5-12

5-12

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 17 FEBRUARI 2011 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Bert Anciaux aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid over «het interprofessioneel akkoord en het onderzoek rond de automatische indexaanpassing» (nr. 5-39)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Het ontwerp van IPA werd door de vakbonden verworpen, waarna de regering het aanzienlijk heeft aangepast. Daarenboven heeft de regering beslist uiteindelijk geen onderzoek te laten uitvoeren naar de gevolgen van onder meer een stijging van de energieprijzen op de automatische indexaanpassing. Minister Van Quickenborne besliste daarop dat onderzoek zelf te laten doen. Nu verneem ik dat de Nationale Bank die gevolgen zelf zal onderzoeken.

Komt het door de regering bereikte evenwicht met betrekking tot de aanpassing van het IPA hierdoor niet in gevaar? Is het niet belangrijker te zorgen voor een plafonnering en een daling van de energieprijzen? Momenteel kampen immers honderdduizenden Belgen met betalingsproblemen voor de meeste elementaire benodigdheden, zoals voeding, energie en geneesmiddelen, die overigens sterker zijn gestegen dan in het buitenland.

Graag vernam ik dan ook wat de regering heeft beslist. Wordt het onderzoek uitgevoerd? Is het beter werk te maken van een daling van de energieprijzen, in plaats van maar wat aan te morrelen en onrust te zaaien over de automatische indexaanpassing?

De heer Yves Leterme, eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid. - De heer Anciaux begon zijn vraag met de vermelding dat de vakbonden het ontwerp van interprofessioneel akkoord hebben verworpen. Ik veronderstel dat dit een freudiaanse verspreking was want de grootste vakbond van ons land heeft dat ontwerp wel goedgekeurd. Dit ter informatie.

Het jaarverslag van de Nationale Bank wijst erop dat de prijzen voor energie en voeding in ons land sneller stijgen dan het gemiddelde van de landen in de eurozone. Hierdoor is de inflatie in ons land hoger dan gemiddeld. Als we energie en voeding uit de index lichten, is de inflatie in België volgens de Nationale Bank niet betekenisvol hoger dan het gemiddelde van de landen van de eurozone.

De snellere stijging van de prijs van energie heeft volgens de Nationale Bank verschillende oorzaken. Ten eerste gebruiken Belgen meer energie dan de burgers in de ons omringende landen. De goedkoopste energie is nog altijd de energie die niet wordt verbruikt. Op dat vlak hebben we dus nog werk voor de boeg, in samenwerking met de bevoegde gewestregeringen. De tweede reden is dat de accijnzen in ons land lager zijn. De derde oorzaak is de tariferingswijze van elektriciteit.

De eerste conclusie van de Nationale Bank is dan ook dat de prijssetting transparanter moet worden gemaakt en dat sommige mechanismen in de prijsvorming van energie moeten worden herzien. De regering heeft het Observatorium van de Prijzen hiertoe een opdracht gegeven voor energie en voor andere producten, zoals voeding. Het Observatorium, dat onder collega Laruelle ressorteert, heeft intussen effectief onderzoek verricht naar de prijsvorming van energie en voedingswaren, de kostencomponenten ervan en hun onderlinge verhouding en impact op de prijs voor de eindverbruiker. Mede op basis van deze studies onderzoekt de regering nu in het kader van de omzetting van het zogenaamde derde pakket, de liberaliseringsmaatregelen voor de energiemarkt, welke maatregelen ze kan nemen om de volatiliteit van de prijsvorming af te remmen, bijvoorbeeld door een transparantere prijsvorming van energie en gas.

De Nationale Bank verklaart verder - en het is niet de eerste keer dat die passage in een verslag voorkomt - dat de sneller stijgende energieprijzen in ons land aanleiding kunnen geven tot `tweederonde-effecten' waarbij de verhoogde energieprijs resulteert in prijsstijgingen van producten die voor een meer of minder belangrijk deel energie als kostencomponent hebben. De Bank raadt dan ook aan de divergenties tegenover de partnerlanden tijdens de loononderhandelingen in het kader van de wet van 26 juli 1996 te corrigeren. Die aanbeveling van de Nationale Bank is precies de reden waarom de regering op 11 februari een voorstel van bemiddeling tussen de sociale partners heeft geformuleerd met, bovenop indexering en loonschaalverhogingen, een loonnorm van 0,3% voor 2012. We baseren ons daarvoor uiteraard op het verslag van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, die in uitvoering van de wet van 1996 de concurrentiekracht van onze ondernemingen en economie onderzoekt, onder meer op basis van alle kostencomponenten.

De regering vraagt de CRB niet een studie van de index te maken. De CRB is trouwens paritair samengesteld in een aantal beheersstructuren en daarin kan nog altijd een initiatief worden genomen. De regering vraagt dus geen studie en ze zet ook niet het principe van een aanpassing van de lonen aan de evolutie van de index op losse schroeven. Wel is de regering ervan overtuigd dat de hoge inflatie een probleem is dat niet alleen studie maar ook actie vergt, in het voordeel van de gezinnen, de bedrijven en zelfs van de overheid of de overheden. In die actie en studie moeten zowel de sociale partners als de regering verantwoordelijkheid opnemen. Het spreekt voor zich dat de collega's Magnette voor energie en Van Quickenborne voor ondernemen daarvoor bevoegd zijn en verantwoordelijkheid dragen. Samen onderzoeken we trouwens welke initiatieven we kunnen nemen om het probleem dat door de Nationale Bank nog eens is onderstreept, aan te pakken en zonder te tornen aan het principe van de indexering van de lonen en zonder uitdrukkelijk aan het CRB een studie naar de index te vragen. De komende weken zal dit debat trouwens ook op Europees vlak verder worden gevoerd. In dat debat zal de regering een standpunt innemen op basis van goed onderbouwd studiewerk, want dat is belangrijk.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Uit het antwoord van de eerste minister blijkt duidelijk dat geen sprake kan zijn van een onderzoek dat erop gericht is het mechanisme van de automatische indexaanpassing helemaal te wijzigen. Dat stelt me gerust.

Dat de oorzaak van de inflatie en van de indexstijging, meer bepaald de hoge energieprijzen, wel zullen worden aangepakt, stelt me eveneens gerust. Ik constateer immers dat vandaag duizenden mensen echt problemen hebben met fundamentele basisproducten zoals energie en voeding.

Ik wist niet dat het Observatorium van de Prijzen valt onder de bevoegdheid van minister Laruelle. Volgens de heer Van Quickenborne is het door hem opgericht en is hij ervoor bevoegd. Het maakt me echter niet uit, ze moeten het maar onder elkaar uitvechten.

De volatiliteit afremmen, daar ben ik het mee eens, tenminste als ze naar boven wordt afgeremd en niet naar beneden. Als de prijzen dalen, moeten we dat heus niet afremmen. Ik ben blij dat eindelijk een beetje wordt afgestapt van het principe van de pure vrije markt.

De heer Yves Leterme, eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid. - Ik zou toch iets willen rechtzetten. Het zou kunnen dat ik me vergist heb inzake het Observatorium van de Prijzen. Dat valt effectief onder de bevoegdheid van minister Van Quickenborne. Ik geef hiermee aan ieder, in dit geval minister Van Quickenborne, wat hem toekomt, in voorkomend geval de bevoegdheid over het Observatorium van de Prijzen.