4-117 | 4-117 |
De voorzitter. - De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie, antwoordt.
Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). - Op 3 mei 2004 werd in Brussel onder de naam Black Dawn een antiterrorismeoefening gehouden. Aan deze oefening namen in totaal vijfenvijftig topambtenaren en terrorisme-experts deel van vijftien Europese lidstaten, de Europese Raad, de Europese Commissie, de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie en verschillende andere internationale organisaties. Black Dawn had tot doel `de uitdagingen uit te testen die verband houden met het voorkomen en het gebruik van massavernietigingswapens door terroristen.' Dit alles is nu bijna zes jaar geleden.
Welke initiatieven heeft de Antiterrorismecel van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken intussen genomen?
Wordt in de nabije toekomst een update of nieuwe gelijkaardige oefening gepland?
Houdt men nog steeds rekening met een mogelijke aanslag in Brussel met nucleaire of andere massavernietigingswapens?
De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie. - Ik lees het antwoord van minister Turtelboom.
Op 3 mei 2004 had in Brussel inderdaad een conferentie plaats in het German Marshall Fund's Transatlantic Center. Ze werd op touw gezet door een privéorganisatie uit Washington, het Center for Strategic and International Studies. Het onderwerp van deze conferentie was conclusies te trekken over de gevolgen van een nucleaire aanslag op Brussel.
We kunnen deze conferentie niet als een reële oefening beschouwen waarbij de Belgische diensten betrokken waren. Op 30 juni 2009 hebben speciale eenheden van de federale politie op de site van Doel deelgenomen aan een oefening over een criminele gijzeling. Op 3 december 2009 is een oefening gehouden op de nucleaire site van het SCK-CEN in Mol in het kader van het bezoek van een Amerikaanse delegatie die de beveiliging en trainingsomstandigheden kwam onderzoeken. Het onderwerp was de indringing van vijf verdachten in Mol die nucleair materiaal wilden stelen.
Op het ogenblik plannen de bevoegde diensten geen oefening van dit type.
Een nucleaire aanslag met een bom van tien kiloton, zoals beschreven in het onderwerp van het CSIS, wordt momenteel als zeer onwaarschijnlijk beschouwd, omdat het moeilijk is aan een dergelijk nucleair wapen te komen of de benodigde hoeveelheid verrijkt uranium te bemachtigen en een bom te maken. In België is een nucleaire aanslag of een aanslag op een kerncentrale ook weinig waarschijnlijk, maar dat sluit niet uit dat er rekening mee moet worden gehouden.