5-6COM

5-6COM

Commissie voor de Justitie

Handelingen

DINSDAG 30 NOVEMBER 2010 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Bart Laeremans aan de minister van Justitie over «de modernisering en de defederalisering van Justitie» (nr. 5-34)

De heer Bart Laeremans (VB). - Naar aanleiding van voorstellen over de mogelijke splitsing van justitie heeft de minister verklaard dat hij voorstander is van een gedeeltelijke defederalisering. Hij voegde er wel aan toe dat vooraf werk moet worden gemaakt van de modernisering van justitie. Nu was het precies omdat langs beide zijden van de taalgrens heel anders gedacht wordt over deze modernisering, dat het overleg hierover gedurende lange tijd geblokkeerd raakte. Denk maar aan de halfslachtige en veel te ingewikkelde regeling die uiteindelijk naar voren is gekomen voor de hervorming van de arrondissementen.

Daarnaast blijft er onduidelijkheid over de verdere defederalisering van het jeugdrecht en over de wijze waarop dit moet worden georganiseerd in Brussel. Mede daarom lijkt het verantwoord dat justitie in Brussel-19 op federaal niveau georganiseerd wordt en dat Vlaanderen en Wallonië maximaal autonoom worden. Men kan toch moeilijk op eenzelfde grondgebied een verschillend strafrecht opleggen naargelang van de taalaanhorigheid.

Kan de minister verduidelijken wat hij bedoelde met zijn uitspraak dat justitie eerst moet gemoderniseerd worden voordat ze verder gedefederaliseerd wordt? Welke materies kunnen volgens de minister meteen gedefederaliseerd worden en welke behoeven vooraf een modernisering? Kan de werking en de organisatie van de rechtbanken volgens de minister meteen worden overgeheveld? Welke modernisering heeft de minister concreet op het oog? Hoeveel tijd is daarvoor nodig? Met welke modernisering werd reeds een aanvang genomen?

Op welke wijze zou de defederalisering volgens de minister het best worden doorgevoerd? Gaat de minister ermee akkoord dat een aantal zaken in Brussel-19 beter federaal kunnen blijven, terwijl Vlaanderen en Wallonië eigen bevoegdheden krijgen? Is het in die omstandigheden niet logisch dat het gerechtelijke arrondissement BHV integraal gesplitst wordt en niet op een asymmetrische manier?

Op welke wijze kan volgens de minister het jeugdrecht verder gedefederaliseerd worden, zonder dat dit in Brussel tot toepassingsmoelijkheden of -onmogelijkheden leidt? Is het voor de minister denkbaar dat het jeugdrecht integraal naar de gemeenschappen wordt overgeheveld en dat het in Brussel federaal blijft?

De heer Stefaan De Clerck, minister van Justitie. - Aangezien dit de eerste keer is dat ik vragen om uitleg in de commissie voor de Justitie beantwoord, wil ik erop wijzen dat ik lid ben van een regering in lopende zaken. Ik zal dus niet antwoorden op vragen hoe we verder kunnen gaan met de plannen die deze regering op 21 april 2010 had voorgelegd. Het was het laatste grote politieke akkoord dat gesloten werd, maar een dag later was het al kaduuk door de ontbinding van het Parlement. Ik blijf ervan overtuigd dat dit akkoord heel wat positieve elementen bevat.

De heer Laeremans zou zich op het ogenblik met veel van zijn vragen beter tot de heer Vande Lanotte richten. Het is niet aan mij om te zeggen hoe de regionalisering van justitie verder zal verlopen. Ik kan wel herhalen dat justitie gemoderniseerd moet worden, wat er ook gebeurt. Over de manier waarop dat best gebeurt, daarover zullen we ook nog moeten onderhandelen. Het akkoord van 21 april was niet perfect; het oorspronkelijke was beter, maar dat is na lang onderhandelen geamendeerd.

Of de modernisering zal samenlopen met een regionalisering, dan wel of het ene na het andere zal komen, ook daarover kan ik vandaag geen uitspraken doen. Ik hoop alleen dat we zeer snel de hand aan de ploeg kunnen slaan, want justitie is een van de grootste slachtoffers van deze politieke crisis. De modernisering van justitie die op stapel stond is nu immers volledig geïmmobiliseerd, terwijl we net bij justitie zeer veel werk voor de boeg hebben en het ook voor de rechtsonderhorigen meer dan dringend noodzakelijk is dat we de modernisering afwerken.

De heer Bart Laeremans (VB). - Ik stel vast dat de minister in de Senaat heel andere uitspraken doet dan in de media, want daar verkondigde hij dat hij eerst wil moderniseren en pas daarna splitsen. Uiteraard is nu het juiste ogenblik om, in het kader van de lopende onderhandelingen, ook justitie te splitsen. In zijn antwoord geeft de minister het met zoveel woorden wel toe dat het debat open staat. Uiteraard is iedereen voor een modernisering, maar op dit moment moeten we vooral mikken op een splitsing of defederalisering van justitie. Ik neem het woord regionalisering niet graag in de mond, omdat heel wat materies best niet naar het Brussels Gewest verhuizen, maar beter naar de gemeenschappen gaan. Op dit punt ben ik het eens met Bart De Wever dat we voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest justitie best federaal houden.

De minister kan vandaag misschien niet veel zeggen, maar hij kan in ieder geval wel helpen om zoveel mogelijke deeldomeinen van justitie over te hevelen naar de gemeenschappen.