5-49COM | 5-49COM |
Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). - Ik heb mijn vraag al een tijdje geleden ingediend en mijn tekst begon dan ook met een overzichtje van de stalbranden van eind vorig jaar. Spijtig genoeg zijn er sinds 1 januari 2011 al vijf stalbranden bij gekomen: in Moerbeke op 7 januari, in Alveringem op 15 januari, in Lo-Reninge op 19 januari, op 6 februari een paardenstal in Wuustwezel en op 4 maart kwamen zeven pasgeboren kalfjes in een stalbrand om het leven. Bij een stalbrand komen veel dieren om door verstikking, giftige rook en zware brandwonden en als ze al overleven, moet men ze vaak toch laten inslapen omdat ze hun verwondingen te ernstig zijn.
Veel van dit onnodig dierenleed in de vee-industrie kan worden voorkomen. In stallen zijn vaak geen brandblussers, geen sprinklerinstallaties of rookmelders aanwezig. Stallen hebben vaak geen nooduitgangen en geen brandcompartimenten. In varkens-, kippen- en koeienstallen waar brand uitbreekt, zitten de dieren als ratten in de val. De brandweer pleit er dan ook voor stallen verplicht in compartimenten op te delen.
Mijn eerste drie vragen voor de minister komen eigenlijk uit een schriftelijke vraag waarop ik geen antwoord heb gekregen. Graag kreeg ik een overzicht van het aantal stalbranden van de afgelopen vijf jaar, uitgesplitst per provincie. Stijgt of daalt het aantal stalbranden? Stijgt of daalt het aantal dieren dat in stalbranden betrokken is? Ik ben uiteraard ook tevreden met een antwoord op papier.
Heeft de minister al contact gehad met brandweerdiensten over hun aanbevelingen om de brandveiligheid in stallen te verhogen? Heeft de brandweer een specifiek protocol voor stalbranden? Ik heb hierover ook al een vraag gesteld in het Vlaams Parlement, omdat daar een deel van de bevoegdheid ligt, en aan minister Onkelinx, omdat het over dierenwelzijn gaat. Minister Onkelinx zei dat er sinds 2009 voor nieuwbouw advies bij de brandweer moet worden ingewonnen.
Graag kreeg ik concrete gegevens over de omvang van het probleem, zodat er eventueel maatregelen kunnen worden genomen om zoveel onnodig dierenleed en ook schade aan de vee-industrie te vermijden. Als ik me niet vergis, moet een stal momenteel enkel aan de brandvoorschriften voor industriële gebouwen voldoen. Deze voorschriften zijn echter duidelijk onvoldoende, als we zien dat er dit jaar al vijf stalbranden zijn geweest en het jaar is nog maar pas begonnen. Zullen er in de toekomst voor stallen specifieke voorschriften worden uitgewerkt?
Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Binnenlandse Zaken. - Mijn diensten beschikken niet over gegevens aangaande het aantal stalbranden in de laatste vijf jaar, omdat dit gegeven inderdaad niet in de brandweerverslagen wordt geregistreerd. De brandweerkorpsen rapporteren soms wel over het aantal boerderijbranden, maar alleen in enkele provincies, en dus niet voor het gehele land. Ik wil mevrouw Van dermeersch graag die cijfers bezorgen, maar ze zal merken dat ze zeer onvolledig zijn en dat we er dus zeker geen algemene conclusies uit kunnen trekken.
Mijn departement houdt ook geen statistieken bij over het aantal dieren dat jaarlijks de dood vindt in een stalbrand.
Inzake de brandveiligheid van stallen, kan ik haar informeren dat een nieuwe reglementering inzake brandveiligheid voor industriegebouwen bestaat, de bijlage 6 bij het koninklijk besluit van 1 maart 2009. Deze bijlage is van toepassing op stallen en andere gebouwen in de landbouwsector. Naargelang van de oppervlakten en de brandbelasting worden diverse brandveiligheidsmaatregelen opgelegd, wat ervoor moet zorgen dat er in de toekomst minder stalbranden voorkomen.
Deze reglementering is alleen van toepassing op nieuwe gebouwen, maar kan door de brandweer gehanteerd worden in het kader van een advies voor een exploitatievergunning als regel van goed vakmanschap om een gelijkwaardige brandbeveiliging op te leggen.
Het gaat hier niet om specifieke voorschriften voor stallen, maar om algemene voorschriften voor alle industriegebouwen. Sommige van deze algemene voorschriften zijn dan ook niet altijd makkelijk in stallen toe te passen. Alternatieve oplossingen kunnen geval per geval uitgevoerd worden in het kader van afwijkingsaanvragen. Die moeten bij mijn diensten ingediend worden.
Ik wijs erop dat de veiligheidsvoorschriften inzake brandveiligheid in de eerste plaats gericht zijn op het verzekeren van de veiligheid van personen, maar dat sluit niet uit dat ook het welzijn van de dieren er wel bij vaart. Het moge ook duidelijk zijn dat dierenwelzijn geen bevoegdheid is van de minister van Binnenlandse Zaken en dat een wetgevend initiatief specifiek voor stallen dus niet onder mijn bevoegdheid valt, laat staan onder die van een minister van lopende zaken.
Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). - Ik dank de minister voor haar uitvoerige antwoord, maar betreur tegelijk dat niemand bijhoudt hoeveel stalbranden er plaatsvinden en hoeveel dierenleed er is. Dat is nochtans belangrijk, zowel voor de veiligheid van de mensen als voor de dieren. De manier waarop een maatschappij met dieren omgaat, geeft haar beschavingsniveau weer. Misschien kan de minister deze vraag begrijpen als een aanbeveling om gegevens over stalbranden en dierenleed wel bij te houden.
Een wetgevend initiatief is wel degelijk nodig, want de algemene voorschriften voor industriegebouwen zijn niet voldoende. Stallingen zijn gelukkig al een Vlaamse bevoegdheid, zodat ik de kwestie ook in het Vlaams Parlement kan aankaarten.