5-420/1

5-420/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

28 OKTOBER 2010


Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en diensten bij die tarieven, teneinde een BTW-tarief van 6 % in te voeren voor het bouwen van passiefhuizen

(Ingediend door mevrouw Anke Van dermeersch)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel neemt, met enkele aanpassingen, de tekst over van een voorstel dat reeds op 30 april 2007 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 3-2457/1 - 2006/2007) en heringediend op 25 september 2007 (stuk Senaat, nr. 4-198/1 - BZ 2007).

Wereldwijd moet de uitstoot van broeikasgassen worden teruggedrongen om de opwarming van het klimaat tegen te gaan. De reductie van de broeikasgassen vraagt vooral van de geïndustrialiseerde wereld aanzienlijke inspanningen. Zij moeten immers voorzien in een reductie tot 80 % en dit binnen de honderd jaar. Een dergelijke omvangrijke vermindering vraagt dat er moet worden nagedacht over nieuwe vormen van energievoorziening. Tevens dient men de energie-efficiëntie van gebouwen drastisch te verbeteren.

Het bouwen van passiefhuizen kan een deel van de oplossing aanreiken voor de opwarming van de aarde en kan ons land bovendien minder afhankelijk maken van buitenlandse energieleveranciers.

Passiefhuizen zijn zeer goed geïsoleerde woningen. Daardoor blijven zij bij normale weersomstandigheden voldoende warm dankzij het zonlicht, de recuperatie van de warmte bij de mechanische luchtverversing, de lichaamswarmte van de bewoners en het warmteverlies van elektrische apparaten. De mechanische ventilator die in de woning moet zorgen voor gezonde lucht, neemt de warmte uit de afgevoerde lucht op en geeft die terug af aan de binnengebrachte verse lucht. De creatie van een gezond binnenklimaat is trouwens de eerste ambitie van de bouwers van passiefwoningen. Het enige nadeel waarvoor tot nu toe geen pasklare oplossing bestaat, is de verminderde brandveiligheid. Op dat punt zijn zeker nog bijkomend studiewerk en bijkomende regelgeving nodig. Het concept van het passiefhuis is verre van nieuw. Binnen de Europese Unie bestaan er al heel wat passiefhuizen, vooral in Duitsland, Oostenrijk en Scandinavië. Uit het antwoord van de toenmalige minister van Klimaat en Energie aan mijn collega Peter Logghe in de Kamer blijkt dat er toen — eind 2009 — slechts vijfentwintig passiefhuizen gebouwd waren in België. We hebben dus nog een flinke achterstand in te halen ! Maar er waren wel zo'n duizend projecten voor passiefhuizen.

Het energieverbruik voor de verwarming van een passiefhuis is 75 % lager dan bij een traditionele nieuwbouw en 90 % lager dan bij een oudere woning. Passiefhuizen scoren ook beter dan andere lage-energiewoningen. Die laatste zijn overigens minder strikt gedefinieerd dan passiefhuizen. Een lager energieverbruik betekent een lagere CO2-uitstoot en een lagere verwarmingskost. Vanuit groene hoek gaan dan ook terecht stemmen op om de bouw van passiefhuizen aan te moedigen.

In het Belgisch Staatsblad van 10 mei 2007 werd de wet van 27 april 2007 tot invoering van een belastingvermindering voor passiefhuizen gepubliceerd. Deze wet wil het bouwen van passiefhuizen aanmoedigen door in een fiscale bonus voor (ver)nieuwbouw en renovatie te voorzien. Op 28 november 2008 werd het koninklijk besluit tot wijziging van artikel 63.11bis van het KB/WIB 92 inzake de belastingvermindering voor passiefhuizen goedgekeurd. Concreet betekende dit dat de regeling die gold voor het kalenderjaar 2007, met één jaar kon worden uitgebreid. Voor een gecertificeerd passiefhuis geldt dus een belastingvermindering van 830 euro. Die blijft gelden gedurende 10 jaar, te beginnen vanaf het jaar waarin het certificaat werd opgesteld.

Het Vlaams Gewest kent een beduidende vermindering van de onroerende voorheffing toe gedurende 10 jaar voor zeer lage energiewoningen/passiefhuizen (op basis van E-peil, ten hoogste E40). Wie inspanningen levert om een laag E-peil te halen, wordt vanaf het aanslagjaar 2009 extra beloond. Om te beginnen krijgt een eigenaar wiens woning E60 behaalt, gedurende tien jaar een korting van 20 % op zijn jaarlijkse onroerende voorheffing. Een eigenaar wiens woning E40 behaalt, krijgt gedurende tien jaar een korting van maar liefst 40 % op zijn jaarlijkse onroerende voorheffing.

Ook op lagere niveaus nam men een hele reeks ondersteunende maatregelen. Eandis voerde subsidies tot 2 000 euro in voor passiefhuizen. De stad Turnhout kende een premie tot 9 000 euro toe en de stad Bilzen een premie tot 5 000 euro. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest keert eveneens een fikse premie uit : 100 euro/m² vloeroppervlakte tot 150 m².

Deze regelingen zijn ongetwijfeld allemaal stappen in de goede richting, maar zij volstaan allicht niet om de bouw van passiefhuizen echt te stimuleren. De bouw van een passiefwoning kost immers gemiddeld 15 % meer dan de bouw van een traditionele woning. Een kleine rekensom leert ons dat voor de bouw van een gemiddelde woning van 300 000 euro de meerkost voor een passiefhuis oploopt tot 45 000 euro. Het spreekt voor zich dat in dergelijke omstandigheden zeer weinig bouwheren geneigd zullen zijn om deze meerkost te betalen, ook al krijgen zij via een verminderde energiefactuur op langere termijn een deel van die extra kosten terugbetaald. De bouwheer moet immers extra investeren op een ogenblik dat hij reeds zeer veel kosten heeft.

Bijkomende stimulerende maatregelen zijn dus nodig. In het kader van het herstelplan werd de bouwsector aangemerkt als een sector die zeer gevoelig is voor schommelingen op de arbeidsmarkt. Daarom werden in 2009 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde een aantal tijdelijke maatregelen genomen om de bouw en de levering van nieuwe woningen te stimuleren. Voor nieuwbouw wordt het normaal BTW-tarief van 21 % tijdelijk verlaagd naar 6 % voor de oprichting evenals voor de levering van gezinswoningen. Dit ten belope van een beperkte schijf van facturen voor een totaal bedrag van maximum 50 000 euro, exclusief BTW. Men zou kunnen denken dat de invoering van 6 % BTW voor passiefhuizen daarmee door de feiten achterhaald is, maar niets is minder waar : deze verlaging van de BTW voor nieuwbouw is uitdrukkelijk als een tijdelijke maatregel bedoeld. Bovendien geldt de huidige BTW-mindering tot 6 % alleen voor nieuwbouw, en niet voor verbouwingswerken.

Vandaar dit wetsvoorstel waarbij het BTW-tarief voor het bouwen van een passiefhuis op 6 % wordt gebracht in plaats van 21 %. Dit is hetzelfde BTW-tarief als voor de renovatie van woningen. De extra kost voor de bouw van een passiefhuis wordt in zulk geval grotendeels gerecupereerd door het lagere BTW-tarief.

Anke VAN DERMEERSCH.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

De bijlage, tabel A, van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en diensten bij die tarieven, wordt aangevuld met de volgende rubriek :

« XXXIbis. Werken met betrekking tot de bouw van passiefhuizen.

Werken die betrekking hebben op de bouw van bouwwerken waarvoor na voltooiing de totale energievraag voor ruimteverwarming en koeling beperkt blijft tot 15 Kwh/m² geklimatiseerde vloeroppervlakte en waarvan het luchtverlies (volgens de norm NBN EN 13829) met een drukverschil tussen binnen- en buitenomgeving van 50 pascal niet groter is dan 60 % van het volume van de woning per uur (n50 niet groter dan 0,6/uur), worden onderworpen aan het verlaagd tarief, voor zover de volgende voorwaarden vervuld zijn :

1º de werken moeten onontbeerlijk zijn voor de realisatie van een bouwwerk dat aan het concept van het passiefhuis voldoet;

2º de handelingen moeten worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker door een persoon die, op het tijdstip van het sluiten van het aannemingscontract, geregistreerd is als zelfstandig aannemer overeenkomstig artikelen 400 en 401 van het Wetboek der inkomstenbelastingen 1992;

3º de door de dienstverrichter uitgereikte factuur en het dubbel dat hij bewaart, moeten, op basis van een duidelijk en nauwkeurig attest van de afnemer, melding maken van het voorhanden zijn van de elementen die de toepassing van het verlaagd tarief rechtvaardigen; behalve in geval van samenspanning tussen de partijen of klaarblijkelijk niet naleven van onderhavige bepaling, ontlast het attest van de afnemer de dienstverrichter van de aansprakelijkheid betreffende de vaststelling van het tarief.

De belastingplichtige legt uiterlijk zes maanden na beëindiging van de werkzaamheden een certificaat voor van een door de Koning erkend organisme of instelling, waaruit blijkt dat het bouwwerk voldoet aan de normen van een passiefhuis zoals vastgelegd in deze rubriek. Indien dit bewijs na het aflopen van de voormelde termijn niet werd geleverd, wordt het verschil tussen het normaal tarief en het verlaagd tarief voor facturen die reeds aan verlaagd tarief werden betaald, vooralsnog ingevorderd.

De Koning bepaalt de nadere regelen met betrekking tot de werken die in aanmerking komen voor een verlaagd tarief, de inhoud en de vorm van de attesten en het af te leveren certificaat, alsook de erkenning van organisaties en instellingen die certificaten kunnen afleveren. »

14 september 2010.

Anke VAN DERMEERSCH.