5-57COM

5-57COM

Commission de la Justice

Annales

MERCREDI 30 MARS 2011 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de Mme Lieve Maes au ministre de la Justice sur «les sociétés postales spécialisées dans l'achat d'or» (nº 5-721).

Mevrouw Lieve Maes (N-VA). - Net voor de krokusvakantie stelde ik de minister van Ondernemen en Vereenvoudigen, Vincent Van Quickenborne, een vraag over postgoudbedrijven en in zijn antwoord verwees hij mij naar de minister van Justitie voor enkele juridische aspecten.

Sinds enkele weken wordt op bepaalde tv-zenders, onder andere op VijfTV, reclame uitgezonden voor een postgoudbedrijf. Dat bedrijf lokt de consument met de slogan `Verander uw ongewenst goud in geld'. Zowel in het filmpje als op de website nodigen ze de consument uit om `oud' goud op te sturen, waarna ze razendsnel een som storten voor het goud, dat ze dan omsmelten. Vooraf wordt echter nergens vermeld welke prijs de consument voor het opgestuurde goud zal krijgen. Er wordt alleen op gewezen dat het goudgehalte invloed heeft op de prijs.

Bij verder uitpluizen blijkt het hier te gaan om een maatschappij met maatschappelijke zetel op het eiland Man. Het gratis verzendpakket dat je kunt aanvragen, komt uit Frankrijk en ook het goud moet naar Frankrijk worden verstuurd.

We kunnen ons afvragen of het wel veilig is om waardevolle materialen als goud en juwelen op te sturen. Ook het risico dat er goud wordt opgestuurd dat niet de volledige eigendom is van de persoon die het opstuurt, is niet te verwaarlozen.

Twee weken geleden kwam deze zaak aan bod in het programma Volt. De makers stuurden bij wijze van test een lading goud op en bleken slechts 15% te krijgen van het bedrag dat een goudhandelaar ervoor zou geven. Vorige week was er een kleine update. Ze hebben opnieuw contact opgenomen met het bedrijf en kregen al 30%. Nu hebben ze hun goud teruggevraagd en ze wachten af of ze het ook effectief terug zullen krijgen.

Dit alles brengt me bij volgende vragen.

Is er een juridisch kader voor deze postgoudbedrijven? Minister Van Quickenborne bevestigde dat de wetgeving betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming hierop niet van toepassing is. Het valt ook niet onder de wet die de `verkoop op afstand' regelt, want we hebben te maken met een `aankoop op afstand'.

Zijn deze bedrijven verplicht om identificatiegegevens van hun klanten te registreren en bij te houden?

Zijn er al klachten ingediend nu blijkt dat de ontvangen sommen zich ver beneden de marktwaarde van het goud bevinden?

Wat vindt de minister van deze praktijken? Moeten er niet dringend regels voor worden uitgewerkt?

De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Er bestaat geen enkel specifiek juridisch kader voor aankopen door zogenaamde `postgoudbedrijven'. In het geval dat u vermeldt, zijn de rechtsverhoudingen tussen de verkoper en de opkoper van louter contractuele aard. Daar deze rechtshandelingen worden gesteld over de landsgrenzen heen, geldt het internationaal privaatrecht, waarin de wilsautonomie van de partijen centraal staat. Artikel 12 van de algemene voorwaarden voor de waardering van de aankoop van edelmetalen enzovoort, die door Postal Gold bedrijven die via www.postalgold.be werden bekendgemaakt, stipuleert: `Op deze overeenkomst is Belgisch recht van toepassing met uitsluiting van het UN-kooprecht.'

De potentiële verkoper van het goud is uiteraard niet verplicht om in te gaan op het voorstel tot aankoop van het postgoudbedrijf. Door het versturen van het te koop aangeboden goud naar de opkoper aanvaardt de verkoper evenwel de contractuele voorwaarden die deze laatste hem via reclame ter kennis heeft gebracht.

In België geldt wel een identificatieverplichting en/of een registratieverplichting bij de wederverkoop van oude en edele metalen. Dat staat in de artikelen 69 en 71 van de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen. Deze wetgeving bepaalt dat personen actief in de handel van edele metalen dienen over te gaan tot identificatie en registratie van de natuurlijke personen die deze metalen aanbieden, indien de aankoop in contanten worden betaald. Deze wetgeving behoort tot de bevoegdheid van mijn collega van Binnenlandse Zaken.

De verwerking van de persoonsgegevens van de klanten van een onderneming is onderworpen aan de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Artikel 5 van die wet bepaalt dat een onderneming de gegevens van haar klanten slechts mag verwerken hetzij wanneer de betrokkenen daarvoor zijn ondubbelzinnige toestemming heeft verleend, hetzij wanneer de verwerking noodzakelijk is voor de uitvoering van een overeenkomst met de betrokkene, hetzij wanneer de verwerking noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de onderneming.

Artikel 9 van die wet verduidelijkt verder dat de onderneming haar klanten moet informeren over de naam en het adres van de onderneming, het doel van de verwerking, de mogelijkheid zich hiertegen te verzetten, het bestaan van een recht op toegang tot en op verbetering van de gegevens die op hem betrekking hebben. Uit nazicht is gebleken dat die informatie wel degelijk op de website postalgold.be vermeld staat.

Overeenkomstig artikel 17 van dezelfde wet doet de onderneming in principe aangifte van de verwerking van klantengegevens aan de commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Ze is daarvan echter vrijgesteld op grond van artikel 55 van het koninklijk besluit van 13 februari 2001, indien geen enkel klantengegeven geregistreerd is op grond van informatie gekregen van derden.

Voor het overige kunt u uw vragen over de privacy ook rechtstreeks stellen aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, ingesteld bij de Kamer en belast met de uitlegging en het toezicht inzake de uitvoering van de wet van 18 december 1992. Veel parlementsleden weten dat zelf niet, maar ze kunnen zich altijd rechtstreeks tot die commissie richten.

Er blijken in het rechtsgebied van het hof van beroep van Brussel geen strafrechtelijke klachten bekend van verkopers die zich benadeeld zouden voelen wegens het ontvangen van sommen die zich ver beneden de marktwaarde van het door hen opgestuurde goud zouden bevinden.

Uit wat ik heb gezegd, blijkt dat de gebruikelijke regels van het overeenkomstenrecht van toepassing zijn, maar dat er in België wel een identificatieverplichting en/of registratieverplichting bij de wederverkoop van oude en edele metalen geldt. Indien die regels niet zouden volstaan - maar dat is nog geen vaststaand feit aangezien er nog geen enkele klacht bekend is bij het parket in Brussel - is de enige correcte mogelijkheid om de Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming van 6 april 2010 aan te passen om deze gevallen van `aankoop op afstand' te regelen. Deze wet valt onder de bevoegdheid van de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen. In voorkomend geval ben ik bereid aan een wetswijziging mee te werken.

Mevrouw Lieve Maes (N-VA). - Blijkbaar ben ik voor België wat te vroeg met mijn vraag, maar in andere landen zijn er wel hopen klachten over dergelijke websites. Ik zal de kwestie mee in het oog houden.