5-857/1

5-857/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

8 MAART 2011


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens

(Ingediend door de heren Bert Anciaux en Ludo Sannen)


TOELICHTING


Overeenkomstig artikel 3, § 1, 3º, van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens worden als verboden wapens beschouwd : « wapens ontworpen voor uitsluitend militair gebruik, zoals automatische vuurwapens, lanceertoestellen, artilleriestukken, raketten, wapens die gebruik maken van andere vormen van straling dan die bedoeld onder het 1º, munitie die specifiek is ontworpen voor die wapens, bommen, torpedo's en granaten. »

Uit deze bepaling leidt men af dat zogenaamde « burgerlijke, halfautomatische vuurwapens » niet als verboden wapens kunnen worden beschouwd.

Met « burgerlijke halfautomatische vuurwapens » worden de modellen van volautomatische vuurwapens bedoeld die tot halfautomatische wapens zijn omgebouwd, maar voor het overige identiek zijn aan de originele versies.

Over deze wapens deed de minister van Justitie in de commissie voor de Justitie van 24 februari 2010 de volgende opmerkelijke uitspraak :

« Dergelijke halfautomatische wapens zijn, uiteraard mits een vergunning, legaal te verkrijgen. Dat volgt uit de wet, die in principe alle vuurwapens op gelijke voet behandelt en toelaat dat een vergunning wordt gegeven aan wie aan alle wettelijke voorwaarden voldoet. In de praktijk betekent het dat de aanvrager moet aantonen dat hij het wapen voor het sportschieten nodig heeft. Dat is niet onmogelijk, omdat de erkende schuttersfederaties disciplines organiseren waarbij het gebruik van dergelijke wapens is toegelaten. Daarom kan het niet hard worden gemaakt dat die wapens ongeschikt zijn voor het sportschieten. Op basis van de wetgeving kan ook geen onderscheid worden gemaakt. »

Ook de halfautomatische versies van uzi's en kalasjnikovs kunnen bijgevolg vrij worden verhandeld.

Nochtans lijdt het geen twijfel dat deze voormalige oorlogswapens (het begrip oorlogswapen is afkomstig van de wapenwet 1933-1991, doch is verdwenen uit de wapenwet 2006) in feite niet geschikt zijn voor de jacht of de schietsport. Bovendien laat in de praktijk een eenvoudige ingreep veelal toe om deze halfautomatische vuurwapens terug om te vormen tot een volautomatisch vuurwapen. In sommige gevallen zou het omgekeerd terug installeren van dezelfde vuurselector reeds tot gevolg hebben dat het wapen terug volautomatisch vuurt of zou het wegvijlen of wegslijpen van een stuk van de selector of het frame ook de volautomatische werking terug mogelijk maken. Via dergelijke kleine ingrepen is het in sommige gevallen bijgevolg mogelijk een toegelaten halfautomatisch vuurwapen om te vormen tot een verboden oorlogswapen.

Met voorliggend wetsvoorstel willen de indieners de minister van Justitie in staat stellen het door hem aangehaalde onderscheid te maken en in te grijpen waar nodig.

Bert ANCIAUX
Ludo SANNEN.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 3, § 1, 3º, van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens worden tussen de woorden « zoals automatische vuurwapens » en de woorden « , lanceertoestellen, artilleriestukken » de woorden « (inbegrepen de door de Koning te bepalen halfautomatische versies ervan) » ingevoegd.

25 februari 2011.

Bert ANCIAUX
Ludo SANNEN.