5-22COM

5-22COM

Commissie voor de Justitie

Handelingen

WOENSDAG 22 DECEMBER 2010 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Frank Boogaerts aan de minister van Justitie over «de fraude met leasingwagens» (nr. 5-198)

De voorzitter. - De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie, antwoordt.

De heer Frank Boogaerts (N-VA). - De federale politie meldt een nieuw fenomeen in fraude met leasingwagens. `Op basis van recente politieverslagen wordt deze vorm van fraude een zeer belangrijk kanaal voor autocriminelen, indien we niet tijdig ingrijpen', waarschuwt Ken Weckhuysen, het diensthoofd van de centrale dienst Voertuigzwendel van de federale politie.

De techniek blijkt vrij simpel te zijn. Vooral leasingwagens uit Italië en Frankrijk worden naar België gereden en ingeschreven aan de hand van een valse factuur. Soms worden ook nog andere documenten vervalst, onder meer voor de douane, maar dat is vaak zelfs niet nodig. Pas maanden later, wanneer het leasecontract van deze wagens afgelopen is en de leasingfirma al verscheidene herinneringen heeft gestuurd naar de fraudeurs, begint de zoektocht naar het gestolen voertuig. Op dat moment is de wagen al lang doorverkocht aan een nietsvermoedende particulier. Die heeft de wagen met correcte documenten gekocht, via reguliere kanalen, zoals een krantenadvertentie, een importbedrijf of het internet. Op het moment dat de wagen gevonden wordt bij de nieuwe `eigenaar', is de fraudeur spoorloos. Wat volgt, is enkel nog wat getouwtrek tussen de buitenlandse eigenaar en de Belgische koper, die beiden te goeder trouw waren. De fraudeurs verbergen zich vaak achter postbusvennootschappen of stromannen.

Ook in België worden leasingwagens verduisterd en naar het buitenland uitgevoerd, meestal vanuit zeehavens. De federale politie heeft daarom al een akkoord gesloten met Renta, de Belgische federatie van voertuigenverhuurders. De douanecontroleurs hebben momenteel geen houvast om een voertuig tegen te houden bij de uitvoer uit de Belgische zeehavens. De dienst Voertuigzwendel van de federale politie heeft, samen met de sector, een databank opgericht waaruit blijkt welke wagens het land mogen verlaten. Er komen volgend jaar ook cursussen en bijscholingen voor de douanecontroleurs over de mogelijke vervalsingen. Voorts zal er vanaf 2011 al na enkele maanden een extra controle gebeuren op alle recentelijk ingeschreven voertuigen.

De ontwikkeling van deze nieuwe vorm van fraude vraagt dus een kordate nationale, maar ook Europese aanpak.

Graag kreeg ik een antwoord op volgende vragen.

Heeft de minister al een concreet federaal actieplan opgemaakt in de strijd tegen fraude met leasingwagens, ter ondersteuning van de door de federale politie al genomen maatregelen? Zo ja, wat houden die maatregelen in?

Voorziet de minister in een preventiecampagne ten behoeve van de Belgische kopers om dat nieuwe fenomeen bekend te maken?

Werd dit nieuwe fenomeen al aangekaart op Europees niveau? Zo ja, hoe luiden de adviezen of aanbevelingen?

Momenteel wordt de fraude het vaakst vastgesteld met wagens uit Frankrijk en Italië. Kunnen er met die landen specifieke afspraken worden gemaakt? Zo ja, welke?

Kan een Europese databank van alle leasingwagens worden opgesteld, die kan worden gebruikt door de douane en de dienst Inschrijving Voertuigen?

Om de frauduleuze uitvoer van leasingwagens uit België tegen te gaan, kan in de wagens bijvoorbeeld een tracer of identificatiechip worden ingebouwd. Dat zou voor de leasingmaatschappijen kunnen resulteren in een betere follow-up van hun wagens, maar ook in een vermindering van de verzekeringspremie en dus in een financieel voordeel. De douane kan dan aan de hand van een scan van de tracer, gekoppeld aan de databank, de wagens controleren bij uitvoer. Acht de minister de verplichte plaatsing van een tracer opportuun?

De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie. - Het verduisteren van huurvoertuigen is niet nieuw. Het is één van de bekende modi operandi waarmee voertuigzwendelaars voertuigen illegaal verwerven. In het expertisenetwerk Voertuigzwendel van de federale gerechtelijke politie werd midden 2009 een heropleving van deze modus vastgesteld. Meerdere arrondissementele recherchediensten hebben onderzoeken gestart naar de ter kennis gekomen feiten.

De modus blijft in het fenomeenbeeld 2010 aanwezig. Er is echter geen sprake van een nieuwe plaag. Andere modi zoals doublettenzwendel, blijven toonaangevend. Doublettenzwendel is een techniek waarbij de inschrijvingsbewijzen van een gestolen voertuig worden vervangen door gestolen inschrijvingsbewijzen, zodat er twee identieke voertuigen komen, een authentiek en een vervalst voertuig. Rekening houdend met het groeipotentieel van de modus verduistering van huurvoertuigen ten opzichte van een diefstal van een voertuig, die door de betere beveiliging almaar moeilijker wordt, werd bij de centrale dienst voor autozwendel in samenwerking met enkele getroffen arrondissementen een project gestart om deze feiten beter te detecteren. Dit beoogt in eerste instantie de detectie van verduisterde wagens die men in België wil invoeren, want dat is de kern van de problematiek.

De federale gerechtelijke politie wil haar informatiepositie verbeteren om de omvang van de problematiek beter te kunnen inschatten. Ze doet dat enerzijds door controles op een eventuele Schengenseining, maar die zijn in de tijd vertraagd omdat de verduistering meestal pas maanden later ontdekt word, en anderzijds door controleacties van de douane en een vorming om hun zintuigen aan te scherpen.

De resultaten, die in de loop van 2011 verwacht worden, zullen uitwijzen of we hier te maken hebben met een duurzame problematiek, die een voortdurende en meer doorgedreven aandacht vereist, dan wel met een tijdelijke opwellingsfase in de modi operandi van voertuigzwendel.

De zwendel in gestolen voertuigen is momenteel geen prioriteit in het nationale veiligheidsbeleid wegens de sterke daling van het aantal feiten in de aanloop van het huidige veiligheidsplan. Bovenstaande maatregelen maken deel uit van een kwalitatieve reactieve follow-up.

Het is opportuun de beeldvorming af te wachten alvorens te beslissen of een preventiecampagne hier aan de orde is en, indien nodig, welke.

De problematiek werd al vaak op de agenda van het Europese expertisenetwerk voor grensoverschrijdende voertuigcriminaliteit geplaatst. Duitsland stelde tijdens de 2009-meeting de oprichting van een databank van huurvoertuigen binnen de EU voor, alsook een duidelijke vermelding op het inschrijvingsbewijs dat het gaat om een huurvoertuig om de detectie te kunnen verhogen. Het netwerk heeft zich in 2010 geëngageerd in de loop van 2011 een haalbaarheidsstudie uit te voeren.

In die optiek plaatste België tijdens het voorzitterschap van de EU al de presentatie van het `LEASE@CARd-project' als good practice op de agenda van het netwerk. Het project voorziet in de aflevering van een standaardattest en de registratie ervan in een databank, waarmee huurbedrijven aan de huurder de toelating kunnen geven de EU te verlaten. Dat is het risico op uitvoer.

De Belgische politiediensten, die onlinetoegang tot deze databank hebben, kunnen dit dag en nacht verifiëren. De tool werd in 2006 in het leven geroepen om de verduistering via de Antwerpse haven beter te kunnen aanpakken. België sprak af onder de lidstaten een enquête te voeren naar de bereidheid om dit project te dupliceren, dan wel gebruik te maken van de controlemogelijkheden ervan. De resultaten van deze enquête zullen worden bezorgd aan Leaseurope, de koepelorganisatie van de verhuursector, die zal trachten zijn leden in de lidstaten hiervoor te sensibiliseren.

De Belgische DIV verschaft de huurbedrijven tevens de mogelijkheid een afschrift van het inschrijvingsbewijs te krijgen zodat het origineel in het bedrijf kan worden bewaard. Dat bemoeilijkt de inschrijving van een verduisterd voertuig in het buitenland, temeer daar op de nieuwe inschrijvingsbewijzen, die aan onze nieuwe nummerplaat worden gekoppeld, in de drie landstalen en in het Engels duidelijk vermeld staat dat dit document niet geldig is voor verkoop of inschrijving.

In de huidige aanpak volstaan de politiële kanalen van informatie-uitwisseling teneinde klaarheid te scheppen over vermeende verduisteringen.

Voor zijn vijfde vraag verwijs ik de heer Boogaerts naar mijn antwoord op zijn derde vraag.

De nadiefstalsystemen met gps-tracking zijn een bestaand middel om het voertuig in geval van verduistering opnieuw te kunnen opsporen. Ze hebben in het verleden hun doeltreffendheid al bewezen. Op basis van het ingeschatte risico moet elk huurbedrijf apart uitmaken of zij de investeringen voor een nadiefstalsysteem wensen te doen.

Het plaatsen van een tracer of chip die door de douane moet worden ingescand, is niet opportuun omdat het douanekantoor van effectieve uitvoer aan de buitengrenzen van de EU ligt en er bij een intracommunautaire verwerving in principe geen douanecontroles meer uitgevoerd worden. Bij zwendel binnen de EU kan men hier dus niet op controleren, bij zwendel naar derde landen vergt dit de medewerking en investering van alle lidstaten die zich aan een buitengrens bevinden. Bovendien is men bijvoorbeeld bij de Belgische douane niet verplicht zijn voertuig fysiek aan te bieden - dat gebeurt alleen facultatief, op vraag - en heeft de douane niet altijd de mogelijkheid onmiddellijk uit te maken of het een huurvoertuig betreft (gebruik van valse factuur en/of documenten), wat zou inhouden dat zij alle voertuigen moeten scannen.

De heer Frank Boogaerts (N-VA). - Het verheugt me dat er toch al iets is gebeurd en dat nog andere initiatieven op stapel staan. Ik hoop dat die snel in de praktijk zullen worden gebracht.

Het is wel eigenaardig dat het diensthoofd van de Centrale Dienst Voertuigenzwendel, in tegenstelling tot de staatssecretaris, zegt dat er hier sprake is van een nieuw fenomeen. Ik zie hier toch een contradictie.

De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie. - Het is in die zin een nieuw fenomeen dat het na een periode van afname opnieuw is opgedoken in de loop van het jaar 2009. Sindsdien wordt het weer intens gevolgd, maar er is inderdaad een periode geweest dat we minder voertuigenzwendel constateerden.