5-184/5 | 5-184/5 |
30 NOVEMBER 2010
De Senaat,
A. Wijst op de Millenniumdoelstellingen en hun oogmerk om de kwetsbaarste bevolkingen van de wereld tegen 2015 economisch, sociaal en politiek autonoom te maken en op het feit dat arbeid als een van de prioritaire doelen in de eerste Millenniumdoelstelling werd toegevoegd;
B. Wijst op het geheel aan internationale juridische en wetgevende instrumenten (internationale verdragen betreffende arbeid) die onder de bescherming van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) tot stand zijn gekomen;
C. Verwijst naar de resolutie betreffende de Verklaring van de IAO over de sociale rechtvaardigheid voor een rechtvaardige globalisering, die de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (63e zitting) op 15 december 2008 heeft goedgekeurd;
D. Neemt het verslag en de conclusies van het Forum van de IAO over waardig werk in dienst van een rechtvaardige globalisering, dat in januari 2007 in Nairobi plaatsvond, in overweging;
E. Verwijst naar de resolutie van het Europees Parlement van 13 maart 2007 over maatschappelijk verantwoord ondernemen;
F. Overweegt dat de doelstellingen van waardig werk opgenomen zijn in het ontwikkelingshulpbeleid en in de buitenlandse hulp van de Europese Unie en herinnert aan de verbintenis van de Europese Commissie, via haar Sociale Agenda, dat ze waardig werk wereldwijd zal promoten in de context van de samenwerking met internationale instellingen zoals de IAO;
G. Verwijst naar de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), die bepaalde richtsnoeren aanreiken aan de multinationals, meer bepaald inzake milieu, transparantie en normen voor arbeid;
H. Verwijst naar de verdragen van de Verenigde Naties betreffende milieubescherming en bescherming van de sociale rechten, waaronder het Verdrag ter bescherming van de rechten van alle migrerende werknemers en de leden van hun familie;
I. Beschouwt waardig werk als een belangrijke dimensie voor het tot stand brengen van vrede in de wereld en als een voorafgaande voorwaarde voor een duurzame en rechtvaardige globalisering;
J. Beschouwt waardig werk als een noodzakelijk middel om de nationale financiële middelen voor ontwikkeling in stelling te brengen;
K. Neemt de dwingende noodzaak in overweging om voorrang te verlenen aan het begrip « waardig werk » in het internationaal beleid van België alsook van de Europese Unie;
L. De rol erkennend die de sociale gesprekspartners uit het Zuiden bij de internationale instellingen spelen om verdere stappen mogelijk te maken in de strijd voor sociale rechten, waaronder waardig werk;
Vraagt de regering :
Ervoor te pleiten dat de multinationale ondernemingen, in het raam van hun buitenlandse activiteiten, ertoe verplicht worden om naast het jaarlijks financieel verslag over de ondernemingsresultaten ook een verslag uit te brengen over de weerslag van hun activiteiten op het milieu en op sociaal vlak. Vóór het doorvoeren van nieuwe investeringen zou een verslag worden opgemaakt over de weerslag ervan op de rechten van de mens en op het milieu;
In het raam van de bilaterale en regionale akkoorden die door België en de Europese Unie zijn goedgekeurd :
1. In die akkoorden dwingende sociale clausules op te nemen, waaronder de inachtneming van de IAO-normen inzake vakbondsvrijheid, verbod op kinderarbeid, verbod op elke vorm van slavernij, bestrijding van gendergerelateerde discriminatie en, algemeen, het verbod op uitbuiting van werknemers en op vernederende arbeidsvoorwaarden, evenals deze problematiek te blijven aankaarten op het niveau van de Europese Unie, de Verenigde Naties, de Wereldhandelsorganisatie, het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en de Europese Investeringsbank om zo te komen tot een coherent beleid op internationaal vlak;
2. Erop toe te zien dat de handelsakkoorden gebruikt worden als instrument voor waardig werk en duurzame ontwikkeling. Hiertoe moeten dwingende mechanismen voor het bevorderen en het ten uitvoer leggen van waardig werk, met name de fundamentele arbeidsnormen, in de handelsakkoorden worden geïntegreerd;
3. Niet langer te aanvaarden dat fundamentele arbeidsnormen wel aan bod komen op de sociale agenda maar van ondergeschikt belang blijven in het handelsbeleid van de Europese Unie. Tevens moet ons land de Europese partners ervan overtuigen dat de EU bij iedere fase van de onderhandelingen over handels- en/of investeringsverdragen een effectieve naleving van de fundamentele arbeidsnormen moet bewerkstelligen en een ex ante impactevaluatie voeren tijdens en na de onderhandelingen;
4. Op Europees niveau samenhang tussen de interne en externe normen van de EU te bevorderen om sociale dumping te voorkomen. Tegelijkertijd moeten derde landen ondersteund worden om hun normen aan te scherpen;
5. Erop toe te zien dat deze arbeidsnormen gelden voor alle werkende mensen en dus ook van toepassing zijn op zij die in de informele economie werken of huisarbeid verrichten, alsook op de arbeidsmigranten, en dit zowel in het Noorden als in het Zuiden;
6. De richtlijnen van de OESO bindend te maken voor de Belgische en internationale ondernemingen, wat betreft hun activiteiten zowel in het binnenland als in het buitenland, inclusief de partnerlanden uit het Zuiden;
7. FINEXPO te dwingen bij de beoordeling van de voorgelegde dossiers rekening te houden met de inachtneming van ethische en sociale criteria en met de wil van de onderneming om zich verantwoordelijk op te stellen inzake duurzame ontwikkeling en mensenrechten, onder andere van waardig werk;
In het raam van haar ontwikkelingssamenwerkingsbeleid en haar bilaterale betrekkingen :
1. Van waardig werk een rode draad te maken in het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid en eventueel — indien de wet van 1999 gewijzigd wordt — dat recht op waardig werk op te nemen in de doelstellingen van die wet. Daarom moet ons land een helpende hand reiken via logistieke en financiële steun aan die organisaties die opkomen voor de eerbiediging van de sociale rechten en die ijveren voor een waardig loon en eigen sociale bescherming;
2. Haar verbintenis de ontwikkelingshulp van de overheid tot minstens 0,7 % van het BBP op te trekken, na te komen. Degelijke financiering van de ontwikkeling blijkt essentieel om de Millenniumdoelstellingen te verwezenlijken;
3. De regeringen van de partnerlanden inzake ontwikkelingssamenwerking, alsook de landen die partij zijn van bilaterale akkoorden die met het Koninkrijk België werden gesloten, op te roepen zo snel mogelijk de verscheidene internationale verdragen van de IAO met daarin de diverse internationale arbeidsnormen, te ratificeren;
4. De regeringen van de partnerlanden te helpen een omgeving tot stand te brengen die gunstig is voor het scheppen van duurzame lokale banen en de plaatselijke overheden te steunen die een rechtvaardige en billijke economie willen zien ontstaan, door globale strategieën toe te passen ter bevordering van de volledige productieve werkgelegenheid, onder andere voor wie in de informele economie werkt en rechten en de justitie nodig heeft om zijn belangen te verdedigen;
5. De overheden van de partnerlanden te vragen een wettelijk kader tot stand te brengen en toe te passen dat de werknemers beschermt en gelijkheid tussen mannen en vrouwen waarborgt;
6. De partnerregeringen te herinneren aan de absolute noodzaak uitvoerbare stelsels tot stand te brengen voor sociale bescherming, onderwijs en levenslange opleiding, alsook de werknemersrechten om vakbonden op te richten, er lid van te worden en collectief met de werkgever te onderhandelen, te waarborgen;
7. De rechtszekerheid te waarborgen voor de nationale en Europese ondernemingen die economische activiteiten ontwikkelen in de partnerlanden, om rechtvaardige concurrentieregels vast te leggen;
In het raam van haar migratiebeleid :
In het raam van haar Europees voorzitterschap, het Internationaal Verdrag betreffende de bescherming van de rechten van de migrerende werknemers van de IAO te ratificeren en de andere lidstaten ertoe aan te zetten zo snel mogelijk hetzelfde te doen, om hun verbintenissen inzake waardig werk na te komen en aan de Europese Unie te vragen de modaliteiten voor de Europese Unie te vinden om het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van de rechten van alle migrerende werknemers en de leden van hun familie te ratificeren;
In het raam van de internationale financiële instellingen :
1. Ervoor te zorgen dat sociale aandachtspunten en het milieu tot de prioriteiten van de internationale financiële instellingen behoren. Er dient meer bepaald een einde te worden gemaakt aan de voorwaarden rond leningen en schulden die landen dwingen de arbeidsmarkt te dereguleren, de overheidsbestedingen te beperken en de overheidsdiensten te privatiseren, met nadelige gevolgen voor de toegankelijkheid en de kwaliteit. Alle projecten die door die instellingen worden gefinancierd, moeten bij hun uitvoering aan de fundamentele arbeidsnormen voldoen;
2. Bij de internationale economische instanties te pleiten voor een betere en ruimere regulering van de arbeidsmarkt, door het vastleggen van een degelijke multilaterale regelgeving, die paal en perk stelt aan elke sociale dumping en alle actoren ertoe verplicht de internationale arbeidsnormen van de IAO in acht te nemen.