5-46COM | 5-46COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - De Brusselse rechtbank van koophandel wordt overspoeld met steeds meer faillissementen. De toevloed veroorzaakt een congestie in de behandeling van die zaken. Heel wat vennootschappen verplaatsen zich dan ook naar Brussel om daar hun faillissement af te wachten, gerustgesteld door een langere behandelingstermijn. Op die manier kunnen ze alle activa uit hun zaak halen en daarna in de obscuriteit verdwijnen. Dat zou het geval zijn in één op drie dossiers.
Het personeelskader van de rechtbank wordt berekend op basis van het aantal inwoners. Die verhouding loopt echter helemaal scheef door de massale verhuizing van handelszaken. Elke zaak vergt terecht de nodige aandacht van parket en gerecht.
Het probleem is een gevolg van de faillissementswet van 1997. Voordien kon de rechtbank een handelaar ambtshalve failliet verklaren, zonder hem eerst te horen. De wet van 1997 schafte dit af en bepaalt nu dat de handelaar op dagvaarding van het parket failliet wordt verklaard. Voor die bijkomende taken voorzag de wet ook in extra parketmagistraten. De uitvoeringsbesluiten voor die uitbreiding kwamen er echter nooit.
Is de minister op de hoogte van de groeiende malaise bij de rechtbank van koophandel in Brussel? Hoe beoordeelt hij deze onhoudbare situatie? Ondernam of plant hij maatregelen om deze problemen op te lossen?
Deelt de minister de analyse dat de berekeningswijze voor het personeel van deze rechtbank, die rekening houdt met het inwonersaantal, in dit geval niet opgaat?
Zo ja, hoe wil hij het dringende personeelstekort oplossen? Zo neen, met welke argumenten verdedigt hij de berekeningswijze voor die specifieke uitdaging?
Hoe verklaart de minister dat de uitvoeringsbesluiten die extra personeel zouden toewijzen aan de rechtbanken van koophandel nog steeds niet zijn genomen? Ondernam of plant de minister maatregelen? Wanneer zullen deze uitvoeringsmaatregelen van kracht worden? Heeft de minister hiervoor de nodige middelen vrijgemaakt in de begroting 2011? Zo ja, hoeveel? Zo neen, hoe verklaart hij de ontstentenis van die middelen en hoe zal hij de meerkosten voor extra personeel financieren?
De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Ik verwijs in de eerste plaats naar de antwoorden die ik gisteren in de Kamer heb gegeven op vragen rond dit thema. Ik heb daar een volledig overzicht gegeven van het kader in de rechtbank van koophandel van Brussel voor de rechters, de plaatsvervangende rechters, de rechters in handelszaken, de parketmagistraten en de parketjuristen. Ook heb ik de regels over de benoemingsprocedures in een periode van lopende zaken toegelicht.
Het huidige kader voor de rechtbank van koophandel in Brussel bestaat uit 24 rechters, waarvan één voorzitter en vier ondervoorzitters; daarnaast zijn er 23 plaatsvervangende rechters en 190 rechters in handelszaken. Met de wet van 20 juli 1998 werd het kader voor rechters in de rechtbank van koophandel met twee eenheden verhoogd. Die verhoging was een gevolg van de berekeningen die werden gemaakt na de inwerkingtreding van de nieuwe faillissementswet.
Er is een globale evaluatie gemaakt van de bestaande werkdruk in de rechtbanken van koophandel. Het uitgangspunt hierbij was het aantal faillissementen en het aantal inleidingen in 1994, 1995 en 1996. Het correcte aantal inleidingen werd berekend op basis van de werkelijk geïnde rolrechten per arrondissement. Voor de berekening van de activiteitsnorm werd aan het aantal faillissementen een gewichtsfactor twee toegekend, teneinde rekening te houden met het vele materiële werk dat hieraan is verbonden. Als uitgangspunt werd een activiteitsnorm van 735 punten per magistraat gehanteerd. De bevolkingscijfers waren bijgevolg niet het enige criterium. Toen is dus een berekening gemaakt.
Ik weiger principieel de kaders van de rechtbanken aan te passen omdat ik wil dat de magistratuur werk maakt van de werklastmeting. Het gaat niet op om op basis van een of ander criterium verschuivingen te doen. Ik heb begrip voor alle situaties, maar ik wil een werklastmeting. Die is in de hoven van beroep al opgestart. Dit jaar zal het project tot een aantal proefsites worden uitgebreid. Ik heb reeds aangegeven dat ik de rechtbank van koophandel van Brussel hierbij graag zou betrekken als ze bereid zijn om proefsite te zijn. Ik wil alleen samenwerken met rechtbanken die proefsites willen zijn, want anders werkt het niet. Uiteraard vormt de periode van lopende zaken een extra probleem.
Ondertussen moeten de huidige kaders wel worden opgevuld. Daarbij vormen de rechters in handelszaken een specifiek probleem. Alle andere benoemingen zijn een bevoegdheid van de Hoge Raad voor de Justitie. Rechters in handelszaken worden niet benoemd via objectieve procedures, maar door de bevoegde ministers. Die benoemingen zijn in een periode van lopende zaken niet mogelijk, zodat momenteel 175 plaatsen niet zijn ingevuld. Dat wordt stilaan een probleem want voor de zaken met betrekking tot de continuïteit van ondernemingen, faillissementen en andere vervullen de rechters in handelszaken een zeer belangrijke rol.
De Hoge Raad voor de Justitie heeft een nuttig verslag gemaakt over de rechtbanken van koophandel, dat de basis zal vormen voor verdere maatregelen.
Ik hoop hiermee de kern van de vraag van de heer Anciaux te hebben beantwoord.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik ben het met de minister eens dat er een werklastmeting moet zijn, maar ik raad toch aan voorzichtig te zijn. De minister zegt dat hij op die werklastmeting wacht om extra personeel ter beschikking te stellen, maar de situatie is er echt rampzalig. Als het de bedoeling van de minister was druk uit te oefenen, is hij in zijn opzet geslaagd. Vooral de rechtbank van koophandel te Brussel zal onmiddellijk bereid zijn om proefsite te worden voor een dergelijke meting. Een beslissing ter zake mag echt niet lang uitblijven, want er gebeuren daar vreemde dingen.
De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Ik heb de Hoge Raad gevraagd een onderzoek te doen naar de rechtbank van koophandel van Brussel. Met andere woorden, we beschikken over een recente en objectieve analyse van de werking van die rechtbank. De activiteiten werden dus extern gemonitord. Die monitoring ging vooral over de handelsrechters, de deskundigen en de werking. Dat is het gevolg van de problemen die we gehad hebben met de voorzitter van de rechtbank van koophandel van Brussel en die nog enigszins hebben nagezinderd.
Ik heb begrip voor de bekommeringen, maar blijf principieel van oordeel dat de magistraten moeten aanvaarden dat de werklastmeting voortaan de basis zal zijn voor het vastleggen van de personeelsformaties. Als we daar opnieuw op toegeven, wordt het een straatje zonder einde. Ik weiger hierop terug te komen. Wat een volgende minister van Justitie zal beslissen, moeten we afwachten. Ik wil die werklastmeting eindelijk afronden, in samenwerking met de magistraten.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - De volgende minister van Justitie zal nog wel enige tijd op zich laten wachten.