5-40COM | 5-40COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties bracht in oktober 2010 een rapport uit naar aanleiding van het vijfde periodieke verslag van België. Dit VN-rapport is zeer kritisch over het gebruik van geweld en vuurwapens door de politiediensten. Er wordt rechtstreeks verwezen naar het politieoptreden tegen deelnemers aan het No Border Camp in Brussel.
Het Mensenrechtencomité heeft eveneens vragen bij de autonomie van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten. De onafhankelijkheid, objectiviteit en transparantie komen volgens hen in het gedrang bij het behandelen van klachten tegen politiefunctionarissen. De Staat moet streven naar een volledig onafhankelijke samenstelling van dit toezichtsorgaan op de politiediensten.
Verder is het Mensenrechtencomité verontrust over het feit dat de toegang tot een advocaat nog steeds niet is gegarandeerd tijdens de eerste uren van een vrijheidsberoving in het kader van een administratieve of strafrechtelijke aanhouding. Daar zijn we volop mee bezig.
Het Mensenrechtencomité deelt mijn bezorgdheid over de wijze waarop onze ordehandhavers optreden.
Hoe staat de minister tegenover de ongerustheid van het Mensenrechtencomité en van de Raad van Europa over het optreden van de politie op 29 september en 1 oktober 2010? Vindt ze dat hun opmerkingen ernstig moeten worden genomen?
Kan ze mij een actueel en becijferd overzicht bezorgen van het aantal klachten over het gebruik van geweld en van vuurwapens door politiediensten?
Is ze het eens met de conclusie dat er te weinig gevolg wordt gegeven aan klachten over het gebruik van geweld en vuurwapens door politiediensten? Zo neen, kan ze dit toelichten? Zo ja, welke stappen zal ze doen om een betere behandeling van die klachten te garanderen?
Zal de minister het VN-Mensenrechtencomité op de hoogte brengen van het resultaat van het onderzoek van het Vast Comité P naar aanleiding van de betogingen op 29 september en 1 oktober 2010?
Het VN-Mensenrechtencomité uit zijn bezorgdheid over de onafhankelijkheid, objectiviteit en transparantie van het Vast Comité P bij de behandeling van klachten over politiefunctionarissen. Deelt de minister die bezorgdheid? Wat zal ze doen met de opmerkingen van het VN-Mensenrechtencomité?
Het Mensenrechtencomité verwacht een antwoord op alle punten van kritiek. Is dat antwoord al gegeven of wanneer denkt de minister dat te doen?
Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Binnenlandse Zaken. - Ik zou niet durven te denken dat er in deze vragen intentieprocessen over mij worden gemaakt. Ik zal dan ook proberen de vragen zo duidelijk en sec mogelijk te beantwoorden.
Voor de vraag over het No Border Camp verwijs ik naar het antwoord dat ik daarnet heb gegeven.
Ik kan informatie bezorgen van het Comité P over het aantal klachten over politiegeweld in 2009 en 2010. Het betreft klachten voor slagen en verwondingen, machtsmisbruik, agressief gedrag, onder druk zetten door autoritair gedrag en vuurwapengebruik. Het Comité P ontving 560 klachten in 2009 en 602 in 2010. De meeste klachten betroffen agressief gedrag: 251 in 2009 en 303 in 2010. Daarna kwamen klachten voor slagen en verwondingen: 161 in 2009 en 174 in 2010. Inzake vuurwapengebruik werd één klacht ontvangen in 2009 en vijf in 2010. Het gaat hier om ingediende klachten. Volgens cijfers van het Comité P zelf blijkt in globo slechts 15,4% van die klachten gegrond te zijn.
Het totaal aantal klachten voor politiegeweld bij de gerechtelijke overheden is mij onbekend. Klachten over politiegeweld worden mijns inziens in ons land degelijk onderzocht en vervolgd.
Voor een becijferd overzicht van die klachten en van de gerechtelijke gevolgen die eraan worden gegeven, verwijs ik naar mijn collega van Justitie.
Voor het antwoord op de vragen over mijn houding tegenover het rapport van het VN-Mensenrechtencomité moet ik natuurlijk eerst overleg plegen binnen de regering. Maar, zoals ik al zei, worden feiten van geweld door agenten in het algemeen grondig onderzocht en zo nodig strafrechtelijk en tuchtrechtelijk bestraft. Het onderzoek door het Comité P over de betogingen van 29 september en 1 oktober is daar trouwens een goed bewijs van. Dat onderzoek is nog lopende, conform de procedure van afhandeling en de regels van openbaarheid van dergelijke onderzoeken.
Wat de onafhankelijkheid van het Comité P betreft, moet ik wegens de scheiding der machten doorverwijzen naar het begeleidingscomité. Ik kan wel meedelen dat door de wetswijziging van 2010 het Comité P eigenlijk tegemoetkomt aan de verzuchting tot meer structurele onafhankelijkheid. De wet zal immers tot gevolg hebben dat Comité P steeds meer eigen statutaire personeelsleden zal hebben en dus minder medewerkers die uit de politiediensten komen, hetgeen uiteraard de onafhankelijkheid versterkt.
Ten slotte was er nog een vraag over de bezorgdheid van het VN-Mensenrechtencomité over het garanderen van de toegang van een advocaat en een arts vanaf de eerste uren na een gerechtelijke vrijheidsberoving. De commissie voor de Justitie voert hierover momenteel een debat.