5-32COM

5-32COM

Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden

Handelingen

DINSDAG 8 FEBRUARI 2011 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Bert Anciaux aan de minister van Binnenlandse Zaken over «de beveiliging van onze luchthavens tegen terroristische aanvallen» (nr. 5-370)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Bij de terroristische actie in Moskou werden 35 mensen gedood en tientallen verwond. Dat drama kan niet zonder gevolgen blijven. Een slagkrachtige, duurzame aanpak van het terrorisme wordt steeds meer een prioriteit. Tegelijkertijd eisen ook de oorzaken van het terrorisme veel meer aandacht: extreme armoede, verdrukking, vernedering en het ontnemen van identiteit en toekomstkansen van zoveel mensen.

Openbare strategische plaatsen, zoals internationale luchthavens, vormen een gegeerd doelwit voor terroristen. Geen enkel land mag ervan uitgaan dat het hieraan ontsnapt, ook België niet. De afgelopen jaren waren er op de luchthaven van Zaventem enkele incidenten, waarbij de veiligheid van het publiek en het personeel in het gedrang kwam. Ik stelde de staatssecretaris voor Mobiliteit en de minister van Binnenlandse Zaken hierover eerder reeds vragen. Niemand durft zich voor te stellen dat een terroristische aanslag optimale kansen zou krijgen omdat onze luchthavens niet efficiënt zouden zijn beveiligd.

Deelt de minister mijn analyse dat internationale luchthavens met stip genoteerd staan als potentiële doelwitten voor terroristische aanslagen? Beaamt zij dat de luchthaven van Zaventem vandaag niet echt uitblinkt op het vlak van veiligheid? Voor alle duidelijkheid, ik heb het hier niet enkel over de `beveiligde' zones, maar nog meer over de publieke zones waar zeer veel mensen samen zijn. De aanslag in Moskou vond overigens ook buiten de beveiligde zone plaats. Dat de veiligheidssituatie op Zaventem nog kan worden verbeterd, bleek onder meer uit een Belgisch en een Europees onderzoek van 2009. De beveiliging binnen de beveiligde zones is hoofdzakelijk op de `landzijde' gericht. Er wordt van uitgegaan dat als op alle Europese luchthavens de `landzijde' grondig wordt beveiligd, de `luchtzijde' binnen Europa automatisch is beveiligd. Recente incidenten met drugskoeriers tonen echter aan dat vliegtuigen die van buiten de Schengenzone komen wel nog een potentieel veiligheidsrisico inhouden. Als drugs kunnen worden binnengebracht, lijkt het mij ook mogelijk om springstoffen binnen te smokkelen vanuit landen die niet tot de Schengenzone behoren.

Welke concrete maatregelen om de veiligheid te verbeteren werden genomen in navolging van dat onderzoek van 2009? Werd hierover met de luchthavenexploitant overlegd? Wordt de beveiliging van de luchthavens regelmatig door onafhankelijke instanties getest en gecontroleerd? Geldt dat ook voor de veiligheid in de publieke zones en de niet-beveiligde zones? Welke scenario's worden daarbij gevolgd en tot welke resultaten, ingrepen en maatregelen hebben die controles geleid?

Bestaat er een noodplan voor het geval een aanslag wordt gepleegd op één van onze luchthavens? Wat zijn de grote lijnen van dat plan? Wordt regelmatig getest of het plan werkt? Heeft de terroristische aanslag in Moskou gevolgen voor de beveiliging van onze luchthavens? Werden er lessen getrokken nu duidelijk is gebleken dat de niet-beveiligde zones, zoals de grote vertrekhallen, inderdaad niet beveiligd zijn? Zijn nog extra maatregelen gepland? Is er een verhoogde waakzaamheid? Zo ja, onder welke vorm? Zullen de resultaten van het onderzoek van de aanslag in Moskou worden gebruikt om de veiligheid op Zaventem te verbeteren? Meent de minister dat het budget voor de beveiliging van de luchthaven voldoende is?

Ik heb staatssecretaris Schouppe ook vragen gesteld over de verantwoordelijkheid van de exploitant. Ik vind het onbegrijpelijk dat de beveiliging van de luchthaven in twee delen is opgesplitst.

De luchthaven zelf wordt bewaakt door privé-diensten van de exploitant, terwijl de zones daarbuiten worden gecontroleerd door de federale politie en openbare diensten. Dit is een gevolg van de privatisering van BIAC. Vroeger werd immers gebruik gemaakt van overheidspersoneel, maar door die privatisering worden nu privédiensten voor de veiligheid ingezet. Ik denk dat dit principe moet worden herzien, want dat kan niet de bedoeling zijn geweest van de voor mij althans spijtige privatisering.

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Binnenlandse Zaken. - Mijn antwoord is grotendeels een herhaling van wat ik vorige week donderdag meedeelde op een vraag van de heer Brotcorne in de plenaire vergadering van de Kamer.

Op het vlak van veiligheid op de luchthavens kan een onderscheid worden gemaakt tussen de landside, die behoort tot mijn bevoegdheid, en de airside, waarvoor collega Schouppe verantwoordelijk is. Om de veiligheid te verzekeren worden verschillende kwaliteitscontroles uitgevoerd. Een interne controle gebeurt dagelijks door de inspectiedienst van de exploitant van de luchthaven. Externe controles worden uitgevoerd door de inspecteurs van de FOD Mobiliteit. Er worden ook inspecties gedaan door de Europese Commissie.

Enkele jaren geleden toonden deze controles nog gebreken aan, meer bepaald met betrekking tot de toegang tot de vliegtuigen en de specifieke detectie van explosieven. De situatie is inmiddels substantieel verbeterd door aangepaste maatregelen. Tijdens de inspectie van 4 juni 2010 heeft de Europese Commissie geen ernstige gebreken meer vastgesteld.

Ook op Europees vlak werken we verder aan de verbetering van de veiligheid. Naar aanleiding van de poging tot aanslagen vanuit Jemen in november jongstleden hebben zowel staatssecretaris Schouppe als ikzelf en de twee Europese Commissarissen een actieplan laten goedkeuren op Europees niveau. Het plan dient voor de versterking van de veiligheid op cargovluchten. Ik geef enkele voorbeelden van de genomen maatregelen: versterken van de methodes en de technologie voor de screening van de cargo, intensiveren van de opleiding van het luchtvaartpersoneel, douane-inspecteurs en het veiligheidspersoneel, verbeteren van de samenwerking met de luchtvaartindustrie. Naast de controles moet er ook op internationaal vlak een betere informatie-uitwisseling tussen de veiligheidsdiensten zijn.

Uit de evaluatie van OCAD blijkt dat op dit ogenblik geen verhoogde dreiging bestaat voor de luchthavens. De aanslag in Moskou was gericht tegen Russische belangen. Desalniettemin moeten we steeds voorzichtig zijn. De analyses van OCAD zijn immers maar geldig tot de situatie verandert en kunnen dus snel wijzigen.

Er bestaan verschillende noodplannen voor aanslagen. Enerzijds zijn er deze van de afzonderlijke diensten, zoals medische rampenplannen, en anderzijds zijn er specifieke noodplannen voor de luchthavens. De provincies hebben een bijzonder onderdeel voor de luchthavens opgenomen, waarbij het zowel gaat om een luchtvaartongeval als om een eventuele aanslag. Als een aanslag wordt gepleegd, zullen naast de gerechtelijke instanties ook de gebruikelijke bestuurlijke autoriteiten optreden, zoals bij elk groot ongeval. In het verleden werden al grootschalige rampoefeningen georganiseerd.

Zowel de internationale als de Europese regelgeving legt de luchthavens verplichtingen op met betrekking tot bepaalde incidenten. Zij dienen in een noodplan te voorzien.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik ben het er helemaal mee eens dat er een opsplitsing is en dat u verantwoordelijk bent voor de landside en Etienne Schouppe voor de airside. Maar vorige week heb ik Etienne Schouppe ook over de veiligheid ondervraagd en hij had het voortdurend over uw bevoegdheden. Volgens mij wordt buiten de beveiligde zone de landside niet bewaakt. We moeten er toch eens over nadenken of die zone, de inkomhal en dergelijke, waar toch heel veel mensen aanwezig zijn, niet ook een bepaalde beveiliging moet krijgen. Ik wil er ook op wijzen dat Etienne Schouppe voor de beveiliging van de airside blijkbaar niets extra doet. Hij gaat er namelijk van uit dat dat Europees wordt geregeld. Dat klopt natuurlijk voor de vluchten binnen Europa, maar de buiten-Europese vluchten moeten vanzelfsprekend beter worden gecontroleerd en ik kan u verzekeren dat dat niet gebeurt. En als ík dat al weet, dan weten vele anderen dat ook.

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Binnenlandse Zaken. - Ik wil hier graag nog één ding aan toevoegen. Of de veiligheid nu Europees geregeld wordt of niet, cruciaal voor mij is dat ze goed geregeld is. Dat is essentieel. Ik zeg alleen dat de bevoegdheid in ons land opgesplitst is in een deel landside en een deel airside en dat ik uiteraard alleen de verantwoordelijkheid kan nemen voor mijn eigen bevoegdheid. We kunnen ons zelfs afvragen of het gezien de terroristische dreigingen voor luchthavens wel goed is zo'n bevoegdheid op te splitsen tussen regeringsleden. Het zou niet goed zijn dat er problemen zouden rijzen omdat de ene of de andere zich verschuilt achter een al dan niet Europese regeling.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Alstublieft, overleg daarover binnen de regering.

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Binnenlandse Zaken. - Maar dat doen we.