5-51COM | 5-51COM |
M. le président. - M. Bernard Clerfayt, secrétaire d'État à la Modernisation du Service public fédéral Finances, à la Fiscalité environnementale et à la Lutte contre la fraude fiscale, répondra.
De heer Frank Boogaerts (N-VA). - Naar verluidt dreigen heel wat douanefraudeurs vrijuit te gaan wegens procedurefouten. Het gaat onder meer over smokkelaars, handelaars in namaak, oliefraudeurs enzovoort, die betrapt zijn na een huiszoeking van de douane.
De regels voor huiszoekingen zijn anders bij de douane dan bij de politie. De politie moet bevel tot huiszoeking krijgen van de onderzoeksrechter. De douane mag zelf naar de politierechter stappen om toestemming te vragen. Dat is de procedure voor alle onderzoeken van de douane over heel België. Alleen aan onze landgrens en in de lucht- en zeehavens zijn de regels nog anders.
De douanewet bepaalt niet uitdrukkelijk dat de politierechter zijn toestemming voor de huiszoeking moet motiveren. Het Grondwettelijk Hof oordeelt nu dat de politierechter altijd duidelijk moet motiveren waarom hij de douane machtigt een huiszoeking uit te voeren. Het arrest geldt ook voor alle huiszoekingen die de douane in het verleden heeft uitgevoerd. Dat zijn dus alle dossiers van de afgelopen tien jaar of ouder. Alle huiszoekingen uit het verleden die te weinig of niet gemotiveerd werden door de politierechter, dreigen nietig verklaard te worden.
Hoe reageert de minister op dit arrest? Het arrest is heel recent. In hoeveel zaken wordt de huiszoeking bedreigd met nietigverklaring? Is het niet aan te bevelen dat de regels voor huiszoekingen bij douane en politie worden gelijkgeschakeld? Kan de minister in het kader van lopende zaken daartoe initiatieven nemen? Wat zijn de mogelijke gevolgen voor de verantwoordelijkheid van de expediteurs en douaneagenten die de vereiste douanedocumenten ondertekenen?
De heer Bernard Clerfayt, staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude. - Ik lees het antwoord van minister Reynders.
Het Grondwettelijk Hof heeft de bijzondere regels van huisvisitatie in de algemene wet inzake douane en accijnzen niet strijdig bevonden met de Grondwet en het Europees verdrag voor de rechten van de mens. Het Hof legt wel een aantal bijkomende voorwaarden op.
Zo moet de machtiging van de politierechter aan een toezicht van de strafrechter worden onderworpen. Ook mogen de bescheiden en toelichtingen waarop de machtiging van de politierechter is gebaseerd, niet aan het beginsel van de tegenspraak worden onttrokken. Ten slotte moet de machtiging door de politierechter uitdrukkelijk worden gemotiveerd.
Problemen kunnen enkel rijzen wanneer een machtiging tot huiszoeking van de politierechter niet aan die voorwaarden voldoet. Daarover zal de rechter ten gronde moeten oordelen.
Bij de behandeling van de strafzaak wordt de strafrechter de mogelijkheid geboden om op de machtiging van de politierechter toezicht uit te oefenen. De bescheiden en toelichtingen maken evenals de machtiging ook deel uit van het gerechtsdossier, zodat ze niet worden onttrokken aan het beginsel van de tegenspraak.
De opsporingsdiensten der douane en accijnzen schatten dat ze op jaarbasis een honderdtal huisvisitaties verrichten. De indruk mag niet ontstaan dat de politierechters die machtigingen zo maar uitreiken. Veelal wordt een gemotiveerde aanvraag geëist en ook de machtiging wordt gemotiveerd.
Het is dan ook onmogelijk in te schatten voor hoeveel hangende gerechtszaken problemen dreigen. Meestal gebeuren de vervolgingen ook op andere initiële gronden en bewijsmiddelen en zijn de huisvisitaties een middel voor de voortzetting van het douaneonderzoek en om aanvullend bewijs te vinden. Zelfs als dat stuk uit het strafdossier zou worden verwijderd, zou in principe nog voldoende niet besmet bewijs voorhanden zijn. Ook hier zal de rechter ten gronde geval per geval moeten beoordelen.
De administratie der douane en accijnzen zal richtlijnen geven om alle aanvragen tot huisvisitatie uitdrukkelijk te motiveren en ze zal haar ambtenaren opdragen de politierechters expliciet te vragen om hun machtiging te motiveren. Een gelijkschakeling van de regels is op basis van dit arrest niet vereist, aangezien de bijzondere regels inzake huisvisitatie in de algemene wet inzake douane en accijnzen niet strijdig met de grondwet en het EVRM zijn bevonden.
De expediteurs en douaneagenten worden meestal in hun hoedanigheid van aangever of als douane- en/of accijnsschuldenaar op grond van de communautaire en/of nationale wetgeving aangesproken tot de betaling van de burgerlijke schuld, dat wil zeggen de in het spel zijnde belastingen. Tenzij ze aan het misdrijf hebben deelgenomen, komt hun verantwoordelijkheid naar aanleiding van dat arrest niet in het gedrang.
De heer Frank Boogaerts (N-VA). - Het is positief dat er duidelijke richtlijnen komen. Ik noteer dat er hierdoor geen wijzigingen komen voor de expediteurs en douaneagenten.
(La séance est levée à 13 h 10.)