5-57COM | 5-57COM |
De heer Bart Laeremans (VB). - De minister heeft aangekondigd dat hij vóór Pasen met een aantal burgemeesters een rondetafel zou organiseren over de aanpak van de criminaliteit. De verwijten van de burgemeesters, waaronder een aantal CD&V-leden, kwamen onder andere naar voren in het radioprogramma Peeters & Pichal, in een motie van de gemeente Temse en in de opmerkingen van collega Gerald Kindermans over de vrijlating van jeugdige criminelen door een Luikse onderzoeksrechter.
De kritiek is volgens mij zeer terecht en heeft telkens te maken met de snelle vrijlatingen, de trage werking van Justitie op strafrechtelijk gebied, de gebrekkige samenwerking met de dienst Vreemdelingenzaken en de niet-uitvoering van straffen. Criminoloog Brice De Ruyver, toch niet de minste, klaagt aan dat maar een klein percentage van de betrapte illegalen van de dienst Vreemdelingenzaken het bevel krijgt om het land te verlaten, wat haast niemand doet. De illegalen die wel voorgeleid worden, worden alleen in zware gevallen door de onderzoeksrechter aangehouden. De rest wordt bij verstek veroordeeld. De Ruyver stelt voor om de betrokkenen in hun thuisland te berechten. Desnoods moet België ervoor betalen, maar de maatregel zou wel ontradend werken.
Ik ben het daar volmondig mee eens. Justitie zou veel intensiever moeten samenwerken met de dienst Vreemdelingenzaken om die mensen te repatriëren, met de handboeien om de polsen, zodat ze in hun land in de gevangenis kunnen worden gedraaid tot ze er veroordeeld worden. Dat zou de gang van zaken moeten zijn in een rechtsstaat die zichzelf respecteert.
Wanneer en waar vindt de aangekondigde rondetafel plaats? Wie wordt hiervoor uitgenodigd? Welke diensten van Justitie worden erbij betrokken?
Wat antwoordt de minister op de kritiek van de burgemeesters over de trage werking van het gerecht? Zijn er plannen om het systeem van snelrecht uit te breiden en te veralgemenen?
Worden er afspraken gemaakt met of gesprekken gevoerd met parketten en onderzoeksrechters om buitenlanders, zeker wanneer ze illegaal verblijven, sneller aan te houden, zodat zij zich niet meer kunnen onttrekken aan justitie?
Worden er afspraken gemaakt met de dienst Vreemdelingenzaken, zodat criminele buitenlanders sneller en daadwerkelijk verwijderd worden?
Hoe reageert de minister op de suggestie van professor De Ruyver om criminele buitenlanders in hun land van herkomst te laten berechten?
De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Ik heb de 21 burgemeesters uitgenodigd om op 6 april samen te komen. Ik heb ook de gemeenschapsministers Vandeurzen en Huytebroeck uitgenodigd. Het is de bedoeling om uitleg te geven over hoe de zaken in mekaar zitten en om bevestiging te krijgen van de antwoorden.
Er mag niet worden uitgegaan van een instant justitie. Een correcte besluitvorming vraagt steeds de nodige tijd. De zorg voor een tegensprekelijk debat wordt nog versterkt door nieuwe elementen in het debat, zoals het Salduzprincipe. Dat neemt niet weg dat we moeten trachten om tot een zo kort mogelijke rechtsgang te komen, bijvoorbeeld via het snelrecht.
Wat de beleidsintenties betreft, wijs ik erop dat een ontslagnemende regering enkel lopende zaken beheert.
Er zijn geen officiële afspraken om buitenlandse verdachten sneller aan te houden, maar toch mag worden aangenomen dat op het terrein magistraten - parketten en onderzoeksrechters - de nodige schikkingen zullen nemen opdat buitenlanders zich niet kunnen onttrekken aan justitie. Dat wordt overigens geïllustreerd door het zeer hoge aantal personen in voorlopige hechtenis en het aandeel buitenlanders daarin.
De categorie van de veroordeelden is beheersbaar omdat bij benadering bekend is wanneer iemand vrijkomt. Voor de personen in voorlopige hechtenis is het moeilijker om in de kort toegemeten periode de koppeling te maken met de uitwijzing. Toch moet worden gestreefd naar afstemming en informatiedoorstroming.
Criminele buitenlanders kunnen vandaag de dag in hun herkomstland worden berecht indien er een internationaal verdrag of overeenkomst bestaat tussen de betrokken landen waarin in die mogelijkheid wordt voorzien. Dat is mogelijk binnen de Raad van Europa en binnen de Europese Unie.
Binnen de Raad van Europa voorziet artikel 21 van het Europees verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken van 1959 in de overdracht van strafvervolging. Die mogelijkheid is bijgevolg mogelijk tussen de staten die het Europees verdrag van 1959 hebben geratificeerd, en dit onder de voorwaarden daarin bepaald. Artikel 21 stipuleert: `§1. Elke aangifte van een Verdragsluitende Partij welke tot strekking heeft het instellen van een strafvervolging voor de rechter van een andere Partij, wordt door het Ministerie van Justitie van de ene Partij tot het Ministerie van Justitie van de andere Partij gericht. De Verdragsluitende Partijen kunnen evenwel gebruik maken van de bevoegdheid voorzien in het zesde lid van artikel 15.
§2. De aangezochte Partij deelt de verzoekende Partij mede welk gevolg aan deze aangifte is gegeven en doet een afschrift van de beslissing welke in de zaak is genomen aan de verzoekende Partij toekomen.
§3. Het bepaalde in artikel 16 is van toepassing op aangiften gedaan krachtens het eerste lid van dit artikel'.
Daarnaast is er binnen de Raad van Europa ook het Europees verdrag van overdracht van strafprocedures van 1972.
Binnen de Europese Unie bestaat de mogelijkheid tot overdracht van strafvervolging op grond van de artikelen 6 en 3 van de EU-Rechtshulpovereenkomst van 2000. Artikel 6 stipuleert: `(...) Elke aangifte van een lid-Staat welke strekt tot het instellen van strafvervolging voor de rechter van een andere lid-Staat, bedoeld in artikel 21 van het Europees Rechtshulpverdrag en artikel 42 van het Benelux-Verdrag, kan rechtstreeks door de bevoegde rechterlijke autoriteiten tot elkaar worden gericht'.
De mogelijkheid van overdracht van strafvervolging bestaat uiteraard naast de bepalingen binnen de Raad van Europa aangaande de uitlevering en het Europees aanhoudingsbevel.
Hierbij wil ik ook vermelden dat straffen die werden uitgesproken door Belgische rechtbanken, kunnen worden uitgevoerd in het land van herkomst. Daarvoor is evenwel telkens het akkoord van beide partijen vereist, hoewel hierop uitzonderingen in voorbereiding zijn. Volgens de conventie met Marokko is zelfs zonder akkoord van de betrokkenen automatisch voor bepaalde categorieën van veroordeelden de overdracht mogelijk. België heeft dit verdrag geratificeerd, maar Marokko nog steeds niet.
Ik heb dit dossier al meermaals besproken met de Marokkaanse ambassadeur en het eveneens aangekaart in Rabat. Ik blijf erop aandringen, want die ratificatie zou een belangrijke doorbraak betekenen in de tenuitvoerlegging van de straffen in het buitenland.
De heer Bart Laeremans (VB). - De minister acht een instant justitie niet correct, maar ik heb ook nooit gepleit voor night courts, die we overigens in 1996 samen in New York hebben bezocht. Een dergelijke justitie lijkt me niet echt nuttig te zijn, hoewel die in een stad als New York met tien miljoen inwoners wel voordelen oplevert. Sinds de nultolerantie van Giuliani is men daar op het goede pad.
De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Ze hebben er ook veel meer gevangenen dan hier. Ik heb nu al zoveel problemen met 11 000 gevangenen ...
De heer Bart Laeremans (VB). - Inderdaad, maar New York is wel veiliger geworden. De nultolerantie heeft er dus wel degelijk gewerkt. Op basis van die resultaten heeft men hier vorig jaar ook nultolerantie overwogen.
In Nederland werkt het systeem van snelrecht ook; men kan er snel dagvaarden en veroordelen. Enkele dagen na Nieuwjaarsnacht werden al veroordelingen uitgesproken over feiten die nacht gepleegd.
Bij ons kan dit niet. De minister heeft gelijk dat het Grondwettelijk Hof dat niet heeft toegestaan, maar als men de wet-Verwilghen, die inzake het snelrecht gedeeltelijk ongedaan is gemaakt door het Grondwettelijk Hof, had gecorrigeerd met een reparatiewet en bijvoorbeeld in een termijn van veertien dagen had voorzien, dan had men ervoor kunnen zorgen dat iemand aangehouden blijft en veroordeeld wordt.
Nu moet men wel vrijlaten als men snelrecht wil toepassen. Volgens ons is het een verkeerd signaal dat Justitie jonge criminelen onmiddellijk vrijlaat, waardoor zij zelf, de burgers, de politie en zelfs de politici de indruk krijgen dat er straffeloosheid heerst. Vandaar de grote ontgoocheling bij de burgemeesters. Ik vraag de minister dan ook nogmaals het snelrecht opnieuw onder de loep te nemen en de wet-Verwilghen te remediëren.
Het stemt me tevreden dat de minister opteert voor een betere samenwerking met de dienst Vreemdelingenzaken en het mogelijk acht dat binnen het kader van de Raad van Europa en de Europese Unie straffen niet alleen kunnen worden uitgezeten in andere landen van de Europese Unie, maar er ook kunnen worden uitgesproken.
Als wij er niet op korte termijn in slagen illegalen hier te berechten, laten we dan het voorstel van Brice De Ruyver volgen en ze in samenwerking met dienst Vreemdelingenzaken onmiddellijk op het vliegtuig zeggen met de documenten van de vaststellingen om ze in hun land van herkomst te laten veroordelen. Een paar van dergelijke precedenten en de druk en overlast hier zullen sterk verminderen. Nu is het afschrikkingseffect nihil precies omdat men weet dat onze justitie laks is en men voor zogezegde kleine criminaliteit - al gaat het toch wel om zware diefstallen zoals de koperdiefstallen in Halle - terug de straat wordt opgestuurd.
De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Is Belliraj geen goed voorbeeld?
De heer Bart Laeremans (VB). - U kunt ermee lachen, mijnheer de minister, maar Belliraj is niet te vergelijken met koperdieven. Misschien is het omdat men de zaak-Belliraj banaliseert, dat er nog altijd geen uitspraak is.
De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Als men het dossier-Belliraj in Marokko behandelt, is het ook niet goed voor u.
De heer Bart Laeremans (VB). - Ik ben zeer blij dat Marokko de zaak-Belliraj behandeld heeft, maar er lopen in België nog medeplichtigen van Belliraj rond. Belliraj was de aanstoker en organisator, maar ik heb gelezen dat nagenoeg alle moorden door anderen zijn gepleegd. Hij heeft die namen ook genoemd en die mensen lopen hier nog vrij rond. Dat is mijn groot probleem. Maar het is hoe dan ook niet met deze zaak te vergelijken.
U had het over Marokko, maar het gros van de misdrijven in de categorie stadscriminaliteit wordt gepleegd door Oost-Europeanen, Albanezen, Serviërs, Roemenen enzovoort. Als we deze mensen in hun land van herkomst kunnen laten berechten, binnen de verdragen die nu al zijn goedgekeurd, dan zal dat leiden tot een sterke vermindering van de criminaliteit. Ik hoop dat dus u op dit gebied naar de goede raad van Brice De Ruyver luistert.