5-18COM

5-18COM

Commission des Relations extérieures et de la Défense

Annales

MARDI 21 DÉCEMBRE 2010 - SÉANCE DU MATIN

(Suite)

Demande d'explications de M. Karl Vanlouwe au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et des Réformes institutionnelles sur «la situation au Sahara occidental» (nº 5-69)

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Volgens diverse persberichten hebben de Marokkaanse autoriteiten na de ontmanteling van een protestkamp bij al-Ajoen in de Westelijke Sahara sinds 8 november 160 mensen gearresteerd. Volgens de onafhankelijkheidsbeweging Polisario zijn tijdens de arrestaties verschillende mensen omgekomen en zijn er ook talrijke gewonden gevallen. CNN en de BBC-website maken respectievelijk gewag van 9 en 11 doden.

Die gewelddadige acties overschaduwen de gesprekken tussen Polisario, de Marokkaanse regering, Algerije en Mauritanië die ongeveer gelijktijdig plaatsvonden in New York.

De Westelijke Sahara werd onrechtmatig geannexeerd door Marokko in 1975, nadat de Spaanse kolonisten het land hadden verlaten.

Twee Belgische artsen zijn inmiddels uitgewezen door de Marokkaanse autoriteiten.

Welke acties onderneemt de Belgische diplomatie, eventueel in samenwerking met de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, Catherine Ashton, om de legitieme eisen van de bewoners van de Westelijke Sahara kracht bij te zetten en de schendingen van de mensenrechten aan te kaarten.

Wat is het standpunt van ons land met betrekking tot de onderhandelingen over de verlenging van de visserijovereenkomst tussen de EU en Marokko waarin staat dat de kuststrook voor de Westelijke Sahara tot Marokko behoort.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Het probleem van de Westelijke Sahara ligt ook mij na aan het hart. Zowel de Marokkaanse overheid als de Marokkaanse bevolking beschouwen de Westelijke Sahara als een deel van Marokko.

Van hieruit is het moeilijk om zicht te krijgen op de situatie. Misschien kan de minister verheldering brengen. Belangrijk is dat er internationaal duidelijkheid komt over het statuut van de Westelijke Sahara. Zelfs voor degenen die de strijd van onafhankelijkheidsbewegingen proberen te volgen, is het niet altijd eenvoudig om uit te maken welke groep op basis van historische achtergronden, het nu bij het rechte einde heeft. Zo een strijd is bovendien meestal nogal emotioneel beladen. Het probleem van de Westelijke Sahara zou best rationeel worden beschouwd en de vraag is of België daarbij een initiatief kan nemen.

De heer Steven Vanackere, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen. - De Westelijke Sahara kreeg de jongste weken veel aandacht, in het bijzonder na de ontmanteling van een protestkamp bij al-Ajoen. Ik volg de situatie op de voet en had hierover een gesprek met mijn Marokkaanse collega Fassi-Fihri.

België steunt de voortzetting van de rechtstreekse onderhandelingen tussen de partijen onder toezicht van de Verenigde Naties, opdat een oplossing zou worden gevonden die aanvaardbaar is voor beide partijen, met respect voor het principe van de zelfbeschikking.

In dat kader werd op 8 en 9 november in Long Island een derde informele bijeenkomst gehouden, onder het gezag van de speciale vertegenwoordiger van de Verenigde Naties, Christopher Ross. België hecht groot belang aan de vredesmissie van de Verenigde Naties voor de Westelijke Sahara, de MINURSO.

Na contacten van mijn beleidscel met de diensten van mevrouw Ashton, heeft zij op 10 november jongstleden een verklaring uitgebracht waarin de steun van de EU aan de onderhandelingen tussen de partijen werd herhaald, de incidenten in de Westelijke Sahara diep werden betreurd en de partijen werden opgeroepen de rust te bewaren.

De situatie in de Westelijke Sahara kwam uitgebreid aan bod tijdens de politieke dialoog die op 13 december jongstleden plaatsvond in het kader van de Associatieraad van de EU met Marokko. Namens de EU zat ik de vergadering voor namens Hoge Vertegenwoordiger Ashton. Ik heb daar de steun van de EU voor de onderhandelingen onder gezag van de VN bevestigd en de partijen aangemoedigd die voort te zetten. Daarnaast heb ik benadrukt dat de EU de gebeurtenissen en de geweldplegingen in al-Ajoen zeer sterk betreurt en dat ze van de verschillende partijen verwacht dat die al het nodige doen om herhaling te voorkomen.

Mijn Marokkaanse collega benadrukte evenwel dat er alleen doden waren gevallen bij het Marokkaanse leger en dat men in Marokko zeer ontgoocheld was over de resolutie van het Europees parlement. Men vond de teneur daarvan zeer eenzijdig. Ik ben daar niet diep op ingegaan, maar heb er wel op gewezen dat de weigering van Marokko om objectieve waarnemers toe te laten het moeilijk maakt om de juiste toedracht van de gebeurtenissen in al-Ajoen te achterhalen en dat die houding alleen maar achterdocht wekt. Iedere partij is gebaat bij een zo groot mogelijke transparantie over de gebeurtenissen in al-Ajoen. Voor het overige heb ik aangegeven dat elk slachtoffer te betreuren is, in welk kamp het ook valt.

Inzake de visserijakkoorden steunt België het principe van het sluiten van visserijakkoorden met derde landen en vooral met landen in ontwikkeling. Dat geldt ook voor akkoorden waarbij de Belgische visserijvloot niet betrokken is, zoals het geval is met het akkoord met Marokko. Tegelijk houdt België vast aan het standpunt dat het sluiten van een visserijakkoord niet in strijd mag zijn met het internationaal recht. Wat Marokko betreft is het standpunt van de VN duidelijk: de Westelijke Sahara is een niet-zelfbesturende territorium, bestuurd door de Marokkaanse overheid, die als dusdanig bij economische beslissingen de belangen van de lokale bevolking steeds voor ogen moet houden. Die moet dus ook voordeel halen uit het visserijakkoord tussen Marokko en de EU.

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Ik ben blij dat de vredesonderhandelingen bezig zijn en dat ze verlopen onder het gezag van de VN. Het verheugt me ook dat ook de EU en de diensten van mevrouw Ashton de zaak ter sprake brengen bij de Marokkaanse overheid en dat ze het geweld van de twee kampen veroordelen. Het feit dat de doden alleen in een kamp zijn gevallen, mag ons niet doen vergeten dat we geweld in alle situaties moeten veroordelen.

Ik ben ook blij dat de minister heeft benadrukt dat het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren moet worden gerespecteerd. We hopen dat de onderhandelingen over de Westelijke Sahara een succesvol einde zullen kennen en dat daarin het recht op zelfbeschikking zal worden opgenomen.