5-21COM | 5-21COM |
M. le président. - M. Bernard Clerfayt, secrétaire d'État à la Modernisation du Service public fédéral Finances, à la Fiscalité environnementale et à la Lutte contre la fraude fiscale répondra.
Mevrouw Martine Taelman (Open Vld). - Zoals u weet staan de beleggers van de Kobli-producten tot op heden nog steeds in de kou. Ondertussen is duidelijk dat veel gedupeerden deze Kobli's hebben aangekocht via een beperkt aantal banken. Eerder raakte reeds bekend dat een kleiner deel spaarders via makelaars in deze beleggingsproducten stapten. Enkele gedupeerden die de Kobli notes kochten via al dan niet zelfstandige agenten van een beperkt aantal banken hebben hun dossier voor advies voorgelegd aan de bemiddelingsdienst Banken-Krediet-Beleggingen. Het advies van de bemiddelingsdienst geeft de individuele gedupeerde beleggers terecht over de hele lijn gelijk en stelt dat de desbetreffende banken hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Jammer genoeg verneem ik uit overleg met enkele van de gedupeerden dat de desbetreffende veroordeelde bank deze adviezen straal negeert.
Vindt u het normaal dat de desbetreffende bank het advies van een neutrale ombudsdienst, die de banken zelf mee hebben opgericht, kan negeren en zo ja, wat is dan nog de relevantie van deze dienst? Zo neen, kan u aangeven welke stappen u concreet gaat ondernemen om de desbetreffende bank(en) op hun verantwoordelijkheid te wijzen? Kan u dit zeer concreet en zeer gedetailleerd toelichten?
Hebt u weet van nog andere dossiers waar de adviezen van de bemiddelingsdienst Banken-Krediet-Beleggingen niet werden opgevolgd door de desbetreffende banken en zo ja, kan u dit toelichten en meent u dan niet dat de adviezen bindend moeten worden? Kan u uw antwoord uitvoerig toelichten?
Kan u aan de gedupeerden toelichten wat u in het licht van de adviezen ten gunste van de gedupeerden van de Kobli notes gaat doen opdat zij gecompenseerd worden conform de adviezen?
De heer Bernard Clerfayt, staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude. - Ik lees het antwoord van de minister.
Het is inherent aan de werking van iedere bemiddelingsdienst inzake consumentenzaken dat de beslissingen van deze dienst niet bindend zijn. In 1998 heeft de Europese Commissie een aanbeveling geformuleerd betreffende de werking van de buitengerechtelijke beslechting van consumentengeschillen. In dit kader heeft de Europese Commissie erop aangedrongen dat de bemiddelingsprocedure niet voor gevolg mag hebben dat aan de consument het recht wordt ontnomen zich te wenden tot de bevoegde rechter. Het is dan ook belangrijk dat een consument in geval van een beslissing die in zijn nadeel zou uitvallen, vooralsnog de mogelijkheid heeft de zaak aanhangig te maken voor de bevoegde rechtbank. Dat is des te meer het geval indien hij een gunstig advies heeft bekomen dat de financiële instelling niet wenst te volgen.
De facto worden de beslissingen van de bemiddelingsdienst Banken-Krediet-Beleggingen in de overgrote meerderheid van de gevallen steeds gevolgd. Uit informatie van de bemiddelingsdienst blijkt dat eind november 2010 slechts in 4,42% van de gevallen de beslissingen van de bemiddelingsdienst niet gevolgd werden door de financiële instelling. Vaak, zoals ook in het geval dat u voorlegt, gaat het om principiële standpunten waarbij de betrokken instelling geen precedent wenst te creëren.
Indien de betrokken financiële instelling zich om principiële redenen weigert neer te leggen bij een beslissing van de bemiddelingsdienst, dan kunnen de consumenten hun vordering voorleggen aan de bevoegde rechtbanken zoals de procedure voorschrijft.
Het spreekt voor zich dat de beslissing van de bemiddelingsdienst daarbij een belangrijk element zal zijn waarop de betrokken consumenten zich zullen kunnen beroepen.
Een minister van Financiën heeft geen bevoegdheid om rechtstreeks in te grijpen in een geschil tussen een kredietinstelling en haar cliënten of tussen een verzekeringstussenpersoon en zijn cliënten. Wel heb ik destijds in samenspraak met mijn collega, de minister van Economie, aan de CBFA gevraagd op te treden als meldpunt met de bedoeling de cliënten bij te staan voor al hun vragen en hun te adviseren over de te volgen procedure voor de Antwerpse rechtbank die belast is zowel met de strafrechtelijke procedure als met de afwikkeling van het faillissement Kobelco Holding NV en Kobelco Groep NV, de instellingen die de betrokken Kobliproducten hebben uitgegeven zonder daartoe gerechtigd te zijn. In dit kader is de CBFA 110 maal opgetreden om cliënten te informeren over de te volgen procedure.
Mevrouw Martine Taelman (Open Vld). - Ik had iets meer inhoud in de antwoorden verwacht. U zegt dat de bemiddelingscommissie in de meerderheid van de gevallen over voldoende moreel gewicht beschikt om de banken ertoe aan te zetten de procedures te volgen. `Slechts' in 4,42% van de gevallen worden haar adviezen niet gevolgd. Je moet echter maar een van die 4,42% zijn. We hebben gedupeerden gezien. Zij beantwoorden niet aan het clichébeeld van `rijken met een Jaguar'. Het zijn vaak gepensioneerde landbouwers die deze producten nodig hebben om hun pensioen aan te vullen. Leg hun maar eens uit dat het advies niet gevolgd wordt om principiële redenen, maar dat ze misschien wel hun gelijk kunnen halen in de rechtbank. Gezien de lange gerechtelijke procedures, krijg je dat verhaal niet verkocht aan gedupeerden. Terecht, want ze zullen nog jaren in de kou staan. Voor sommigen zal het te laat zijn.
Ik roep de minister nogmaals op om, naar analogie met wat is gebeurd in de dossiers-Lehman en -Kaupthing, zijn morele gewicht te laten gelden en zelf te bemiddelen met de banken over een schadeloosstelling van de gedupeerden.