5-45COM | 5-45COM |
M. le président. - M. Olivier Chastel, ministre de la Coopération au développement, chargé des Affaires européennes, répondra.
De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Het klooster van Mor Gabriel werd in 397 gesticht en is daarmee het oudste nog bestaande christelijke klooster ter wereld. Het heeft een werkende gemeenschap die de tuinen en boomgaarden onderhoudt en vele in Turkije geboren monniken hebben er de afgelopen 1600 jaar hun scholing gekregen. Het klooster behoort tot de Syrisch-orthodoxe Kerk van Antiochië, ook bekend als de Aramese of Assyrische Kerk.
Tegenwoordig is het voortbestaan van deze unieke plaats bedreigd door toedoen van de plaatselijke Turkse autoriteiten. Doordat de Syrisch-orthodoxe Kerk in Turkije niet als een minderheid wordt erkend, kan ze niet rekenen op de bescherming die de Grieks-orthodoxe en Armeense christenen genieten. Het klooster van Mor Gabriel wordt bedreigd doordat het, door een vernieuwing van het kadaster, zo'n 250 000 are verliest, omdat deze gronden niet worden gebruikt en als `bosgronden' worden bestempeld. Ironisch genoeg komt de vernieuwing van het kadaster er op vraag van de Europese Unie om de openbare dienst efficiënter en transparanter te maken. De autoriteiten maken het ook veel moeilijker om nieuwe monniken tot het klooster toe te laten, zodat er nu slechts een fractie van de oorspronkelijke scholing wordt gegeven.
Onder invloed van de Europese Unie en de Raad van Europa wordt Turkije aangemoedigd de beslissingen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te implementeren. Turkije blijft tegenwoordig nog vasthouden aan de interpretatie van het Verdrag van Lausanne, dat in 1923 de ontmanteling van het Ottomaanse Rijk regelde.
Is de minister op de hoogte van de problematiek van het Mor Gabriel klooster?
Heeft hij hierover gesproken met Turkse vertegenwoordigers, onlangs en tijdens het voorbije voorzitterschap van de Europese Unie?
Waarom is Turkije niet in staat bepaalde religieuze minderheden officieel te erkennen, in overeenstemming met de beslissingen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de basiswaarden van de Europese Unie?
De heer Olivier Chastel, minister van Ontwikkelingssamenwerking, belast met Europese Zaken. - Ik lees het antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken.
De minister verwijst eerst en vooral naar het uitvoerige antwoord dat hij op woensdag 9 februari in de Kamercommissie voor de Buitenlandse Betrekkingen gaf op een gelijkaardige vraag van mevrouw Colen.
Hij is op de hoogte van de eigendomsperikelen van het Mor Gabriel klooster in de omgeving van Midyat in Zuidoost-Anatolië. Het betreft een complexe procedure van vier parallelle rechtszaken die vermoedelijk nog geruime tijd zullen aanslepen. De ingewikkelde zaak wordt regelmatig besproken op de vergaderingen van de EU-ambassadeurs in Ankara.
De rechtszaken, aanhangig gemaakt door Turkse overheidsdiensten, staan haaks op de lijn van de regering-Erdoğan, die zich talrijke inspanningen getroost om de toestand van de religieuze minderheden te verbeteren. De EU-lidstaten, waaronder België, hebben de Turkse regering dan ook gewezen op de impact van deze rechtszaken op het imago van Turkije. Als lid van de Raad van Europa en als EU-toetredingskandidaat moet Turkije waken over de naleving van de rechten van zijn religieuze minderheden. De Europese Commissie besteedt trouwens ruime aandacht aan deze problematiek in haar jaarlijkse vooruitgangsrapporten in het kader van het uitbreidingsproces.
Ook België evalueert op regelmatige basis de situatie van de religieuze minderheden. Naast de regelmatige contacten van onze ambassade in Ankara en ons consulaat-generaal in Istanbul, heeft de minister bij zijn bezoek aan Turkije in augustus vertegenwoordigers van de verschillende religieuze minderheden ontmoet. Net als zijn collega's van de Europese Unie en de Europese Commissie laat hij niet na de aandacht van de Turkse autoriteiten te vestigen op de rechten van de religieuze minderheden. Het is zijn overtuiging dat het gevoelige en zeer symbolische dossier van de rechten van de religieuze niet-moslimminderheden in Turkije een nuttige graadmeter is van de ernst van Turkije om zich te conformeren aan de waarden en vereisten die gelden voor elke toetredingskandidaat.