4-119

4-119

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 1 APRIL 2010 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Freya Piryns aan de staatssecretaris voor Mobiliteit over «de invoering van een slimme kilometerheffing» (nr. 4-1197)

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Eergisteren kondigde Vlaams minister-president Peeters in het Vlaams Parlement zijn `Masterplan 2020' voor Antwerpen aan. De meeste aandacht ging uiteraard naar de Oosterweelverbinding. Dat is logisch, want ongeveer heel Vlaanderen, of toch zeker heel Antwerpen, ligt al zeer lang wakker van de vraag of het nu een tunnel of een brug wordt. Het werd dus het BAM-tracé, met, voorlopig, twee tunnels. Er werd opnieuw bevestigd dat de Kennedytunnel tolvrij blijft, maar voor de twee nieuwe tunnels zal wel degelijk tol moeten worden betaald. Het is immers een zeer duur plan; de kosten worden geraamd op ongeveer 5 miljard euro. Een deel van die kosten moet door de tolheffing worden gedekt.

Ik ben het op vele vlakken oneens met dit plan, in de eerste plaats omdat het via het gekozen BAM-tracé zwaar verkeer naar de stad blijft trekken. Ik heb er veel vragen bij, maar ik wil het nu over één bepaald aspect hebben. In het hele plan wordt namelijk met geen woord gerept over het invoeren van een slimme kilometerheffing. Die staat nochtans in het Vlaams regeerakkoord. De Vlaamse regering is blijkbaar nog steeds van plan het Masterplan te financieren met oplossingen die uit de vorige eeuw komen. Vlak vóór de tunnel zal namelijk een tolplein worden aangelegd met tolhuisjes. Ik denk dat dit niet meer van deze tijd is, want ondertussen bestaan er technologisch andere oplossingen, zoals een slimme kilometerheffing, die er voor zorgt dat de mobiliteit wordt gestuurd en dat vrachtverkeer uit de stad wordt geweerd. Maar neen, men valt terug op het ouderwetse tolsysteem, met als enige bedoeling geld te verdienen. Dit lijkt me ongelooflijk kortzichtig.

De afgelopen weken zijn een aantal studies uitgebracht, niet het minst die van professor Stef Proost van de KULeuven. Hij zei zeer duidelijk dat een `nulscenario', dus geen investeringen in autoverkeer, maar wel de invoering van een slimme kilometerheffing, en dus het optimaal gebruiken van de huidige infrastructuur, economisch beter zou scoren dan het aanleggen van welke Oosterweelverbinding ook.

De staatssecretaris heeft onlangs verklaard dat die kilometerheffing ten vroegste vanaf 2014 kan worden ingevoerd, terwijl de Vlaamse regering doet alsof ze daarop niet kan wachten. Lang wachten lijkt me overigens geen goed idee. De staatssecretaris heeft ook gezegd dat hij overleg zou plegen met de gewesten. Dat lijkt me dan weer wél een goed idee. Volgens ons moet die slimme kilometerheffing er zo snel mogelijk komen. Alle verkeersknopen moeten dringend worden ontward, en dit systeem kan daartoe een belangrijke aanzet geven. Indien dit systeem tegelijk in de hele Benelux kan word ingevoerd, zou dat een meerwaarde bieden. Als bijvoorbeeld Nederland (nog) niet mee wil, moeten we daarop niet wachten. We staan al veel te lang stil.

Binnen België moeten de gewesten wel samenwerken. De staatssecretaris voor Mobiliteit moet ter zake zijn verantwoordelijkheid opnemen. Vandaar mijn vragen.

Hebt u al overlegd met de gewesten over de invoering van de slimme kilometerheffing? Hebt u op Beneluxniveau initiatieven genomen om de Nederlanders over de streep te trekken? Blijft u bij uw standpunt dat dit systeem ten vroegste in 2014 kan worden ingevoerd? Bent u het met mij eens dat het door de Vlaamse regering vooropgestelde systeem achterhaald is? Wat is uw standpunt over de stelling van professor Proost dat, indien men een slimme kilometerheffing en de daarmee gepaard gaande verkeerssturing invoert, een extra oeververbinding voor Antwerpen niet de beste oplossing is voor het huidige mobiliteitsprobleem?

De heer Etienne Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit. - Mevrouw Piryns speelt wel heel kort op de bal. De Vlaamse regering heeft pas gisteren in het Parlement een aantal verduidelijkingen gegeven. De interministeriële conferentie van de ministers van Transport en Infrastructuur, waar ik heb overlegd met de Vlaamse, Waalse en Brusselse collega's, heeft vanmorgen vergaderd.

Ik kan mij niet mengen in de bevoegdheden van mijn gewestelijke collega's. De gewestelijke regeringen hebben een aantal opties genomen in verband met de belasting op het wegverkeer. De Waalse vertegenwoordiger had het vanmorgen over een heffing op het gebruik van de weg met tarifaire maatregelen voor personenwagens. Het Waals Gewest wil op korte termijn, in 2011, een wegenvignet invoeren. De regeringen zijn het erover eens dat naast de maatregelen die zij op korte termijn willen nemen, ook langetermijnmaatregelen, zoals een kilometerheffing, in de eerste plaats voor vrachtwagens, nodig zijn.

Zowel de maatregelen op korte termijn, of die nu een budgettair-financieel aspect betreffen, dan wel ook ecologische elementen omvatten, als de kilometerheffing, werden vandaag besproken. Het is de bedoeling om via de kilometerheffing het buitenlands vrachtvervoer, dat gretig gebruik maakt van onze Belgische infrastructuur, mee te doen betalen voor de ecologische en economische schade die het in België veroorzaakt.

De federale regering kan niet worden betrokken bij een heffing op het gebruik van de weg, omdat ze daarvoor niet bevoegd is. Zij heeft wel inspraak wat de kilometerheffing betreft. De federale regering is immers betrokken bij het akkoord dat op Europees niveau voor het eurovignet werd afgesloten.

De maatregelen die de gewesten eventueel zullen nemen hebben sowieso gevolgen voor het eurovignet. De federale regering kan het eurovignet pas afschaffen als de drie gewesten het eens zijn geworden over een waardig en coherent alternatief.

De gewestregeringen zijn duidelijk bereid om de verkeersfiscaliteit grondig te hervormen. Mijn grote bekommernis is dat daarbij op een geharmoniseerde wijze wordt te werk gegaan. Niemand - noch in België, noch in Europa - zou begrijpen dat in België drie verschillende systemen zouden bestaan. Dat zou het ons kenmerkende surrealisme alleen maar onderstrepen.

De gewesten neigen naar een tolheffing voor het weggebruik. Tot nu toe heeft enkel het Waals Gewest zich hierover duidelijk uitgesproken. Vlaanderen heeft een andere optie gekozen. Een eventuele kilometerheffing zou in elk geval in de eerste plaats aan het vrachtvervoer worden opgelegd, met inbegrip van de buitenlandse transporteurs.

De federale regering heeft haar standpunt over de slimme kilometerheffing klaar en duidelijk toegelicht aan de gewesten. De formule die de Vlaamse regering naar voren schuift, toont enorm veel gelijkenissen met het federale voorstel.

Ik heb inmiddels informele contacten gehad met mijn Nederlandse en Luxemburgse collega's. Mijn Nederlandse collega was van plan om op vrij korte termijn tot implementatie over te gaan. Door de val van de Nederlandse regering is dat punt op de lange baan geschoven.

Mevrouw Piryns vindt de streefdatum van de Vlaamse regering van 2013 nogal laat en ze vindt de datum van 2014, die ik naar voren schuif, onbegrijpelijk en veel te laat. Mijn bekommernis is dat de eventuele heffing op een zo rationeel en zo goedkoop mogelijke manier wordt geïmplementeerd. Ik wil absoluut vermijden dat, zoals in Duitsland bij de invoering van de Lkw-Maut, overal op bruggen camera's moeten worden geplaatst waarmee de auto's worden geregistreerd. Ik heb de gewesten klaar en duidelijk laten weten dat in de eerste plaats en misschien alleen de satelliettechnologie ons hierbij kan helpen. Vanzelfsprekend moeten de nummerplaten daarvoor herkenbaar zijn. We moeten zoeken naar een moderne technologie die ook in andere Europese landen kan worden toegepast.

Mevrouw Piryns maakte ook denigrerende opmerkingen over de tolheffing door de Vlaamse regering. Ik weet niet waar ze haar informatie haalt. Ik zie die hokjes niet onmiddellijk opduiken. De Vlaamse regering wil dergelijke systemen, zoals in Frankrijk, net vermijden met de kilometerheffing.

Hiermee spreek ik geen appreciatie uit over de wijze waarop de deelstaten de financiering van belangrijke infrastructuurwerken willen organiseren.

Met betrekking tot de vraag over het al dan niet bestaan van een nood aan belangrijke infrastructuurwerken in het Antwerpse voel ik me helemaal niet geroepen om, na de talrijke jaren van gebakkelei, een verklaring af te leggen, al helemaal niet nu eindelijk een delicate consensus over de mobiliteit tot stand is gekomen.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Ik neem het de staatssecretaris helemaal niet kwalijk dat hij mijn laatste vraag niet beantwoordt. Ik had trouwens niet anders verwacht.

De staatssecretaris zei dat ik denigrerend sprak over de tolhuisjes, maar die zijn opgenomen in de plannen van de BAM. De Vlaamse regering heeft bevestigd nog steeds de voorkeur te geven aan gewone tolheffing. Voor opmerkingen dienaangaande moet hij zich dus wenden tot de BAM of de verantwoordelijke van de schetsen voor de Oosterweeltunnels.

Hij beweert voorstander te zijn van een goede oplossing en dat zoiets niet van vandaag op morgen mogelijk is, maar nu moet toch dringend een beslissing worden genomen over het doel en de wijze waarop het moet worden bereikt.

De gewesten zullen inderdaad moeten samenwerken, maar het behoort alleszins tot de verantwoordelijkheid van de staatssecretaris om ze samen te brengen en een oplossing uit te werken, zodat de Vlaamse regering eindelijk een slimme kilometerheffing kan realiseren die ook de verkeersstromen kan sturen. Het gaat mij immers niet alleen om de ecologische en economische schade, maar ook om de gezondheid van de Antwerpenaar, die het doorgaande verkeer uit zijn stad wil bannen.