5-188/1

5-188/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 2010

28 SEPTEMBER 2010


Wetsvoorstel tot invoeging van een artikel 43quater in het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, met betrekking tot het dragen van retroreflecterende kledij door fietsers

(Ingediend door mevrouw Sabine de Bethune)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 2 september 2009 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 4-1418/1 - 2008/2009).

De ouderraden van tweeëntwintig scholen uit Kortrijk, Kuurne, Harelbeke en Zwevegem organiseerden begin 2009 een overkoepelende actie om jongeren ertoe aan te zetten een fluovestje te dragen. De tweeëntwintig scholen vertegenwoordigen meer dan 11 000 leerlingen. De actie met naam XIU wordt gesteund door alle schooldirecties en de stads- en gemeentebesturen.

De ouderraden merken echter dat het opnemen in het schoolreglement van de verplichting tot het dragen van een fluovestje op weg van en naar school geen sluitende oplossing vormt. De schoolreglementen gelden immers slechts tot een beperkte straal in de omgeving van de school. Men stelt vast dat jongeren buiten die straal de fluojasje aan- of afdoen.

De tweeëntwintig ouderraden vragen om voorgaande reden het fluojasje wettelijk te verplichten voor elke fietser tot 18 jaar vanaf het intreden van de duisternis en wanneer de zichtbaarheid beperkt is tot 200 m wat zou overeenkomen met de verplichting om het fietslicht te activeren.

Deze actie is geen alleenstaand geval; ook heel wat andere ouderraden in België, maar ook jeugdraden, jeugdbewegingen, enz., zetten sensibiliserende acties op tot het dragen van een fluojasje of voorzien hun kinderen van een gratis jasje.

De cijfers liegen er niet om. Er worden jaarlijks nog altijd (zwakke) weggebruikers aangereden omdat automobilisten ze niet tijdig opmerken, soms met een zware handicap of zelfs de dood tot gevolg.

In 2007 zijn 88 fietsers omgekomen bij verkeersongevallen. Dat is 8,25 % van het totaal aantal personen dat omgekomen is in het verkeer, namelijk 1 067. 10, of 11,4 %, van die 88 slachtoffers waren jonger dan 20 jaar en 44, of 50 %, waren 65 jaar of ouder.

6 van de 10 fietsdoden bij jongeren waren overdag te betreuren, 2 bij dageraad of schemering en 2 bij nacht. Uit het algemeen totaal van de jaren 2003 tot en met 2007 blijkt dat 69 % van de jonge fietsdoden tijdens de dag vielen, 10 % bij dageraad of schemering en 19 % bij nacht.

De cijfers voor de zwaargewonde fietsers zijn ongeveer dezelfde. In 2007 raakten in totaal 926 fietsers zwaargewond bij verkeersongevallen. 179, of 22,8 %, waren jonger dan 20 jaar en 192, of 24,4 %, ouder dan 65 jaar (1) . Van midden oktober 2008 tot begin januari 2009 zijn in Vlaanderen alleen al minstens 7 jonge verkeersdoden gevallen : 5 jonge fietsers en 2 voetgangers op weg naar school.

Deze slachtoffers betekenen echter veel meer dan louter statistieken. Tegenover het aantal verkeersdoden staat immers ook een meervoud aan nabestaanden. De emotionele en maatschappelijke kostprijs van deze verkeersongevallen is onbecijferbaar.

Als men de cijfers van het aantal dodelijke en zwaargewonde verkeersslachtoffers in België bekijkt (2) , dan kan worden vastgesteld dat het aantal slachtoffers van verkeersongevallen over de periode 1991-2006 is gedaald. We kunnen deze positieve evolutie alleen maar aanmoedigen. Daartegenover staat dat het totaal aantal voetgangers en fietsers dat slachtoffer werd van een verkeersongeval tussen 1991 en 2006 respectievelijk met 7 % en 8 % is gedaald. Het aantal lichtgewonden is dus nauwelijks gedaald. Ook opmerkelijk is dat de dalende trend voor dodelijke ongevallen en zwaargewonden bij de zwakke weggebruikers, de fietsers en de voetgangers, zich niet zo sterk aftekent als bij de bromfietsers en de personenwagens. We moeten er dus alles aan doen opdat de zwakke weggebruikers beter zichtbaar worden in het verkeer.

Dodelijke ongevallen Zwaargewonden
Fietsers - 30,2 % - 28,2 %
Voetgangers - 20,1 % - 22,7 %
Bromfiets klasse A - 43,8 % - 69,3 %
Bromfiets klasse B - 51,2 % - 42,1 %
Bestuurders auto - 30,3 % - 50,1 %
Passagiers auto - 47,6 % - 48,3 %

Bij de voetgangers en de fietsers zijn het vooral de jonge weggebruikers, enerzijds, en de senioren, anderzijds, die tot de categorie van de meest kwetsbare weggebruikers behoren. Vooral jonge voetgangers en fietsers onder de 20 jaar raken zwaargewond of overlijden bij een ongeval. Voetgangers van meer dan 70 jaar vormen een risicogroep, bij de fietsers begint de risicogroep vanaf 60 jaar (3) .

Het dragen van fluoreflecterende kledij draagt ontegensprekelijk bij tot een grotere zichtbaarheid van de zwakke weggebruiker. Een persoon met donkere kledij zou in de dimlichten van een aankomende auto gezien worden tot op 20 m, met heldere kledij tot op 50 m en met reflecterend materiaal zelfs tot op 150 m (4) .

Het maatschappelijk draagvlak om te komen tot een verplichting is de jongste jaren sterk gegroeid, zeker wat kinderen betreft. Volwassen moeten hun kinderen echter het goede voorbeeld geven. Vooral adolescenten hebben wel eens de neiging om zich af te zetten tegen « kinderlijk » gedrag en wensen zich als volwassene te gedragen. Om die reden zou een verplichting weinig zin hebben indien ook niet de volwassenen hierbij worden betrokken. Daarenboven blijkt uit statistieken dat ook de fietsers vanaf 60 jaar een verhoogd risico lopen. De verplichting beperken tot de kinderen zou daarom ten onrechte te weinig aandacht besteden aan deze risicogroep.

Bij een eenvoudige zoekopdracht op het internet leert men trouwens dat een fluoreflecterend jasje niet veel hoeft te kosten. Voor slechts enkele euro's kan men zich een dergelijk jasje aanschaffen. In geval van een gezamenlijke aankoop, bijvoorbeeld door een school of een gemeentebestuur, zijn de prijzen nog aanzienlijk lager. Bovendien, de kostprijs van een dergelijk fluoreflecterend jasje kan het verschil uitmaken tussen veilig aankomen op de bestemming of niet ... .

Ook de beleidsmakers zijn niet blind voor de problematiek.

In Frankrijk bestaat er sinds 2008 reeds een wettelijke verplichting voor fietsers om 's nachts of overdag wanneer de zichtbaarheid onvoldoende is een fluoreflecterend vestje te dragen wanneer zij zich buiten de bebouwde kom op de openbare weg begeven. Het artikel R431-1-1 van de code de la route bepaalt hieromtrent het volgende :

« Lorsqu'ils circulent la nuit, ou le jour lorsque la visibilité est insuffissante, tout conducteur et passager d'un cycle doivent porter hors agglomération un gilet de haute visibilité conforme à la réglementation et dont les caractéristiques sont prévues par un arrêté du ministre chargé des transports.

Le fait pour tout conducteur ou passager d'un cycle de contrevenir aux dispositions du présent article est puni de l'amende prévue pour les contraventions de la 2e classe. »

Ook de staatssecretaris voor Mobiliteit, de heer Schouppe, beschouwt veilige schoolomgevingen en veilige schoolroutes als een prioritaire doelstelling en erkent hierbij het belang van een goede zichtbaarheid van fietsers en voetgangers, zeker in de donkere maanden. Daarom is de staatssecretaris er voorstander van dat fietsende kinderen een fluovestje dragen. Er wordt gesteld dat het BIVV daarom ook acties opzet om het dragen van fluohesjes voor schoolgaande kinderen te bevorderen (5) .

Het Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen besteedt ruim aandacht aan de verkeersveiligheid voor kinderen. Een van de concrete actiepunten bestaat in het aanmoedigen van het gebruik van de fietshelm en fluohesjes bij kinderen (6) . Een van de maatregelen die wordt voorgesteld om de zichtbaarheid te verhogen is het dragen van lichtgekleurde of retroreflecterende kledij. Het verplicht dragen van een fluohesje voor fietser of voetganger wordt in het plan weerhouden als één van de mogelijke opties.

Om voorgaande redenen acht de indienster het noodzakelijk dat er een wettelijke verplichting wordt ingevoerd voor fietsers om fluoreflecterende kledij te dragen bij nacht of wanneer de zichtbaarheid onvoldoende is. De verplichting slaat niet enkel op kinderen maar ook op volwassenen. Volwassenen hebben een voorbeeldfunctie ten aanzien van hun kinderen en het verzekeren van de veiligheid van alle burgers vormt voor de overheid een taak van algemeen belang.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 2

Het artikel voert een verplichting in voor fietsers om retroreflecterende kledij te dragen tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en in alle omstandigheden wanneer het niet mogelijk is duidelijk te zien tot op een afstand van ongeveer 200 meter. Voor de bewoordingen van het artikel werd inspiratie gevonden in artikel 30, eerste lid, van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. Dat artikel bepaalt in welke omstandigheden gebruik moet worden gemaakt van de lichten door voertuigen en weggebruikers.

Artikel 3

Deze bepaling machtigt de minister of staatssecretaris bevoegd voor mobiliteit om een concrete inhoud te geven aan het begrip retroreflecterende veiligheidskledij en om de technische vereisten hiervoor te bepalen. Deze kledij kan bestaan uit een retroreflecterend veiligheidsvestje maar zou bijvoorbeeld ook kunnen bestaan uit retroreflecterende stroken aangebracht op of boven de kledij indien deze een zelfde waarborg biedt op het vlak van de zichtbaarheid in het verkeer.

Artikel 4

Dit artikel regelt de datum van inwerkingtreding van de wet. Er wordt bepaald dat de wet in werking treedt op de eerste dag van de zesde maand volgend op de dag van bekendmaking van de wet in het Belgisch Staatsblad. Op deze wijze wordt voorzien in een voldoende lange overgangsperiode om de fietsers bewust te maken van het bestaan van de nieuwe wettelijke regeling en retroreflecterende kledij aan te schaffen.

Sabine de BETHUNE.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, wordt een artikel 43quater ingevoegd, luidende :

« Art. 43quater. — Retroreflecterende kledij

Tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en in alle omstandigheden wanneer het niet mogelijk is duidelijk te zien tot op een afstand van ongeveer 200 meter moeten de fietsers retroreflecterende kledij dragen. »

Art. 3

De minister of staatssecretaris onder wiens bevoegdheid mobiliteit ressorteert wordt gemachtigd de nodige uitvoeringsbesluiten te nemen om te bepalen wat onder het begrip « retroreflecterende veiligheidskledij » moet worden verstaan en aan welke technische vereisten deze kledij moet beantwoorden.

Art. 4

Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de zesde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

20 juli 2010.

Sabine de BETHUNE.

(1) Vraag om uitleg van mevrouw Sabine de Bethune, Handelingen van de Senaat van 11 juni 2009, nr. 4-79, vraag nr. 4-940, blz. 48.

(2) BIVV, Observatorium voor de verkeersveiligheid, Evolutie van de verkeersveiligheid in België, 2000-2006, blz. 30-37, http://bivvweb.ipower.be/Observ/NL/bivv_stat_NL_lowres.pdf.

(3) Ibidem, blz. 42.

(4) Fietsersbond, Licht in zicht !, Handleiding voor een betere zichtbaarheid, 2004, 17.

(5) Algemene beleidsnota van de staatssecretaris voor Mobiliteit, 7 november 2008, Parl. St. Kamer, nr. 52 1529/020, blz. 26 en vraag om uitleg van mevrouw Sabine de Bethune, Handelingen van de Senaat, nr. 4-79 van 11 juni 2009, vraag nr. 4-940, blz.48.

(6) Vlaamse Overheid, Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen, 2008, bzl. 232-234 http://www.mobielvlaanderen.be/docs/persberichten/verkeersveiligheidsplan-vlaanderen.pdf.