5-45COM

5-45COM

Commission des Relations extérieures et de la Défense

Annales

MARDI 1er MARS 2011 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnelles sur «d'éventuelles tortures infligées à un compatriote dans une prison marocaine» (nº 5-491)

M. le président. - M. Olivier Chastel, ministre de la Coopération au développement, chargé des Affaires européennes, répondra.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Onlangs leverde Spanje Ali Aarrass, een Belg van Marokkaanse afkomst, uit aan Marokko. Hij wordt ervan verdacht lid te zijn van of medewerking te verlenen aan een terreurnetwerk rond Abdelkader Belliraj. De heer Aarrass woonde 28 jaar in ons land en vervulde zijn legerdienst in het Belgische leger.

Uit getuigenissen van zijn advocaten blijkt dat deze landgenoot in de Marokkaanse gevangenis wordt gefolterd, onder andere door injecties met chemische producten en elektrische schokken in de genitaliën.

Hoe evalueert en duidt de minister het bericht dat onze landgenoot, de heer Aarrass, in een Marokkaanse gevangenis wordt gefolterd? Heeft ons land al maatregelen getroffen om deze landgenoot bij te staan? Zo ja, welke, wanneer, door wie en met welke gevolgen? Zo neen, hoe verklaart de minister de Belgische inertie in dit geval?

Heeft de minister de Marokkaanse ambassadeur al ondervraagd over deze berichten? Zo ja, wanneer en met welk resultaat? Zo neen, waarom niet en plant de minister alsnog dergelijke bevraging?

De heer Olivier Chastel, minister van Ontwikkelingssamenwerking, belast met Europese Zaken. - Ik lees het antwoord van minister Vanackere.

Zoals ik op dinsdag 1 februari 2011 in de Senaatscommissie en op 22 december 2010 in de Kamercommissie al heb gezegd, is de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging niet het gepaste forum om individuele consulaire gevallen te bespreken.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Shame! Ik spreek over foltering van landgenoten in het buitenland. Ik zal mijn vraag opnieuw indienen zonder een naam te noemen.

De voorzitter. - Ik sluit me aan bij het standpunt van de heer Anciaux. De vraag gaat wel over een individueel geval, maar anderzijds is die zaak alom bekend en worden er veel persberichten over verspreid. Ik ben eveneens misnoegd over het uitblijven van een degelijk antwoord.