5-725/1 | 5-725/1 |
27 JANUARI 2011
Personen die belast zijn met een mandaat in een openbare of private instelling, zijn in die hoedanigheid niet onderworpen aan de verplichte aansluiting bij een sociale kas voor zelfstandigen, dit overeenkomstig artikel 5bis van het koninklijk besluit nr. 38 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen van 27 juli 1967.
In de praktijk gebeurt het echter dat het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) personen die als politiek mandataris gemandateerd werden door hun gemeenteraad, om te zetelen in een raad van bestuur en dit met een raadgevende stem, toch aangemaand worden om zich aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. Hen wordt tevens gemeld dat, indien zijn dit nalaten, ze ingebrekegesteld worden.
De motivering voor deze praktijk betreft een interpretatie van de RSVZ waarbij die een onderscheid maakt tussen stemgerechtigde mandatarissen en zij die een raadgevende stem hebben. Die laatsten beschouwt de RSVZ dus niet als mandataris en vallen volgens deze dienst niet onder artikel 5bis. De RSVZ zou vanaf 2007 met deze interpretatie gestart zijn zodat op dit moment — dus drie jaar na de feiten zoals dat gebruikelijk is bij zelfstandigen — met ingebrekestellingen gedreigd wordt.
Dit lijkt een erg betwistbare interpretatie waarbij volledig wordt voorbijgegaan aan het feit dat deze personen wel degelijk een democratisch mandaat van zowel hun kiezers als van hun gemeenteraad hebben gekregen.
Dit wetsvoorstel sterkt ertoe de geest van de wet te verduidelijken daar waar de RSVZ een andere, strikte interpretatie erop nahoudt. Vandaar dat de indiener in het koninklijk besluit nr. 38 wenst te benadrukken dat bestuurders die vanuit een democratisch orgaan aangesteld worden, ongeacht of ze nu volledig stemrecht dan wel raadgevende stem hebben, wel degelijk onder de toepassing van artikel 5bis vallen.
Bart TOMMELEIN. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
In artikel 5bis van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, ingevoegd bij de wet van 13 juli 2005, worden de woorden « waarin zij zetelen c.q. met volledig stemrecht of met raadgevende stem » respectievelijk ingevoegd na de woorden « van een gemeente of van een openbare instelling, » en na de woorden « van een provincie of een gemeente ».
Art. 3
Deze wet is van toepassing op geschillen die hangende zijn bij een rechtscollege op de dag van de inwerkingtreding van deze wet.
8 december 2010.
Bart TOMMELEIN. |