5-57COM

5-57COM

Commission de la Justice

Annales

MERCREDI 30 MARS 2011 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de Mme Inge Faes au ministre de la Justice sur «les paiements indus d'amendes de roulage» (nº 5-535).

Mevrouw Inge Faes (N-VA). - Via de media vernam ik dat we vorig jaar samen 370 miljoen euro aan verkeersboetes hebben betaald en ook dat er dagelijks 400 boetes foutief werden betaald. De federale ombudsman, uit wiens verslag deze cijfers komen, zegt dat het gaat om een immens bedrag, naar schatting 2,5 miljoen euro.

Dat er foutief wordt betaald, is blijkbaar te wijten aan het foutief invullen van het referentienummer tijdens de onlineoverschrijving van de boete. Dat referentienummer is immers gelinkt aan een rekeningnummer waarop alle boetes in ons land bijeenkomen. Op die manier weet de politie of de boete al dan niet werd betaald. Op een papieren overschrijvingsformulier staat het referentienummer voorgedrukt, maar bij het onlinebankieren moet men dat nummer zelf invullen en daar gaat het vaak mis.

Anders gezegd, de staat int boetes die hij niet zou mogen innen. Wie het referentienummer fout of niet invulde, krijgt immers vaak een aanmaning tot betaling, waardoor velen een tweede keer dezelfde boete betalen. Ze kunnen hun geld wel terugkrijgen, maar blijkbaar duurt het vaak weken of zelfs maanden voordat het wordt teruggestort. De persoon in kwestie moet immers een bewijs van betaling kunnen tonen.

Vierhonderd verkeerde betalingen per dag is echter niet weinig. Er zijn dus zeer veel mensen die worden geconfronteerd met een verkeerde betaling en met problemen om hun geld terug te krijgen.

Wat zal de minister ondernemen om het aantal foutieve betalingen in de toekomst te doen dalen?

Welke maatregelen kunnen worden genomen om de terugbetaling van foutief gestorte boetes sneller te laten verlopen?

De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Laten ons beginnen met het goede nieuws. Nationaal wordt ongeveer 83% van de voorgestelde onmiddellijke inningen correct, dat wil zeggen binnen de eerste termijn, betaald. In het ressort van het hof van beroep te Gent beloopt dit zelfs 87%. Het is inderdaad juist dat onmiddellijke inningen nog steeds `foutief' worden betaald. Het is ook juist dat het referentienummer zeer belangrijk is.

Bpost krijgt de essentiële gegevens van de vaststelling waarmee de computer de onmiddellijke inning kan voorstellen. Bpost geeft aan de vaststelling een eigen refertenummer, enkel bestaande uit cijfers, terwijl de referte van de politie, het pv-nummer, alfanumeriek is. Er is geen mathematische formule om aan de hand van het ene nummer het andere te achterhalen.

Bij het opstarten waren er veel meer dan nu betalingen die niet aan een voorstel tot onmiddellijke inning en dus niet aan een misdrijf konden worden verbonden. De verdachten of zij die voor hen betaalden, schreven nog veel vaker het refertenummer op, zodat de computer die de betalingen uitlas, de referte niet herkende. Bpost heeft het uitleesprogramma zodanig gewijzigd dat, ongeacht waar het refertenummer `verscholen' zit - bijvoorbeeld tussen het pv-nummer, de nummerplaat of een andere tekst - de computer het nummer achterhaalt en de betaling dus kan `matchen'. Dit gaf reeds een grote herkenningswinst.

Het blijkt ook dat heel wat mensen, die nochtans een uitnodiging tot betaling en een rappel krijgen, pas op het einde van de verwerkingstermijn betalen. Daarom heeft bpost een nog ruimere periode genomen voor de afsluiting van de cyclus aldaar, zodat nog meer achterblijvende betalingen kunnen worden opgespoord.

In 2009 werden zo ongeveer 155 000 onmiddellijke inningen betaald nadat zelfs die ruimere cyclus werd afgesloten. Het kan zelfs zijn dat die betalingen pas verricht zijn nadat het (politie)parket een minnelijke schikking heeft voorgesteld. Die betalingen worden door bpost thans niet automatisch doorgegeven aan het parket, zodat het parket vaak automatisch een rappel stuurt.

Omdat die betaling niet geschiedt op de rekening die het parket in het voorstel van verval van de strafvordering door betaling van een geldsom met overschrijvingsformulier vermeldt, blijft voor het parket die `minnelijke schikking' na `onmiddellijke inning' onbetaald en wordt er tot dagvaarding overgegaan.

Ondanks de inspanningen die al werden geleverd, blijven er nog te veel verkeerde betalingen. Ik zal met bpost verder onderzoeken welke technische aanpassingen mogelijk zijn om beide systemen beter op elkaar af te stemmen.

Een regering met volle bevoegdheid moet de nieuwe methode, volgens de wet-Mulder, toepassen en een incassobureau oprichten dat dossiers in verband met verkeerszaken van a tot z volgt. Nu wordt het eerste deel, de onmiddellijke inning, uitbesteed aan bpost. De dossiers van degenen die niet onmiddellijk betalen, gaan opnieuw naar het parket. Tussen beide is een onaanvaardbare gap.

Mevrouw Inge Faes (N-VA). - De oorzaak ligt dus bij de relatie tussen het parket en bpost.

De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Eigenlijk zou de code die bpost gebruikt gemakkelijk moeten kunnen worden gematcht met de code van het parket, ook nadat de betaaltermijn is verstreken. Blijkbaar is er al veel verbetering, maar is het probleem nog niet opgelost.