5-22COM

5-22COM

Commission de la Justice

Annales

MERCREDI 22 DÉCEMBRE 2010 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de Mme Martine Taelman au ministre de la Justice sur «les poursuites des infractions en matière d'excès de vitesse» (nº 5-62)

Mevrouw Martine Taelman (Open Vld). - Enkele weken geleden verscheen in alle kranten dat het Antwerpse parket aan de elf politiezones van het gerechtelijk arrondissement gevraagd had om lichte verkeersovertredingen niet langer te beboeten. Bij snelheidsovertredingen in de bebouwde kom wordt de `onachtzaamheidsmarge' van 56 km per uur naar 61 km per uur gebracht. Vanaf 61 km per uur komt het parket in actie.

Nu blijkt dat Antwerpen geen alleenstaand geval is. De toestroom van processen-verbaal dwingt ook andere parketten in ons land ertoe om de marge in de bebouwde kom te verhogen tot meer dan 56 km per uur en daarnaast een deel kleinere overtredingen automatisch te seponeren.

Van welke parketten weet de minister dat ze, net als Antwerpen, de toestroom aan processen-verbaal niet langer kunnen verwerken?

Kan de minister een overzicht geven per parket van vanaf welke snelheidsoverschrijding in bebouwde kom de procureur overgaat tot vervolging?

Kan de minister een overzicht geven per parket van de andere kleine verkeersovertredingen die door de procureur worden geseponeerd?

Hoeveel procent van de onmiddellijke inningen komt op het conto van Nederlandse, Duitse of Franse chauffeurs? Wat is het percentage van deze buitenlandse verkeersovertreders dat nalaat de onmiddellijke inning te betalen? Ik stel deze vraag omdat uit contacten met mensen van het Antwerps parket blijkt dat vooral in Nederland wordt rondgebazuind dat de boetes niet hoeven te worden betaald aangezien er toch niet wordt vervolgd. Er wordt dus een verkeerd signaal gegeven.

Wat is het standpunt van het College van procureurs-generaal over deze problematiek?

Wat zijn de intenties van de minister om de werklast van de parketten in deze materie te verminderen?

De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Een deel van de vragen van mevrouw Taelman kan ik niet beantwoorden omdat ik nog niet beschik over alle cijfers. Die zijn wel opgevraagd en ik kan ze achteraf bezorgen. De uitsplitsing naar nationaliteit van de overtreders kan ik al evenmin geven.

Door de communicatie vanuit het Antwerpse parket is het debat over efficiëntie, gelijkheid en werklast opnieuw aangezwengeld. Aan het College van procureurs-generaal heb ik meegedeeld dat ik het probleem van de werklast begrijp, maar dat moet worden gewaakt over de toepassing van efficiëntie en gelijkheid.

Wat de cijfers betreft, verwijs ik ook naar mijn antwoord op vragen om uitleg in de commissie voor de Justitie van 20 oktober laatstleden.

In het arrondissement Antwerpen werden in 2009 door de politiediensten in totaal 492 870 onmiddellijke inningen voorgesteld. Dat zijn boetes die worden uitgeschreven voor inbreuken op het verkeersreglement. Voor het hele land bedraagt het aantal onmiddellijke inningen 3 264 904.

Kortom, Antwerpen neemt ruimschoots 15% voor haar rekening. Ik weet niet wat het aandeel van de buitenlanders daarin is.

De cijfers zullen dat in de toekomst misschien duidelijker maken.

Als ze de verschuldigde som niet onmiddellijk kan innen, zend de politie een proces-verbaal over aan het parket. Daarnaast stelt de politie ook processen-verbaal op van overtredingen van het verkeersreglement, waarvoor ze niet tot onmiddellijke inning mag overgaan, bijvoorbeeld het niet eerbiedigen van een rood licht. In het jaar 2009 ontving het Antwerps parket 111 000 dossiers betreffende overtredingen van het verkeersreglement, in 2008 108 000 en in 2010 verwacht men dat de kaap van 130 000 zal worden overschreden. Naast de dossiers over aanrijdingen, over onverzekerd vervoer, met andere woorden alle problematische dossiers die voor automatische behandeling in aanmerking komen, zijn er ook de moeilijke dossiers van ongevallen onder invloed van alcohol en drugs.

Wanneer niet wordt ingegaan op de onmiddellijke inning, wordt verval van strafvordering door betaling van een geldboete, de zogenaamde minnelijke schikking, ook VSBG genoemd, voorgesteld. Dat kost 10 euro meer dan de onmiddellijke inning.

Ongeveer 75% van de VSBG's worden betaald, maar dat percentage vermindert jaar na jaar. In 2009 werden 27 750 minnelijke schikkingen niet betaald; de betrokkenen dienen dan te worden gedagvaard.

De zittingscapaciteit schommelt tussen de 25 000 en de 30 000 dossiers per jaar. Dat cijfer behelst ook de behandeling van dodelijke verkeersongevallen, ongevallen met gewonden, rijden zonder verzekering en/of zonder rijbewijs. De beschikbare capaciteit is dus onvoldoende.

Hoewel men een groot deel van de zittingscapaciteit voor de behandeling van onbetaalde minnelijke schikkingen inzet, kan men niet alle dossiers tegen een normaal tempo verwerken. Het gebrek aan zittingscapaciteit weegt met andere woorden op heel de keten.

Het parket stelt 240 personeelsleden te werk, 55 parketmagistraten en 20 juristen. Zestig personeelsleden werken voor de afdeling verkeer; dat komt neer op 20% van de personeelsformatie. Vijf parketmagistraten behandelen verkeersdossiers; dat komt neer op 8%. Het parket van Antwerpen zet dus veel meer personeel in voor het verkeer dan de politie met haar 7%.

De verregaande automatische behandeling van de dossiers door de politie zorgt dus voor overlast bij het parket waar de behandeling minder geautomatiseerd is.

Het parket van Antwerpen communiceert open en eerlijk met zijn partners en geeft elk kwartaal feedback aan de politiediensten. Op netwerkvergaderingen tracht men de doorlooptijd op het politieparket binnen de perken te houden opdat de dossiers niet zouden verjaren. Daarom werd tot die acties besloten.

Ik heb begrip voor de situatie. We pleiten al lang voor een wetswijziging en verwijzen daarvoor naar de wet-Mulder en de Nederlandse aanpak van omkering van de bewijslast. Die aanpak vertrekt meer vanuit justitie zelf en maakt een snellere strafvordering mogelijk. De overtreder moet zonder meer betalen, tenzij hij zijn onschuld voor de rechtbank aantoont. Dat is mijns inziens de goede methode en ik verdedig ze dan ook in mijn strafuitvoeringsnota van begin 2010. De invoering ervan vergt uiteraard wetgevend werk.

In afwachting moeten we ons wel buigen over een betere behandeling krachtens de geldende regels. Ik begrijp het parket van Antwerpen, maar ik kan niet aanvaarden dat de Antwerpse aanpak leidt tot een ongelijke behandeling van rechtsonderhorigen in de verschillende rechtsgebieden. Verkeersovertredingen moeten overal op dezelfde wijze worden beboet. Daarom zet ik dat onderwerp op de agenda van het College van procureurs-generaal.

De cijfers van de overtredingen, onder meer door buitenlandse chauffeurs, zal ik bezorgen zodra ik erover beschik.

Mevrouw Martine Taelman (Open Vld). - Ik ben blij met de steun die de minister uitspreekt voor het Nederlandse systeem. In de vorige legislatuur heb ik al een wetsvoorstel ingediend dat dit systeem zou moeten instellen. Ik heb goed begrepen dat het punt opnieuw zal worden voorgelegd aan het College van procureurs-generaal. Als het College zijn fiat geeft, eventueel na enkele aanpassingen, dan moet het parlement er misschien maar aan beginnen. Als ik hoor dat Antwerpen maar een zittingscapaciteit van 25 000 zaken heeft en er alleen al 27 000 dossiers van niet-betaalde VSBG's liggen te wachten, dan weten we allemaal dat dit niet houdbaar is.

De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - De materie kan intussen wel geregionaliseerd zijn.

Mevrouw Martine Taelman (Open Vld). - Dan zullen we het voorstel in het Vlaams Parlement moeten indienen.