5-54COM | 5-54COM |
De heer Huub Broers (N-VA). - Het Europees Hof van Justitie oordeelde op 16 december 2010 dat het toegangsverbod voor niet-ingezetenen tot de Nederlandse coffeeshops strookt met het Unierecht en dus rechtsgeldig is. Die uitspraak fungeert als een soort advies voor de Nederlandse Raad van State. Die instantie zal in de eerste helft van 2011 een definitieve uitspraak doen omtrent de juridische houdbaarheid van het ingezetenencriterium.
Naast de eventuele in- of mogelijk afvoering van de zogenaamde `wietpas' zou de gemeente Maastricht vooral een spreiding van de coffeeshops willen invoeren. Het spreidingsbeleid houdt in dat de coffeeshops van de binnenstad naar locaties aan de rand van de stad worden verhuisd. Daardoor zouden er drie zogenaamde `coffeecorners' ontstaan. Een coffeecorner met drie coffeeshops zou langs de Köbbesweg op het bedrijventerrein Maastricht-Eijsden komen te liggen. Dat betekent dat ook de Belgische grensgemeenten Lanaken, Bilzen, Riemst, Voeren, Wezet en zelfs Dalhem daar meer dan waarschijnlijk heel wat hinder en overlast van zullen ondervinden. Iedereen die vanuit Frankrijk naar die coffeecorners wil, moet namelijk door Voeren en Wezet rijden.
Die gemeenten hebben hierover verschillende keren overleg gepleegd om een plan van aanpak op te stellen en om tot een gezamenlijk standpunt te komen. Sinds enkele dagen buigen ze zich ook over eventuele juridische stappen.
Heeft de minister over het spreidingsbeleid van de Maastrichtse coffeeshops al overleg gepleegd met haar Nederlandse collega van Binnenlandse Zaken?
Erkent ze de bezorgdheid van de Belgische grensgemeenten?
Hoe denkt ze met de problematiek in de toekomst om te gaan? Zal er een preventief beleid uitgestippeld worden?
Op welke manier kan de samenwerking met de politiediensten van Nederland, België en zeker ook Frankrijk versterkt worden?
Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Binnenlandse Zaken. - Ik wil in de eerste plaats de toestand analyseren op basis van feitelijke gegevens en vervolgens de problematiek van de coffeeshops benaderen in het kader van de globale problematiek van het drugstoerisme.
De verhuizing van de coffeeshops naar de rand van Maastricht en dus dichter bij de grens met België kan effectief bijkomende overlast veroorzaken voor de Belgische grensgemeenten, maar het gaat in dit stadium om een hypothese. We kunnen wel vermoeden dat er overlast op volgt en persoonlijk wil ik dat zeker niet uitsluiten, maar we moeten ons houden aan de feiten. Tastbaar zijn op het ogenblik de problemen met de clandestiene verkooppunten op ons grondgebied, vooral in de grensregio, die worden georganiseerd vanuit Nederland en die bestemd zijn voor een hoofdzakelijk Frans cliënteel.
Ik deel uiteraard de bezorgdheid van de Belgische grensgemeenten. Precies daarom heb ik een vergadering gehad met een delegatie uit de Euregio. Daarbij gaan we na hoe de samenwerking van de lokale politiezones met het Interventiekorps van de provincie Limburg nog kan worden verbeterd. Sinds oktober 2009 organiseren we geregeld onder de naam Panoramix drugsacties, in overleg tussen de DirCo's Tongeren en Hasselt en de betrokken politiezones Lanaken, Voeren en Bihori en met een optimale inzet van de WPR, het CIK Limburg en een drugshondgeleider. Momenteel doen we dat zelfs vrij intensief met gemiddeld zes tot acht acties per maand of één tot anderhalf per week.
In de toekomst wil ik verder werken op het niveau van de lokale politiek, versterkt met de federale politie, zoals bij de Panoramixoperatie.
Ik wijs ook op de initiatieven die in de loop van de voorbije jaren werden ontwikkeld om de strijd tegen het drugstoerisme op te voeren, ter aanvulling van de acties op lokaal en regionaal niveau, en dat zowel op het vlak van de overlast door de bezoekers van de coffeeshops als in het kader van de vestiging van illegale verkooppunten toegespitst op het Franse cliënteel.
Zo werden de Etoileacties beter gespreid in de tijd, om een betere inzet van de gespecialiseerde middelen en een groter tijdsbestek door de diensten van de vier deelnemende landen - België, Nederland, Frankrijk en Duitsland - te betrachten. Eveneens in het kader van de Hazeldonksamenwerking hebben de overheden van de vier landen op aandringen van België ingestemd met de versterking van de gerechtelijke coördinatie en samenwerking. De eerste coördinatievergaderingen vonden begin 2011 plaats. België neemt nog steeds deel aan gemeenschappelijke patrouilles met de Nederlandse politie, in het raam van het Joint Hit Team.
Het expertisenetwerk Drugs van het College van procureurs-generaal evalueert thans de toepassing van de circulaire van het College van procureurs-generaal inzake drugstoerisme. De bedoeling van die evaluatie is de reikwijdte ervan uit te breiden naar alle actoren in het domein van het drugstoerisme.
Ik herinner tot slot aan de ontwikkelingen die mogelijk werden gemaakt door het Beneluxverdrag, met name op het vlak van gemeenschappelijke patrouilles.
De heer Huub Broers (N-VA). - Mijn bezorgdheid is ook gebaseerd op de werken van Cyrille Fijnaut en Brice De Ruyver, die misschien wel voor onze regio een opdracht gaan krijgen om de evolutie te onderzoeken.
Is het niet raadzaam de parkingplaatsen nabij de grens waar veel criminaliteit wordt vastgesteld, extra te bewaken? Met het gevolg weliswaar dat Nederland dan met het probleem wordt opgescheept!