5-26/1 | 5-26/1 |
16 AUGUSTUS 2010
Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 26 november 2008 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 4-1027/1 - 2008/2009).
De « Global Green New Deal » is gebaseerd op een rapport van het UNEP (United Nations Environment Program) dat pleit voor een radicaal hervormingsprogramma om tegelijk de economische crisis, de klimaatverandering en de energieschaarste aan te pakken.
Twee jaar geleden werden we geconfronteerd met een zeer ernstige kredietcrisis die vanuit de Verenigde Staten als een ware vloedgolf onze banken teisterde. De regering heeft het bloeden gestelpt en op korte termijn de juiste maatregelen uitgevaardigd, doch het is de overtuiging van de indieners dat dit niet volstaat. We worden immers niet alleen geconfronteerd met een kredietcrisis die op haar beurt een economische crisis tot gevolg heeft : de crisis gaat veel verder. Sommigen hebben het over een « perfect storm » (1) . Toch is het niet de eerste maal dat onze economie in moeilijk vaarwater komt, getuige de eerste (1874) en de tweede olieschok (1979-1980).
De indieners willen voorkomen dat we, door enkel te focussen op de kortetermijnoplossingen, van de ene crisis in de andere zullen verzeilen. Met dit voorstel van resolutie willen de indieners het debat verschuiven van de korte naar de lange termijn. Afgezien van de eerdergenoemde economische en financiėle crisissen, worden we geconfronteerd met andere mogelijks nog grotere uitdagingen.
De indieners verwijzen tevens naar de woorden van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties : « De stijgende energie- en grondstoffenprijzen zorgden mee voor de voedselcrisis, die bijdroeg aan de financiėle crisis. Die weerspiegelt op zijn beurt de globale economische en demografische groei, met een tekort aan vitale grondstoffen tot gevolg : brandstof, voedsel, schone lucht en water.
Deze wirwar van problemen draagt zijn eigen oplossing in zich. Alleen duurzame ontwikkeling, een globale omarming van groene groei, biedt de wereld een blijvend vooruitzicht op sociaal welzijn en welvaart.
Na de industriėle revolutie, de technologierevolutie en de globalisering staan we nu op de drempel van een nieuw tijdperk : dat van de groene economie (2) . ».
De eerste minister, hierover bevraagd op 23 oktober 2008 door senator Paul Wille onderschrijft alvast het concept van de duurzame economie : « Ik heb voor het eerst kennis genomen van het document waarnaar de heer Wille verwijst, toen ik zijn vraag onder ogen kreeg. Het lijkt mij terecht dat wanneer we investeren om de crisis te boven te komen, we vooral ook investeren in projecten en initiatieven die de duurzame ontwikkeling van onze economie ten goede komen. Ik ben het ermee eens dat we de moed moeten hebben om op lange termijn te werken door invulling te geven aan het concept duurzame economie. (3) »
Inleiding
Velen zijn vergeten dat voorafgaandelijk aan de financiėle crisis de wereld werd geconfronteerd met een energie- en een voedselcrisis. Meer dan ooit wordt deze, doch vooral de toekomstige generatie, geconfronteerd met een combinatie van factoren die maken dat we niet kunnen voortdoen alsof er niets gaande is. « Business as usual » is geen optie. De Franse president Sarkozy stelde hieromtrent het volgende op de Europese Top van 15 oktober 2008 : « There should be no suggestion of business as usual after this crisis. A new type of capitalism is required (4) . ».
Graag overlopen de indieners enkele oorzaken van de voedselcrisis. Deze achterliggende oorzaken maken immers deel uit van de aan te pakken problemen in de « Global Green New Deal ».
De échte oorzaken van de gestegen voedselprijs zijn gekend. De wereld telt heden 6,7 miljard mensen; over dertig jaar zullen we met 8,7 miljard zijn. Diezelfde bevolking heeft bovendien een hoger inkomen en dus meer te besteden. De vraag naar rijker voedsel groeit exponentieel. Een vleesdieet kost drie keer meer landbouwgrond dan een vegetarisch dieet. De visbestanden geraken wereldwijd uitgeput en de meeste aquaculturen zijn niet duurzaam. Ook de klimaatsopwarming en bepaalde biobrandstoffen spelen hierin een nefaste rol.
Het is belangrijk dat wij beseffen dat de vraag blijvend zal blijven stijgen en de voedselproductie dus zal moeten verhogen.
Ook inzake biobrandstoffen moeten we ons beleid bijsturen. Biobrandstoffen van de tweede generatie die groeien op brakke grond, steppes of zelf in zee (zeewier) en die gemaakt zijn van niet-eetbare gewassen staan niet in concurrentie met de voedselvoorziening.
Waarom de financiėle crisis niet aangrijpen om de economische onderbouw terug op punt te stellen ? Diverse studies geven aan dat als onze planeet het huidige groeitempo aanhoudt we tegen 2030 twee planeten nodig zullen hebben. De huidige crisis zal maar klein bier zijn vergeleken met de milieucrisis die er zit aan te komen (5) .
Stilaan groeit het besef dat de logica waarin de consumptie van grondstoffen onbeperkt kan groeien in een beperkte wereld tegen zijn grenzen is gebotst.
De ecologische voetafdruk van de mens blijft toenemen en bedraagt heden 2,7 hectare per inwoner op deze planeet. De bevolkingstoename indachtig hoeft het geen betoog dat we het roer dringend moeten omgooien. Wat ons land betreft is de ecologische voetafdruk sinds 1961 verdubbeld tot 5,1 hectare en dit vooral ten gevolge van de CO2-uitstoot.
Ten tijde van de Grote Depressie werkte de Amerikaanse president Franklin Roosevelt zijn zogenaamde « New Deal » uit die gefocust was op snel herstel. Ook in Europa bewandelde men dezelfde weg via de Keynesiaanse aanpak. Het zal sommigen misschien verwonderen maar as such zijn wij geenszins tegenstander van deze aanpak, zij het dat we niet blind dezelfde recepten moeten overnemen. De wereld is immers drastisch veranderd. We leven in een geglobaliseerde wereld. Onze planeet is door de technologie en het internet een « global village » geworden, doch de besluitvorming heeft zich hieraan onvoldoende aangepast. Een land, laat staan een regio, kan de grote uitdagingen die op ons afkomen niet meer alleen aan. We moeten samenwerken op internationaal niveau, willen we komen tot een duurzame ontwikkeling voor allen, inclusief het voortbestaan op onze planeet.
De oorspronkelijke « New Deal » leert ons dat we een gelijkaardige globale visie nodig hebben waarbij sterke actie en een sterk politiek engagement vereist zijn om de financiėle stormen terug te beheersen en om de markten te beheren op een duurzame wijze, dit met het oog op de nog grotere uitdagingen die ons te wachten staan. Hierbij zullen we in tegenstelling tot de oorspronkelijke New Deal moeten samenwerken over de grenzen heen alsook met de privésector.
Naast de onmiddellijke crisis staan we voor diverse uitdagingen variėrend van klimaatverandering en de economische impact ervan, de wereldwijde armoede, de noodzaak om werk te creėren voor de 1,3 miljard werkloze mensen en de noodzaak om de verdere verkwanseling van onze natuurlijke rijkdommen en grondstoffen in te dammen en dit alles op een achtergrond van een exploderende wereldbevolking die in 2050 9 miljard zal bedragen.
Deze uitdagingen vallen enkel op te lossen door een langetermijnaanpak waarbij alle landen aan hetzelfde zeel trekken. Hierbij moeten we rekening houden met de nieuwe economische spelers, de zogenaamde BRICS, aangezien we zonder hen geen adequaat langetermijnantwoord kunnen bieden. Idealiter zou deze aanpak moeten worden gecoördineerd in een internationale instantie.
Het slechte nieuws is dat we heel wat werk voor de boeg hebben, het goede nieuws is dat sommigen reeds heel wat denkwerk hieromtrent hebben verricht, meer nog, er liggen oplossingen op tafel. Nu is het aan de politici in de verschillende landen om deze oplossingen te schragen.
De Global Green New Deal werd voorgesteld en gelanceerd te Londen op 22 oktober 2008. Het initiatief dat heden reeds financiėle steun heeft gekregen vanwege Duitsland, Noorwegen en de Europese Commissie vloeit voort uit de top van de G8 in 2006. Het document is het resultaat van het samenzitten van top-economisten en medewerkers van de Verenigde Naties.
Het plan roept de wereldleiders op om de investeringen te heroriėnteren naar programma's die via technologie en werkgedreven projecten resulteren in een duurzame economie.
Het plan sluit aan bij een eerdere studie die uiterst leerzaam is, doch waarmee tot op heden te weinig wordt gedaan (6) .
Momenteel bedraagt de wereldmarkt voor milieugoederen en diensten reeds 1,3 biljoen dollar. Dit cijfer zal alleen al op basis van de huidige economische trends verdubbelen in twaalf jaar.
Belgiė speelt momenteel een te kleine rol in deze ontwikkelingen. In Mexico werken heden reeds 1,5 miljoen mensen in het bosbeheer. In China stampte men op enkele jaren een volledig nieuwe industrie rond zonne-energie uit de grond, waardoor het land momenteel een wereldspeler is wat betreft de productie en ontwikkeling van zonnepanelen.
Achim Steiner, UNEP's Executive Director en mede-initiatiefnemer van de Green New Deal zegt hieromtrent : « There is an enormous opportunity to ride on this increasing global demand for environmental improvement and turn it into the driver of economic growth, job creation and poverty reduction that is now so desperately needed. And in some places it is already beginning to happen (7) . ».
Jaarlijks vindt er door het kappen van het regenwoud voor meer dan 3,7 biljoen dollar aan waardevernietiging plaats (vernietiging watervoorziening, regencycli, toename bodemerosie, vermindering capaciteit aanmaak van propere lucht en impact op de klimaatsopwarming). Dit bedrag overstijgt ruimschoots de totale kostprijs van de financiėle crisis tot op heden (1,5 biljoen dollar).
Een studie vanwege de Europese Unie komt tot dezelfde besluiten : « Verdwijnen de bossen in het huidige tempo, dan kost het de mensheid 1,5 tot 3,7 biljoen (1 met 12 nullen) euro per jaar. Het verlies door financiėle crisis wordt op dit moment geschat op ongeveer 1,5 biljoen dollar (8) . ».
Het grote verschil is natuurlijk dat de verliezen door ontbossing niet alleen groter zijn, maar ook jaar na jaar optreden.
In mei 2008 werd het eerste deel van het onderzoek van de EU afgesloten, waarin de kosten van ontbossing becijferd werden op 7 % van de jaarlijkse wereldeconomie (GDP).
Pavan Sukhdev, Hoofd van Deutsche Bank's « Global Market Centre » en mede-initiatiefnemer van de « Global Green New Deal » stelt onomwonden : « Hundreds of millions of jobs can be created, there is no question that traditional industries like steel and cars cannot provide them. But this is a really huge business opportunity. ».
Belangrijker nog is dat een land, indien het de logica van de Green New Deal volgt, zeer snel een marktleider kan worden inzake de nieuwe groene technologieėn en dus ook de daaruit voortvloeiende groene jobs kan genereren.
Meer concreet verwijzen de indieners naar Duitsland, dat door de auteurs van de « Global Green New Deal » wordt aangehaald als een voortrekker. In Duitsland werden tussen 2001 en 2006, 5,2 miljard dollar overheidssubsidies besteed aan het eco-vriendelijk maken van woningen, wat dus veel verder gaat dan het huidige subsidiėren van isolatie en dubbele beglazing, waardoor privé-investeringen van 20,9 miljard werden gerealiseerd en waardoor 140 000 arbeidsplaatsen bijkwamen.
Momenteel werken Duitsland, Noorwegen en de Europese Commissie volop mee aan het uitwerken van de « Global green New Deal ». De betrokken landen en de Commissie financieren het onderzoek.
Uitgangspunt is dat de enorme stijgingen die we hebben gekend in de graanprijzen en de olieprijs het resultaat zijn van gedateerde economische prioriteiten die de nadruk legden op de kortetermijnexploitatie van de grondstoffen die onze planeet rijk is en dit zonder te overwegen hoe deze grondstoffen kunnen dienen om de welvaart te ondersteunen op de lange termijn.
De jongste 25 jaar is luidens UNEP de economische groei verdubbeld, doch 60 % van de totale natuurlijke grondstoffen werden hierdoor ernstig gereduceerd — degraded — (water, lucht, voedsel en energie).
Samengevat : « We are pushing, if not pushing past, the limits of what the planet can sustain. If we go on as we are today's crisis will seem mild indeed compared to the crises of tomorrow. ».
De koers van onze economie moet drastisch worden hervormd, waarbij we ons dienen te concentreren op duurzame en groene groei. Dit zal niet enkel toekomstige catastrofes vermijden doch tevens de sleutel zijn tot de ommekeer van de huidige economische en financiėle crisis.
Het is tijd, de hoogste tijd om terug aan langetermijnbeleid te doen.
De Green New Deal
De wereld heeft een New Deal nodig, nog veel verstrekkender dan de oplossing die president Roosevelt na de beurskrach van 1929 de VS en de rest van het Westen aanbood. De huidige monetaire crisis, bovenop al bestaande crises in de landbouw en fossiele brandstoffen, biedt die mogelijkheid. Met het zojuist gelanceerde Green Economy Initiative probeert de VN die historische kans te benutten (9) .
Het UNEP heeft daarom het Green Economy Initiative gelanceerd dat voortbouwt op de, door de EU en Duitsland gefinancierde studie Economics of Ecosystems and Biodiversity (TEEB). De EU, Duitsland en Noorwegen steunen het initiatief met bijna vier miljoen euro. Het krijgt drie pijlers : waardeschepping voor natuurlijke diensten en infrastructuur (zoals bossen en bodem) in bnp-berekeningen, werkgelegenheid door groene banen en nieuw beleid, en instrumenten en marktsignalen die deze transitie naar een groene economie versnellen. In maximaal twee jaar zal de VN een veelomvattende schatting presenteren en het zo noodzakelijke instrumentarium nader bepalen.
We overlopen alvast enkele landen die reeds volop de weg van de groene economie bewandelen en, in tegenstelling tot vele vooroordelen, staan de Verenigde Staten op dit lijstje.
De Verenigde Staten
In de Verenigde Staten werd in 2007 een zeer belangrijk wetsontwerp aangenomen, dat vreemd genoeg in Europa amper weerklank vond. In 2007 werd de Green Jobs Act goedgekeurd dank zij de cruciale steun van één van de meest vooraanstaande leden van de democratische partij, Nancy Pelosi (Speaker of the House of Representatives) (10) .
De aanzet tot de groene economie in de VS werd gegeven door een mensenrechtenactivist, Van Jones, die het « Green for all »-initiatief stichtte dat de promotor wil zijn van een duurzame economie. Het « Green for All »-initiatief werd mede gelanceerd door het Clinton Global initiative (11) .
Luidens een persmededeling van het zeer gerespecteerde United Press Agency van 26 maart 2008 groeit de « groene » economie in de Verenigde Staten zeer sterk, waardoor tegen 2017 er meer dan 14 miljoen mensen in die sector zouden werken (de zogenaamde « Green collar Jobs ») (12) .
Momenteel zouden reeds 8,5 miljoen mensen werken in duurzame industrieėn in de VS alleen al (13) .
Via The Green Jobs Act wordt een jaarlijks budget van 125 miljoen dollar aangewend om de werkgelegenheid in de industrie duurzaam te maken. Hierbij leren 35 000 jongeren « groene » beroepen. Meer concreet gaat het om het produceren van zonnepanelen, het bouwen van passiefwoningen, de productie van energie-efficiėnte motoren, energie-auditors, bosbeheerders, productie van windturbines, onderzoek naar de biobrandstoffen van de tweede generatie (chemische industrie), enz.
Het Verenigd Koninkrijk
De eerste minister van Groot-Brittanniė plant « groene » investeringen op grote schaal met het oog op jobcreatie alsook om het land uit de komende recessie te halen.
De inspanning zonder weerga die werd vastgelegd in een White paper in 2009, legt in het bijzonder de nadruk op het uitbreiden van hernieuwbare energie en de introductie van elektrisch aangedreven wagens als onderdeel van de transitie naar een groene economie.
Het voornemen past binnen de toenemende oproepen om een Green New Deal uit te werken en dit in het licht van de nakende financiėle crisis. Alle ministers van de regering Brown nemen aan dat het aanvaarden van dergelijk programma een onderdeel is van de oplossing van de crisis en het is een van de beste manieren om de werkgelegenheid te doen toenemen. Alle investeringen in het kader van de bestrijding van de recessie zullen aldus worden « vergroend » (14) .
Volgend citaat vat de visie van de Britse regering goed samen : « The Government is committed to building a green economy at home and abroad, and creating more jobs in environmental industries. We need to invest in clean technologies and our natural infrastructure of forests, soils and water. (15) ».
Wat leveren de reeds toegezegde inspanningen op qua jobs ? Het Verenigd Koninkrijk investeert honderd miljard in de bouw van 4 000 windturbines op land en 3 000 op zee, waarmee het land in 2020 160 000 bijkomende banen zal scheppen (16) .
Spanje
Spanje heeft een vooruitstrevende wet op het gebied van zonne-energie aangenomen. Op 17 maart 2007 ging de Spaanse overheid akkoord met de nieuwe bouwvoorschriften CTE, Codigo Tecnico de la Edificación, de grootste hervorming in de Spaanse bouwsector sinds tientallen jaren.
De nieuwe CTE omvat de volgende gebieden : veiligheid van bouwconstructies, brandveiligheid, andere veiligheids- en gezondheidsaspecten, duurzaamheid en energie-efficiency. Dit laatste onderdeel gaat veel verder dan het minimale niveau van de Europese EPBD-richtlijn en verplicht zelfs 30 tot 70 % van warm tapwater op te wekken met zonne-energie (17) .
Het thermische zonne-energiedeel is van toepassing op alle nieuwe en gerenoveerde gebouwen, onafhankelijk van de functie van het gebouw.
Daarnaast heeft het land één van de meest ambitieuze energieplannen ter wereld aangenomen. Wat betreft de productie van windenergie beoogt het land tot 30 % van zijn elektriciteitsproductie te genereren vanuit windturbines. Via « The Gamesa Corporation » is Spanje ten gevolge van deze ambitieuze doelstellingen heden de tweede grootste producent van windturbines ter wereld. Wat betreft zonne-energie is Spanje de vierde grootste producent ter wereld. Wat betreft « Concentrated Solar Power », wat de nieuwe generatie zonnepanelen zullen zijn, is het land marktleider.
Verder kondigde Spanje aan een onderzoeksinstituut voor klimaatsverandering op te zetten (18) .
Spanje toont aan dat met politieke wil men in enkele jaren tijd een groene economische reus kan worden (19) . De reden van hun succes ligt in de grote investeringen vanwege de energiebedrijven, enerzijds, en de creatieve wetgeving van de overheid, anderzijds, waarbij er incentives werden gegeven op grote schaal en waarbij de producenten van groene energie de waarborg kregen dat al hun energie zou worden aangeschaft aan een voordelige prijs. Spanje heeft aldus een kenniscluster ontwikkeld wat betreft alternatieve energie. Immers, ook inzake biobrandstoffen is het land een pionier.
Duitsland
Het rapport Green Jobs van de Verenigde Naties bepaalt dat in 2030 in Duitsland 16 % van de industriėle productie milieutechnologie betreft.
Duitsland is de grootste producent van biodiesel in Europa. Daar wordt verwacht dat in 2011 al 20 % van alle diesel bestaat uit de biologische variant.
Alhoewel het land niet bekend staat als een zonnige plaats, staan 88 % van alle zonnepanelen van de EU in Duitsland. Dit door de garantie van de Duitse overheid dat eenieder die zonne-energie produceert een minimumtarief van 10 euro per kilowatt/uur zal ontvangen, daar waar elektriciteit van niet-hernieuwbare bronnen slechts 5 euro zou opbrengen. Duitsland betaalt dus het dubbel van deze prijs om de productie aan te moedigen en de resultaten liegen er niet om.
Belangrijk is dat deze gegarandeerde prijs elk jaar zakt, zodat de hernieuwbare energiesector competitief wordt. De Duitse overheid draagt met andere woorden de introductiekosten van hernieuwbare energie. Hierdoor is het land tevens wereldleider geworden in de productie van hernieuwbare energietechnologie. De Duitse producenten van zonne-energiepanelen hebben een wereldwijd marktaandeel van 32 %. Wat betreft windenergie zit 30 % van de productiecapaciteit van windturbines in Duitsland.
Zoals eerder aangegeven werd in Duitsland tussen 2001 en 2006 5,2 miljard dollar overheidssubsidies besteed aan het eco-vriendelijk maken van woningen, wat dus veel verder gaat dan het huidige subsidiėren van isolatie en dubbele beglazing, waardoor tot op heden privé-investeringen van 20,9 miljard werden gerealiseerd en waardoor er 140 000 arbeidsplaatsen bijkwamen.
Besluit
Wat het aandeel van hernieuwbare energie in de totale productie betreft, bengelt Belgiė achteraan in het Europese peloton. Met de invoering van groenestroomcertificaten in Vlaanderen, de energieprestatieregeling voor gebouwen en het opzetten van de windmolenparken halen we de achterstand langzaam in, doch het moet sneller en ambitieuzer, waardoor het dus ook in eerste instantie meer incentives, maatregelen en investeringen vanwege de overheid zal vergen.
Naarmate het aandeel van hernieuwbare energie stijgt, zal het strategische belang van primaire grondstoffen verschuiven naar technologie. De agressieve politiek van landen als Japan, Spanje en Duitsland bevestigt hun drang naar leiderschap in deze markt (20) .
Ons land beschikt zowel in zonneceltechnologie als in windenergie over een belangrijke positie. Ook inzake het saneren van vervuilde bedrijfsterreinen, de zogenaamde « Brownfield » bezitten diverse ondernemingen grote expertise. Hier ligt dus een economische opportuniteit voor het grijpen. Er zijn al ongeveer 2 000 Belgische werknemers actief in deze niche, die voor 80 tot 90 % van de export leeft. Als we ons inschrijven in de logica van de Green New Deal kunnen we een win-win realiseren. Het milieu en dus onze toekomstige generaties zullen ons dankbaar zijn en door de groene economie kunnen we ons uit de crisis trekken. De overheid en de private sector zullen op middellange termijn hun investeringen dubbel en dik terugverdienen.
The Global Green New Deal : sleutel voor het heropstarten van de economie
We moeten dringend terug werk maken van een langetermijnvisie op onze economie en onze toekomst. Van de financiėle crisis en de dreigende economische crisis moeten de overheid en de private sector gebruikmaken om een gedurfd economisch plan te lanceren. Zoals blijkt uit het tweede hoofdstuk van dit voorstel zijn sommige landen van de EU reeds uit de startblokken geschoten. Andere, zoals Groot-Brittanniė, bereiden een groot investeringsplan voor. Ons land heeft een Green New Deal nodig en we moeten snel handelen willen we tot de economische topregio's blijven behoren.
In het Chinees staat het woord crisis gelijk aan uitdaging. Oude structuren vallen, kaarten worden opnieuw geschud en nieuwe, frisse ideeėn komen plotseling op.
De gevolgen zijn wel duidelijk geworden : terwijl het BNP tussen 1981 en 2005 wereldwijd verdubbelde, nam de biodiversiteit in die periode met zestig procent af. Landbouwsubsidies in de wereld zitten tegenwoordig op meer dan 300 miljard dollar per jaar maar er is tekort aan fondsen voor bebossing. Fossiele brandstoffen krijgen vrijwel evenveel van nationale overheden maar duurzame energie heeft te weinig steun.
Het UNEP heeft daarom de « Global Green New Deal » of de « Green Economy initiative » (beide termen dekken dezelfde lading) gelanceerd die voortbouwt op de, door de EU en Duitsland gefinancierde studie Economics of Ecosystems and Biodiversity (TEEB). De EU, Duitsland en Noorwegen steunen het initiatief met bijna 4 miljoen euro.
De huidige monetaire crisis, bovenop al bestaande crises in de landbouw en fossiele brandstoffen, biedt die mogelijkheid. Met het gelanceerde « Green Economy Initiative » probeert de VN die historische kans te benutten en ons land moet zich dringend aansluiten bij dit initiatief en we moeten deze pijlers ook concreet invullen en dit op alle regeringsniveaus.
Volgend citaat vat de situatie goed samen : « Transformative ideas need to be discussed and transformative decisions taken. The alternative is more boom and bust cycles; a climate-stressed world and a collapse of fish stocks and fertile soils up to forest ecosystems — vast, natural « utilities » that for a fraction of the cost of machines store water and carbon, stabilize soils; sustain indigenous and rural livelihoods and harbor genetic resources to the value of trillions of dollars a year.
Investments will soon be pouring back into the global economy — the question is whether they go into the old, extractive, short-term economy of yesterday or a new green economy that will deal with multiple challenges while generating multiple economic opportunities for the poor and the well-off alike (21) . ».
We moeten als politici ook verder denken dan onze neus lang is. We moeten terug keren naar de kern van wat politiek hoort te zijn. Niet enkel oplossingen bieden aan de problemen van nu, maar ook aan de problemen van morgen. We moeten verder denken dan enkel de waan van de dag. Eenmaal de financiėle crisis van de baan zal zijn, zullen de investeringen terug aanzwellen en tegen dan moeten we als maatschappij en als bedleidsmakers duidelijk aangeven waarin wij wensen dat wordt geļnvesteerd : willen we dat er wordt geļnvesteerd in een duurzame economie die groei combineert met het vrijwaren van onze leefomgeving of willen we dat de investeringen terug gaan naar de oude, korte termijn economie van weleer.
De roadmap van Green New Deal bevat drie pijlers :
De ecologische waarde van de natuur as such moet omgezet worden in economische termen. Het zuiveren van de lucht moet dus als dienst gewaardeerd worden.
De Green New Deal legt tevens de nadruk op jobcreatie en dit door groene jobs. Dit alles wordt bewerkstelligd door een beleid dat gericht is op het uitbouwen van een duurzame economie;
De Green New Deal gaat uit van de marktwerking. Financiėle instrumenten en marktsignalen kunnen de transitie naar een groene economie versnellen.
De roadmap bouwt voort op eerdere bevindingen vanwege de G8+5 study on the Economics of Ecosystems and Biodiversity (TEEB), die mee werd gefinancierd door Duitsland en de Europese Commissie en een eerder gepubliceerd rapport, The Green Jobs Initiative.
Positief is, aldus de indieners, dat reeds enorm veel onderzoek werd verricht door UNEP en andere internationale organisaties.
Qua timing wordt verwacht dat een instrumentenkit wordt voorgesteld aan de regeringen om deze transitie zo snel mogelijk uit te voeren.
Enkele sectoren worden aangeduid als zijnde prioritair voor de succesvolle transitie naar een duurzame economie. Deze sectoren zullen tevens de grootste economische return opleveren, het meeste jobs genereren en het meest duurzaam zijn voor ons milieu :
— propere energie en propere technologie (onder meer recyclage; sanering Brownfields);
— rurale energie, daaronder inbegrepen hernieuwbare energie en biomassa;
— duurzame landbouw, organische landbouw inbegrepen;
— duurzame infrastructuur; (ecosystem infrastructure);
— beperkte uitstoot door ontbossing en degradatie van de bossen;
— uitbouw van duurzame steden daarbij inbegrepen planning, transport en groene bewoning.
De milieu-uitgaven bedragen tot op heden wereldwijd op jaarbasis 10 miljard dollar. Wereldwijd wordt daarentegen vlot 300 miljard dollar aan landbouwsubsidies gegeven en dit zonder te kijken naar de duurzaamheid van de betrokken sector.
Het globale bedrag dat aan energiesubsidies wordt aangewend varieert al naargelang de schattingen van 240 miljard dollar tot 310 miljard dollar per jaar of 0,7 % van het wereldwijde bnp, doch voor ondersteuning van hernieuwbare energie was de steun tot voor kort marginaal.
De indieners wensen te benadrukken dat de vooropgestelde groei die zou voortvloeien uit de Green New deal geenszins virtueel is en schuiven diverse cijfers naar voor om dit te illustreren :
— zoals eerder aangegeven zal het Verenigd Koninkrijk voor 100 miljard dollar aan investeringen lanceren om 4 000 windmolens op het land en 3 000 windmolens op zee te bouwen tegen 2020, wat meer dan 160 000 jobs zal creėren;
— Noorwegen kondigde aan dat het hun nationaal onderzoeksbudget naar hernieuwbare energie zal verdubbelen tot 3,4 miljard dollar;
— de globale markt voor duurzame producten en diensten ten bate van het milieu bedraagt heden 1 370 miljard dollar of 1 000 miljard euro (22) . Tegen 2020 zal deze markt verdubbelen tot 2 740 miljard dollar of 2 200 miljard euro;
— momenteel werken 300 000 mensen in de windenergiesector en 170 000 in de zonne-energiesector. 600 000 mensen werken in de « solar thermal » sector, hoofdzakelijk in China;
— bijna 1,2 miljoen mensen werken in de biomassa-energiesector en dit hoofdzakelijk in vier landen : Braziliė, Duitsland, USA en China;
— meer dan 2,3 miljoen mensen werken in de hernieuwbare energiesector (meest conservatieve schatting, aldus UNEP);
— China trok in 2007 580 miljoen dollar uit om te investeren in propere technologie en wat 2008 betreft gaat het reeds om 720 miljoen dollar.
Indieners wijzen erop dat sommige landen reeds enkele jaren volop werken binnen de logica van de Green New Deal. In Duitsland werken heden 250 000 mensen in de hernieuwbare energiesectoren, wat heden reeds een inkomen genereert van 240 miljard dollar op jaarbasis. Tegen 2020 zullen meer mensen in Duitsland werken in de hernieuwbare energiesector dan in de auto-industrie.
Indieners wijzen er verder op dat een Nieuw Klimaatsakkoord voorligt ter goedkeuring voor 2009. Het is dan ook meer dan logisch dat ons land en onze economie anticiperen op de verstrengde milieunormen. Zowel onze economie als onze leefwereld zullen er wel bij varen.
In het document « Global Green New Deal » wordt een uitvoerig overzicht gegeven van de vele initiatieven die heden reeds worden gelanceerd in de ontwikkelingslanden. Twee miljard mensen hebben immers geen toegang tot elektriciteit, olie of gas voor hun dagelijkse levensvoorziening. Bijgevolg maken zij gebruik van steenkool of hout voor hun energievoorziening. Het hoeft geen betoog dat we niet kunnen komen tot een wereldwijde duurzame economie zonder de problemen van deze mensen te onderkennen en aan te pakken.
Gezien het hoge aantal potentiėle afnemers van hernieuwbare energie is deze crisis ook een opportuniteit. De Clean Development Mechanisms die voortvloeien uit het Kyoto protocol beginnen heden kleinere economieėn te bereiken.
Daarnaast wordt er tevens gewerkt aan bewustmakingscampagnes ten aanzien van banken, industriėle conglomeraten en privékapitaal.
Aldus werden in de DRC projecten opgestart om het verlies van gas bij oliewinning te voorkomen. In Madagaskar werd een hydro-elektrisch project opgezet en in Kenia wordt restafval van de suikerrietteelt gerecupereerd als biomassa.
Afrika zal 230 projecten in opstart hebben tegen 2012. Deze kunnen tezamen 65 miljoen emissierechten opleveren die aan de huidige prijs 1 miljard dollar waard zijn.
Dit is een voorbeeld van de slimme financiėle instrumenten die reeds ontwikkeld zijn. Men kan nog een stap verdergaan. Waarom landen niet betalen als ze hun regenwoud beschermen ? Ook « groene » microkredieten moeten verder gestimuleerd worden.
Een ander voorbeeld van slimme financiėle instrumenten werd in India uitgewerkt.
UNEP heeft samen met twee banken in India een plan gelanceerd om de kosten voor kredieten om zonnepanelen te installeren, te drukken. De interest werd gedrukt tot 5 % en vervolgens tot 2 %. De banken waren zeker van betaling gezien de zonnepanelen inkomens opleveren en 100 000 mensen kochten hierdoor zonnepanelen. Het project is heden zelfbedruipend.
Gelijkaardige initiatieven waarbij het water voor huishoudelijk gebruik met zonne-energie wordt opgewarmd worden wereldwijd gelanceerd. In Mexico verwacht men tegen eind 2011 systemen te hebben geļnstalleerd ten belope van een totale capaciteit van 2 500 000 kubieke meter water. Tegen 2020 zou het om 23,5 miljoen kubieke meter water gaan.
Dit project alleen al levert Mexico tegen 2020 150 000 arbeidsplaatsen in deze sector op.
Landbouw is nog steeds één van de grootste werkgevers ter wereld. 40 % van de totale arbeidskrachten wereldwijd werken in de landbouw. Als we de Global Green New Deal tot een goed einde willen brengen, moeten we een globaal, internationaal gesteund voedselprogramma opzetten. De Food and Agricultural Organisation (FAO) vervult hier een sleutelrol. Deze instantie is de aangewezen projectleider voor de uitbouw van langetermijnondersteuning van de duurzame landbouw. Hierbij is de strijd tegen bodemerosie, bodem- en waterconservatie, geļntegreerde aanpak en bestrijding van ziektes en ongedierte, organische productie, ontwikkeling van infrastructuur en uitbreiding van de diensten onmisbaar.
Een nieuwe studie van de VN-Conferentie voor Handel en Ontwikkeling en UNEP beklemtoont dat 90 % van de onderzoeken naar organische landbouw aantonen dat dit de fertiliteit van de bodem positief beļnvloedt, leidt tot een betere waterbeheer en vooral de biodiversiteit herstelt.
Meer concreet laat dit de landbouwers toe om het groeiseizoen in marginale landbouwgebieden te verlengen.
Ook andere studies bevestigen dit. De opbrengst per hectare neemt gemiddeld toe met 128 %. Dit alles levert ook een hoger inkomen op, daar er geen pesticiden moeten worden aangewend. Door de certificatiesystemen levert de oogst ook meer op voor de betrokken landbouwers.
Meer concreet toonde het onderzoek in Oost-Afrika, waarbij 1,6 miljoen landbouwers betrokken waren, aan dat in 90 % van de gevallen hun inkomen substantieel toenam.
Zonder bijsturing van de huidige economie zal tussen 2000 en 2050 7,5 miljoen vierkante kilometer natuurlijke gebieden verloren gaan, wat overeenstemt met de grootte van Australiė.
Belangrijk is dat het verlies van natuurlijke gebieden ook een impact heeft op andere inkomsten van een land. Sinds kort wordt onderzoek verricht naar de kostprijs van het verlies van de natuurlijke habitat. Zo zal het verlies van 80 % van het koraalrif gelegen in de Caraļben tengevolge van ongewijzigd beleid een daling van 300 miljoen dollar aan inkomsten per jaar met zich meebrengen door het wegblijven van toeristen.
Onderzoek verricht binnen het kader van de Global Green New Deal toont aan dat een jaarlijkse investering van 45 miljard dollar in de natuurlijke habitat een opbrengst genereert van 5 biljoen (1 000 × 1 000³) per jaar. Deze investering heeft dus een kosten-batenratio van 100/1, wat een zeer hoog rendement is.
De koraalriffen genereren opbrengsten in visserij, toerisme en bescherming tegen overstromingen. Dit alles levert tussen de 100 000 dollar en de 600 000 dollar per vierkante kilometer op. Door een investering van 780 dollar per vierkante kilometer kunnen de koraalriffen gevrijwaard worden.
Met andere woorden : door een investering ten belope van 0,2 % van de waarde van het desbetreffende ecosysteem wordt de habitat gevrijwaard.
De ontbossing draagt voor 20 % bij tot de totale emissie van broeikasgassen. Door een investering van 17 miljard dollar kan de ontbossing gehalveerd worden waarbij werkgelegenheid voor de lokale bevolking wordt gecreėerd (toerisme, monitoring, parkbeheer, enz.).
De New Green Deal stelt voor bepaalde visgronden te beschermen (de zogenaamde nurseries — Global Marine protected area network. Dit zal leiden tot een verlies van 270 miljoen op jaarbasis.
Het vrijwaren van deze visgronden levert echter tegelijkertijd 80 miljard dollar op voor de visserijsector door het vrijwaren van de visbestanden op middellange en lange termijn en door de jaarlijkse aanwas van vis.
De Verenigde Naties hebben wederom niet stilgezeten wat betreft het opzetten van instrumenten die de bossen en de koraalriffen vrijwaren. Indieners verwijzen naar het REDD-initiatief (Reducing Emissions from Deforestation and Forest Degradation) (23) . Samengevat komt het initiatief erop neer dat het vrijwaren van oerbossen in geld wordt gewaardeerd. De Verenigde Staten hebben een gelijkaardig initiatief onlangs bevestigd. Het betreft de Tropical Forest Conservation Act.
Een eerder ingediende parlementaire vraag van senator Margriet Hermans vat het initiatief goed samen (24) : « Een bos betekent altijd een kapitaal voor een land dat alleen inkomen kan genereren uit het kappen ervan. Dat is echter uiterst nefast voor de biodiversiteit en de klimaatopwarming. De TFCA-regeling doorbreekt die logica. »
Samengevat komt de regeling erop neer dat de Verenigde Staten een bepaald deel van de bij hen uitstaande schulden van een land kwijtschelden op voorwaarde dat het land in kwestie het kwijtgescholden bedrag investeert in het behoud van zijn bossen. Meer concreet worden die gelden geļnvesteerd in een fonds voor het behoud van het oerwoud in het betrokken land. Dat fonds steunt dan concrete projecten van de lokale gemeenschappen en lokale NGO's die het behoud van de bossen nastreven. Een andere mogelijkheid om het behoud van de bossen aan te moedigen, is het rechtstreeks toekennen van middelen aan een land dat zich ertoe verbindt zijn bossen te behouden en werk te maken van een duurzaam bosbeheer. Dat zou idealiter via de Verenigde Naties moeten gebeuren.
De VN wil het REDD-initiatief toevoegen na 2012 in de Klimaatconventie. Noorwegen heeft alvast 3 miljard dollar uitgetrokken voor het REDD-initiatief.
Wat op het eerste zicht te verregaand lijkt is het volgens de indieners helemaal niet. Alleen al in de Verenigde Staten wordt meer dan 1,7 miljard dollar rechtstreeks uitgekeerd aan hun landbouwers voor milieubescherming.
De Europese Unie besteedt momenteel 4,5 miljard euro op jaarbasis voor het promoten van milieuvriendelijke landbouw.
In de Verenigde Staten worden heden nog veel verregaandere financiėle instrumenten ontwikkeld waarbij ondernemingen en burgers « wetland »-kredieten kunnen kopen. In 2006 bedroeg het totaal bedrag aan uitstaande « wetland »-kredieten reeds 350 miljoen dollar. Ook wat natuurlijke habitats betreft waar zeldzame dieren of flora voorkomen wordt heden reeds verhandeld in de VS. De markt bedraagt hier reeds 40 miljoen dollar.
Een gelijkaardig financieel instrumentairum wordt heden in Australiė uitgebouwd (25) , het zogenaamde « Biodiversity Banking and Offsets Scheme » :
« BioBanking is a market-based scheme that provides a streamlined biodiversity assessment process for development, a rigorous and credible offsetting scheme as well as an opportunity for rural landowners to generate income by managing land for conservation.
BioBanking enables « biodiversity credits » to be generated by landowners who commit to enhance and protect biodiversity values on their land through a biobanking agreement. These credits can then be sold, generating funds for the management of the site. Credits can be used to counterbalance (or offset) the impacts on biodiversity values that are likely to occur as a result of development. The credits can also be sold to those seeking to invest in conservation outcomes, including philanthropic organisations and government. ».
Dit is wederom een voorbeeld van een marktinstrument ten bate van het milieu.
De markt voor duurzaam geproduceerde gewassen zal in 2010 60 miljard dollar bedragen.
Volgens de indieners en de auteurs van de Global Green New Deal is het hoogdringend dat de regeringen, waaronder onze regering, via creatieve instrumenten, naar het voorbeeld van Australiė en de Verenigde Staten, marktmechanismen en financiėle instrumenten ontwikkelen welke diegenen belonen die investeren in « nature based » assets.
In Zuid-Afrika werd bijvoorbeeld een certificatiesysteem uitgewerkt dat consumenten en bedrijven betrekt. In het Cape Floral Kingdom, een hotspot van biodiversiteit, bekomen wijnbouwers die 10 % van hun wijngaard toewijden aan het behoud van de lokale zeldzame fauna en flora, een specifiek certificaat en label. Dit laat hen een hogere prijszetting toe die de consument vrijwillig betaalt. Indieners verwijzen ook naar bestaande fairtrade-initiatieven in ons land, zoals Efico en Max Havelaar (26) .
Ook inzake de uitbouw van duurzame woningen en steden starten we niet van nul.
Het besparingspotentieel is groot. In sommige landen wordt 40 % van de uitstoot van broeikasgassen veroorzaakt door de wijze waarop gebouwen ontworpen en geļsoleerd zijn.
Een wereldwijde transitie naar energie-efficiėnte gebouwen zou miljoenen jobs creėren en zou het bestaande werk van de 111 miljoen mensen die nu reeds in de bouwsector zijn tewerkgesteld « vergroenen ».
Investeringen in het energie-efficiėnt maken van gebouwen kan tot 3,5 miljoen jobs genereren en dit enkel en alleen in de VS en Europa.
Het spreekt voor zich dat beter gebruik van informatietechnologie, stedenbouwkundige planning en verkeerskunde deel uitmaken van de duurzamegebouwenpijler.
BESLUIT
Stilaan groeit het besef dat de logica waarin de consumptie van grondstoffen onbeperkt kan groeien in een beperkte wereld tegen zijn grenzen gebotst is.
De ecologische voetafdruk van de mens blijft toenemen en bedraagt heden 2,7 hectare per inwoner op deze planeet. De bevolkingstoename indachtig hoeft het geen betoog dat we het roer dringend moeten omgooien.
Momenteel bedraagt de wereldmarkt voor milieugoederen en diensten reeds 1,3 biljoen dollar. Dit cijfer zal alleen al op basis van de huidige economische trends in 12 jaar verdubbelen.
We moeten dringend terug werk maken van een langetermijnvisie van onze economie en onze toekomst. Van de financiėle crisis en de dreigende economische crisis moeten de overheid en de privé gebruikmaken om een gedurfd economisch plan te lanceren. Sommige landen van de EU, waaronder Duitsland en Spanje, zijn reeds enige tijd uit de startblokken geschoten. Andere, zoals Groot-Brittanniė en Frankrijk bereiden een groot investeringsplan voor. Ons land heeft een Green New Deal nodig.
Als we ons inschrijven in de logica van de Green New Deal kunnen we een win-win realiseren. Het milieu en dus onze toekomstige generaties zullen ons dankbaar zijn en door de groene economie kunnen we ons uit de huidige crisis redden. De overheid en de privé zullen op middellange termijn hun investeringen dubbel en dik terugverdienen.
Het spreekt voor zich dat dit een werk van lange adem zal zijn, doch zoals blijkt uit diverse reeds bestaande projecten die de logica van de Green Deal onderschrijven levert dit zeer snel concrete werkgelegenheid op. Niet voor niets strijden bepaalde landen nu reeds voor het marktleiderschap in diverse « groene » economische deeltakken. Hier achterblijven zou getuigen van kortetermijndenken en dit zullen de toekomstige generaties cash betalen, zowel wat betreft hun leefwereld als de economische positie van ons land ten opzichte van de andere landen. Wat de industrialisering was voor de 20e eeuw, is de duurzame economie voor de 21e eeuw. Aan ons om die kansen snel te grijpen.
Nele LIJNEN Bart TOMMELEIN. |
De Senaat,
Overwegende dat ons land niet alleen geconfronteerd wordt met een kredietcrisis die op haar beurt een economische crisis genereert, doch de crisis veel verder reikt;
Overwegende dat we leven in een geglobaliseerde wereld en onze planeet door de technologie en het internet een « global village » is geworden, doch de besluitvorming zich hieraan onvoldoende heeft aangepast en ermee rekening houdende dat een land, laat staan een regio, de grote uitdagingen die op ons afkomen niet meer alleen aankan en we bijgevolg moeten samenwerken op internationaal niveau, willen we komen tot een duurzame ontwikkeling voor allen, inclusief het voortbestaan van onze planeet;
Overwegende dat de regering bij monde van de premier aangeeft dat het terecht is dat wanneer we investeren om de crisis te boven te komen, we vooral ook investeren in projecten en initiatieven die de duurzame ontwikkeling van onze economie ten goede komen;
Overwegende dat onze wereld na de industriėle revolutie, de technologierevolutie en de globalisering heden op de drempel staat van een nieuw tijdperk : dat van de groene economie;
Overwegende dat de oorspronkelijke New Deal ons leert dat we een gelijkaardige globale visie nodig hebben waarbij sterke actie en een sterk politiek engagement vereist is om de financiėle stromen terug te beheersen en om de markten te beheren op een duurzame wijze en dit met het oog op de nog grotere uitdagingen die ons te wachten staan en we hierbij, in tegenstelling tot de oorspronkelijke New Deal, meer dan ooit zullen moeten samenwerken over de grenzen heen alsook met de privésector;
Overwegende dat het globale bnp tussen 1981 en 2005 wereldwijd verdubbelde, doch de biodiversiteit in die periode afnam met zestig procent;
Overwegende dat Het UNEP (United Nations Environment Programme) sinds 2006 het Green Economy Initiative heeft gelanceerd dat voortbouwt op de, door de EU en Duitsland gefinancierde studie Economics of Ecosystems and Biodiversity (TEEB) en resulteerde in de nota « The Global Green New Deal »;
Overwegende dat de Global Green New Deal een roadmap wil uitbouwen voor alle regeringen met het oog op het uitbouwen van een duurzame economie die tegelijkertijd een adequaat antwoord biedt op vertraging van onze economie en dit door te investeren via technologie en werkgedreven projecten in nieuwe groene jobs die op hun beurt resulteren in een duurzame economie;
Verwijzend naar de « Study on the Economics of Ecosystems and Biodiversity (TEEB) » uitgevoerd in opdracht van de G8;
Verwijzend naar de eerste wereldwijde allesomvattende studie over de noodzaak om groene jobs te creėren « Green Jobs : towards decent work in a sustainable, low-carbon world van 26 september 2008;
Verwijzend naar de Green Jobs Act die in 2007 werd aangenomen in de Verenigde Staten en vaststellend dat tegen 2017 meer dan 14 miljoen Amerikanen zullen werken in de zogenaamde « groene » economie;
Overwegende dat Groot-Brittanniė « groene » investeringen plant op een ongeziene schaal met het oog op jobcreatie alsook om het land uit de komende recessie te trekken. Die inspanning werd in 2009 concreet vastgelegd in een White paper, waarbij in het bijzonder de nadruk zal worden gelegd op het uitbreiden van hernieuwbare energie en de introductie van elektrisch aangedreven wagens als onderdeel van de transitie naar een groene economie;
Verwijst naar het rapport « Green jobs » van de Verenigde Naties dat voorziet dat in 2030 in Duitsland 16 % van de industriėle productie uit milieutechnologie zal bestaan en waaruit blijkt dat tegen 2020 in Duitsland meer mensen zullen tewerkgesteld zijn in de groene economie dan in de auto-industrie;
Verwijst naar het voorbeeld van Spanje dat aantoont dat een krachtige en doorgedreven inspanning vanwege de overheden en de private sector snel vruchten kan afwerpen voor de economie en de ecologie;
Overwegende dat naarmate het aandeel van hernieuwbare energie zal stijgen, het strategisch belang van primaire grondstoffen zal afnemen en verschuiven naar technologie en dit dus troeven kan inhouden voor een land zonder primaire grondstoffen doch met de nodige technologische knowhow en kunde om clusters uit te bouwen inzake hernieuwbare energie;
Verwijst naar de roadmap van de Global Green New Deal welke drie pijlers bevat die dienen te worden onderschreven :
de ecologische waarde van de natuur as such moet worden omgezet in economische termen;
het plan legt de nadruk op jobcreatie en dit door investeringen aan te moedigen in groene jobs. Dit alles wordt bewerkstelligd door een beleid dat gericht is op het uitbouwen van een duurzame economie;
het plan gaat uit van de marktwerking. Innovatieve financiėle instrumenten en marktsignalen kunnen de transitie naar een groene economie versnellen.
Vaststellende dat de UNEP binnen twee jaar een concrete instrumentenkit zal aanbieden aan de overheid en vele landen nu reeds werken aan marktleiderschap in bepaalde subsectoren van de groene economie;
Overwegende dat uit het Plan « Global Green New Deal » duidelijk blijkt dat de vooropgestelde groei geenszins virtueel is, doch het resultaat van concreet economisch onderzoekswerk; dat de globale markt voor duurzame producten en diensten ten bate van het milieu heden reeds 1 370 miljard dollar of 1 000 miljard euro (27) bedraagt en deze markt tegen 2020 zal verdubbelen tot 2 740 miljard dollar of 2 200 miljard euro;
Overwegende dat de tijd dringt en elke verdere stilstand een hoge ecologische en economische kostprijs zal hebben en gelet op het belang voor de huidige en de toekomstige generaties.
Vraagt de federale regering :
Onverwijld conform het voorbeeld van de Britse regering, een concreet actieplan uit te werken samen met de gemeenschappen en de gewesten en de sociale partners en om dit actieplan voor te stellen tegen 2011 op een gezamenlijke conferentie. Dit actieplan zal werken met concrete investerings- en jobdoelstellingen, waarbij een jaarlijkse evaluatie wordt georganiseerd en tweejaarlijks wordt gerapporteerd aan het parlement over de concrete invulling;
Uit dit actieplan de nodige lessen te trekken uit de maatregelen die tot op heden werden getroffen bij onze buurlanden alsook andere EU landen en dit volgens het principe van de « Best Practices »;
Er bij de Europese Unie op aan te dringen haar landbouwbeleid om te bouwen naar een duurzaam ecologisch beleid;
Bij het uitwerken van dit actieplan in nauw overleg te staan met het UNEP (United Nations Environment Program) en tevens aan te dringen op een gezamenlijk initiatief vanuit de Europese Commissie als aanvulling op de eigen initiatieven;
Substantiėle financiėle middelen uit te trekken, samen met de gemeenschappen en de gewesten, om een concrete invulling te geven aan de investeringsprojecten die zij met de privésector zullen uitwerken binnen het kader van de Global Green New Deal; via het door hen uitgewerkte actieplan te komen tot een groene economie, conform de drie pijlers van de Global Green New Deal en hierbij ambitieuze doelstellingen voorop te stellen welke ertoe zullen leiden dat we in enkele « groene » productie- en dienstenclusters tot de top zullen behoren wat marktleiderschap betreft;
Financiėle en materiėle steun toe te kennen aan het Green Economy Initiative en UNEP naar het voorbeeld van Duitsland en Noorwegen en expertise uit te wisselen met de UNEP met het oog op de efficiėnte uitbouw van de « Global Green New Deal » en een efficiėnte en snelle invulling van de « Global Green New Deal » in eigen land;
Werk te maken van een « Debt for Nature »-plan naar het voorbeeld van de Verenigde Staten en hun uiterst succesvolle « Tropical Forest Conservation Act » en dit in het bijzonder ten opzichte van onze partnerlanden met het oog op het vrijwaren van hun oerwouden en hun maritiem erfgoed;
Expliciete steun toe te kennen aan de Food and Agricultural Organisation voor de uitbouw van langetermijnondersteuning van de duurzame landbouw en dit op alle vlakken.
20 juli 2010.
Nele LIJNEN Bart TOMMELEIN. |
(1) Zuckerman Says US Economy May Face « Perfect Storm », http://www.bloomberg.com/apps/news ?pid=newsarchive&sid=aHLKk89J4tW8.
(2) De Morgen, Opinie : « Ban Ki-Moon verdedigt de groene Deal van de Verenigde Naties », 23 oktober 2008.
(3) Antwoord van de eerste minister Yves Leterme op de mondelinge vraag nr. 4-424 van de heer Paul Wille aan de eerste minister over « de Global Green New Deal » (Handelingen van 23 oktober 2008, 4-46, blz. 8).
(4) http://www.rte.ie/business/2008/1016/subprime.html
(5) Ser/SAL, « Kredietcrisis is kans om te leren leven met beperkingen planeet » (WWF), Belga, 28 oktober 2008.
(6) Worldwatch institute with the assistance of Cornell University, « Green Jobs : Towards decent work in a sustainable, low-carbon world », september 2008, 25 p. http://www.unep.org/labour_environment/PDFs/Greenjobs/UNEP-Green-Jobs-Towards-Sustainable-Summary.pdf.
(7) Lean, G, « A « Green New Deal » can save the world's economy, says UN », The Independent (UK), 12 oktober 2008.
(8) http://www.trouw.nl/groen/nieuws/article1875982.ece
(9) http://www.peopleplanetprofit.be/artikel.php ?IK=1579
(10) « Green Jobs Act of 2007, » Thomas.gov http://thomas.loc.gov/cgi-bin/bdquery/z?d110:HR03221 :@@@L&summ2=m&.
(11) http://en.wikipedia.org/wiki/Clinton_Global_Initiative
(12) « Green Collar » Jobs Have Growth Potential, » United Press International, 26 maart 2008.
(13) http://en.wikipedia.org/wiki/American_Solar_Energy_Society
(14) http://www.independent.co.uk/environment/green-living/pm-plans-green-investment-drive-973824.html
(15) Hilary Benn, The Secretary of State for the Environment, IOS.
(16) http://www.unep.org/Documents.Multilingual/Default.asp?DocumentID=548&ArticleID=5957&l=en
(17) http://www.sustainergy.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=37&Itemid=1
(18) http://www.ynetnews.com/articles/0,7340,L-3596349,00.html
(19) « Renewable energy : Revolutions turn nation into green leader », Financial Times, 20 juni 2007.
(20) http://www.trends.be/nl/4-1461-42489/groene-energie-redt-belgische-economie.html#topPage
(21) http://www.unep.org/Documents.Multilingual/Default.asp?DocumentID=548&ArticleID=5957&l=en
(22) Roland Berger consultants.
(23) http://www.wrm.org.uy/bulletin/120/Emissions.html
(24) http://www.senate.be/www/?MIval=/publications/viewSTBlok&COLL=H&DATUM=01/10/2008&DOSID=67109117&MINID=4517&LEG=4&NR=12&VTYPE=mvid&LANG=nl
(25) Biodiversity Banking and Offsets Scheme, http://www.environment.nsw.gov.au/resources/biobanking/biobankingoverview07528.pdf.
(26) http://www.eficofoundation.org/
(27) Roland Berger consultants.