5-21 | 5-21 |
De heer Guido De Padt (Open Vld). - Volgende week organiseert de staatssecretaris de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid en dat inspireerde me om er nog eens de kadernota verkeersveiligheid uit 2009 van de Task Force Verkeersveiligheid op na te lezen. In die nota worden efficiëntieverhogende maatregelen voor het verkeersveiligheidsbeleid voorgesteld en wordt gevraagd het aantal personen en voertuigen dat per tijdseenheid wordt opgespoord of gecontroleerd, te verhogen en daarvoor de vaststellingsprocedures aan te passen.
In de kadernota lezen we bijvoorbeeld dat de huidige procedure bij een alcoholcontrole het onmogelijk maakt de vooropgestelde doelstellingen te halen. Nadat een persoon een positieve ademtest heeft afgelegd, moet om technische redenen tien minuten wordt gewacht voor het toestel kan worden gebruikt voor de ademanalyse. Tussen twee negatieve ademtesten moet twee minuten worden gewacht. Daarom wordt in de kadernota voorgesteld de politiediensten ten laatste in 2011 de mogelijkheid te geven andere, meer gebruiksvriendelijke en snellere toestellen in gebruik te nemen.
Volgens de nota waren de toenmalige drugscontroles ook omslachtig en tijdrovend. Een werkgroep bestudeerde de vereenvoudiging van de testbatterij, de invoering van nieuwe speekseltesten in combinatie met de afschaffing van de urinetest en de invoering van de speekselanalyse naast de bloedanalyse. De nieuwe speekseltesten voor controle op drugs in het verkeer zijn intussen ingevoerd, maar op het terrein blijken er problemen te zijn met de vorming van de politiemensen. Na een theoretische uiteenzetting van vier tot acht uur moeten de politiemensen nog een praktische test, ook van acht uur, op het terrein afleggen. Zo niet zijn ze niet gemachtigd om vaststellingen te doen. Bijna een jaar na de invoering van de nieuwe werkwijze zou een groot deel van de politiemensen die vorming nog niet hebben gekregen.
In de nota werd verder ook aangevoerd dat de eenvormigheid van het vervolgingsbeleid een belangrijk aandachtspunt was. De Task Force was van oordeel dat duidelijke en eenvoudige richtlijnen voor politie en parketten nodig waren. Om een eenvormig vervolgingsbeleid aan te sturen achtte de Task Force de aanstelling van een nationale magistraat inzake verkeer wenselijk. Die magistraat zou dan het aanspreekpunt zijn van zowel parketten als politie en andere verkeersveiligheidsactoren bij het voorbereiden en uitvoeren van het beleid.
Tot slot vond de Task Force het ook wenselijk de administratieve werklast van de parketten en de politie zoveel mogelijk te verminderen en pleitte ze voor een versnelde administratieve afhandeling van verkeersovertredingen. Op die manier zou er meer aandacht kunnen gaan naar de vervolging van zwaardere verkeersovertredingen en recidive. De oprichting van een centraal incassobureau voor onmiddellijke inningen, minnelijke schikkingen en veroordelingen kon daartoe bijdragen. Het administratief afhandelen van niet-betaalde verkeersboetes zou het parket heel wat werk besparen.
Hoever staat het met het marktonderzoek naar gebruiksvriendelijke ademtoestellen die sneller werken? Zal de doelstelling om de politie ten laatste in 2011 van die toestellen te voorzien, worden gehaald? Wanneer zullen ze effectief in gebruik worden genomen?
Hoeveel politiemensen zijn al volledig gemachtigd om controles op drugs in het verkeer uit te voeren? Om welk percentage van het totaal gaat het? Binnen welke termijn denkt de staatsecretaris dat alle politiemensen de vorming zullen hebben gekregen? Ik besef ook wel dat dit de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken is, maar ik neem aan dat de staatssecretaris dat eveneens in zijn eigen beleid heeft meegenomen.
Hoever staat het met de invoering van een uniform vervolgingsbeleid? Zijn er inmiddels duidelijke en eenvoudige richtlijnen? Werd de nationale magistraat inzake verkeer inmiddels aangesteld?
Hoever staat het met de invoering van een versnelde administratieve afhandeling van verkeersovertredingen? Werd het centraal incassobureau inmiddels opgericht? Zo niet, waarom niet en tegen wanneer mogen we het verwachten?
De heer Etienne Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister. - De kadernota Verkeersveiligheid die door de Task Force Verkeersveiligheid werd opgesteld en door het Interministerieel Comité voor de Verkeersveiligheid op 12 mei 2009 werd goedgekeurd, bevat een ruim hoofdstuk over het handhavingsbeleid inzake verkeer.
Aangezien ik mij hier op de terreinen begeef van zowel de minister van Binnenlandse Zaken als van de minister van Justitie, heb ik de nodige informatie ingewonnen bij mijn collega's.
In deze kadernota wordt onder meer gepleit om het verkeerstoezicht en het aantal controles te verhogen, vooral inzake het rijden onder invloed, snelheid en het dragen van de veiligheidsgordel. Er wordt ook gepleit voor meer gerichte controles met betrekking tot het zwaar vervoer en de weekendongevallen.
Om daartoe te komen wordt in de eerste plaats gezocht naar efficiëntieverhogende middelen die de bestaande personeelscapaciteit bij de politiediensten voor verkeersdoeleinden optimaliseren.
Ik herinner eraan dat ondertussen verkeer als zevende basisfunctionaliteit werd erkend en de middelen van het verkeersveiligheidsfonds maximaal worden aangewend ter financiering van de lokale politie en de federale wegpolitie.
Politiecapaciteit kan worden vrijgemaakt wanneer de administratieve taken van de politie worden verminderd en/of door administratief personeel worden uitgevoerd. Bovendien kunnen het aantal gecontroleerde personen of voertuigen per tijdseenheid of per persoon worden opgevoerd.
Wat het rijden onder invloed van drugs betreft, werd sinds oktober 2010 de omslachtige en tijdrovende screening- en urinetest vervangen door de nieuwe checklist- en speekseltest. Binnenkort zal ook de nu nog van toepassing zijnde bloedanalyse worden vervangen door de speekselanalyse.
In het kader van het uitzonderlijke vervoer worden sinds juli vorig jaar de interventies van de politie beperkt, zodat er meer capaciteit vrijkomt. Ook de invoering van de Europese nummerplaat met een betere leesbaarheid, moet ertoe leiden dat de automatische nummerplaatherkenning wordt verhoogd en er dus minder tijd verloren gaat. Verder zal de oprichting van de kruispuntbanken van de voertuigen en van de rijbewijzen er eveneens toe bijdragen dat de gegevensuitwisseling met de politie wordt versneld en geoptimaliseerd.
Bovendien wordt gesproken over de vervanging van de huidige ademtest- en ademanalysetoestellen voor het rijden onder invloed van alcohol. Er is weliswaar nog geen aanbestedingsprocedure opgestart en er zijn ook nog geen nieuwe apparaten gehomologeerd of goedgekeurd. Het is in elk geval de bedoeling alle bestaande apparatuur ten laatste tegen 2015 te vervangen. Op die datum zullen de huidige toestellen over een periode van acht jaar afgeschreven zijn. De nieuwe toestellen dienen inderdaad gebruiksvriendelijker te zijn en moeten in staat zijn om een massale en snelle opsporing mogelijk te maken.
Wat betreft de opleiding van het aantal politiemensen om speekseltesten af te nemen, kan ik het volgende meedelen. De opleiding `speekseltest' wordt georganiseerd volgens het `train the trainer'-principe. Op dit ogenblik zijn reeds 460 trainers gevormd en 1 293 politiemensen kregen de opleiding, buiten de toekomstige agenten die deze opleiding in hun basisvorming krijgen.
Wat het vervolgingsbeleid inzake verkeer betreft, werden reeds vroeger stappen gezet om tot een eenvormig vervolgingsbeleid te komen. Verschillende circulaires van het college van procureurs-generaal zijn van toepassing op de vaststelling en vervolging van snelheidsovertredingen, het rijden onder invloed van alcohol en drugs en het vervolgingsbeleid als zodanig, meer bepaald met betrekking tot de onmiddellijke inning, de minnelijke schikking en de dagvaarding.
In de kadernota wordt ook gepleit voor meer duidelijke en eenvoudige richtlijnen die toepasbaar zijn door de politie en waarbij de politie betrokken wordt. Om te komen tot een eenvormig vervolgingsbeleid van alle parketten, wordt er ook gepleit voor de aanwijzing van een nationale magistraat inzake verkeer. Op het ogenblik wordt die functie echter reeds vervuld door de daartoe aangewezen procureur-generaal van het College van procureurs-generaal en er bestaat ook een expertisecel van verkeersmagistraten.
Wat de versnelde administratieve afhandeling van de verkeersovertredingen betreft, moeten er stappen worden gedaan op korte en lange termijn. Dat vraagt heel wat wetgevend, organisatorisch en operationeel werk, wat niet evident is in een periode van lopende zaken. We gaan er daarbij van uit dat een overtreder die niet ingaat op de onmiddellijke inning en daar ook niet tegen procedeert, uiteindelijk zal worden gedwongen om te betalen zonder dat het parket verdere procedurestappen moet ondernemen. Wie nu zijn boete niet betaalt, wacht gewoon af totdat het parket hem een minnelijke schikking voorstelt en hem daarna voor de rechtbank daagt. Daardoor raken de parketten overbelast, treedt verjaring op en ontstaat in feite een vorm van straffeloosheid.
In het nieuwe systeem worden de rollen als het ware omgekeerd: het parket mag blijven stilzitten en het is aan de overtreder om te handelen, zo niet zal men overgaan tot de gedwongen betaling van de boete. Daarbij is het wenselijk dat de afhandeling van de verkeersovertreding, na de vaststelling door de politie, zich in één en dezelfde hand bevindt onder toezicht van het parket, zowel voor de controle van de betaling als voor de invordering van de boete. Dat vereist een ingrijpende wijziging op het organisatorische en operationele vlak. De plannen liggen klaar, maar ze moeten nog de nodige politieke en budgettaire ondersteuning krijgen.
De heer Guido De Padt (Open Vld). - Misschien heeft het te maken met problemen binnen de politie, maar ik stel vast dat die bijna 1 300 politiemensen voor het hele land niet volstaan om de drugscontrole op een goede manier te kunnen uitvoeren. Waarschijnlijk moet daar toch een tandje worden bijgestoken, maar dat is dan een opdracht voor de minister van Binnenlandse Zaken.
Anderzijds ben ik blij dat er nu een perfect instrument bestaat om de inning van geldboetes te vergemakkelijken. In deze assemblee, die op dat vlak duidelijk van een enige dynamiek getuigt, bespreken we op het ogenblik een wetsvoorstel over die inning. Ik hoop dat alle fracties het voorstel ter harte nemen om er mede politiek gestalte aan te geven.