stijgt. Tussen 2005 en 2009 is het aantal patiënten met Rilatine, de enige terugbetaalde specialiteit, bijna verdubbeld. Dezelfde tendens wordt overigens waargenomen voor de andere niet-terugbetaalde psychostimulantia. Deze meer algemene cijfers moeten echter omzichtig worden geïnterpreteerd aangezien het geen specifieke gegevens voor kinderen zijn.
Chronisch misbruik van psychostimulerende middelen kan inderdaad tot psychische afhankelijkheid leiden. Zoals elk bij het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten geregistreerde geneesmiddel werden deze geneesmiddelen echter grondig onderzocht en hun doeltreffendheid en gunstige verhouding voordeel/risico aangetoond.
Er werden bovendien verschillende initiatieven genomen om voorschrijvers te informeren over de behandeling van ADHD.
Zo vroeg het Europees Geneesmiddelenagentschap in 2009 voor de hele Europese Unie een harmonisatie van de bijsluiter van alle geneesmiddelen op basis van methylfenidaat, met een verplichting om veiligheidsinformatie te bevatten. Bijgevolg vraagt men aan de dokters om vóór het starten van een behandeling te onderzoeken of er zich problemen met de bloeddruk of de hartslag hebben voorgedaan en of er psychiatrische stoornissen waren, en om tijdens de behandeling regelmatig een controle uit te voeren. Men vraagt hun ook om de behandeling minstens één keer per jaar te onderbreken en de lengte en het gewicht van de patiënten te volgen.
Daarnaast wordt methylfenidaat via een Europees geharmoniseerd risicobeheerplan strikt gevolgd.
Op Belgisch niveau publiceerde het Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie in december 2010 trouwens een transparantiefiche, die naar alle artsen en apothekers werd gezonden.
Tot slot moet elke arts die methylfenidaat voorschrijft in voorkomend geval het gebruik ervan voor de bevoegde Provinciale Geneeskundige Commissie rechtvaardigen. Deze commissie heeft in 2009 vier Waalse en zeven Vlaamse artsen opgeroepen.
Ik beschik niet over gegevens met betrekking tot overlijdens die onrechtstreeks met psychostimulerende geneesmiddelen in België zouden kunnen in verband worden gebracht. Dergelijke cijfers vereisen een zeer gerichte verzameling van gegevens, en die is er niet. De internationale onderzoeken zijn echter welbekend en zijn ook voor België relevant.
Ik wil de invloed van de marketing door de farmaceutische bedrijven niet minimaliseren, maar wat reclame betreft is de farmaceutische industrie aan strikte regels gebonden.
Cela dit, après avoir constaté, lors de formations continuées d'enseignants, la présence de publications soutenues par des firmes pharmaceutiques et proposant, entre autres, la prise de Rilatine en cas de troubles de comportement chez l'enfant, j'ai écrit aux Communautés pour insister sur les effets pervers de ce médicament, par exemple concernant la croissance, et sur le danger de ce type de publications.
J'en ai ainsi terminé avec ma réponse orale. Vous trouverez l'ensemble des chiffres dans ma réponse écrite.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik dank de minister voor de reeds genomen initiatieven. De minister is kritisch, maar ik stel me de vraag of we vanuit het beleid niet nog kritischer moeten zijn.
Mijn vrees dat de opmars van de ADHD-medicatie mee veroorzaakt wordt door het lobbywerk van de farmaceutische sector ten aanzien van de medische sector, is door het antwoord niet weggenomen. Ik maak me bijzonder veel zorgen over die invloed. Ik zal daarover nog bijkomende informatie proberen te verzamelen en dan kom ik daar later nog op terug.
Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie. - Er is niet alleen een probleem voor de ADHD-medicatie maar ook voor de psychotrope stoffen.