5-9COM

5-9COM

Commissie voor de Sociale Aangelegenheden

Handelingen

WOENSDAG 1 DECEMBER 2010 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Cindy Franssen aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over «de armoededoelstelling in de strategie Europa 2020» (nr. 5-54)

Mevrouw Cindy Franssen (CD&V). - Tijdens de Europese top van 17 juni 2010 werd een akkoord bereikt over de strategie Europa 2020. Die strategie heeft als doel Europa te helpen bij het herstel na de economische crisis en ervoor te zorgen dat Europa versterkt uit de crisis komt, met oog voor werkgelegenheid en slimme, duurzame en inclusieve groei.

Op aandringen van de Europese Commissie en een aantal EU-lidstaten - waaronder België - werd ook armoedebestrijding opgenomen als een van de vijf centrale doelstellingen van deze strategie. Concreet wil de EU de sociale inclusie bevorderen, in het bijzonder door een daling van de armoede, waarbij als streefdoel een vermindering van het aantal mensen in armoede met 20 miljoen voorop wordt gesteld.

Nieuw is dat de armoede op Europees niveau niet langer uitsluitend wordt berekend op basis van het cijfer van de relatieve armoede - de zogenaamde at-risk-of-poverty rate - maar dat daarnaast gebruik gemaakt wordt van twee nieuwe indicatoren, namelijk materiële tekorten, material deprivation, en het aantal gezinnen waar niemand tewerkgesteld is of waar een lage arbeidsintensiteit is, jobless households.

Deze uitbreiding naar drie indicatoren kwam er op uitdrukkelijke vraag van de Europese Raad om tegemoet te komen aan de bekommernissen van de verschillende lidstaten. Volgens de strategie Europa 2020 zijn de lidstaten vrij om de nationale doelstellingen in te vullen op basis van één of een combinatie van verschillende van de drie indicatoren.

De Europese Raad spoort de lidstaten aan om spoedig de beleidsprioriteiten voor de realisatie van de basisdoelstellingen van de nieuwe strategie te implementeren. Aan de lidstaten wordt gevraagd om in dialoog met de Europese Commissie de nationale doelstellingen en streefcijfers overeen te komen.

Kan de staatssecretaris een stand van zaken geven in dit dossier? Heeft België zijn indicator of indicatoren voor het meten van de voortgang bij het realiseren van de armoededoelstelling van de strategie Europa 2020 al bepaald? Zo ja, van welke indicator of indicatoren zal België gebruik maken? Zo neen, wanneer zal een beslissing worden genomen over de te gebruiken indicatoren? Kan de federale regering in lopende zaken daarover met een duidelijk standpunt naar buiten treden?

Heeft België al een streefcijfer als nationale doelstelling voor het verminderen van het aantal mensen in armoede? Zo ja, welk streefcijfer schuift België naar voor als nationale doelstelling voor het verminderen van het aantal mensen in armoede? Zo neen, wanneer zal een streefcijfer bepaald worden? Kan de federale regering in lopende zaken daarover met een duidelijk standpunt naar buiten treden?

Werden of worden de gemeenschappen voldoende betrokken bij dit proces? Kan de staatssecretaris de beslissingsprocedure toelichten en aangeven welke rol de deelstaten in dit proces innemen?

De heer Philippe Courard, staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. - Europa heeft inderdaad voor het eerst een armoededoelstelling bepaald in het kader van de strategie EU 2020. Bij het opstellen van het ontwerp voor een nationaal hervormingsplan, dat midden november aan Europa moest worden bezorgd, werd de armoedetarget voor België concreter gemaakt. België heeft beslist om gebruik te maken van de drie indicatoren die Europa heeft voorgesteld: relatieve armoede, material deprivation en jobless households.

België streeft ernaar de komende tien jaar het aantal armen te verminderen met 350 000 à 380 000 mensen. Uiteraard werd dit streefcijfer volledig in overleg met de gemeenschappen en gewesten bepaald en wordt in het plan gewezen op de situatie van België, met een ontslagnemende federale regering.