5-20

5-20

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 7 APRIL 2011 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Bert Anciaux aan de minister van Justitie over «de verminderde subsidie aan de Moslimexecutieve» (nr. 5-104)

Mondelinge vraag van mevrouw Fatiha Saïdi aan de minister van Justitie over «het mandaat van de Moslimexecutieve van België» (nr. 5-115)

De voorzitter. - Ik stel voor deze mondelinge vragen samen te voegen. (Instemming)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - De minister besliste onlangs de subsidie voor de Moslimexecutieve opnieuw te halveren. Ik vind dat vreemd. De Moslimexecutieve is opgericht om te voorzien in een goede gesprekspartner tussen de overheid en de moslimgemeenschap. Ook andere godsdiensten zouden kunnen leren van deze methode om die dialoog binnen een wettelijk kader te organiseren. De Moslimexecutieve heeft tot doel te voorzien in een representatieve en democratische vertegenwoordiger van de moslimgemeenschap.

Het pad van de Moslimexecutieve is niet over rozen gegaan. Bij de tweede verkiezing was er aanvankelijk een boycot. Enkele jaren na de tweede verkiezing was er een interne ruzie en zijn enkele vertegenwoordigers opgestapt. Van hen die bleven, kan men echter moeilijk zeggen dat ze hun verantwoordelijkheid ontlopen. Integendeel, ze nemen de verantwoordelijkheid op zich voor problemen die eerder zijn ontstaan.

Nu een grote meerderheid van de overblijvende leden van de Moslimexecutieve de minister een voorstel doet om in de toekomst een structureel democratische verkiezing te garanderen, wijst hij dat af. Dat begrijp ik niet. We zouden hierover een grondig debat moeten voeren, maar is niet mogelijk in het kader van een mondelinge vraag.

Ik wil wel weten wat de minister bezield heeft om de werkingsmiddelen waarmee de leden van de executieve een vzw moeten laten functioneren, personeel moeten betalen en allerlei verplichtingen moeten nakomen, te halveren? We komen van een subsidie van 800 000 euro, die dan werd verlaagd tot 450 000 euro en nu nog 250 000 euro bedraagt. Waarom worden de huidige leden, die niet verantwoordelijk zijn voor de problemen uit het verleden, op deze manier geboycot?

Mme Fatiha Saïdi (PS). - Monsieur le Ministre, vous avez annoncé il y a quelques jours que le mandat de l'Exécutif des Musulmans de Belgique (EMB) ne serait plus prolongé alors que c'était le cas chaque semestre depuis l'arrêté royal du 27 mars 2008.

Si les tensions internes qui agitent l'Exécutif depuis de nombreuses années et qui paralysent une réforme efficace de cette organisation sont bien connues, les motifs de la rupture de dialogue entre votre ministère et les représentants de l'EMB le sont un peu moins.

Comme mon collègue vient de le rappeler, tout le monde s'accorde sur la nécessité d'une réforme importante de l'Exécutif. Toutefois, il faut rappeler, sans faire de fixation sur la structure, que celle-ci est indispensable pour assurer la représentativité d'une part importante de notre population qui adhère à ce culte. Le rôle d'une telle structure est également important pour pouvoir gérer les relations avec les pouvoirs publics sur plusieurs questions ayant trait entre autres à la reconnaissance du culte musulman, au financement du traitement des imams et des enseignants de religion et à la reconnaissance des mosquées, bref à tout ce qui touche à l'aspect temporel du culte.

L'Exécutif continue aujourd'hui à percevoir des subsides nécessaires à la continuité de ses activités, mais ceux-ci ont été rabotés de moitié. Le travail accompli jusqu'à présent est peut-être préservé ; cependant l'arrêt du mandat de renouvellement signifie l'impossibilité d'améliorer ce qui existe mais aussi, voire surtout, l'impossibilité de mener à terme de nouveaux projets au sein de cette structure.

Monsieur le ministre, sachant que nous n'avons été informés que via la presse, pouvez-vous nous rappeler les points sur lesquels le dialogue a été rompu ? Les discussions sont-elles susceptibles de reprendre ? Pensez-vous qu'une autre formule est nécessaire pour représenter les communautés attachées à ce culte ? Pouvez-vous nous donner votre vision pour mettre en oeuvre une autorité musulmane cohérente et crédible qui tienne compte de la complexité sociologique de notre pays ?

De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Los van het antwoord op uw vragen, wil ik zeggen dat u mij niet hoeft te overtuigen van de noodzaak over een goede Moslimexecutieve te beschikken omdat de dialoog absoluut noodzakelijk is. In de Kamer is een debat aan de gang, dat gebaseerd is op een studie van vier academici, om de erkenning van erediensten of van levensbeschouwingen in de toekomst op een andere manier te organiseren.

Hier gaat het om de modaliteiten, die bij elke levensbeschouwing verschillend zijn. Op de maat van elke levensbeschouwing moet onderzocht worden welke hiërarchisch verantwoordelijke de uitoefening van de eredienst in ons land kan begeleiden.

Cependant, on a dû constater en 2008 que des problèmes se posaient au niveau de la représentativité de l'Exécutif des musulmans de Belgique. C'est la raison pour laquelle le mandat des membres de l'actuel Exécutif a été limité dans le temps. Il s'agit donc d'un processus en cours depuis 2008. Les membres ont été expressément chargés de consulter toutes les composantes de la communauté musulmane en vue du renouvellement des structures qui, comme il est apparu par le passé, n'offrent pas une stabilité suffisante. Des efforts ont effectivement été consentis pour parvenir à une proposition de réforme de ces structures.

Toutefois, d'une part, la proposition formulée le 1er mars 2011 lors d'une réunion n'était pas suffisamment pondérée et aboutie pour une éventuelle mise en pratique et, d'autre part, une minorité militante avait formulé une autre proposition, malgré la demande expresse d'une proposition consensuelle, qui ne s'apparente pas à une proposition unanime. Il avait été clairement demandé de n'avancer qu'une seule proposition et d'organiser une consultation interne en la matière si nécessaire.

In een ultieme vergadering op 31 maart 2011 met de leden van de Executieve op de FOD Justitie werd echter vastgesteld dat het op het ogenblik niet mogelijk is op korte termijn de dialoog tussen de protagonisten van de twee oplossingen te herstellen omdat een deel van de uittredende Executieve dat niet wou.

Ook een tussenvoorstel met bemiddeling door een derde werd niet aanvaard. Een ander informeel voorstel voor een ad interim oplossing zoals een beperkte Executieve met een aantal vooraanstaanden uit de moslimgemeenschap werd evenmin aanvaard.

Ondanks elk aandringen en het wijzen op de gevolgen van het ontbreken van een consensus, bleef de verdeeldheid bestaan, evenals de onwil om samen bruggen te slaan tussen de verschillende voorstellen.

In die context was het niet langer raadzaam en ook niet meer nuttig het mandaat van de leden van de Executieve opnieuw te verlengen. Gelet op die verdeeldheid zou het doordrukken van een van de voorstellen de kiem in zich dragen van een toekomstig debacle en tot kampen leiden in de moslimgemeenschap, wat we absoluut moeten vermijden.

Bijna dertien jaar na de eerste verkiezingen van 13 december 1998 is er nog steeds geen orgaan dat voldoende stabiel is om gedurende jaren te functioneren en waarvan de interne besluitvorming vlot verloopt, zonder enige inmenging van de overheid. Bij de andere erediensten is dat wel het geval. Het ontbreken van een klassieke hiërarchie in de islam speelt hierin een grote rol.

Een oplossing ad hoc die rekening houdt met de eigenheden van het Belgische systeem, zou dan ook welkom zijn. Er is wel al een en ander gerealiseerd. De uittredende leden van de Executieve moeten hoe dan ook de continuïteit van de dossiers verzekeren.

Wij onderzoeken inmiddels wat onder `lopende dossiers' kan worden verstaan en op welke wijze de financiering dient te worden aangepast. Initiatieven rond de hernieuwing kunnen op dit ogenblik echter niet meer worden ontwikkeld.

Het is duidelijk dat de subsidie die op nu wordt toegekend moet worden aangepast. Over het bedrag daarentegen heb ik nog geen enkele beslissing genomen, dat zal in alle redelijkheid worden afgewogen.

Ik kan echter niet tot de orde van de dag overgaan, zonder een signaal te geven.

Een vergelijking met de situatie van een aantal jaren terug is niet ter zake. De destijds toegekende subsidies werden niet efficiënt aangewend. Dat heeft zelfs aanleiding gegeven tot een gerechtelijk onderzoek. De raadkamer oordeelde dat er onvoldoende aanwijzingen van schuld waren, doch daarmee werd niet gezegd dat een deugdelijk financieel beheer werd gevoerd.

Zonder de basiswerking van de Executieve in gevaar te brengen, zal een aantal uitgaven worden gereduceerd, onder meer de kosten verbonden aan het vernieuwingsproces.

Een aantal artikelen van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 houdende erkenning van de Executieve van de Moslims, meer bepaald deze die de subsidie betreffen, zijn als gevolg van de problemen in het verleden, bij koninklijk besluit van 27 maart 2008, nog steeds geschorst. De toekenning van een subsidie is op het ogenblik een mogelijkheid, maar de overheid is daartoe niet verplicht.

Wat de vertegenwoordiging betreft, moet de moslimgemeenschap een voorstel formuleren. De moeilijkheid is iemand of enkele personen aan te stellen die dat zullen organiseren. Het moeten mensen zijn die de moslimgemeenschap intern zeer goed kennen en die ook over het nodige gezag beschikken om duurzame oplossingen voor te stellen.

Ik consulteer dienaangaande een aantal mensen die gezag hebben in die gemeenschap. Op grond van de scheiding tussen kerk en staat, mag ik mij daar in principe niet mee inlaten. Als zij echter zelf geen coherent voorstel doen, voel ik mij geroepen verdere stappen te doen in de richting van een oplossing, zij het echter met de grootste voorzichtigheid.

Je suis conscient que la situation transitoire ne peut pas se prolonger. L'autorité fédérale et les autres autorités, en particulier les Régions, ont besoin d'un organe représentatif efficace qui gère bien le dossier et peut prendre des décisions dans l'intérêt de la communauté musulmane.

En ce sens, les responsables de cette communauté sont invités à réfléchir de manière créative et à proposer des solutions. L'autorité belge est ouverte au dialogue, et on ne peut pas lui demander d'opérer des choix en lieu et place de la communauté musulmane de Belgique. La dynamique doit être interne, et les propositions développées via un dialogue et une communication aussi larges que possible doivent émaner de cette communauté. Il y va non seulement de l'intérêt de la communauté musulmane de Belgique mais aussi de l'ensemble de la société belge dont font également partie nos frères et soeurs musulmans.

J'ai donc donné un signal clair, nous devons avancer dans ce dossier, la communauté musulmane doit aboutir à un consensus. De mon côté, je prends mes responsabilités en consultant des dirigeants, et j'espère trouver une solution avant les vacances.

Mme Fatiha Saïdi (PS). - Je me réjouis d'apprendre que la réflexion se poursuit, mais la rupture de dialogue et la réduction de près de moitié des subsides restent préoccupantes, même si vous avez nuancé cette information, monsieur le ministre.

Lorsque vous dites qu'il appartient à la communauté musulmane de faire des propositions, je suis d'accord. Mais à partir de quelle structure, puisque la structure existante a été affaiblie ?

Il est impossible de faire le tour de la problématique dans le cadre d'une question orale, mais j'espère que les travaux entamés contribueront à consolider une institution stable, cohérente et qui pourra répondre aux attentes d'une communauté particulièrement importante dans notre pays.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik kan me grotendeels vinden in het antwoord van de minister. Alleen met de verwijzing naar het gerechtelijke onderzoek ben ik het niet eens. De minister weet zeer wel dat de huidige leden van de Executieve daarvoor niet verantwoordelijk zijn. Zij hebben integendeel zelf het puin moeten ruimen.

Uit het antwoord heb ik wel opgemaakt dat de minister nog niet heeft beslist het budget zomaar te halveren en dat hij de nodige middelen zal vrijmaken zodat de continuïteit kan worden verzekerd. Er moet worden vermeden dat de huidige bestuurders zelf verantwoordelijk worden gesteld voor een aantal verbintenissen die in het verleden zijn aangegaan of dat ze het personeel uit eigen zak moeten betalen.

De toestand is enigszins ingewikkeld omdat de islam een van de weinige godsdiensten is zonder een hiërarchische structuur. Mijn godsdienst heeft een eigen structuur, maar die is niet echt democratisch. Het is goed mogelijk dat de basis daar vraagtekens bij plaatst.

De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Ik voel dat u ambitie heeft.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Niet echt.

Ik hoop wel dat samen met de moslimgemeenschap een goed compromisvoorstel kan worden uitgewerkt, met een democratische vertegenwoordiging van onderuit. Het voorstel werd door een ruime meerderheid gesteund. Het is dan ook jammer geen akkoord kon worden bereikt.

De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Even ter verduidelijking: naar het schijnt - daarover bestaat ook al betwisting - hebben elf van de zestien leden van de Executieve het voorstel ondertekend. Vijf anderen stonden een ander model voor. Het ene model gaat uit van de moskeeën en is piramidaal opgebouwd, met enkele aanvullende coöptaties. Het andere model, dat ik tijdens mijn eerste ambtstermijn heb uitgewerkt, gaat uit van algemene verkiezingen binnen de moslimgemeenschap. Dat bleek niet efficiënt te zijn. Er rezen problemen rond de representativiteit van de subgemeenschappen.

Momenteel is de kloof onoverbrugbaar; de partijen weigeren een echte dialoog aan te gaan. Om die reden wordt een derde model naar voren geschoven waarbij representatieve personen - al dan niet tijdelijk - de verantwoordelijkheid op zich nemen. Ook hierover bestaat geen akkoord.

Ik hoop alleszins dat nog voor de vakantie een akkoord kan worden bereikt.