5-41COM | 5-41COM |
Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - Onlangs werd in het Vlaams Parlement gedebatteerd over het trajectcontrolesysteem dat eind 2009 op de E17 te Gentbrugge werd geïnstalleerd en dat nog steeds niet operationeel is. Met het oog op de modelgoedkeuring van het systeem was het wachten op een koninklijk besluit, dat echter pas eind oktober 2010 werd gepubliceerd. Dit besluit bepaalt de voorwaarden voor een dergelijke modelgoedkeuring; het omvat een lijst van wel honderd attesten. Op 16 en 24 november 2010 vonden twee vergaderingen plaats met vertegenwoordigers van de fabrikant van het trajectcontrolesysteem en van de FOD Economie.
Vervolgens diende de fabrikant een dossier in dat door de dienst Metrologie echter als onvolledig werd beoordeeld. De fabrikant was er blijkbaar vanuit gegaan dat het volstond om de attesten in te dienen die hij eerder al had verkregen naar aanleiding van de modelgoedkeuring van het systeem in Nederland. De dienst Metrologie ging hier echter niet mee akkoord en stelde dat alle tests en proeven voor de verkrijging van de bewuste attesten opnieuw dienden te worden gedaan.
Mijnheer de minister, naar aanleiding van de stroeve vooruitgang van het dossier was er op 29 november een overleg tussen uw kabinet, de FOD Economie, en het kabinet van minister Crevits, die het dossier op het Vlaamse niveau opvolgt. Op 24 januari heeft minister Crevits u ook nog eens persoonlijk opgebeld in verband met dit dossier, tot op heden voor zover ik weet zonder resultaat.
Wat hebben u, uw kabinet en minister Crevits en haar kabinet besproken? Wat was het resultaat van het overleg op respectievelijk 29 november 2010 en 24 januari 2011?
Waarom stelde de dienst Metrologie dat de proeven en tests moesten worden overgedaan? Die zouden immers worden uitgevoerd door hetzelfde Nederlandse lab dat de attesten voor hetzelfde systeem al eens heeft uitgereikt in het kader van een Nederlands dossier. Er is immers geen enkel Belgisch laboratorium geaccrediteerd om dergelijke proeven en tests uit te voeren. Wat is dan eigenlijk de zin van nieuwe tests? Mij dunkt dat het federale niveau zich in deze een stuk redelijker en soepeler had kunnen opstellen en dat de extra vertraging had kunnen worden vermeden. Ik vraag dan ook dat de werkwijze van de dienst Metrologie zou worden bijgestuurd.
Tegen wanneer mag de modelgoedkeuring van het trajectcontrolesysteem door de dienst Metrologie worden verwacht?
Wat is de rol van Europa in dit dossier? Ik neem aan dat als één lidstaat een attest uitreikt, de andere lidstaten dat kunnen overnemen.
De heer Vincent Van Quickenborne, minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen. - De FOD Economie is enkel bevoegd voor de modelgoedkeuring en de ijking van de systemen voor trajectcontrole. De afspraken met de fabrikant, de aannemer of de installateur van dergelijke systemen behoren tot de verantwoordelijkheid van het betrokken gewest.
In de vraag wordt verwezen naar het koninklijk besluit dat een lijst met wel honderd attesten bevat. Dat besluit is goedgekeurd nadat alle nodige formele stappen zijn doorlopen. Hierbij werden de verschillende federale en regionale overheden geconsulteerd. Ze waren dus op de hoogte van de inhoud van de tekst en ze hebben ermee ingestemd. De tekst is de gewesten met andere woorden niet opgedrongen. Zo werd formeel advies gevraagd aan de gewestregeringen, in overeenstemming met het Protocol van 24 april 2001 tot regeling van de betrokkenheid van de gewestregeringen. Ook was er een notificatie aan de Europese Commissie in het kader van de verplichte informatieprocedure. Tevens werd het besluit voor advies aan de Raad van State voorgelegd.
In september 2010 is de definitieve tekst tot stand gekomen. Het koninklijk besluit is op 25 oktober 2010 gepubliceerd.
Op initiatief van mijn kabinet werd een ontmoeting geregeld op 29 november 2010 met alle betrokken partijen, meer in het bijzonder het kabinet van minister Crevits, de aannemer, de fabrikant, experts van de Vlaamse overheid en van de dienst Metrologie van de FOD Economie, evenals van mijn kabinet. Tijdens deze vergadering werd de procedure voor het aanvragen van een modelgoedkeuring nogmaals toegelicht. Er werd bevestigd dat de fabrikant verantwoordelijk is om de aanvraag in te dienen bij de FOD Economie en dat de FOD enkel op basis van een volledig dossier een eindevaluatie kan maken.
Op dat moment was het dossier niet volledig. Zo ontbraken onder meer de testrapporten die de conformiteit met de eisen van het koninklijk besluit aantonen. Voor deze testrapporten moet de fabrikant een geaccrediteerd laboratorium inschakelen. In dit dossier doet de fabrikant een beroep op NMi, een Nederlands laboratorium.
Er werd afgesproken dat de FOD Economie, in afwachting van het volledige dossier, op informele basis en in overleg met de fabrikant de beschikbare dossierstukken zou onderzoeken. Bovendien zou de FOD alle nodige informatie en ondersteuning verlenen die het de fabrikant moeten mogelijk maken om een volledig dossier in te dienen.
Op 6 januari en 24 januari 2011 zijn er contacten geweest tussen de dienst Metrologie en de fabrikant om het dossier te bespreken. Volgens de jongste informatie van 20 februari 2011 heeft de fabrikant nu pas bij het NMi de nodige tests besteld om zijn aanvraag voor modelgoedkeuring bij de FOD Economie te kunnen vervolledigen. De fabrikant heeft ook toegezegd om binnenkort zijn aanvraag verder te concretiseren aan de hand van een ingevuld aanvraagformulier.
De eisen bepaald door het koninklijk besluit van 12 oktober 2010 moeten ervoor zorgen dat de controlesystemen onder alle redelijk voorzienbare omstandigheden goed werken en goed blijven werken. Op deze manier wordt gegarandeerd dat niemand onterecht wordt geverbaliseerd. Er mag dus geen enkele twijfel bestaan over de resultaten. Zoals blijkt uit de chronologie van het koninklijk besluit, kwam deze reglementering niet onverwacht tot stand. Alle bevoegde overheidsdiensten werden vooraf geraadpleegd.
De resultaten van proeven die in het verleden op een identiek trajectcontrolesysteem of onderdelen ervan werden uitgevoerd, kunnen wel degelijk worden gebruikt om de conformiteit met de voorschriften van het koninklijk besluit aan te tonen. Indien de fabrikant deze resultaten echter niet kan voorleggen, dienen de proeven uiteraard nog te worden uitgevoerd.
De FOD Economie stelt zich in dezen constructief en soepel op. Mijn kabinet heeft eind november zelfs initiatieven genomen, omdat het systeem nog niet up and running was op het einde van vorig jaar, zoals door minister Crevits op televisie werd aangekondigd.
Zodra het dossier volledig is, zal het worden goedgekeurd.
Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - Uit het zeer duidelijke antwoord maak ik op dat de schuld bij de fabrikant ligt.
Vereenvoudigingen behoren tot de bevoegdheid van de minister. Ik vraag me af of die procedures zo complex moeten zijn. Zijn honderd attesten echt nodig? Ik begrijp dat het systeem absoluut betrouwbaar moet zijn, maar honderd diverse attesten lijken me van het goede te veel te zijn.
De heer Vincent Van Quickenborne, minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen. - Ik ben geen technicus en heb een groot vertrouwen in mijn ambtenaren, vooral bij de dienst Metrologie, die een goede reputatie heeft opgebouwd. Wie ben ik om te twijfelen aan het werk van uitstekende ingenieurs?
Ik ben bereid de vraag nogmaals voor te leggen, maar we moeten alles in het werk stellen om niet door de rechtbank te worden teruggefloten, wat in andere dossiers wel is gebeurd. In dat geval zou wellicht de vraag volgen waarom we een systeem gebruiken dat niet volledig waterdicht is.