5-86/1

5-86/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 2010

9 SEPTEMBER 2010


Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 2 van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen, teneinde het dienstenchequesysteem uit te breiden tot onthaal van minderjarigen en een combinatie van kinderopvang en thuishulp van huishoudelijke aard

(Ingediend door mevrouw Nele Lijnen en de heer Guido De Padt)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 31 juli 2008 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 4-891/1 - 2007/2008).

De indieners willen via dit wetsvoorstel de krapte in de kinderopvang oplossen door (federale) dienstencheques aan te wenden voor individuele, flexibele opvang van minderjarigen. Daarenboven willen ze dienstencheques laten aanwenden voor een combinatie van kinderopvang met licht huishoudelijk werk.

Het gezinsbeleid mag dan wel een gemeenschapsbevoegdheid zijn, de welvaart van de gezinnen is een thema dat alle niveaus overstijgt. De invoering van een dienstenchequeregeling voor kinderoppas aan huis zou aan dit voornemen kunnen voldoen doordat het een antwoord zou bieden op de vraag van nogal wat ouders naar kinderopvang buiten de reguliere uren. Dit voorstel pleit dan ook voor een uitbreiding van het huidige dienstenchequesysteem tot kinderopvang aan huis en het begeleiden (ophalen en brengen) van de kinderen naar school, de crèche, de buitenschoolse opvang, enz., en dit in combinatie met licht huishoudelijk werk zoals boodschappen doen, strijken, opruimen en koken.

Op Vlaams niveau bestaat er nu reeds een « Vlaams actieplan voor flexibele en occasionele kinderopvang ». Deze regeling voorziet in een beperkte uitbreiding van de reguliere opvang vóór en ná de normale openingsuren van kinderdagverblijven én de mogelijkheid voor eenoudergezinnen met kinderen jonger dan vier jaar, om met dienstencheques kinderopvang aan huis te regelen. Dit systeem is echter te complex en dermate beperkt dat het jammerlijk zijn doel voorbij schiet en — zoals gevreesd — een lege doos is geworden. Het biedt immers geen oplossing voor het gebrek aan naschoolse kinderopvang en geen oplossing voor ouders die bijvoorbeeld aan ploegenarbeid doen en daardoor uitzonderlijke (zeer vroege of zeer late) werkuren hebben. En laat net dat het probleem zijn.

Een hoogdringende aanpak van het gebrek aan naschoolse kinderopvang dringt zich dan ook op. Kinderen voelen soms het gemis aan een eigen, geborgen, veilige « thuis » feilloos aan. Een individuele « thuisopvang »-dienst — waarbij het de taak zou zijn van een thuisoppas om de kinderen naar school (of de crèche, buitenschoolse opvang, enz.) te begeleiden, ze naar huis te brengen en daar te blijven oppassen tot één van de ouders thuiskomt — zou een oplossing kunnen bieden voor dit probleem. Kinderen kunnen dan thuis tot rust komen, om er te ravotten of te bekomen van de dagelijkse drukte. Bovendien schept het ook gemoedsrust bij de ouders die weten dat hun kind in zijn vertrouwde omgeving zit.

Dienstencheques worden voor particulieren ten volle interessant wanneer hen de nodige flexibiliteit wordt geboden in het cumuleren van taken waarvoor ze mensen kunnen engageren. Wanneer iemand die de kinderen komt opvangen bijvoorbeeld kan worden ingeschakeld om even op te ruimen, de tafel te dekken of het eten klaar te maken, zullen particulieren nog sneller geneigd zijn om huishoudelijke taken uit te besteden. Vandaar dat we in dit wetsvoorstel ook voorzien dat dienstencheques voor de opvang en het onthaal van kinderen kunnen worden gecombineerd met kleine huishoudelijke taken. Die combinatie doet dan ook zeker niets af aan de kwaliteit van de kinderopvang. Voor veel ouders stopt het werk niet eens ze thuiskomen van hun job. Ze moeten er namelijk voor zorgen dat hun kinderen op tijd en stond hun eten hebben en dat ze in een proper huis kunnen vertoeven. Bovendien moet niet alles steeds gelijktijdig gebeuren. Ouders die bijvoorbeeld in het kader van ploegenarbeid vroeg de deur uit moeten om te gaan werken of — omgekeerd — later thuis komen, zouden perfect iemand kunnen inhuren om thuis te komen oppassen terwijl hun kind nog slaapt. Intussen kunnen de dienstenchequewerknemers een aantal kleine huishoudelijke taken voor hun rekening nemen.

Een uitbreiding van het dienstenchequesysteem — dat reeds eerder op het domein van de thuishulp haar doeltreffendheid heeft bewezen — zou bijgevolg niet alleen tegemoetkomen aan de prangende vraag van families om te beschikken over flexibele buitenschoolse kinderopvang, de dienstenchequeregeling zou nog andere gebreken kunnen opvullen : een groter aanbod van dienstverlening aan personen, extra banen en dus meer mensen aan het werk en het wit maken van zwartwerk. Kortom, het betreft hier een maatregel waar de hele samenleving mee gediend wordt.

Nele LIJNEN
Guido DE PADT.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 2, § 1, 3º), lid 1, van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen, gewijzigd bij de programmawet van 22 december 2003, wordt in fine aangevuld met het volgende zinsdeel :

« , op hulp bij thuisopvang en het begeleiden van minderjarigen naar school of een combinatie van thuishulp van huishoudelijke aard, onthaal van minderjarigen en het begeleiden van minderjarigen naar school. ».

Art. 3

De Koning bepaalt de datum van inwerkintreding van deze wet.

20 juli 2010.

Nele LIJNEN
Guido DE PADT.